Regeling vervallen per 27-07-2012

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijk begraafplaatsen

Geldend van 01-05-2001 t/m 26-07-2012

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijk begraafplaatsen

De raad van de gemeente Waterland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 april 2001;

overwegende dat het als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen gewenst is nadere regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen;

gelet op het bepaalde in artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 147 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijk begraafplaatsen

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen te Broek in Waterland, Ilpendam, Marken Monnickendam - Kloosterstraat, Monnickendam - Kloosterdijk, Uitdam, Watergang, en Zuiderwoude;

  • b.

    eigen graf: een graf, waar voor 20 jaar, het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven van maximaal twee lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

    • -

      het (doen) uitstrooien van as;

    verlenging van het grafrecht is telkens mogelijk voor 10 jaar;

  • c.

    algemeen graf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken, voor maximaal 20 jaar, zonder dat het uitsluitend recht tot begraven is verleend;

  • d.

    eigen kindergraf: een graf waar, voor 20 jaar, het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven van maximaal twee lijken van kinderen tot 12 jaar, verlenging van het grafrecht is telkens mogelijk voor 10 jaar:

  • e.

    algemeen kindergraf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin voor maximaal 20 jaar gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken van kinderen tot 12 jaar zonder dat het uitsluitend recht tot begraven is verleend:

  • f.

    eigen urnengraf: een graf waar, voor 20 jaar, het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten van maximaal twee asbussen met of zonder urn;

    • -

      het (doen) uitstrooien van as;

    verlenging van het grafrecht is telkens mogelijk voor 10 jaar;

  • g.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van een asbus, met of zonder urn, voor 20 jaar zonder dat het uitsluitend recht tot begraven is verleend zonder de mogelijkheid tot het plaatsen van een gedenkteken;

  • h.

    asbus: een bus ter berging van crematie-as;

  • i.

    urn: een voorwerp(vaas) ter berging van as of een asbus;

  • j.

    eigen urnenkeldertje: een betonnen keldertje met afneembaar deksel waar, voor 20 jaar, het uitsluitend recht is verleend tot het plaatsen van maximaal twee asbussen met of zonder urn, verlenging van grafrecht is telkens mogelijk voor 10 jaar;

  • k.

    strooiveld: een permanent daartoe aangewezen ruimte op de begraafplaats bestemd voor het (doen) uitstrooien van crematie-as;

    • 1.

      uitstrooien van crematie-as: het op verzoek uitstrooien van crematie-as op het strooiveld van de begraafplaats of op/in een graf;

  • m.

    gedenkplaatje: een op het monument bij het strooiveld aan te brengen gedenkplaatje, uitgevoerd in de standaard maten 22 x 10 x 2 cm

  • n.

    eigen gedenkplaats: plaats om overledenen te gedenken, waarop een uitsluitend recht is verleend voor een periode van 20 jaar; verlenging voor telkens mogelijk voor 10 jaar:

  • o.

    grafbedekking: gedenkteken en/of beplanting op een graf of gedenkplaats;

  • p.

    beheerder: ambtenaar belast met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • q.

    rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf, een eigen urnengraf, een eigen urnenkeldertje of een gedenkplaats.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf

  • 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder "eigen graf” mede verstaan: eigen urnengraf, eigen kindergraf, eigen urnenkeldertje en eigen gedenkplaats.

  • 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, zover van belang onder "algemeen graf" mede verstaan: algemeen urnengraf en algemeen kindergraf.

Hoofdstuk II Bestemming, beheer en toezicht

Artikel 3 Bestemming

De gemeentelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven van lijken van personen die in de gemeente Waterland woonachtig zijn, waren of zijn overleden. Burgemeester en wethouders kunnen het begraven van lijken van andere personen dan die hierboven bedoeld op grond van humanitaire redenen toestaan.

Artikel 4 Beheer en toezicht

Het beheer en toezicht op de begraafplaatsen berust bij burgemeester en wethouders.

Artikel 5 Administratie

  • 1. De administratie van de begraafplaatsen berust bij burgemeester en wethouders en wordt gevoerd door de daartoe aangewezen ambtenaar van bureau Burgerzaken.

  • 2. De administratie van de begraafplaatsen is openbaar.

Artikel 6 Inrichting

  • 1. De inrichting van de begraafplaatsen geschiedt door burgemeester en wethouders.

  • 2. De begraafplaats Kloosterdijk in Monnickendam bevat een door burgemeester en wethouders aangewezen gedeelte voor het begraven van lijken van personen welke behoorden tot de Rooms Katholieke Kerk.

Hoofdstuk III Openstelling, orde en rust op de begraafplaatsen

Artikel 7 Openstelling begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk van een half uur na zonsopgang tot een half uur voor zonsondergang.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kan de toegang tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van een urn/asbus.

  • 4. De toegang tot de begraafplaatsen is verboden voor:

    • a.

      kinderen, beneden de leeftijd van 12 jaren, tenzij onder geleide van een persoon van16 jaar of ouder;

    • b.

      personen die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren;

    • c.

      niet aangelijnde honden.

Artikel 8 Ordemaatregelen

  • 1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personeel verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten;

  • 2. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen anders dan voor een begrafenis of voor het vervoeren van materiaal;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur;

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het tweede lid;

  • 4. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder;

  • 5. Degene die zich niet aan de in het derde lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op de eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 9 Dodenherdenkingen en andere plechtigheden

  • 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenkstenen en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 10 Opgravingen, ruimen en tijdelijke sluiting

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is alleen toegestaan als daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degene die met deze werkzaamheden zijn belast. De begraafplaats wordt gedurende deze werkzaamheden door de beheerder voor bezoekers gesloten. Eventueel aanwezige bezoekers dienen aanwijzingen van de beheerder direct op te volgen.

Hoofdstuk IV Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 11 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten

Degene, die wil doen begraven,as wil doen bijzetten of as wil (doen) verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving , bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 1.

    Het lijk, dan wel het omhulsel of de asbus/urn, moet zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk, waaruit de identiteit van de overledene kan worden afgeleid.

  • 2.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten, indien zij hun wens daartoe aan de beheerder kenbaar hebben gemaakt. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 12 Over te leggen stukken

  • 1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overlegd aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder worden overlegd ondertekend door de rechthebbende of indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3. Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke c.q. gemeentelijke minimum grafrusttermijn af loopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de in artikel 28 genoemde grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende, of indien deze is overleden door een van de andere personen bedoeld in artikel 20, tweede lid.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren;

  • 5. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overlegde stukken.

Artikel 13 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: van maandag tot en met zaterdag van 10.00 tot 16.00 uur.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen toestemming verlenen tot het afwijken van de in lid 1 genoemde tijden.

Hoofdstuk V Indeling en uitgifte van graven

Artikel 14 Indeling graven, uitgifte duur en asbezorging

  • 1. Op de begraafplaatsen kunnen voorzover de voorzieningen daar aanwezig zijn worden uitgeven:

    • a.

      eigen graven en eigen urnengraven, voor de termijn van 20 jaar;

    • b.

      eigen kindergraven, voor de termijn van 20 jaar;

    • c.

      eigen urnenkeldertjes, voor de termijn van 20 jaar;

    • d.

      eigen gedenkplaatsen voor de termijn van 20 jaar.

  • 2. In een algemeen graf worden lijken begraven gehouden voor de termijn van 20 jaar.

Artikel 15 Aantal overledenen in algemene graven

  • 1. Het aantal te begraven lijken in algemene graven is:

    • a.

      voor de graven 1 tot en met 169 op de begraafplaats Marken, 3;

    • b.

      voor alle andere algemene graven op de gemeentelijke begraafplaatsen, 2.

  • 2. In of op een algemeen urnengraf worden ten hoogste twee asbussen met of zonder urnen bijgezet of geplaatst gehouden.

Artikel 16 Aantal overledenen in eigen graven

  • 1. Een eigen graf wordt uitgegeven voor het begraven van ten hoogste 2 lijken.

  • 2. In of op een eigen urnengraf mogen ten hoogste twee asbussen met of zonder urnen worden geplaatst, dan wel de as van twee lijken worden verstrooid.

  • 3. In of op een eigen urnenkeldertje mogen ten hoogste twee asbussen met of zonder urnen bijgezet of geplaatst gehouden.

  • 4. Op schriftelijk verzoek van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders om humanitaire redenen toestemming verlenen om van het gestelde in de leden 1, 2 en 3 af te wijken in die zin dat:

    • a.

      in een eigen graf, naast het maximum aantal begravingen, ten hoogste twee asbussen met of zonder urnen bijgezet of geplaatst worden gehouden, dan wel de as van maximaal twee lijken worden verstrooid;

    • b.

      in of op een eigen urnengraf, naast het maximum aantal bijzettingen of plaatsingen ten hoogste 1 asbus met of zonder urn bijgezet of geplaatst wordt gehouden, dan wel de as van maximaal 1 lijk wordt verstrooid;

    • c.

      in of op een eigen urnenkeldertje, naast het maximum aantal bijzettingen of plaatsingen ten hoogste 1 asbus met of zonder urn bijgezet of geplaatst wordt gehouden.

Artikel 17 Volgorde van uitgifte

De graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

Burgemeester en wethouders kunnen een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, op grond van humanitaire redenen en indien dit wegens de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.

Artikel 18 Termijnen eigen graven

  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag voor de tijd van 20 jaar het (uitsluitend) recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het graf is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 10 jaren, mits het verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3. Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het tijdstip, waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als begraafplaats zal zijn onttrokken.

  • 4. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 20, lid 1. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 19 Grafkelder

Burgemeester en wethouders kunnen aan rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 20 Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een eigen graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde persoon is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan met toestemming van de erven binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende het schriftelijk verzoek tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 21 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 22 Sluiting graven

  • 1. Op aanvraag van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatsvinden of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid, dan die van de stoffelijke overschotten van personen, die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

Hoofdstuk VI Grafbedekking

Artikel 23 Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking, of het plaatsen van een gedenkplaatje, is een schriftelijk vergunning nodig van burgemeester en wethouders;

  • 2.

    Het plaatsen van grafbedekking anders dan de gebruikelijk nummeraanduiding is op de algemene graven op de begraafplaats Marken uit het oogpunt van plaatselijke traditie niet toegestaan;

  • 3.

    De aanvraag moet schriftelijk worden gedaan vergezeld van een tekening van het te plaatsen voorwerp met de betreffende maten en het gewicht van de afzonderlijke losse onderdelen;

  • 4.

    De grafbedekking mag maximaal de volgende maten hebben:

begraafplaats

soort graf

lengte

breedte

hoogte

Monnickendam, Kloosterstraat

eigen graf

190

90

150

algemeen graf

90

90

150

kindergraf

150

70

120

urnengraf

40

40

60

Monnickendam, Kloosterdijk

eigen graf

200

100

150

algemeen graf

100

100

150

kindergraf

150

70

120

urnengraf

40

40

60

urnenkelder

80

80

100

Broek in Waterland (oude gedeelte),

eigen graf

200

90

150

Ilpendam (oude gedeelte),

algemeen graf

100

90

150

Watergang,

kindergraf

150

70

120

Zuiderwoude en Uitdam

urnengraf

40

40

60

Broek in Waterland (nieuwe gedeelte),

eigen graf

200

100

150

Ilpendam (nieuwe gedeelte)

algemeen graf

100

100

150

kinder graf

150

70

120

urnengraf

40

40

60

Marken

eigen graf

200

100

150

kindergraf

150

70

120

urnengraf

50

50

80

  • 5.

    Het gewicht van het gedenkteken in zijn geheel, of als dit uit afzonderlijk te plaatsen en te verwijderen onderdelen bestaat, per onderdeel, mag niet zwaarder zijn dan 125 kilogram;

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de bepalingen als genoemd in lid 4 en 5;

  • 7.

    De standaard maten van een gedenkplaatje op het daartoe bestemde monument bij een verstrooiingsplaats is 22 cm lengte bij 10 cm breedte bij 2 cm dikte;

  • 8.

    Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;

  • 9.

    De grafbedekking wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht. Schade als gevolg van vandalisme, vorst, wateroverlast en andere van buiten komende oorzaken, ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van de grafbedekking ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden , is voor risico en rekening van rechthebbende.

Artikel 24 Grafbeplantingen

  • 1. Beplanting mogen de hoogte van 125 cm en de oppervlakte van het graf niet overschrijden. Het planten van bomen is niet toegestaan, vanwege de complexe wortelstructuur.

  • 2. Beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

Artikel 25 Verwijderen grafbedekking

  • 1. De graf bedekking kan, ingeval sprake is van een algemeen graf, na het verstrijken van de grafrustperiode en ingeval sprake is van een eigen graf, na het verstrijken van het uitsluitend recht, door burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijderen van de grafbedekking wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.

  • 3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende schriftelijk aanvraag blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende 12 weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 21 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn. De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    • a.

      geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend, is verstreken.

    • b.

      de grafbedekking niet binnen 12 weken, nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 26 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1.

    Onder rechthebbende wordt in dit artikel ook verstaan degene die koos voor gebruik van een algemeen graf en waarop een grafbedekking is aangebracht.

  • 2.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3.

    Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen.

    Het verwijderde blijft gedurende 12 weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het betreffende graf als het adres van de rechthebbende niet bekend is.

Artikel 27 Onderhoud door de gemeente

  • 1. Burgemeester en wethouders voorzien in:

    • a.

      het algemeen onderhoud van de begraafplaats;

    • b.

      het rechtzetten van gedenktekens en het aanvullen met zand na verzakking van het graf;

    • c.

      het onderhoud van het graf waarop geen grafbedekking is aangebracht.

  • 2. Voor eventueel uit deze werkzaamheden voortvloeiende schade is de gemeente niet aansprakelijk.

Hoofdstuk VII Ruiming van graven en urnengraven

Artikel 28 Grafrust

De grafrustperiode bedraagt 20 jaar.

Artikel 29 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van burgemeester en wethouders om een eigen graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar, voorafgaande aan het tijdstip, waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbende gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf bij hen bekend is. In dat geval delen zij mee wanneer de termijn van uitgifte verstrijkt. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maken zij uiterlijk 1 jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.

  • 2. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een daartoe bestemd, gedeelte van de begraafplaats.

  • 3. Nabestaanden van een overledene welke begraven is. in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn de beheerder schriftelijk verzoeken de overblijfselen , indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.

    Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen de beheerder schriftelijk verzoeken om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooing elders

  • 4. De rechthebbende op een eigen graf, kan de beheerder schriftelijk verzoeken om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven.

    De rechthebbende op een eigen urnengraf kan de beheerder schriftelijk verzoeken deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te (doen) verstrooien.

Hoofdstuk VIII Instandhouding historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 30 Lijst historische graven

  • 1. Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de in het eerste lid bedoelde lijst te worden bijgeschreven.

  • 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk IV Klachten

Artikel 31 Indiening, behandeling en beslissing

  • 1. Ingezetenen en in de gemeente een belanghebbende, natuurlijke en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na ontvangst van de klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

Hoofdstuk X Slotbepalingen

Artikel 32 Overgangsbepaling

De rechten en plichten met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 34 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 33 Strafbepaling

  • 1. Hij die handelt in strijd met de artikelen 7 en 8 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Overtredingen van artikel 7 en 8 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechtelijke uitspraak.

Artikel 34 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2001.

  • 2. Met ingang van de in lid 1 genoemde datum vervalt de "Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Waterland 1993"

Artikel 35 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Waterland 2001".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland, gehouden op 12 april 2001
De raad voornoemd,
De secretaris, de voorzitter