Regeling vervallen per 15-01-2009

Beleidsregels inzake aanwijzing belastingplichtigen 2004 waterschap Aa en Maas

Geldend van 15-01-2009 t/m 14-01-2009

Intitulé

Beleidsregels inzake aanwijzing belastingplichtigen 2004 waterschap Aa en Maas

Onderwerp 

Aanwijzing belastingplichtige bij gelijkwaardige beperkte rechten ten aanzien van één onroerende zaak (omslagen) dan wel bij meerdere gebruikers van een woon- of bedrijfsruimte (verontreinigingsheffing).

Belasting: 

Waterschapsomslagen: gebouwd, ongebouwd en de ingezetenenomslag; verontreinigingsheffing .

Doel: 

Bevorderen rechtszekerheid belastingplichtigen

Wettelijke grondslag: 

Waterschapswet art. 118; Wet verontreiniging oppervlaktewateren art. 18.

Vastgesteld door: 

De ambtenaar belast met de heffing

Inwerkingtreding: 

01-01-2004

Beleidsregels aanwijzing belastingplichtigen

Waterschapsomslagen gebouwd en ongebouwd

  • Indien er met betrekking tot de waterschapsomslagen krachtens artikel 16 van de Verordening op de waterschapsomslagen waterschap Aa en Maas 2004, meerdere potentiële belastingplichtigen zijn aan wie de aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in de hierna volgende volgorde opgelegd ten name van:

  • 1. Ter zake van genot krachtens ongelijke aandelen in eigendom, bezit of beperkt recht van onroerende zaken; degene die het grootste aandeel heeft;

  • 2. Ter zake van genot krachtens gelijke aandelen in eigendom, bezit of beperkt recht van onroerende zaken:

    a.    degene die met betrekking tot het voorgaande belastingjaar de aanslag omslag heeft gekregen;

    b.    degene die tevens het gebruik heeft van de onroerende zaak en/of het meeste genot heeft van de onroerende zaak

    c.    een rechtspersoon boven een natuurlijk persoon;

    d.    een man boven een vrouw;

    e.    de oudste man waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige

           aanwijst;

    f.     de oudste vrouw waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige 

           aanwijst;

  • 3. Tenzij bij de afdeling fiscale zaken bekend is dat een ander dan de uit de onderdelen 1 of 2 voortvloeiende belastingplichtige de desbetreffende aanslag op diens naam wil hebben, althans voorzover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden verhaald dan wel ingevorderd

Verontreinigingsheffing

  • Indien met betrekking tot de aanslag verontreinigingsheffing krachtens artikel artikel 3, tweede lid van de Verordening verontreinigingsheffing waterschap Aa en Maas 2004 er meerdere potentiële belastingplichtigen zijn aan wie een aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in de hierna volgende volgorde opgelegd ten name van:

  • 1. Indien de heffing wordt geïnd door een nutsbedrijf: Degene op wiens naam bij de aanvang van het belastingjaar de nota’s van het nutsbedrijf zijn gesteld;

  • 2. Indien de verontreiniging wordt geïnd door het waterschap;

    a.    degene op wiens naam bij de aanvang van het belastingjaar de nota’s van het nutsbedrijf zijn gesteld;

    b.    degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

           dan wel de Kamer van Koophandel is vermeld;

    c.    een rechtspersoon boven een natuurlijk persoon;

    d.    een man boven een vrouw;

    e.    de oudste man waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige

           aanwijst;

    f.     de oudste vrouw waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige

           aanwijst;

  • 3. Tenzij bij de afdeling fiscale zaken bekend is dat een ander dan de uit de onderdelen 1 of 2 voortvloeiende belastingplichtige de desbetreffende aanslag op diens naam wil hebben, althans voorzover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden verhaald dan wel ingevorderd;

Ingezetenenomslag

  • Indien er met betrekking tot de ingezetenenomslag krachtens artikel 13 van de Verordening op de waterschapsomslagen waterschap Aa en Maas 2004, meerdere potentiële belastingplichtigen zijn aan wie een aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in de hierna volgende volgorde opgelegd ten name van:

  • 1. Indien de ingezetenenomslag wordt geïnd door een nutsbedrijf: degene op wiens naam bij de aanvang van het belastingjaar de nota’s van het nutsbedrijf zijn gesteld;

  • 2. Indien de ingezetenenomslag wordt geïnd door het waterschap;

    a.    degene op wiens naam bij de aanvang van het belastingjaar de nota’s van het nutsbedrijf zijn gesteld;

    b.    degene die bij het begin van het belastingjaar in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is vermeld;

    c.    een man boven een vrouw;

    d.    de oudste man waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige

           aanwijst;

    e.    de oudste vrouw waarbij, indien leeftijden niet bekend zijn, de ambtenaar belast met de heffing de belastingplichtige

           aanwijst;

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, werken terug tot 1 januari 2004 en hebben betrekking op belastingaanslagen die worden opgelegd ter zake van belastbare feiten die zich met ingang van het jaar 2004 voordoen.

  • 2. De beleidsregels, vastgesteld bij besluit van de ambtenaar belast met de heffing van Waterschap De Aa van 7 december 2001 en vastgesteld bij besluit van het hoofd fiscale zaken van Waterschap De Maaskant van 28 december 1998 blijven na intrekking van toepassing op belastingaanslagen ter zake van belastbare feiten die zich vóór de aanvang van het jaar 2004 hebben voorgedaan.

  • 3. Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregels aanwijzing belastingplichtigen 2004 waterschap Aa en Maas.

  • Aldus vastgesteld door de ambtenaar belast met de heffing bij besluit van 7 januari 2004,

  • ’s-Hertogenbosch, 7 januari 2004

  • Het hoofd Fiscale zaken,

  • Mr. J.E.H. van der Voordt