Regeling vervallen per 15-01-2009

Beleidsregels inzake de behandeling van bezwaarschriften waterschap Aa en Maas

Geldend van 15-01-2009 t/m 14-01-2009

Intitulé

Beleidsregels inzake de behandeling van bezwaarschriften waterschap Aa en Maas

Onderwerp 

Behandeling van bezwaarschriften

Belasting: 

Verontreinigingsheffing en waterschapsomslagen

Doel: 

Bevorderen rechtszekerheid belastingplichtigen

Wettelijke grondslag: 

Algemene wet bestuursrecht 6:2 e.v. in verbinding met artikel 22j e.v. Algemene wet inzake rijksbelastingen

Vastgesteld door: 

De ambtenaar belast met de heffing

Inwerkingtreding: 

01-01-2004

Beleidsregels

Het horen

Het horen kan een essentieel onderdeel vormen van de bezwaarschriftprocedure. In het fiscale recht bestaat in tegenstelling tot het algemene bestuursrecht geen hoorplicht in bezwaarprocedures. De mogelijkheid om te worden gehoord is ook in het fiscale recht niet uitgesloten  De belastingplichtige dient hierom dan echter wel een verzoek in te dienen. Dit verzoek kan zowel schriftelijk als mondeling geschieden. Het hoofd Fiscale Zaken hoort belastingplichtige in beginsel op kantoor.

Telefonisch horen is in de bezwaarfase geen horen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Het is echter mogelijk, voordat een uitnodiging om te worden gehoord wordt verzonden, telefonisch contact op te nemen met de indiener van het bezwaarschrift om een en ander te vragen en verduidelijkt te krijgen. Belastingplichtige kan dan laten weten aan het horen geen behoefte (meer) te hebben, bijvoorbeeld omdat onduidelijkheden en/of misverstanden tijdens dat gesprek zijn weggenomen of duidelijk is geworden dat volledig aan het bezwaar wordt tegemoet gekomen .

Alleen wanneer belastingplichtige uitdrukkelijk verklaart geen bezwaar te hebben tegen telefonisch horen, mag telefonisch worden gehoord.

Stukken ter inzage

De belastingplichtige krijgt, indien nodig, tenminste een week voordat hij wordt gehoord, de gelegenheid de stukken in te zien die betrekking hebben op de zaak.

Het betreft alleen die stukken die gelet op de wettelijke geheimhoudings- en openbaarheidsbepalingen kunnen worden verstrekt. Bij de oproep voor het horen wordt vermeld waar en wanneer deze stukken ter inzage liggen. Belastingplichtige kan tegen vergoeding afschriften verkrijgen.

Horen door een ander dan de behandelend ambtenaar

Het horen van de belastingplichtige vindt mede plaats door een ambtenaar die niet bij de totstandkoming van de beschikking betrokken is geweest.

Op verzoek van belanghebbende mag worden gehoord door de oorspronkelijke besluitnemer en kunnen door hem meegebrachte getuigen en deskundigen worden gehoord.

Verslag van het horen

De ambtenaar die belastingplichtige heeft gehoord, maakt van het horen een verslag. Het verslag bevat een weergave van de besproken onderwerpen en de standpunten van het hoofd Fiscale Zaken en belastingplichtige.

Het verslag wordt toegezonden aan belastingplichtige c.q. zijn gemachtigde.

Een kopie wordt in het dossier bewaard. Als belastingplichtige het niet eens is met de inhoud van het verslag, kan hij de ambtenaar hierover informeren. De ambtenaar maakt hiervan schriftelijk melding.

Nieuwe feiten of omstandigheden na het horen

Wanneer na het horen het hoofd Fiscale Zaken feiten of omstandigheden bekend worden die voor de op het bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, deelt hij dit aan belastingplichtige mee en stelt hij belastingplichtige binnen een redelijke termijn in de gelegenheid daarover te worden gehoord. Hierbij gelden dezelfde regels als bij de eerste keer dat belastingplichtige werd gehoord.

Uitspraak op bezwaar; termijnen

Voor de afdoening van bezwaarschriften geldt, in afwijking van artikel 7:10 Algemene wet bestuursrecht, dat het hoofd Fiscale Zaken binnen drie maanden na ontvangst van het bezwaarschrift uitspraak doet. Voldoet het bezwaarschrift niet aan de minimumeisen dan stelt het hoofd Fiscale Zaken belanghebbende in de gelegenheid het bezwaarschrift binnen een redelijke termijn aan te vullen. De termijn die belanghebbende nodig heeft om het bezwaarschrift aan te vullen dan wel ongebruikt laat verstrijken, schort de beslistermijn voor het hoofd Fiscale Zaken op. Kan het hoofd Fiscale Zaken niet binnen drie maanden (of binnen drie maanden verlengd met de periode gedurende welke de beslistermijn is opgeschort) op het bezwaarschrift beslissen dan kan hij de beslistermijn met ten hoogste drie maanden verlengen.

Hij doet hiervan schriftelijk mededeling aan belanghebbende.

In overleg met belanghebbende is verder uitstel mogelijk.

De Algemene wet inzake rijksbelastingen (artikel 25) geeft het hoofd Fiscale Zaken formeel een beslistermijn van een jaar met de mogelijkheid deze termijn met maximaal één jaar te verlengen. Van deze mogelijkheid maakt de Afdeling Fiscale Zaken alleen in uitzonderingsgevallen gebruik. Hierbij kan worden gedacht aan massaal ingediende bezwaarschriften waarover de Afdeling Fiscale Zaken nog geen definitief standpunt heeft ingenomen of indien belanghebbende weigert mee te werken aan een voortvarende afhandeling van zijn bezwaarschrift.

Omdat de beslistermijn voor bezwaarschriften formeel is bepaald op één jaar kan belanghebbende geen beroep instellen wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift als het hoofd Fiscale Zaken de termijn van drie maanden niet realiseert.

Inhoud beschikking; motivering en beroepsmogelijkheid

De beschikking moet berusten op een deugdelijke motivering. Deze motivering wordt bij de bekendmaking van de beslissing vermeld. Als belastingplichtige op grond van een hiervoor vermelde reden niet is gehoord, wordt in de motivering tevens aangegeven op welke grond dat is geschied.

Indien de mogelijkheid openstaat tegen de beschikking beroep in te stellen, wordt aangegeven voor wie, binnen welke termijn en bij welk orgaan de mogelijkheid van beroep openstaat.

Het hoofd Fiscale Zaken beslist te laat op het bezwaarschrift (fictieve weigering)

Als het hoofd Fiscale Zaken te laat op het bezwaarschrift beslist, kan de belastingplichtige na afloop van de daarvoor geldende beslistermijn beroep instellen. Het indienen van het beroepschrift is in deze gevallen niet aan een termijn gebonden. Wel kan de rechter het beroep niet ontvankelijk verklaren indien het onredelijk laat is ingediend. Het hoofd Fiscale Zaken beslist in beginsel altijd op het bezwaarschrift. Voor ambtshalve besluiten waarvoor in de wet is vastgesteld dat zij binnen een bepaalde termijn moeten worden genomen, zal na afloop van die termijn sprake zijn van het niet tijdig nemen van een besluit.

Schending van vormvoorschriften

Het hoofd Fiscale Zaken kan in geval van een bezwaarschrift gericht tegen een beschikking waarbij sprake is van een schending van een vormvoorschrift, de beschikking in stand laten als blijkt dat belastingplichtige hierdoor niet is benadeeld.

Onder schending van een vormvoorschrift wordt verstaan een schending van een voorschrift dat geen eisen stelt aan de materiële eisen van een besluit, maar ziet op de procedure van de totstandkoming of de wijze waarop het besluit moet worden genomen of vastgelegd. Hiervan kan sprake zijn indien een besluit onvoldoende is gemotiveerd.

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, werken terug tot 1 januari 2004 en hebben betrekking op bezwaarschriften tegen belastingaanslagen die worden opgelegd ter zake van belastbare feiten die zich met ingang van het jaar 2004 voordoen.

  • 2. De beleidsregels, vastgesteld bij besluit van het hoofd fiscale zaken van Waterschap De Maaskant van 28 december 1998 blijven na intrekking van toepassing op bezwaarschriften tegen belastingaanslagen ter zake van belastbare feiten die zich vóór de aanvang van het jaar 2004 hebben voorgedaan.

  • 3. Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregels inzake de behandeling van bezwaarschriften waterschap Aa en Maas.

  • Aldus vastgesteld door de ambtenaar belast met de heffing bij besluit van 7 januari 2004,

  • ’s-Hertogenbosch, 7 januari 2004

  • Het hoofd Fiscale zaken,

  • Mr. J.E.H. van der Voordt