Regeling vervallen per 31-12-2016

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van waterschapsbelastingen

Geldend van 29-12-2008 t/m 30-12-2016

Intitulé

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van waterschapsbelastingen

DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT

(AH 08/06)

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van waterschapsbelastingen.  

Overwegende dat het gewenst is beleid vast te stellen inzake het ambtshalve verminderen van belastingaanslagen;

 

Gelet op artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de artikelen 123 lid 2 en 3 onder­deel b en 134 van de Water­schapswet,

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen de volgende Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van waterschapsbelastingen;

Artikel 1 Reikwijdte en definities

  • 1. Deze beleidsregels gelden bij de heffing van waterschapsbelastingen als bedoeld in artikel 113 van de Waterschapswet.

  • 2. In afwijking in zoverre van het voorgaande artikellid, zijn deze beleidsregels niet van toepassing op belastingaanslagen in de watersysteemheffing gebouwd waaraan een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, lid 1, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van toepassing is.

  • 3. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      ambtshalve vermindering: de vermindering van een onjuiste belastingaanslag of beschikking op de voet van artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen alsmede het verlenen van een in de belastingverordening voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belasting als bedoeld in artikel 134 van de Waterschapswet;

    • b.

      de belanghebbende: de belastingplichtige of degene die de belasting als hoofdelijk mede–aansprakelijke heeft betaald;

    • c.

      de vijfjaarstermijn: een termijn van vijf kalenderjaren na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan;

    • d.

      de belastingaanslag: de voorlopige aanslag, de aanslag, de navorderingsaanslag en de naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, alsmede het voorlopig gevorderde, het gevorderde en het nagevorderde bedrag als bedoeld in artikel 125a, lid 2, onder a, van de Waterschapswet;

    • e.

      het bedrag van de vermindering: het bedrag waarmee de belastingaanslag ingevolge artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 134 van de Waterschapswet wordt verminderd, dan wel het bedrag waarvoor ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belasting wordt verleend. Indien bij het vaststellen van de aanslag een boete als bedoeld in hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is opgelegd, wordt het terug te geven bedrag met (het eventueel daaraan toe te rekenen gedeelte van) deze boete verhoogd;

    • f.

      de ambtenaar belast met de heffing: de ambtenaar van het waterschap bedoeld in artikel 123, lid 3, onder b, van de Waterschapswet;

    • g.

      de belastingwet: algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels op het gebied van waterschapsbelastingen.

Artikel 2 Ambtshalve vermindering

  • 1. Indien bij de afhandeling van een te laat ingediend bezwaarschrift of een bezwaarschrift dat om andere redenen van formele aard niet–ontvankelijk wordt verklaard, blijkt dat een belastingaanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld, wordt deze door de ambtenaar belast met de heffing ambtshalve verminderd, tenzij sprake is van de gevallen als bedoeld in artikel 3.

  • 2. Indien een aanvraag, betrekking hebbend op een in de belastingverordening voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling niet tijdig wordt gedaan, wordt deze vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling door de ambtenaar belast met de heffing ambtshalve verleend, tenzij sprake is van de gevallen als bedoeld in artikel 3.

Artikel 3 Geen ambtshalve vermindering

  • 1. Indien ten tijde van het ontvangen van het bezwaarschrift of de aanvraag, de vijfjaarstermijn is verstreken vindt geen ambtshalve vermindering plaats.

  • 2. Een arrest van de Hoge Raad, een uitspraak van een Gerechtshof of van de rechtbank, waarin een toepassing van de belastingwet ligt besloten die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot ambtshalve vermindering indien de belastingaanslag onherroepelijk is komen vast te staan vóór de dag waarop het arrest van de Hoge Raad is gewezen dan wel de uitspraak van het Gerechtshof of de rechtbank is gedaan, tenzij het dagelijks bestuur op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.

  • 3. Hetgeen in lid 2 is bepaald, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en andere supranationale colleges.

  • 4. Wijziging in het oordeel van het algemeen of dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht over de wetstoepassing of het tot stand komen van nieuw beleid geeft geen aanleiding tot het ambtshalve verlenen van vermindering.

Artikel 4 Erfgenamen

Wanneer de belanghebbende is overleden treden zijn erfgenamen voor de toepassing van dit besluit in zijn plaats.

Artikel 5 Mededeling van toekenning en afwijzing

Zowel in het geval waarin ambtshalve vermindering wordt toegekend als in het geval waarin daartoe geen redenen aanwezig zijn, wordt belanghebbende daarvan gemotiveerd mededeling gedaan. De mededeling wordt gedaan in de uitspraak op het bezwaarschrift dan wel in de beschikking waarbij op de aanvraag wordt beslist.

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit kan worden aangehaald als het besluit ambtshalve verminderingen van waterschapsbelastingen Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht.

  • 2. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en hebben betrekking op belastingaanslagen die op en na 1 januari 2009 zijn of worden opgelegd, met dien verstande dat zij slechts van toepassing zijn op de belastingjaren 2009 en volgende.

  • 3. Met betrekking tot de belastingaanslagen die voor 1 januari 2009 zijn opgelegd, alsmede de belastingaanslagen die betrekking hebben op de belastingjaren vóór 1 januari 2009 en na deze datum worden opgelegd, hanteert het hoogheemraadschap het voor inwerkingtreding van deze regeling gehanteerde beleid.

Ondertekening

Amsterdam, 10 december 2008
De ambtenaar belast met de heffing,
G.M. Hagenbeek.