Regeling vervallen per 16-06-2021

Legger bergingsgebieden Zundert Locatie De Drenk

Geldend van 23-12-2010 t/m 15-06-2021

Intitulé

Legger bergingsgebieden Zundert Locatie De Drenk

1 Inleiding

Aanleiding en doel van een legger voor bergingsgebieden

Waterberging is één van de maatregelen om wateroverlast tegen te gaan. Door ruimte beschikbaar te stellen voor tijdelijke opvang van water, wordt wateroverlast elders voorkomen. Het ruimte geven aan water kan op verschillende manieren. Eén manier is het vergroten van de bergingscapaciteit (inhoud) van oppervlaktewaterlichamen, bijvoorbeeld door het verbreden van waterlopen in polders of de aanleg van flauwe oevers. Een andere manier is door het maken van een bufferende voorziening, de afstroom van hemelwater vanaf verhard oppervlak naar een oppervlaktewaterlichaam af te remmen (retentie). Dit zijn beide maatregelen ín het watersysteem.

Tegenover maatregelen in het watersysteem, staan maatregelen buiten het watersysteem om water meer ruimte te geven bij piekafvoeren. Dit zijn maatregelen waarbij gebieden buiten het oppervlaktewaterlichaam aan worden gewezen, die incidenteel tijdelijk onder mogen stromen: het aanwijzen van bergingsgebieden zoals bedoeld in de Waterwet.

Deze legger gaat specifiek om een bergingsgebied zoals bedoeld in de Waterwet, niet om een verruiming van de bergingscapaciteit van een oppervlaktewaterlichaam. Die maatregelen komen terug in de legger voor oppervlaktewaterlichamen.

Totstandkoming van bergingsgebieden

Om tot bergingslocaties te komen, gaat een heel proces van onderzoek, overleg en planvorming aan de aanwijzing vooraf. Uiteindelijk worden bergingsgebieden conform de vereisten van de Waterwet juridisch vastgelegd in de legger van het waterschap en bestemd conform de Wet ruimtelijke ordening. De legger is daarmee het sluitstuk van de waterstaatskundige besluitvorming rond een bergingsgebied.

Doel van de legger

De legger legt de technische eisen vast waaraan een waterstaatswerk (in dit geval een bergingsgebied) moet voldoen om naar behoren te functioneren. Daarnaast legt een legger onderhoudsverplichtingen en onderhoudsplichtigen vast. De legger is daarmee niet alleen van belang voor de vereiste duldplicht voor waterberging conform de Waterwet, maar ook voor het dagelijks beheer van het bergingsgebied, het toepassen en handhaven van de keur en de vergunningverlening. In aanvulling op de Waterwet biedt de keur immers bescherming van aangewezen bergingsgebieden tegen ingrepen die de goede werking van een waterberging belemmeren.

Afbakening van deze legger ten opzichte van andere leggers

Deze legger heeft alleen betrekking op de waterhuishoudkundige werking van het bergingsgebied De Drenk te Zundert. Eventuele sloten, leggerwaterlopen en de daarbij behorende waterbeheersingskunstwerken zoals bv. duikers of stuwen zijn niet opgenomen in deze legger, maar staan in een aparte legger voor oppervlaktewaterlichamen. Dit zijn immers zaken die tot het oppervlaktewaterlichaam behoren, terwijl een bergingsgebied weliswaar een waterstaatswerk is, maar geen onderdeel is van een oppervlaktewaterlichaam. Hetzelfde geldt voor waterkeringen en kaden. Alleen die kaden die horen bij de werking van het bergingsgebied en geen andere functie hebben, zijn in de legger voor het bergingsgebied opgenomen. Op de leggerkaarten kunnen oppervlaktewaterlichamen en keringen uit andere leggers wel weergegeven zijn. Dat is dan alleen ter informatie om de relatie met de aparte legger voor oppervlaktewaterlichamen of waterkeringen aan te duiden. Dit onderscheid is op de kaarten aangegeven.

Wettelijke basis van de legger

In artikel 5.1 van de Waterwet is bepaald dat het waterschap zorg draagt voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen. De Waterwet vermeldt de basisgegevens die van de legger deel uitmaken. De ligging van de waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones en de profielen van vrije ruimte worden aangegeven op overzichtskaarten.

In de Waterwet is verder bepaald dat bij provinciale verordening voor leggers nadere voorschriften kunnen worden gegeven. Dat is gebeurd in de Verordening Water Noord-Brabant. Tevens bepaalt de Waterwet in artikel 5.1 dat bij provinciale verordening vrijstelling verleend kan worden aanzien van het in de legger vermelden van vorm, afmeting, constructie en de ligging van waterstaatswerken. Op basis van Verordening Water Noord-Brabant zijn de minst belangrijke delen van de oppervlaktewaterlichamen (bijv. greppels en oppervlaktewaterlichamen langs wegen die dienen voor de afwatering van die weg) vrijgesteld van opname in de legger. De Verordening Water bepaalt verder dat van de vrij meanderende wateren kan worden volstaan met het enkel aangeven van de ligging, door middel van een zone waarbinnen de waterloop zich feitelijk kan bevinden.

De legger op grond van de Waterwet moet worden onderscheiden van de onderhoudslegger als bedoeld in artikel 78 van de Waterschapswet. In deze Waterschapswetlegger worden de onderhoudsplichtigen of onderhoudsverplichtingen aangewezen. Waterschap Brabantse Delta combineert beide leggers in één document.

Relatie tussen de legger en de keur

De keur stelt regels over waterstaatswerken, beschermingszones, profielen van vrije ruimte en grondwaterlichamen. Volgens de begripsbepalingen van zowel artikel 1.1 Waterwet als artikel 1.1 keur gaat het om oppervlaktewaterlichamen, bergingsgebieden, waterkeringen, ondersteunende kunstwerken en bijbehorende onderhoudsstroken en om beschermingzones, profielen van vrije ruimte die als zodanig in de legger zijn aangegeven en grondwaterlichamen. De legger is zodoende van belang voor de reikwijdte van de verbods- en beheerbepalingen van de Keur.

2 Toepassingsbereik

Deze legger is alleen van toepassing op de bergingsgebied De Drenk bij Zundert die op het onderstaande overzichtskaart globaal is aangegeven. De exacte ligging, begrenzingen, bijbehorende kunstwerken en dergelijke zijn weergegeven op de bij deze legger behorende leggerkaarten en de bijhorende leggertabellen.

afbeelding binnen de regeling

Deze legger heeft betrekking op een nieuw aangelegd bergingsgebied. Bij het vaststellen van deze legger is geen eerdere legger komen te vervallen. De (voor dit gebied) bestaande legger oppervlaktewaterlichamen blijft ongewijzigd van kracht.

3 Toelichting bij de leggeronderdelen

De legger bestaat naast dit leggerboek uit nog drie onderdelen:

  • Een kadastrale kaart: deze geeft de exacte ligging van het bergingsgebied weer inclusief de ligging van zoneringen/beschermingszone van de aanwezige keringen. Dit is een los bijgevoegde kaart.

  • Een waterstaatskundige tekening: deze geeft de waterhuishoudkundige situatie van het bergingsgebied weer, inclusief de bij het bergingsgebied horende kunstwerken. Op deze tekening is tevens opgenomen een aanduiding van de maaiveldhoogten in de vorm van dwarsprofielen. Dit is een los bijgevoegde tekening.

  • Luchtfoto (bijlage II): een luchtfoto geeft een beeld van hoe het bergingsgebied er fysiek uitziet, welke gebruiksvormen in het gebied aanwezig zijn en welke bouwwerken er aanwezig zijn.

In dit hoofdstuk wordt slechts kort toegelicht welke informatie de legger bevat en hoe die informatie geraadpleegd kan worden.

3.1 Ondersteunende kunstwerken

In deze waterberging bevinden zich geen ondersteunende kunstwerken die in deze legger opgenomen dienen te worden.

3.2 Kaden

In een legger worden ook de kaden opgenomen die van belang zijn voor het waterstaatkundig functioneren van het gebied als waterberging en waarop de keur van het waterschap van toepassing is. Op grond van de Waterwet worden in een legger de ligging, afmetingen, vorm en constructie van keringen vastgelegd. Daarbij geldt tevens dat de zoneringen van keringen zoals kaden moeten worden vastgelegd in een legger. Voor de keringen die bij dit bergingsgebied horen om het naar behoren te laten functioneren, gebeurd het vastleggen ervan in deze legger. Voor overige keringen geldt dat deze niet in deze legger worden opgenomen. Zij kunnen hooguit ter informatie op de leggerkaarten (gedeeltelijk) zijn weergegeven om de relatie met die legger te duiden.

Bergingsgebied De Drenk Sprundelsebaan bevat een aantal grondlichamen die op het oog als kade lijken te functioneren. Deze grondlichamen die van waterhuishoudkundig belang zijn, zijn de grondlichamen die deels rondom het bergingsgebied liggen. Het grondlichaam tussen het bergingsgebied en de reeds aanwezige leggerwaterloop Turfvaart heeft een belangrijke functie om het bergingsgebied te doen functioneren. Deze grondlichamen worden daarom aangemerkt als kade.

Hierbij wordt de breedte van de beschermingszone als 0 (nul) meter gedefinieerd.

Gelet op het bovenstaande is op de kadastrale kaart (de “Kaart kadastrale situatie Bergingsgebied de Drenk te Zundert”, met nummer BLE00002-01-017) niet alleen de ligging van het bergingsgebied zelf aangegeven, maar ook de ligging van de kaden en zoneringen.

3.3 Maaiveldhoogten

Voor de goede werking van het bergingsgebied en eventuele vergunningverlening is het noodzakelijk de maaiveldhoogten te kennen. Vandaar dat in deze legger de maaiveldhoogten zijn opgenomen. Deze zijn weergegeven in de vorm van dwarsprofielen op kaart “Waterstaatskundige tekening Bergingsgebied de Drenk te Zundert”, met nummer BLE00002-01-018.

3.4 Reeds aanwezige bouwwerken en niet-waterstaatskundige kunstwerken

In het bergingsgebied komen geen ondersteunende kunstwerken voor die niet relevant zijn voor de werking als bergingsgebied.

Daarnaast komen er geen bouwwerken voor in het bergingsgebied. Omdat het voor de toekomstige vergunningverlening relevant is dit vast te leggen in de legger, is een actuele luchtfoto opgenomen in de legger.

3.5 Onderhoudsplicht

De onderhoudsplicht van het bergingsgebied en de daarbij behorende ondersteunende kunstwerken die in deze legger zijn opgenomen, berust bij de stichting het Noord-Brabants Landschap

Voor de goede orde wordt vermeld dat de reeds bestaande waterlopen, keringen en bijbehorende ondersteunende kunstwerken die niet dienen voor de werking van het bergingsgebied als zodanig, op de kaarten bij deze legger slechts ter illustratie op de zijn weergegeven. Om welke waterlopen of keringen het gaat, is op de legenda van de kaarten aangegeven. Deze legger bevat daarom tevens geen bepalingen over onderhoudsplichten of technische vereisten, ten aanzien van die waterlopen, keringen of ondersteunende kunstwerken. Die onderhoudsplichten en/of technische vereisten staan in de desbetreffende legger van oppervlaktewaterlichamen of waterkeringen.

4 Voorschriften

Artikel 1 Hoofdelijke aansprakelijkheid

  • 1.

    Wanneer percelen met een beperkt recht zijn bezwaard, dan wel krachtens persoonlijk recht in gebruik zijn gegeven, rusten de in deze legger aan de eigenaar opgelegde verplichtingen van de keur ook op de beperkt gerechtigden en in geval er sprake is van een persoonlijk recht ook op de gebruikers.

  • 2.

    Voor de nakoming van de in de keur aan de eigenaar opgelegde verplichtingen is ieder van de genoemde gerechtigden alsmede de eigenaar hoofdelijk aansprakelijk.

Artikel 2 Ondersteunende kunstwerken

De onderhoudsplicht voor ondersteunende kunstwerken zoals bedoeld in de keur berust bij het waterschap, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.

Artikel 3 Onderhoudsplicht bergingsgebied

De onderhoudsplicht voor het bergingsgebied De Drenk zoals bedoeld in de keur in deze legger berust bij de stichting het Noord-Brabants Landschap, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.

Artikel 4 Onderhoudsplicht bouwwerken in bergingsgebied

De onderhoudsplicht zoals bedoeld in de keur voor waterstaatskundige voorzieningen aan bouwwerken in het bergingsgebied berust bij de eigenaar van het bouwwerk.

Artikel 5 Onderhoudsplicht kaden

  • 1.

    Het gewoon onderhoud zoals bedoeld in de keur berust bij de eigenaren van de kaden, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.

  • 2.

    Het buitengewoon onderhoud zoals bedoeld in de keur berust bij het waterschap, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.

Artikel 6 Beschermingszone en profiel van vrije ruimte kaden

1.De beschermingszone langs een kade of overloopkade bedraagt aan beide zijden 0 meter vanuit de waterkeringszone, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.

Bijlage I: Begrippenlijst

In deze legger worden de onderstaande begrippen gehanteerd (voor zover deze niet reeds in de Waterwet of de keur zijn gedefinieerd).

inlaatwerk

kunstwerk dat dient om gecontroleerd water in een gebied in te laten.

uitlaatwerk

kunstwerk dat dient om gecontroleerd water een gebied uit te laten.

kade

een als zodanig in een legger aangewezen overige waterkering of waterkerende hoogte.

keur

Keur waterschap Brabantse Delta.

legger bergingsgebieden

legger specifiek voor bergingsgebieden.

legger waterkeringen

legger specifiek voor waterkeringen.

legger oppervlaktewaterlichamen

legger specifiek voor oppervlaktewaterlichamen.

het waterschap:

het waterschap Brabantse Delta.

Bijlage II: Luchtfoto

afbeelding binnen de regeling