Beleidsregels inzake overtredingen Waterschapsverordening behorend bij project Sloten, oevers en dijken op orde

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels inzake overtredingen Waterschapsverordening behorend bij project Sloten, oevers en dijken op orde

Inleiding

1.Waterschapsverordening

Het waterschap is bevoegd om nadere regels te stellen aan activiteiten en handelingen die mogelijk een nadelig effect hebben op het watersysteem. Dit met als doel het voorkomen en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste. Hierover zijn regels in de waterschapsverordening vastgelegd met een aantal gebods- en verbodsbepalingen. De waterschapsverordening is een verordening van het waterschap vastgesteld door het algemeen bestuur en heeft betrekking op het waterkeringsbeheer en het waterkwantiteitsbeheer.

2.Project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’

Het dagelijks bestuur heeft besloten dat bepaalde overtredingen die plaatsvonden voor 1 januari 2013 beoordeeld moeten worden of voor deze overtredingen alsnog een vergunning kan worden verleend. Deze beoordeling vindt plaats in het kader van het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’.

De aanleiding voor het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ is gelegen in de herindeling van een aantal waterschappen en een aaneenschakeling van wijzigingen in wet- en regelgeving.

Het waterschap Brabantse Delta is in 2004 ontstaan na een fusie van het Hoogheemraadschap West-Brabant, Waterschap Het Scheldekwartier, Waterschap Land van Nassau, Waterschap Mark en Weerijs en Waterschap De Dongestroom. Het fuseren bracht verschillende waterschapsverordeningen samen in één nieuw waterschap, wat uiteindelijk heeft geleid tot één waterschapsverordening in 2005 voor het gehele waterschap. In 2009 is de waterschapsverordening gewijzigd vanwege de inwerkingtreding van de Waterwet. In de afgelopen jaren is de legger meerdere malen aangepast en is een nieuwe normering voor de regionale keringen vastgesteld.

Mede door de fusie en de aanpassing van wet- en regelgeving bleek in de praktijk dat in het beheergebied van het waterschap Brabantse Delta diverse situaties voorkwamen waar toepassing van de nieuwe wet- en regelgeving in conflict kwam met bestaande gelijkwaardige gevallen in de directe omgeving. Vooral de vergunningverleners en de toezichthouders werden veelvuldig met ‘oude’ bestaande situaties geconfronteerd, waar het waterschap een gelijkwaardige nieuwe situatie onder voorwaarden zou toestaan (vergunnen) of zou verbieden.

Om deze problematiek op te lossen, heeft het waterschap alle op 1 januari 2013 bestaande overtredingen geïnventariseerd. Deze peildatum vormt voor het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ een duidelijk moment tot wanneer ‘oude’ bestaande situaties kunnen worden beoordeeld.

Het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ heeft gelet op de omvang van de te beoordelen situaties nu alleen betrekking op bepaalde overtredingen gelegen in:

  • ·

    In de beschermingszones van A-wateren;

  • ·

    In de A-wateren;

  • ·

    In de beschermingszones van primaire- en regionale waterkeringen;

  • ·

    Op primaire- en regionale waterkeringen.

3.Algemene regels

Veel voorkomende werkzaamheden die onder voorwaarden kunnen worden toegestaan, reguleert het waterschap zoveel mogelijk via algemene regels. Hiermee worden tijdrovende en onnodige vergunningprocedures voorkomen.

4.Beleidsregels

Daar waar niet aan de algemene regels kan worden voldaan, bestaat de mogelijkheid een vergunning voor de werkzaamheden aan te vragen. Als het gevraagde vergunbaar is, kunnen nadere regels aan de wijze van uitvoering en onderhoud worden gesteld. Het waterschap hanteert beleidsregels om op eenduidige wijze te kunnen bepalen of en hoe een activiteit of handeling kan worden vergund. Het doel van deze beleidsregels is aan te geven hoe het dagelijks bestuur van het waterschap omgaat met zijn bevoegdheid om vergunning te verlenen van de gebods- en verbodsbepalingen die in de waterschapsverordening zijn opgenomen. Deze beleidsregels geven de algemeen te volgen lijn aan. In individuele gevallen kan het noodzakelijk zijn om toch af te wijken van de beleidsregels. Bijvoorbeeld als dit zou leiden tot onredelijke situaties of dit zou kunnen leiden tot een ongewenste waterhuishoudkundige situatie. Het dagelijks bestuur van het waterschap blijft daarom altijd bevoegd in het individuele geval gemotiveerd af te wijken van de beleidsregels.

5.Reikwijdte beleidsregels

Het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ ziet enkel op overtredingen van de waterschapsverordening die zijn ontstaan voor het jaar 2013. Dit project ziet dus niet op nieuwe situaties. Om situaties die zijn ontstaan vóór 2013 en nieuwe situaties van elkaar te kunnen scheiden zijn deze beleidsregels opgesteld. In deze beleidsregels zijn de uitgangspunten voor het al dan niet verlenen van een vergunning nader uitgewerkt. Deze beleidsregels vormen tevens het toetsingskader bij vergunningverlening. Ook kunnen andere (separate) beleidsregels van het waterschap aan de orde zijn als toetsingskader.

6.Relatie tot andere wet- en regelgeving

In de Waterschapswet (artikel 56) is bepaald dat het waterschapsbestuur bevoegd is tot regeling en bestuur ter behartiging van de taken die het waterschap zijn opgedragen. Dit betekent dat het waterschapsbestuur een autonome bevoegdheid heeft tot het stellen van regels. Dergelijke regels zijn onder andere vastgelegd in de waterschapsverordening. Echter waterkwaliteitsaspecten zijn ook gedeeltelijk geregeld in landelijke wet- en regelgeving, zoals de Omgevingswet en onderliggende regelgeving. Ook deze en andere wet- en regelgeving kunnen aan de orde zijn.

7.Waterstaatkundige belangen

Op grond van de Omgevingswet moet een vergunning worden geweigerd (artikel 5.18) voor zover verlening van de vergunning niet verenigbaar is met de in de Omgevingswet genoemde doelstellingen / waterstaatkundige belangen (artikel 1.3 en 4.23). Deze belangen zijn:

· Voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste;

· Bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen;

· Vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen;

· Bescherming van de doelmatige werking van een zuiveringtechnisch werk.

Het waterschap borgt deze doelstellingen onder andere door het voeren van goed waterbeheer. Onder goed waterbeheer valt het voorkomen van overstromingen, het zorgen voor voldoende grond- en oppervlakte water, ook in tijden van schaarste en het zorgen voor een goede waterkwaliteit.

Tot de kerntaken van het waterschap behoren daarom onder meer:

  • ·

    Het uitvoeren van regulier onderhoud (o.a. maaien van oevers);

  • ·

    Het uitvoeren van buitengewoon onderhoud (o.a. het vervangen van beschoeiingen, het doorspuiten van duikers en het herstellen van inzakkingen in een watergang);

  • ·

    Het realiseren en onderhouden van waterberging.

Gelet op de doelstellingen uit de Omgevingswet, beperkt de beoordeling van een aanvraag om een vergunning zich niet enkel tot hetgeen is aangevraagd (de gevalsgerichte benadering), maar wordt bij de beoordeling een gebiedsgerichte benadering toegepast. In hoeverre het gevraagde vergunbaar is, is daarom mede afhankelijk van de staat van het waterbeheer op lokaal niveau.

8.Uitleg opbouw beleidsregels

Voor de verdere uitwerking van deze beleidsregels is bijlage II (Maatregelenmatrix) van de nota aan het dagelijks bestuur d.d. 13 oktober 2015 als uitgangspunt genomen. Alle overtredingen uit de Maatregelenmatrix die onder omstandigheden mogelijk vergund kunnen worden, worden in deze beleidsregels nader besproken. Hierbij is ¬– net zoals in bijlage II in de Maatregelenmatrix – het onderscheid tussen watergangen en waterkeringen aangehouden.

Per overtreding wordt een omschrijving van de overtreding gegeven en zijn een of meerdere afbeeldingen opgenomen, zodat het duidelijk is op welke type overtreding de beleidsregels zien. In de beleidsregels zijn verder per overtreding de toetsingscriteria opgenomen en is vermeld op welke wijze de waterstaatkundige belangen in het traject van vergunningverlening worden geborgd. Alvorens op de verschillende type overtredingen in te gaan volgt eerst een algemeen toetsingskader die voor elke overtreding opgenomen in deze beleidsregel geldt.

Algemeen toetsingskader

Grondslag overtredingen

De grondslag voor de overtredingen is gevonden in de huidige waterschapsverordening. Daarin staat dat:

Op grond van artikel 2.2 lid 1 van de waterschapsverordening het verboden is zonder omgevingsvergunning in een a-water, de daarbij behorende beschermingszone en in een b-water:

  • a.

    handelingen te verrichten;

  • b.

    werken te behouden; of

  • c.

    vaste substanties of voorwerpen te laten staan, liggen of drijven.

Tevens is het op grond van artikel 3.2 lid 1, lid 4 en lid 3 van de waterschapsverordening verboden:

  • -

    zonder omgevingsvergunning in een primaire of regionale waterkering, met uitzondering van compartimenteringskeringen, of de daarbij behorende beschermingszone A:

    - handelingen te verrichten;

    - werken te behouden; of

    - vaste substanties of voorwerpen te laten staan of liggen;

  • -

    zonder omgevingsvergunning werken te plaatsen, te wijzigen of te behouden in het profiel van vrije ruimte bij een waterkering;

  • -

    zonder omgevingsvergunning in beschermingszone B bij een primaire waterkering:

    • -

      bouwwerken te plaatsen, aan te passen of te verwijderen die een afdichtende bodemlaag doorsnijden;

      ontgravingen uit te voeren of ophogingen aan te brengen;

    • -

      seismische onderzoeken te verrichten;

    • -

      werken met een overdruk van 10 bar of meer te plaatsen en te hebben;

    • -

      explosiegevaarlijk materiaal of explosiegevaarlijke inrichtingen te hebben; of

    • -

      leidingen te leggen.

Afwegingskader

In het kader van het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ is een risicoanalyse uitgevoerd naar overtredingen van de waterschapsverordening. Het gaat dan om overtredingen ontstaan voor 2013. In deze risicoanalyse is gekeken naar de impact van een overtreding op de waterstaatkundige belangen. Hierbij is ook in aanmerking genomen de ontstaansgeschiedenis en de duur van de overtreding. Voor bepaalde overtredingen is in de risicoanalyse vastgesteld dat de impact op de waterstaatkundige belangen beperkt is, mits bepaalde facetten geborgd kunnen worden in een vergunning.

Per type overtreding zijn toetsingscriteria opgesteld. Als aan de toetsingscriteria wordt voldaan kunnen de overtredingen worden vergund, omdat de waterstaatkundige belangen voldoende zijn geborgd.

Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen is het mogelijk af te wijken van het beleid in hoofdlijnen. De grondslag hiervoor is gelegen in de Algemene wet bestuursrecht. Daardoor geldt een hardheidsclausule.

Afwijken van beleidsregels is conform artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht mogelijk in het geval de uitwerking van deze beleidsregels voor een of meer belanghebbenden gevolgen zouden hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen.

Waterschapseigendom

Voor de beantwoording van de vraag of een vergunning kan worden verleend, geldt dat gekeken wordt in hoeverre de activiteit verenigbaar is met het belang van een goede waterhuishouding, daaronder mede begrepen doelmatig beheer en onderhoud. Voor een goede uitoefening van haar publieke taken heeft het waterschap gronden in eigendom verworven. Op die manier kunnen beheer en onderhoud, beekherstel en herprofilering optimaal worden uitgevoerd. Daarmee is dit eigendomsrecht een mede door de waterschapsverordening te beschermen belang.

In de gevallen waarin de werken / overtredingen op waterschapseigendom zijn aangebracht, geldt dan ook dat een vergunningaanvraag daartoe per definitie wordt afgewezen, tenzij daarvoor privaatrechtelijke toestemming is verkregen. Te denken valt hierbij aan het vestigen van een zakelijk recht, dan wel verkoop of verhuur van de grond.

DEEL 1: WATERGANGEN

I Tuintjes tot aan de insteek zonder bouwwerken

A. Bomen

1.1 Beschrijving overtreding

In tuintjes die zijn aangelegd tot aan de insteek van een A-water kunnen bomen staan. Als deze bomen staan binnen de beschermingszone die hoort bij een A-water dan wordt het waterschap belemmerd in de uitvoering van noodzakelijk onderhoud en kunnen er nadelige gevolgen zijn voor de waterberging. Bij de uitvoering van onderhoud moet onder andere gedacht worden aan het maaien van de oevers, het baggeren van watergangen en het vervangen van beschoeiingen.

1.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van bomen die onderdeel uitmaken van een tuintje tot aan de insteek. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

1.3 Toetsingscriteria

Voor bomen in een tuintje tot aan de insteek kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als naar inzicht van het waterschap wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • 1.

    Regulier onderhoud is verzekerd;

  • 2.

    Buitengewoon onderhoud is verzekerd;

  • 3.

    De ontvangstplicht van maaisel en specie is verzekerd;

  • 4.

    Waterbergingscapaciteit van de watergang is verzekerd.

1.4 Uitzonderingen op toetsingscriteria

Als niet kan worden voldaan aan de eerste drie criteria van de toetsingscriteria kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend:

  • Als door middel van een privaatrechtelijke regeling (in beginsel het vestigen van een zakelijk recht) wordt verzekerd dat aan de overzijde van het A-water regulier- en buitengewoon onderhoud kan worden uitgevoerd en aan de ontvangstplicht wordt voldaan; of

  • Als een boom één van de volgende aspecten bezit:

    • o

      Boom maakt onderdeel uit van een Ecologische Verbindingszone, of

    • o

      Boom maakt onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur, of

    • o

      Boom heeft landschappelijke waarde, en/of

    • o

      Boom heeft cultuur-historische waarde, en of

    • o

      Boom heeft gezien zeldzaamheid een hoge genetische waarde.

Het is aan het waterschap om te beoordelen welke vorm van regulier- en buitengewoon onderhoud in het specifieke geval gewenst is en op welke wijze de ontvangstplicht voldoende geborgd is om een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit te kunnen verlenen. Is één van deze zaken volgens het waterschap onvoldoende geborgd dan wordt geen omgevingsvergunning voor een wateractiviteit verleend.

B. Struiken en planten

1.5 Beschrijving overtreding

In tuintjes die zijn aangelegd tot aan de insteek van een A-water kunnen struiken en planten staan. Als deze struiken en planten staan binnen de beschermingszone die hoort bij een A-water dan wordt het waterschap belemmerd in de uitvoering van noodzakelijk onderhoud en kunnen er nadelige gevolgen zijn voor de waterberging. Bij de uitvoering van onderhoud moet onder andere gedacht worden aan het maaien van de oevers, het baggeren van watergangen en het vervangen van beschoeiingen.

1.6 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van struiken en bomen die onderdeel uitmaken van een tuintje tot aan de insteek. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

1.7 Toetsingscriteria

Voor struiken en planten in een tuintje tot aan de insteek kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als naar inzicht van het waterschap wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • 1.

    Regulier onderhoud is verzekerd;

  • 2.

    Buitengewoon onderhoud is verzekerd;

  • 3.

    De ontvangstplicht van maaisel en specie is verzekerd;

  • 4.

    Waterbergingscapaciteit van de watergang is verzekerd.

1.8 Uitzonderingen op toetsingscriteria

Als niet kan worden voldaan aan de eerste drie criteria van de toetsingscriteria kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend:

  • Als door middel van een privaatrechtelijke regeling (in beginsel het vestigen van een zakelijk recht) wordt verzekerd dat aan de overzijde van het A-water regulier- en buitengewoon onderhoud kan worden uitgevoerd en aan de ontvangstplicht wordt voldaan.

Het is aan het waterschap om te beoordelen welke vorm van regulier- en buitengewoon onderhoud in het specifieke geval gewenst is en op welke wijze de ontvangstplicht voldoende geborgd is om een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit te kunnen verlenen. Is één van deze zaken volgens het waterschap onvoldoende geborgd dan wordt geen omgevingsvergunning voor een wateractiviteit verleend.

II Bouwwerk in de watergang

2.1 Beschrijving van de overtreding

In watergangen kunnen bouwwerken staan. Onder de overtreding ‘bouwwerk in de watergang’ moet met name worden gedacht aan de aanwezigheid van steigers, vlonders en overhangende bouwwerken in een watergang. Als bouwwerken in een watergang staan, wordt het waterschap belemmerd in de uitvoering van noodzakelijk onderhoud en kunnen er nadelige gevolgen zijn voor de waterberging. Bij de uitvoering van onderhoud moet onder andere gedacht worden aan het maaien van de oevers, het baggeren van watergangen en het vervangen van beschoeiingen.

2.2 Afbeelding

Onderstaande afbeelding geeft een beeld van een bouwwerk in de watergang. Meer specifiek is op onderstaande afbeelding een vlonder te zien. Gelet op de categorie ‘bouwwerk op de watergang’ kan het dus ook andere type bouwwerken betreffen.

afbeelding binnen de regeling

2.3 Toetsingscriteria

Voor een bouwwerk in de watergang kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als naar inzicht van het waterschap wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • 1.

    Regulier onderhoud is verzekerd;

  • 2.

    Buitengewoon onderhoud is verzekerd;

  • 3.

    De ontvangstplicht van maaisel en specie is verzekerd;

  • 4.

    Waterbergingscapaciteit van de watergang is verzekerd.

  • 5.

    In het geval onderhoud varend (machinaal) wordt uitgevoerd, moet de doorvaarbreedte tenminste 3,5 meter zijn.

Het is aan het waterschap om te beoordelen welke vorm van regulier- en buitengewoon onderhoud in het specifieke geval gewenst is en op welke wijze de ontvangstplicht voldoende geborgd is om een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit te kunnen verlenen. Is één van deze zaken volgens het waterschap onvoldoende geborgd dan wordt geen omgevingsvergunning voor een wateractiviteit verleend.

III Permanent bouwwerk binnen de beschermingszone

3.1 Beschrijving van de overtreding

In de beschermingszone behorend bij een A-water kunnen permanente bouwwerken staan. Hierbij kan gedacht worden aan huizen en schuren. De aanwezigheid van permanente bouwwerken in de beschermingszone belemmeren het waterschap in de uitvoering van noodzakelijk onderhoud en er kunnen nadelige gevolgen zijn voor de waterberging. Bij de uitvoering van onderhoud moet onder andere gedacht worden aan het maaien van de oevers, het baggeren van watergangen en het vervangen van beschoeiingen.

3.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van schuren die staan binnen de beschermingszone. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

3.3 Toetsingscriteria

Voor een permanent bouwwerk in de beschermingszone kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als naar inzicht van het waterschap wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • 1.

    Regulier onderhoud is verzekerd;

  • 2.

    Buitengewoon onderhoud is verzekerd;

  • 3.

    De ontvangstplicht van maaisel en specie is verzekerd;

  • 4.

    Waterbergingscapaciteit van de watergang is verzekerd.

3.4 Uitzonderingen op toetsingscriteria

Als niet kan worden voldaan aan de eerste drie criteria van de toetsingscriteria kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend:

  • Als door middel van een privaatrechtelijke regeling (in beginsel het vestigen van een zakelijk recht) wordt verzekerd dat aan de overzijde van het A-water regulier- en buitengewoon onderhoud kan worden uitgevoerd en aan de ontvangstplicht wordt voldaan.

Het is aan het waterschap om te beoordelen welke vorm van regulier- en buitengewoon onderhoud in het specifieke geval gewenst is en op welke wijze de ontvangstplicht voldoende geborgd is om een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit te kunnen verlenen. Is één van deze zaken volgens het waterschap onvoldoende geborgd dan wordt geen omgevingsvergunning voor een wateractiviteit verleend.

IV Overige bouwwerk binnen de beschermingszone

4.1 Beschrijving van de overtreding

In de beschermingszone behorend bij een A-water kunnen bouwwerken staan, die niet onder de categorie ‘permanent bouwwerk binnen de beschermingszone’ vallen. Hierbij kan gedacht worden aan waterbassins, elektriciteitskasten en elektriciteitsmasten. De aanwezigheid van overige bouwwerken in de beschermingszone belemmeren het waterschap in de uitvoering van noodzakelijk onderhoud en er kunnen nadelige gevolgen zijn voor de waterberging. Bij de uitvoering van onderhoud moet onder andere gedacht worden aan het maaien van de oevers, het baggeren van watergangen en het vervangen van beschoeiingen.

4.2 Afbeelding

Onderstaande afbeelding geeft een beeld van een elektriciteitskast die staat binnen de beschermingszone. Gelet op de categorie ‘overig bouwwerk binnen de beschermingszone’ kan het dus ook andere type bouwwerken betreffen.

afbeelding binnen de regeling

4.3 Toetsingscriteria

Voor een overig bouwwerk in de beschermingszone kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als naar inzicht van het waterschap wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • 1.

    Regulier onderhoud is verzekerd;

  • 2.

    Buitengewoon onderhoud is verzekerd;

  • 3.

    De ontvangstplicht van maaisel en specie is verzekerd;

  • 4.

    Waterbergingscapaciteit van de watergang is verzekerd.

4.4 Uitzonderingen op toetsingscriteria

Als niet kan worden voldaan aan de eerste drie criteria van de toetsingscriteria kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend:

  • Als door middel van een privaatrechtelijke regeling (in beginsel het vestigen van een zakelijk recht) wordt verzekerd dat aan de overzijde van het A-water regulier- en buitengewoon onderhoud kan worden uitgevoerd en aan de ontvangstplicht wordt voldaan.

Het is aan het waterschap om te beoordelen welke vorm van regulier- en buitengewoon onderhoud in het specifieke geval gewenst is en op welke wijze de ontvangstplicht voldoende geborgd is om een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit te kunnen verlenen. Is één van deze zaken volgens het waterschap onvoldoende geborgd dan wordt geen omgevingsvergunning voor een wateractiviteit verleend.

V Hekwerken haaks

5.1 Beschrijving van de overtreding

In de beschermingszone kunnen hekwerken loodrecht op een A-watergang staan. De aanwezigheid van deze ‘hekwerken haaks’ belemmeren het waterschap in de uitvoering van noodzakelijk onderhoud en er kunnen nadelige gevolgen zijn voor de waterberging. Bij de uitvoering van onderhoud moet onder andere gedacht worden aan het maaien van de oevers, het baggeren van watergangen en het vervangen van beschoeiingen.

5.2 Afbeelding

Onderstaande afbeelding geeft een beeld van een hekwerk haaks. Deze afbeelding is representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

5.3 Toetsingscriteria

Voor een hekwerk haaks kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als naar inzicht van het waterschap wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • 1.

    Regulier onderhoud is verzekerd;

  • 2.

    Buitengewoon onderhoud is verzekerd;

  • 3.

    De ontvangstplicht van maaisel en specie is verzekerd;

  • 4.

    Waterbergingscapaciteit van de watergang is verzekerd.

5.4 Uitzonderingen op toetsingscriteria

Als niet kan worden voldaan aan de eerste drie criteria van de toetsingscriteria kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend:

  • Als door middel van een privaatrechtelijke regeling (in beginsel het vestigen van een zakelijk recht) wordt verzekerd dat aan de overzijde van het A-water regulier- en buitengewoon onderhoud kan worden uitgevoerd en aan de ontvangstplicht wordt voldaan; of

  • Als op de beschermingszone langs het oppervlaktelichaam een doorgang wordt geplaatst met een minimale breedte van de beschermingszone.

Het is aan het waterschap om te beoordelen welke vorm van regulier- en buitengewoon onderhoud in het specifieke geval gewenst is en op welke wijze de ontvangstplicht voldoende geborgd is om een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit te kunnen verlenen. Is één van deze zaken volgens het waterschap onvoldoende geborgd dan wordt geen omgevingsvergunning voor een wateractiviteit verleend.

VI Hekwerken evenwijdig

6.1 Beschrijving van de overtreding

In de beschermingszone kunnen hekwerken in de beschermingszone evenwijdig aan een A-water staan. Hierbij kan gedacht worden aan zowel hekwerken alsook aan afrasteringen. De aanwezigheid van deze ‘hekwerken evenwijdig’ belemmeren het waterschap in de uitvoering van noodzakelijk onderhoud en er kunnen nadelige gevolgen zijn voor de waterberging. Bij de uitvoering van onderhoud moet onder andere gedacht worden aan het maaien van de oevers, het baggeren van watergangen en het vervangen van beschoeiingen.

6.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van een hekwerk evenwijdig. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen, met dien verstande dat het ook om ander type hekwerken of afrasteringen kan gaan.

afbeelding binnen de regeling

6.3 Toetsingscriteria

Voor een hekwerk evenwijdig kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als naar inzicht van het waterschap wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • 1.

    Regulier onderhoud is verzekerd;

  • 2.

    Buitengewoon onderhoud is verzekerd;

  • 3.

    De ontvangstplicht van maaisel en specie is verzekerd;

  • 4.

    Waterbergingscapaciteit van de watergang is verzekerd.

  • 5.

    In het geval onderhoud vanaf de kant (machinaal) wordt uitgevoerd mag het hekwerk zich niet bevinden tussen 1 meter en 5 meter gemeten vanaf de insteek van het A-water.

  • 6.

    In het geval onderhoud vanaf de kant (machinaal) wordt uitgevoerd, bedraagt de hoogte van het hekwerk maximaal 1,20 meter.

6.4 Uitzonderingen op toetsingscriteria

Als niet kan worden voldaan aan de eerste drie criteria van de toetsingscriteria kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend:

  • Als door middel van een privaatrechtelijke regeling (in beginsel het vestigen van een zakelijk recht) wordt verzekerd dat aan de overzijde van het A-water regulier- en buitengewoon onderhoud kan worden uitgevoerd en aan de ontvangstplicht wordt voldaan;

Het is aan het waterschap om te beoordelen welke vorm van regulier- en buitengewoon onderhoud in het specifieke geval gewenst is en op welke wijze de ontvangstplicht voldoende geborgd is om een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit te kunnen verlenen. Is één van deze zaken volgens het waterschap onvoldoende geborgd dan wordt geen omgevingsvergunning voor een wateractiviteit verleend.

VII Demping of overkluizing met weg en wegmeubilair

7.1 Beschrijving van de overtreding

In de loop der jaren zijn A-wateren op vele locaties overkluist en in sommige gevallen gedempt, waarvoor geen verlegging in de plaats is gekomen. A-wateren worden voor verschillende doeleinden overkluist of gedempt en dit komt in verschillende hoedanigheden voor. De overtreding ‘demping of overkluizing met weg en wegmeubilair’ ziet op:

  • dempingen in de watergang waarbij geen duiker aanwezig is: of

  • dempingen waarbij wel een duiker aanwezig is, maar deze niet is vergund en/of geregistreerd in de legger bij het waterschap.

In dit geval is het hebben van een duiker zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit of het totaal niet hebben van een duiker de overtreding. Bij deze overtreding is dat ten behoeve van wegen. Dit kunnen allerlei type wegen betreffen, waaronder geasfalteerde wegen en zandwegen.

7.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van een demping of overkluizing met weg en wegmeubilair. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

7.3 Toetsingscriterium

Voor de overtreding demping of overkluizing met weg en wegmeubilair kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan het volgende criterium:

  • 1.

    Waterberging is verzekerd.

VIII Demping of overkluizing met bomen

8.1 Beschrijving van de overtreding

In de loop der jaren zijn A-wateren op vele locaties overkluist en in sommige gevallen gedempt, waarvoor geen verlegging in de plaats is gekomen. A-wateren worden voor verschillende doeleinden overkluist of gedempt en dit komt in verschillende hoedanigheden voor. De overtreding ‘demping of overkluizing met bomen’ ziet op:

  • dempingen in de watergang waarbij geen duiker aanwezig is: of

  • dempingen waarbij wel een duiker aanwezig is, maar deze niet is vergund en/of geregistreerd in de legger bij het waterschap.

In dit geval is het hebben van een duiker zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit of het totaal niet hebben van een duiker de overtreding. Bij deze overtreding is dat ten behoeve van bomen die daar op groeien.

8.2 Afbeelding

Onderstaande afbeelding geeft een beeld van een demping of overkluizing met bomen. Deze afbeelding is representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

8.3 Toetsingscriterium

Voor de overtreding demping of overkluizing met bomen kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan het volgende criterium:

  • 1.

    Waterberging is verzekerd.

IX Demping of overkluizing met beplanting tevens tuin

9.1 Beschrijving van de overtreding

In de loop der jaren zijn A-wateren op vele locaties overkluist en in sommige gevallen gedempt, waarvoor geen verlegging in de plaats is gekomen. A-wateren worden voor verschillende doeleinden overkluist of gedempt en dit komt in verschillende hoedanigheden voor. De overtreding ‘demping of overkluizing met beplanting tevens tuin’ ziet op:

  • dempingen in de watergang waarbij geen duiker aanwezig is: of

  • dempingen waarbij wel een duiker aanwezig is, maar deze niet is vergund en/of geregistreerd in de legger bij het waterschap.

In dit geval is het hebben van een duiker zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit of het totaal niet hebben van een duiker de overtreding. Bij deze overtreding is dat ten behoeve van beplanting in een tuin.

9.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van een demping of overkluizing met beplanting tevens tuin. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

9.3 Toetsingscriterium

Voor de overtreding demping of overkluizing met beplanting tevens tuin kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan het volgende criterium:

  • 1.

    Waterberging is verzekerd.

X Demping of overkluizing met bouwwerk

10.1 Beschrijving van de overtreding

In de loop der jaren zijn A-wateren op vele locaties overkluist en in sommige gevallen gedempt, waarvoor geen verlegging in de plaats is gekomen. A-wateren worden voor verschillende doeleinden overkluist of gedempt en dit komt in verschillende hoedanigheden voor. De overtreding ‘demping of overkluizing met bouwwerk’ ziet op:

  • dempingen in de watergang waarbij geen duiker aanwezig is: of

  • dempingen waarbij wel een duiker aanwezig is, maar deze niet is vergund en/of geregistreerd in de legger bij het waterschap.

In dit geval is het hebben van een duiker zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit of het totaal niet hebben van een duiker de overtreding. Bij deze overtreding is dat ten behoeve van verschillende type bebouwingen, waaronder schuren en elektriciteitshuisjes.

10.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van een demping of overkluizing met bouwwerk. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

10.3 Toetsingscriterium

Voor de overtreding demping of overkluizing met bouwwerk kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan het volgende criterium:

  • 1.

    Waterberging is verzekerd.

XI Demping of overkluizing met eenvoudig te verwijderen bouwwerken

11.1 Beschrijving van de overtreding

In de loop der jaren zijn A-wateren op vele locaties overkluist en in sommige gevallen gedempt, waarvoor geen verlegging in de plaats is gekomen. A-wateren worden voor verschillende doeleinden overkluist of gedempt en dit komt in verschillende hoedanigheden voor. De overtreding ‘demping of overkluizing met eenvoudig te verwijderen bouwwerken’ ziet op:

  • dempingen in de watergang waarbij geen duiker aanwezig is: of

  • dempingen waarbij wel een duiker aanwezig is, maar deze niet is vergund en/of geregistreerd in de legger bij het waterschap.

In dit geval is het hebben van een duiker zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit of het totaal niet hebben van een duiker de overtreding. Bij deze overtreding is dat ten behoeve van verschillende bouwwerken die eenvoudig te verwijderen zijn.

11.2 Afbeelding

Onderstaande afbeelding geeft een beeld van een demping of overkluizing met een eenvoudig te verwijderen bouwwerk. Gelet op deze categorie overtreding ‘demping of overkluizing met eenvoudig te verwijderen bouwwerken’ kan het in de praktijk gaan om vele verschillende type bouwwerken.

afbeelding binnen de regeling

11.3 Toetsingscriterium

Voor de overtreding demping of overkluizing met eenvoudig te verwijderen bouwwerk kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan het volgende criterium:

  • 1.

    Waterberging is verzekerd.

XII Demping of overkluizing met afrastering

12.1 Beschrijving van de overtreding

In de loop der jaren zijn A-wateren op vele locaties overkluist en in sommige gevallen gedempt, waarvoor geen verlegging in de plaats is gekomen. A-wateren worden voor verschillende doeleinden overkluist of gedempt en dit komt in verschillende hoedanigheden voor. De overtreding ‘demping of overkluizing met afrastering’ ziet op:

  • dempingen in de watergang waarbij geen duiker aanwezig is: of

  • dempingen waarbij wel een duiker aanwezig is, maar deze niet is vergund en/of geregistreerd in de legger bij het waterschap.

In dit geval is het hebben van een duiker zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit of het totaal niet hebben van een duiker de overtreding. Bij deze overtreding is dat ten behoeve van verschillende type afrasteringen, zoals hekwerken.

12.2 Afbeelding

Onderstaande afbeelding geeft een beeld van een demping of overkluizing met afrastering. Deze afbeelding is representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

12.3 Toetsingscriterium

Voor de overtreding demping of overkluizing met afrastering kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan het volgende criterium:

  • 1.

    Waterberging is verzekerd.

XIII Demping of overkluizing overig

13.1 Beschrijving van de overtreding

In de loop der jaren zijn A-wateren op vele locaties overkluist en in sommige gevallen gedempt, waarvoor geen verlegging in de plaats is gekomen. A-wateren worden voor verschillende doeleinden overkluist of gedempt en dit komt in verschillende hoedanigheden voor. De overtreding ‘demping of overkluizing overig’ ziet op:

  • dempingen in de watergang waarbij geen duiker aanwezig is: of

  • dempingen waarbij wel een duiker aanwezig is, maar deze niet is vergund en/of geregistreerd in de legger bij het waterschap.

In dit geval is het hebben van een duiker zonder omgevingsvergunning voor een wateractiviteit of het totaal niet hebben van een duiker de overtreding. Bij deze overtreding is dat ten behoeve van perceelontsluitingen van alleen zand en gras.

13.2 Afbeelding

Onderstaande afbeelding geeft een beeld van een demping of overkluizing overig. Deze afbeelding is representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

13.3 Toetsingscriterium

Voor de overtreding demping of overkluizing overig kan een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan het volgende criterium:

  • 1.

    Waterberging is verzekerd.

DEEL 2: WATERKERINGEN

XIV Huizen buitenzijde talud in beschermingszone A

14.1 Beschrijving van de overtreding

Op de buitenzijde van het talud in beschermingszone A kunnen huizen staan. Huizen op de buitenzijde van het talud in een waterstaatswerk in beschermingszone A kunnen nadelige gevolgen hebben voor de waterkering.

14.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van huizen die op de buitenzijde van het talud in beschermingszone A staan. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

14.3 Toetsingscriteria

In het kader van het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ is een risicoanalyse uitgevoerd naar overtredingen van de waterschapsverordening. In deze risicoanalyse is gekeken naar de impact van een overtreding op de waterstaatkundige belangen. Hierbij is ook in aanmerking genomen de ontstaansgeschiedenis en de duur van de overtreding. Voor de overtreding ‘Huizen buitenzijde talud in beschermingszone A’ is vastgesteld dat impact op de waterstaatkundige belangen beperkt is, mits bepaalde uitgangspunten in acht worden genomen. De toekomstige impact op de waterstaatkundige belangen is mede beperkt omdat de afgraving en/of plaatsing van het huis met fundering al jaren geleden heeft plaatsgevonden en niet opnieuw zal gaan plaatsvinden. Gelet op de aard van het bouwwerk is het namelijk niet te verwachten dat een dergelijk bouwwerk snel zal worden afgebroken en opnieuw opgebouwd zal worden.

Gezien dit alles kan voor huizen op de buitenzijde van het talud in beschermingszone A een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    De verplichting tot ongedaanmaking van de overtreding raakt het individuele belang onevenredig hard in verhouding tot het te dienen waterstaatkundige belang, te meer omdat dit tot op heden niet tot noemenswaardige waterproblematiek heeft geleid;

  • 2.

    Het betreft een gefundeerd permanent bouwwerk in een waterstaatswerk;

  • 3.

    Het betreft enkel het legaliseren van de bestaande situatie, niet het uitbreiden hiervan. Toekomstige wijzigingen en handelingen vallen niet onder de vergunning.

XV Huizen buitenzijde talud in beschermingszone B (Primaire keringen)

15.1 Beschrijving van de overtreding

Op de buitenzijde van het talud in beschermingszone B kunnen huizen staan. Huizen op de buitenzijde van het talud in beschermingszone B kunnen nadelige gevolgen hebben voor de waterkering.

15.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van huizen die op de buitenzijde van het talud in beschermingszone B staan. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

15.3 Toetsingscriteria

In het kader van het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ is een risicoanalyse uitgevoerd naar overtredingen van de waterschapsverordening. In deze risicoanalyse is gekeken naar de impact van een overtreding op de waterstaatkundige belangen. Hierbij is ook in aanmerking genomen de ontstaansgeschiedenis en de duur van de overtreding. Voor de overtreding ‘Huizen buitenzijde talud in beschermingszone B’ is vastgesteld dat impact op de waterstaatkundige belangen beperkt is, mits bepaalde uitgangspunten in acht worden genomen. De toekomstige impact op de waterstaatkundige belangen is mede beperkt omdat de afgraving en/of plaatsing van het huis met fundering al jaren geleden heeft plaatsgevonden en niet opnieuw zal gaan plaatsvinden. Gelet op de aard van het bouwwerk is het namelijk niet te verwachten dat een dergelijk bouwwerk snel zal worden afgebroken en opnieuw opgebouwd zal worden.

Gezien dit alles kan voor huizen op de buitenzijde van het talud in beschermingszone B een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    De verplichting tot ongedaanmaking van de overtreding raakt het individuele belang onevenredig hard in verhouding tot het te dienen waterstaatkundige belang, te meer omdat dit tot op heden niet tot noemenswaardige waterproblematiek heeft geleid;

  • 2.

    Het betreft een gefundeerd permanent bouwwerk in een waterstaatswerk;

  • 3.

    Het betreft enkel het legaliseren van de bestaande situatie, niet het uitbreiden hiervan. Toekomstige wijzigingen en handelingen vallen niet onder de vergunning.

XVI Huizen kruin en binnenzijde talud in waterstaatwerk

16.1 Beschrijving van de overtreding

Op de kruin en binnenzijde van het talud in een waterstaatswerk kunnen huizen staan. Huizen op de kruin en binnenzijde van het talud in een waterstaatswerk kunnen nadelige gevolgen hebben voor de waterkering.

16.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van huizen die op de kruin en binnenzijde van het talud in een waterstaatswerk staan. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

16.3 Toetsingscriteria

In het kader van het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ is een risicoanalyse uitgevoerd naar overtredingen van de waterschapsverordening. In deze risicoanalyse is gekeken naar de impact van een overtreding op de waterstaatkundige belangen. Hierbij is ook in aanmerking genomen de ontstaansgeschiedenis en de duur van de overtreding. Voor de overtreding ‘Huizen kruin en binnenzijde talud in waterstaatswerk’ is vastgesteld dat impact op de waterstaatkundige belangen beperkt is, mits bepaalde uitgangspunten in acht worden genomen. De toekomstige impact op de waterstaatkundige belangen is mede beperkt omdat de afgraving en/of plaatsing van het huis met fundering al jaren geleden heeft plaatsgevonden en niet opnieuw zal gaan plaatsvinden. Gelet op de aard van het bouwwerk is het namelijk niet te verwachten dat een dergelijk bouwwerk snel zal worden afgebroken en opnieuw opgebouwd zal worden.

Gezien dit alles kan voor huizen op de kruin en binnenzijde van het talud in een waterstaatswerk een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    De verplichting tot ongedaanmaking van de overtreding raakt het individuele belang onevenredig hard in verhouding tot het te dienen waterstaatkundige belang, te meer omdat dit tot op heden niet tot noemenswaardige waterproblematiek heeft geleid;

  • 2.

    Het betreft een gefundeerd permanent bouwwerk in een waterstaatswerk;

  • 3.

    Het betreft enkel het legaliseren van de bestaande situatie, niet het uitbreiden hiervan. Toekomstige wijzigingen en handelingen vallen niet onder de vergunning.

XVII Huizen kruin en binnenzijde talud in beschermingszone A

17.1 Beschrijving van de overtreding

Op de kruin en binnenzijde van het talud in beschermingszone A kunnen huizen staan. Huizen op de kruin en binnenzijde van het talud in beschermingszone A kunnen nadelige gevolgen hebben voor de waterkering.

17.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van huizen die op de kruin en binnenzijde van het talud in beschermingszone A staan. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

17.3 Toetsingscriteria

In het kader van het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ is een risicoanalyse uitgevoerd naar overtredingen van de waterschapsverordening. In deze risicoanalyse is gekeken naar de impact van een overtreding op de waterstaatkundige belangen. Hierbij is ook in aanmerking genomen de ontstaansgeschiedenis en de duur van de overtreding. Voor de overtreding ‘Huizen kruin en binnenzijde talud in beschermingszone A’ is vastgesteld dat impact op de waterstaatkundige belangen beperkt is, mits bepaalde uitgangspunten in acht worden genomen. De toekomstige impact op de waterstaatkundige belangen is mede beperkt omdat de afgraving en/of plaatsing van het huis met fundering al jaren geleden heeft plaatsgevonden en niet opnieuw zal gaan plaatsvinden. Gelet op de aard van het bouwwerk is het namelijk niet te verwachten dat een dergelijk bouwwerk snel zal worden afgebroken en opnieuw opgebouwd zal worden.

Gezien dit alles kan voor huizen op de kruin en binnenzijde van het talud in beschermingszone A een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    De verplichting tot ongedaanmaking van de overtreding raakt het individuele belang onevenredig hard in verhouding tot het te dienen waterstaatkundige belang, te meer omdat dit tot op heden niet tot noemenswaardige waterproblematiek heeft geleid;

  • 2.

    Het betreft een gefundeerd permanent bouwwerk in een waterstaatswerk;

  • 3.

    Het betreft enkel het legaliseren van de bestaande situatie, niet het uitbreiden hiervan. Toekomstige wijzigingen en handelingen vallen niet onder de vergunning.

XVIII Huizen binnenzijde talud in beschermingszone B (Primaire keringen)

18.1 Beschrijving van de overtreding

Op de binnenzijde van het talud in beschermingszone B kunnen huizen staan. Huizen op de binnenzijde van het talud in beschermingszone B kunnen nadelige gevolgen hebben voor de waterkering.

18.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van huizen die op de binnenzijde van het talud in beschermingszone B staan. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

18.3 Toetsingscriteria

In het kader van het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ is een risicoanalyse uitgevoerd naar overtredingen van de waterschapsverordening. In deze risicoanalyse is gekeken naar de impact van een overtreding op de waterstaatkundige belangen. Hierbij is ook in aanmerking genomen de ontstaansgeschiedenis en de duur van de overtreding. Voor de overtreding ‘Huizen binnenzijde talud in beschermingszone B’ is vastgesteld dat impact op de waterstaatkundige belangen beperkt is, mits bepaalde uitgangspunten in acht worden genomen. De toekomstige impact op de waterstaatkundige belangen is mede beperkt omdat de afgraving en/of plaatsing van het huis met fundering al jaren geleden heeft plaatsgevonden en niet opnieuw zal gaan plaatsvinden. Gelet op de aard van het bouwwerk is het namelijk niet te verwachten dat een dergelijk bouwwerk snel zal worden afgebroken en opnieuw opgebouwd zal worden.

Gezien dit alles kan voor huizen op de binnenzijde van het talud in beschermingszone B een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    De verplichting tot ongedaanmaking van de overtreding raakt het individuele belang onevenredig hard in verhouding tot het te dienen waterstaatkundige belang, te meer omdat dit tot op heden niet tot noemenswaardige waterproblematiek heeft geleid;

  • 2.

    Het betreft een gefundeerd permanent bouwwerk in een waterstaatswerk;

  • 3.

    Het betreft enkel het legaliseren van de bestaande situatie, niet het uitbreiden hiervan. Toekomstige wijzigingen en handelingen vallen niet onder de vergunning.

XIX Overige permanente bouwwerken (gefundeerde): buitenzijde talud in waterstaatwerk

19.1 Beschrijving van de overtreding

Op de buitenzijde van het talud in een waterstaatswerk kunnen overige permanente bouwwerken staan. Overige permanente bouwwerken op de buitenzijde van het talud in een waterstaatswerk kunnen nadelige gevolgen hebben voor de waterkering.

19.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van overige permanente bouwwerken die op de buitenzijde van het talud in een waterstaatswerk staan. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

19.3 Toetsingscriteria

In het kader van het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ is een risicoanalyse uitgevoerd naar overtredingen van de waterschapsverordening. In deze risicoanalyse is gekeken naar de impact van een overtreding op de waterstaatkundige belangen. Hierbij is ook in aanmerking genomen de ontstaansgeschiedenis en de duur van de overtreding. Voor de overtreding ‘Overig permanente bouwwerken (gefundeerd) buitenzijde talud in waterstaatswerk’ is vastgesteld dat impact op de waterstaatkundige belangen beperkt is, mits bepaalde uitgangspunten in acht worden genomen. De toekomstige impact op de waterstaatkundige belangen is mede beperkt omdat de afgraving en/of plaatsing van het bouwwerk (met fundering) al jaren geleden heeft plaatsgevonden en niet opnieuw zal gaan plaatsvinden. Gelet op de aard van het bouwwerk is het namelijk niet te verwachten dat een dergelijk bouwwerk snel zal worden afgebroken en opnieuw opgebouwd zal worden.

Gezien dit alles kan voor overige permanente bouwwerken op de buitenzijde van het talud in een waterstaatswerk een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    De verplichting tot ongedaanmaking van de overtreding raakt het individuele belang onevenredig hard in verhouding tot het te dienen waterstaatkundige belang, te meer omdat dit tot op heden niet tot noemenswaardige waterproblematiek heeft geleid;

  • 2.

    Het betreft een gefundeerd permanent bouwwerk in een waterstaatswerk;

  • 3.

    Het betreft enkel het legaliseren van de bestaande situatie, niet het uitbreiden hiervan. Toekomstige wijzigingen en handelingen vallen niet onder de vergunning.

XX Overige permanente bouwwerken (gefundeerde): buitenzijde talud in beschermingszone A

20.1 Beschrijving van de overtreding

Op de buitenzijde van het talud in beschermingszone A kunnen overige permanente bouwwerken staan. Overige permanente bouwwerken op de buitenzijde van het talud in beschermingszone A kunnen nadelige gevolgen hebben voor de waterkering.

20.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van overige permanente bouwwerken die op de buitenzijde van het talud in beschermingszone A staan. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

20.3 Toetsingscriteria

In het kader van het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ is een risicoanalyse uitgevoerd naar overtredingen van de waterschapsverordening. In deze risicoanalyse is gekeken naar de impact van een overtreding op de waterstaatkundige belangen. Hierbij is ook in aanmerking genomen de ontstaansgeschiedenis en de duur van de overtreding. Voor de overtreding ‘Overig permanente bouwwerken (gefundeerde) buitenzijde talud in beschermingszone A’ is vastgesteld dat impact op de waterstaatkundige belangen beperkt is, mits bepaalde uitgangspunten in acht worden genomen. De toekomstige impact op de waterstaatkundige belangen is mede beperkt omdat de afgraving en/of plaatsing van het bouwwerk (met fundering) al jaren geleden heeft plaatsgevonden en niet opnieuw zal gaan plaatsvinden. Gelet op de aard van het bouwwerk is het namelijk niet te verwachten dat een dergelijk bouwwerk snel zal worden afgebroken en opnieuw opgebouwd zal worden.

Gezien dit alles kan voor overige permanente bouwwerken op de buitenzijde van het talud in beschermingszone A een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    De verplichting tot ongedaanmaking van de overtreding raakt het individuele belang onevenredig hard in verhouding tot het te dienen waterstaatkundige belang, te meer omdat dit tot op heden niet tot noemenswaardige waterproblematiek heeft geleid;

  • 2.

    Het betreft een (gefundeerd) permanent bouwwerk in een waterstaatswerk;

  • 3.

    Het betreft enkel het legaliseren van de bestaande situatie, niet het uitbreiden hiervan. Toekomstige wijzigingen en handelingen vallen niet onder de vergunning.

XXI Overige permanente bouwwerken (gefundeerde): buitenzijde talud in beschermingszone B (Primaire keringen)

21.1 Beschrijving van de overtreding

Op de buitenzijde van het talud in beschermingszone B kunnen permanente bouwwerken staan. Permanente bouwwerken op de buitenzijde van het talud in beschermingszone B kunnen nadelige gevolgen hebben voor de waterkering.

21.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van permanente bouwwerken die op de buitenzijde van het talud in beschermingszone B staan. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

21.3 Toetsingscriteria

In het kader van het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ is een risicoanalyse uitgevoerd naar overtredingen van de waterschapsverordening. In deze risicoanalyse is gekeken naar de impact van een overtreding op de waterstaatkundige belangen. Hierbij is ook in aanmerking genomen de ontstaansgeschiedenis en de duur van de overtreding. Voor de overtreding ‘Overige permanente bouwwerken (gefundeerde) op buitenzijde talud in beschermingszone B’ is vastgesteld dat impact op de waterstaatkundige belangen beperkt is, mits bepaalde uitgangspunten in acht worden genomen. De toekomstige impact op de waterstaatkundige belangen is mede beperkt omdat de afgraving en/of plaatsing van het bouwwerk (met fundering) al jaren geleden heeft plaatsgevonden en niet opnieuw zal gaan plaatsvinden. Gelet op de aard van het bouwwerk is het namelijk niet te verwachten dat een dergelijk bouwwerk snel zal worden afgebroken en opnieuw opgebouwd zal worden.

Gezien dit alles kan voor overige permanente bouwwerken op de buitenzijde van het talud in beschermingszone B een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    De verplichting tot ongedaanmaking van de overtreding raakt het individuele belang onevenredig hard in verhouding tot het te dienen waterstaatkundige belang, te meer omdat dit tot op heden niet tot noemenswaardige waterproblematiek heeft geleid;

  • 2.

    Het betreft een gefundeerd permanent bouwwerk in een waterstaatswerk;

  • 3.

    Het betreft enkel het legaliseren van de bestaande situatie, niet het uitbreiden hiervan. Toekomstige wijzigingen en handelingen vallen niet onder de vergunning.

XXII Overige permanente bouwwerken (gefundeerde): kruin en binnenzijde talud in beschermingszone A

22.1 Beschrijving van de overtreding

Op de kruin en binnenzijde van het talud in beschermingszone A kunnen permanente bouwwerken staan. Permanenten bouwwerken op de kruin en binnenzijde van het talud in beschermingszone A kunnen nadelige gevolgen hebben voor de waterkering.

22.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van permanente bouwwerken die op de binnenzijde van het talud in beschermingszone A staan. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

22.3 Toetsingscriteria

In het kader van het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ is een risicoanalyse uitgevoerd naar overtredingen van de waterschapsverordening. In deze risicoanalyse is gekeken naar de impact van een overtreding op de waterstaatkundige belangen. Hierbij is ook in aanmerking genomen de ontstaansgeschiedenis en de duur van de overtreding. Voor de overtreding ‘Overige permanente bouwwerken (gefundeerde) op de kruin en binnenzijde van het talud in beschermingszone A’ is vastgesteld dat impact op de waterstaatkundige belangen beperkt is, mits bepaalde uitgangspunten in acht worden genomen. De toekomstige impact op de waterstaatkundige belangen is mede beperkt omdat de afgraving en/of plaatsing van het bouwwerk (met fundering) al jaren geleden heeft plaatsgevonden en niet opnieuw zal gaan plaatsvinden. Gelet op de aard van het bouwwerk is het namelijk niet te verwachten dat een dergelijk bouwwerk snel zal worden afgebroken en opnieuw opgebouwd zal worden.

Gezien dit alles kan voor overige permanente bouwwerken op de kruin en binnenzijde van het talud in beschermingszone A een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    De verplichting tot ongedaanmaking van de overtreding raakt het individuele belang onevenredig hard in verhouding tot het te dienen waterstaatkundige belang, te meer omdat dit tot op heden niet tot noemenswaardige waterproblematiek heeft geleid;

  • 2.

    Het betreft een gefundeerd permanent bouwwerk in een waterstaatswerk;

  • 3.

    Het betreft enkel het legaliseren van de bestaande situatie, niet het uitbreiden hiervan. Toekomstige wijzigingen en handelingen vallen niet onder de vergunning.

XXIII Overige permanente bouwwerken (gefundeerde): binnenzijde talud in beschermingszone B (Primaire keringen)

23.1 Beschrijving van de overtreding

Op de binnenzijde van het talud in beschermingszone B kunnen permanente bouwwerken staan. Permanenten bouwwerken op de binnenzijde van het talud in beschermingszone B kunnen nadelige gevolgen hebben voor de waterkering.

23.2 Afbeeldingen

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van permanente bouwwerken die op de binnenzijde van het talud in beschermingszone B staan. Deze afbeeldingen zijn representatief voor deze categorie overtredingen.

afbeelding binnen de regeling

23.3 Toetsingscriteria

In het kader van het project ‘Sloten, oevers en dijken op orde’ is een risicoanalyse uitgevoerd naar overtredingen van de waterschapsverordening. In deze risicoanalyse is gekeken naar de impact van een overtreding op de waterstaatkundige belangen. Hierbij is ook in aanmerking genomen de ontstaansgeschiedenis en de duur van de overtreding. Voor de overtreding ‘Overige permanente bouwwerken (gefundeerde) op binnenzijde talud in beschermingszone B’ is vastgesteld dat impact op de waterstaatkundige belangen beperkt is, mits bepaalde uitgangspunten in acht worden genomen. De toekomstige impact op de waterstaatkundige belangen is mede beperkt omdat de afgraving en/of plaatsing van het bouwwerk (met fundering) al jaren geleden heeft plaatsgevonden en niet opnieuw zal gaan plaatsvinden. Gelet op de aard van het bouwwerk is het namelijk niet te verwachten dat een dergelijk bouwwerk snel zal worden afgebroken en opnieuw opgebouwd zal worden.

Gezien dit alles kan voor overige permanente bouwwerken op de binnenzijde van het talud in beschermingszone B een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit worden verleend, als wordt voldaan aan de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    De verplichting tot ongedaanmaking van de overtreding raakt het individuele belang onevenredig hard in verhouding tot het te dienen waterstaatkundige belang, te meer omdat dit tot op heden niet tot noemenswaardige waterproblematiek heeft geleid;

  • 2.

    Het betreft een gefundeerd permanent bouwwerk in een waterstaatswerk;

  • 3.

    Het betreft enkel het legaliseren van de bestaande situatie, niet het uitbreiden hiervan. Toekomstige wijzigingen en handelingen vallen niet onder de vergunning.