Besluit ondermandatering werkgeversbevoegdheden door de secretaris-directeur waterschap Brabantse Delta

Geldend van 21-02-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Besluit ondermandatering werkgeversbevoegdheden door de secretaris-directeur waterschap Brabantse Delta

De secretaris-directeur van waterschap Brabantse Delta;

gelet op:

  • -

    artikel 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht; en

  • -

    het Besluit primaire mandaat- en volmachtregeling waterschap Brabantse Delta 2020, kenmerk 80163, waarmee:

    • aan de secretaris-directeur, onverminderd de in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde uitsluitingen, mandaat, volmacht en machtiging wordt verleend voor het namens het dagelijks bestuur nemen van besluiten en/of beslissingen ter uitoefening van de aan het dagelijks bestuur toekomende werkgeversbevoegdheden, met uitzondering van:

      • het beslissen over het opzeggen (eenzijdig beëindigen) van een arbeidsovereenkomst door de werkgever (het waterschap) bedoeld in artikel 7:669 Burgerlijk Wetboek;

      • het beslissen over het vaststellen van nadere regels, instructies, beleid, beleidsregels, plannen en budgetten die betrekking hebben op werkgeversaangelegenheden;

      • het beslissen over het opleggen van een disciplinaire straf aan een functionaris van het waterschap; en

    • de secretaris-directeur de bevoegdheid is gegeven om ten aanzien van de hem verleende bevoegdheden ondermandaat te verlenen; en

  • -

    de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren;

  • -

    de Wet op de ondernemingsraden;

gelezen het ambtelijk advies over HR-bevoegdheden met kenmerk 86838, waarmee het directieteam op 14 januari 2020 heeft ingestemd;

overwegende dat:

  • het in lijn is met de organisatieontwikkeling Buiten Gewoon Doen om bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie neer te leggen;

  • het wenselijk is dat werkgeversbevoegdheden die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de eindverantwoordelijkheid voor en/of het hebben van de hoogste zeggenschap bij de leiding van de ambtelijke organisatie, uitsluitend worden toegepast door de secretaris-directeur of diens plaatsvervanger;

  • voor de andere dan onder b) bedoelde werkgeversbevoegdheden, ondermandatering van werkgeversbevoegdheden aan leidinggevenden van het waterschap een bijdrage zal leveren aan het borgen van de continuïteit en kwaliteit (zorgvuldigheid) van de besluitvorming;

  • het omwille van de kwaliteit (zorgvuldigheid) van de besluitvorming wenselijk is om een onderscheid te maken in:

    • centraal ondermandaat aan de teammanager HR (en bij diens afwezigheid aan de manager organisatie) voor besluiten en beslissingen waarvoor in overwegende mate een afweging vereist is vanuit HR-, (fiscaal )juridisch of organisatorisch vlak;

    • decentraal ondermandaat aan de managers en teammanagers, voor besluiten en beslissingen waarvoor in overwegende mate een afweging vanuit de bedrijfsvoering vereist is;

  • het wenselijk is om de werkgeversbevoegdheden met financiële gevolgen zoveel mogelijk te beleggen bij de budgetverantwoordelijke functionarissen;

  • in lijn met de organisatieontwikkeling Buiten Gewoon Doen, het collectief belang boven het eigen belang staat;

  • de ondergemandateerde, conform de Wet op de ondernemingsraden, de ondernemingsraad tijdig en op correcte wijze dient te betrekken bij de toepassing van de werkgeversbevoegdheden;

  • de organisatie erbij gebaat is dat de werkgeversbevoegdheden consistent, ofwel in vergelijkbare situaties op dezelfde wijze, worden toegepast;

  • ten behoeve van deze organisatiebrede consistentie, het aan de ondergemandateerde is om:

    • voor vraagstukken met een beperkte impact op de organisatie vooraf advies te vragen aan het de HR-adviseur en/of een andere adviseur van het proces Organisatie;

    • voor vraagstukken met een grote impact op de organisatie vooraf te zorgen voor afstemming binnen het managementteam;

  • in lijn met de organisatieontwikkeling Buiten Gewoon Doen de manager en teammanager dezelfde werkgeversverantwoordelijkheden hebben, met dien verstande dat het vinden van organisatiebrede afstemming binnen het managementteam voorbehouden is aan de manager;

B E S L U I T :

vast te stellen het Besluit ondermandatering werkgeversbevoegdheden door de secretaris-directeur waterschap Brabantse Delta 2020, luidend:

Artikel 1 Ondermandaatverlening

  • 1.

    De secretaris-directeur verleent aan de in het ‘Register werkgeversbevoegdheden’ (kenmerk 78854, versie 22 januari 2020) aangegeven functionarissen ondermandaat om de daarin genoemde bevoegdheden uit te oefenen onder de daar genoemde voorwaarden.

  • 2.

    Het in het vorige lid bedoelde ondermandaat wordt uitgeoefend binnen het kader van het ter zake vastgestelde beleid.

  • 3.

    De leidinggevende van de in het eerste lid bedoelde functionaris(sen) kan te allen tijde aan deze functionaris(sen) instructies geven terzake van de uitoefening van de ondergemandateerde bevoegdheid.

  • 4.

    Bij twijfel of een aangelegenheid onder het ondermandaat valt is de ondergemandateerde verplicht tot vooroverleg en terugkoppeling met de secretaris-directeur.

Artikel 2 Beleidskader

Voor zover ten aanzien van de uitoefening van bevoegdheden als bedoeld in dit besluit door het algemeen bestuur en/of het dagelijks bestuur beleid is vastgesteld, wordt in het kader van de uitoefening van die bevoegdheden rekening gehouden met dat beleid.

Artikel 3 Reikwijdte ondermandaat

Elk ondermandaat voor het nemen van een besluit omvat ook alle daarmee samenhangende (voorbereidende of uitvoerende) (rechts)handelingen.

Artikel 4 Financiële kaders

Indien de uitoefening van het ondermandaat of volmacht financiële consequenties heeft, dient bij de uitoefening van deze bevoegdheden te worden gehandeld binnen de kaders die daartoe door het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur zijn of worden vastgesteld.

Artikel 5 Organisatiebrede consistentie

  • 1.

    Als er een wezenlijk verschil van inzicht bestaat tussen de manager en de HR-adviseur of een andere adviseur van het proces Organisatie, waarbij de organisatiebrede consistentie in het geding is, worden de teammanager HR en de manager Organisatie betrokken met als doel om tot overeenstemming te komen.

  • 2.

    Als het verschil van inzicht blijft bestaan, leggen de manager en de adviseur de geanonimiseerde casus, voorzien van overwegingen, voor aan het managementteam.

  • 3.

    De manager maakt een keuze nadat hij/zij het managementteam heeft gehoord. Het managementteam formuleert het waar mogelijk algemene uitgangspunten als input voor (herziening van) het beleid.

  • 4.

    Bij verschillen van inzicht tussen de teammanager en de adviseur, wordt eveneens de werkwijze uit lid 1 tot en met 3 gevolgd, met dien verstande dat eerst wordt opgeschaald naar de manager van de desbetreffende teammanager.

Artikel 6 Verantwoording

  • 1.

    De ondergemandateerde stelt de secretaris-directeur in kennis van die besluiten, waarvan hij/zij redelijkerwijs moet aannemen dat deze voor de secretaris-directeur van belang zijn om voldoende geïnformeerd te zijn.

  • 2.

    De ondergemandateerde rapporteert aan de secretaris-directeur, indien de secretaris-directeur hierom verzoekt, omtrent het gebruik van de bevoegdheden die aan de ondergemandateerde zijn verleend.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2020.

Artikel 8 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Besluit ondermandatering werkgeversbevoegdheden door de secretaris-directeur waterschap Brabantse Delta 2020’.

Ondertekening

Namens het dagelijks bestuur,

De secretaris-directeur,

dr. A.F.M. Meuleman