Regeling vervallen per 21-09-2012

Beleidsregels inzake de voorbereiding van beschikkingen

Geldend van 01-01-1999 t/m 20-09-2012

Intitulé

Beleidsregels inzake de voorbereiding van beschikkingen

Het hoofd Fiscale Zaken heeft de navolgende beleidsregels vastgesteld:

Regeling

Beschikkingen op aanvraag

Op grond van artikel 5a Algemene wet inzake rijksbelastingen heeft het hoofd Fiscale Zaken een wettelijke termijn van één jaar om op een aanvraag te beslissen. De Afdeling Fiscale Zaken maakt van deze bepaling echter in beginsel geen gebruik, tenzij omstandigheden een langere beslistermijn rechtvaardigen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan gecompliceerde zaken of gevallen waarin belastingplichtige weigert mee te werken aan een voortvarende afhandeling van zijn aanvraag. Voor het beslissen op een aanvraag geldt dus in beginsel de Algemene wet bestuursrecht-termijn van (maximaal) acht weken.

Omdat de beslistermijn voor beschikkingen op aanvraag formeel is bepaald op één jaar kan belanghebbende niet met succes bezwaar maken wegens het niet tijdig beslissen op de aanvraag als het hoofd Fiscale Zaken de termijn van artikel 4:13 Algemene wet bestuursrecht niet realiseert.

Kennisgeven bij termijnoverschrijving

Indien het niet mogelijk blijkt de beschikking op aanvraag binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag te geven, wordt de aanvrager daarvan zo spoedig mogelijk in kennis gesteld. Daarbij wordt aangegeven waarom de beschikking nog niet kan worden gegeven en binnen welke termijn de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Zienswijze naar voren brengen (horen)

De Algemene wet bestuursrecht verplicht in een aantal gevallen vóór het vaststellen van een beschikking de aanvrager of een belanghebbende in de gelegenheid te stellen zijn zienswijze naar voren te brengen. De Algemene wet bestuursrecht onderscheidt horen ter zake van een beschikking op aanvraag en horen ter zake van ambtshalve beschikkingen. Indien de beschikking conform de aanvraag wordt vastgesteld, hoeft belanghebbende niet te worden gehoord. Voor het horen in de bezwaarfase wordt verwezen naar Beleidsregel 4.

Horen bij beschikking op aanvraag

Voordat de aanvraag tot het geven van een beschikking geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen indien:

  • a.

    de afwijzing zou steunen op gegevens over feiten en belangen die de aanvrager betreffen, en

  • b.

    die gegevens afwijken van gegevens die de aanvrager ter zake zelf heeft verstrekt. Indien de afwijking van de aanvraag slechts gering is, behoeft niet te worden gehoord.

Horen bij ambtshalve beschikking

Voordat een beschikking wordt gegeven waartegen een belanghebbende die de beschikking niet heeft aangevraagd (ambtshalve beschikking) naar verwachting bedenkingen zal hebben, wordt die belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen indien:

  • a.

    de beschikking zou steunen op gegevens over feiten en belangen die de belanghebbende betreffen, en

  • b.

    die gegevens niet door belanghebbende zelf ter zake zijn verstrekt.

In het geval dat belanghebbende niet heeft voldaan aan een wettelijke verplichting gegevens te verstrekken, behoeft niet te worden gehoord. Voldoet een belastingplichtige niet aan zijn verplichting een aangiftebiljet in te vullen, dan behoeft de Afdeling Fiscale Zaken hem niet te horen voordat ambtshalve een aanslag wordt opgelegd.

Wijze van horen

Belanghebbende kan naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren brengen. De hoorplicht moet niet al te formeel worden opgevat. Voldoende is dat belanghebbende in enige vorm de gelegenheid krijgt zijn zienswijze naar voren te brengen. De meest aangewezen weg is om belanghebbende telefonisch te benaderen en het gesprek schriftelijk vast te leggen. In de bezwaarfase gelden andere eisen.

Uitzonderingen op het horen

Van het horen kan worden afgezien in geval:

  • a.

    de vereiste spoed zich daartegen verzet;

  • b.

    belanghebbende reeds in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze bij een eerdere beschikking of bij een ander bestuursorgaan naar voren te brengen en zich sindsdien geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan; 

  • c.

    het met de beschikking beoogde doel slechts kan worden bereikt indien belanghebbende daarvan niet reeds tevoren in kennis is gesteld.

De Algemene wet bestuursrecht heeft de verplichtingen om te horen verder beperkt als sprake is van financiële beschikkingen waartegen bezwaar kan worden gemaakt of administratief beroep kan worden ingesteld, en de nadelige gevolgen na bezwaar of administratief beroep volledig ongedaan kunnen worden gemaakt. Hoewel het dus niet verplicht is om bij het vaststellen van een belastingaanslag te horen, zet de Afdeling Fiscale Zaken niettemin het beleid voort om bij correcties van aangiften vooraf contact op te nemen met de belastingplichtige.

Aldus vastgesteld in op 16 december 1998.

Het hoofd Fiscale Zaken voornoemd,

mr. P.A. J. Koemans