Regeling vervallen per 21-12-2017

Organisatieregeling waterschap De Dommel 2015

Geldend van 25-03-2015 t/m 20-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Organisatieregeling waterschap De Dommel 2015

I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    a lgemeen bestuur : het algemeen bestuur van een waterschap, zoals bedoeld in artikel 10 Waterschapswet.

  • b.

    a mbtelijke organisatie : de directie, het management en de medewerkers die binnen bedrijfsprocessen van het waterschap werkzaam zijn, met inbegrip van de bijbehorende overleg- en besluitvormingsstructuren.

  • c.

    b edrijfsprocessen: alle processen die binnen het bedrijfsvoeringmodel van Waterschap De Dommel zijn vastgesteld.

  • d.

    b edrijfsvoering : de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen het waterschap om de bestuurlijke en organisatiedoelen te kunnen realiseren.

  • e.

    b estuurlijke organisatie: de bestuursorganen van het waterschap en de door hen ingesteldecommissies met inbegrip van de bijbehorende overleg- en besluitvormingsstructuren.

  • f.

    b estuursorganen : het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de watergraaf van het waterschap en de overige door het bestuur ingestelde bestuursorganen.

  • g.

    d agelijks bestuur: het dagelijks bestuur van een waterschap, zoals bedoeld in artikel 10 Waterschapswet.

  • h.

    d irecteur bedrijfsvoering : geeft als directielid sturing aan de bedrijfsvoering van het waterschap en geeft leiding aan de procesmanagers.

  • i.

    d irectie: desecretaris-directeur (algemeen directeur) en de directeur Bedrijfsvoering.

  • j.

    HR-manager : functionaris die zorg draagt voor welzijn, ontwikkelen en beoordelen van aan hem toebedeelde medewerkers.

  • k.

    m anager S amenwerking en Externe Ontwikkeling : functionaris met als taak te komen tot samenwerking en het stimuleren van ontwikkelingen vanuit een overkoepelende blik en werkwijze.

  • l.

    ( g emandateerd) opdrachtgever projecten : functionaris die verantwoordelijk is voor het initiëren en bewaken van (samenhangende) projecten, en het maken van afspraken met projectleiders over het behalen van de projectresultaten.

  • m.

    p ortefeuillehouder : lid van het dagelijks bestuur aan wie bepaalde aandachtsgebieden van het dagelijks bestuur zijn toegewezen.

  • n.

    p rocesmanager : functionaris die verantwoordelijk is voor en stuurt op het behalen van de resultaten van het (de) aan hem toebedeelde bedrijfsproces(sen).

  • o.

    p rogramma : geheel van doelen en inspanningen dat in onderlinge samenhang moet worden aangestuurd en uitgevoerd.

  • p.

    p rogrammaeigenaar : functionaris die verantwoordelijk is voor en stuurt op het behalen van de doelen binnen zijn programma.

  • q.

    p rojec t: een reeks van samenhangende activiteiten met een concreet omschreven begin en einde en eindresultaat, die wordt uitgevoerd in opdracht van een opdrachtgever.

  • r.

    p rojectleider : functionaris die verantwoordelijk is voor en stuurt op het behalen van de resultaten van het (de) aan hem toebedeelde project(en) overeenkomstig de bij het waterschap gebruikelijke systematiek).

  • s.

    s ecretaris - directeur : ondersteunt het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de watergraaf bij de uitoefening van hun taak in zijn functie als secretaris. Is hoofd van de ambtelijke organisatie en geeft sturing aan de organisatieontwikkeling in zijn functie als algemeen directeur.

II Structuur van bestuur en organisatie

Artikel 2 Organisatorische indeling

  • 1. De bestuurlijke organisatie bestaat uit het algemeen bestuur, met daaruit gevormde commissies, het dagelijks bestuur met daaruit portefeuillehouders en de watergraaf.

  • 2. De ambtelijke organisatie kent de volgende hoofdindeling:

    • Directie met onderlinge taakverdeling en aandachtsgebieden.

    • Overig management bestaande uit: programmaeigenaren, HR-managers en de procesmanagers.

    • Overige medewerkers werkzaam voor processen en projecten.

  • 3. Het dagelijks bestuur regelt in een uitvoeringsbesluit horende bij deze organisatieregeling, de indeling van en de taakverdeling binnen de ambtelijke organisatie. 1

  • 4. In aanvulling op het in lid 3 genoemde uitvoeringsbesluit wordt voor de indeling van en de taakverdeling binnen de organisatie uitgegaan van de in artikel 3 lid 1 van de Ambtelijke bevoegdhedenregeling 2009 genoemde functies en de nadere uitwerking daarvan in het Bevoegdhedenregister van die regeling.

III Bestuurlijke organisatie

Artikel 3 Algemeen bestuur

  • 1. Het algemeen bestuur is het hoogste bestuursorgaan van het waterschap en heeft een kaderstellende, richtinggevende en toetsende functie voor de strategische aspecten van de taakuitoefening.

  • 2. De aan het algemeen bestuur toegekende taken vinden hun wettelijke grondslag in hoofdstuk X van de Waterschapswet.

  • 3. Vergaderingen en andere werkzaamheden van het algemeen bestuur zijn nader geregeld in het Reglement van orde algemeen bestuur 2009.

Artikel 4 Commissies

  • 1. Uit het algemeen bestuur worden vaste commissies van advies benoemd die adviseren aan het dagelijks bestuur. De instelling, samenstelling, werkwijze en aandachtsgebieden van de vaste commissies zijn geregeld in het Reglement van orde voor de vaste commissies 2009, het Reglement voor de Rekeningcommissie 2014 en het Reglement voor de auditcommissie 2009 c.q. in wijzigingen en aanvullingen van die reglementen.

  • 2. Daarnaast kunnen door het algemeen bestuur bijzondere commissies worden ingesteld. De instelling, samenstelling en werkwijze hiervan zijn geregeld in artikel 66 van het Reglement van orde algemeen bestuur 2009.

Artikel 5 Dagelijks bestuur

  • 1. Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse aangelegenheden van het waterschap en heeft een kaderstellende, richtinggevende en toetsende functie voor de tactische aspecten van de taakuitoefening.

  • 2. De aan het dagelijks bestuur toegekende taken vinden hun wettelijke grondslag in hoofdstuk XI van de Waterschapswet.

  • 3. Het dagelijks bestuur verstrekt aan de secretaris-directeur opdracht tot het uitvoeren van de in de begroting opgenomen strategische doelen en stelt hiervoor benodigde kaders en middelen beschikbaar.

  • 4. Het dagelijks bestuur voert overleg met de directie en de programmaeigenaren over de realisatie van de doelen en de daarvoor in te zetten middelen.

  • 5. Het dagelijks bestuur legt over de behaalde resultaten verantwoording af aan het algemeen bestuur.

  • 6. Het dagelijks bestuur regelt bij besluit de indeling in portefeuilles alsmede de toewijzing van de portefeuilles en de benoeming van de eerste en tweede loco-watergraaf.

  • 7. Vergaderingen en andere werkzaamheden van het dagelijks bestuur zijn nader geregeld in het Reglement van orde dagelijks bestuur 2009.

  • 8. Een lid van het dagelijks bestuur vertegenwoordigt het waterschap in voorkomende gevallen bij de Unie van Waterschappen op basis van een daartoe verstrekt mandaat.

Artikel 6 Portefeuillehouder

  • 1. De portefeuillehouder heeft een signalerende, coördinerende en initiërende rol ten aanzien van de aan hem toebedeelde portefeuille.

  • 2. De portefeuillehouder geeft vanuit zijn portefeuille sturing aan de inhoud van bestuursvoorstellen. Dit doet hij in de voorbereidende fase in overleg met de ambtelijke organisatie en in het portefeuillehouderoverleg. In de besluitvormende fase doet hij dit in het dagelijks bestuur, de vaste commissies en het algemeen bestuur.

  • 3. De portefeuillehouder onderhoudt vanuit zijn portefeuille externe contacten.

Artikel 7 Watergraaf

  • 1. De watergraaf is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur en heeft een signalerende, coördinerende en initiërende functie ten aanzien van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de externe omgeving.

  • 2. De watergraaf is portefeuillehouder van de op zijn taak afgestemde portefeuilles.

  • 3. De aan de watergraaf toegekende taken vinden hun wettelijke grondslag in hoofdstuk XII van de Waterschapswet.

  • 4. De watergraaf wordt bij afwezigheid vervangen door de eerste loco-watergraaf. Bij afwezigheid van laatstgenoemde vervangt de tweede loco-watergraaf.

IV Ambtelijke organisatie

Artikel 8 Secretaris-directeur

  • 1. De secretaris-directeur is als algemeen directeur eindverantwoordelijk voor de ambtelijke organisatie en de bedrijfsvoering.

  • 2. De aan de secretaris-directeur in zijn functie als secretaris toegekende taken vinden hun wettelijke grondslag in hoofdstuk VIII van de Waterschapswet. In de “Instructie voor de secretaris” stelt het algemeen bestuur nadere regels over de taken van en de uitoefening van bevoegdheden door de secretaris-directeur in zijn functie als secretaris.

  • 3. De secretaris-directeur wordt in zijn functie als secretaris en als algemeen directeur bij tijdelijke afwezigheid vervangen door de directeur bedrijfsvoering. Bij afwezigheid van laatstgenoemde wordt deze vervangen door een ander door het dagelijks bestuur schriftelijk aangewezen functionaris.2

Artikel 9 Directie

  • 1. De directie is verantwoordelijk voor het realiseren van de strategische doelen.

  • 2. De directie bepaalt de koers van de ambtelijke organisatie en de bedrijfsvoering, maakt resultaatafspraken met het dagelijkse bestuur en met de programmaeigenaren en legt verantwoording af aan het dagelijkse bestuur over de voortgang hiervan (doelen en middelen)

  • 3. De directie deelt doelen en middelen toe aan de programma’s en maakt afspraken met de programmaeigenaren over de realisatie van de doelen en de inzet van de middelen.

  • 4. De directie deelt formatie, medewerkers, ontwikkelbudget en inhuurbudget toe aan de HR-managers.

Artikel 9A Algemeen Directeur

  • 5. De algemeen directeur is hoogst leidinggevende van de ambtelijke organisatie.

  • 6. De algemeen directeur maakt in de rol van programmadirecteur afspraken met de programmaeigenaren van de aan hem toegewezen programma’s over de realisatie van de doelen en inzet van middelen.

  • 7. De algemeen directeur is HR-manager van de programmaeigenaren en de directeur bedrijfsvoering.

Artikel 9B Directeur bedrijfsvoering

  • 8. De directeur bedrijfsvoering maakt in de rol van programmadirecteur afspraken met de programmaeigenaren van de aan hem toegewezen programma’s over de realisatie van de doelen en inzet van middelen.

  • 9. De directeur bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de bedrijfsvoering overall zoals die is uitgewerkt in (ontwerp, werking) van de individuele bedrijfsprocessen.

  • 10. De directeur bedrijfsvoering is HR-manager voor de procesmanagers

  • 11. De directeur bedrijfsvoering wordt bij tijdelijke afwezigheid vervangen door de secretarisdirecteur. Bij afwezigheid van laatstgenoemde vervangt een schriftelijk door het dagelijks bestuur aangewezen functionaris.

Artikel 10 Concerncontroller

  • 1. De concerncontroller is adviseur van bestuur, directie en management en ondersteunt de directie bij haar sturende, richtinggevende en kaderstellende rol.

  • 2. De concerncontroller kan in voorkomende gevallen, het bestuur rechtstreeks adviseren ter waarborging van een goede invulling van de controlfunctie.

Artikel 11 Programmaeigenaar

  • 1. De programmaeigenaar is verantwoordelijk voor en stuurt op het realiseren van de doelen en de inzet van middelen binnen zijn programma, en het afstemmen hiervan met de andere programma’s.

  • 2. De programmaeigenaar legt verantwoording af over zijn programma aan de directie.

  • 3. De programmaeigenaar vertaalt, samen met de directie enerzijds en de procesmanagers anderzijds, de (programma)doelen naar resultaten voor processen en projecten en stelt daarvoor middelen aan de procesmanagers beschikbaar. Hij kan ook opdrachtgever zijn van binnen zijn programma vallende projecten.

  • 4. De programmaeigenaar informeert, adviseert en consulteert de portefeuillehouder over de voortgang en de realisatie van de bestuurlijke doelen binnen zijn programma.

  • 5. De programmaeigenaren vervangen elkaar bij afwezigheid.

Artikel 12 HR-manager

  • 1. De HR-manager draagt zorg voor het welzijn, ontwikkelen en beoordelen van de aan hem toebedeelde medewerkers.

  • 2. De HR-manager is verantwoordelijk voor de instroom en uitstroom van de aan hem toebedeelde medewerkers en stemt dit af op de capaciteitsbehoeften in de bedrijfsprocessen.

  • 3. De HR-manager zorgt in afstemming met de andere HR-managers voor de inzetbaarheid van de capaciteit binnen de aan hem beschikbaar gestelde formatie.

  • 4. De HR-manager verdeelt het aan hem toegekende ontwikkelbudget toe aan de medewerkers.

  • 5. HR-managers vervangen elkaar bij afwezigheid. 3

Artikel 13 Procesmanager

  • 1. De procesmanager is verantwoordelijk voor en stuurt op het behalen van de resultaten van het (de) aan hem toebedeelde bedrijfsproces(sen).

  • 2. De procesmanager vertaalt samen met de programmaeigenaren de doelen naar resultaten binnen de aan hem toebedeelde bedrijfsprocessen, en legt verantwoording af aan de programmaeigenaren over de resultaten en de inzet van de middelen

  • 3. De procesmanager deelt werkzaamheden binnen zijn proces(en) toe aan medewerkers en maakt afspraken met de medewerkers en projectleiders over de realisatie.

  • 4. De procesmanager is verantwoordelijk voor de kwaliteit (ontwerp, werking) van de aan hem toebedeelde bedrijfsproces(sen).

  • 5. Procesmanagers vervangen elkaar bij afwezigheid.4

Artikel 14 Opdrachtgever van projecten

  • 1. De opdrachtgever initieert en organiseert (een samenstel van) projecten, en maakt afspraken met projectleiders over de te behalen projectresultaten en de toedeling van de daarbij behorende middelen.

  • 2. De opdrachtgever legt verbanden tussen de projecten en bewaakt een goede afstemming tussen projecten.

  • 3. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor het borgen van projectresultaten in de bedrijfsprocessen.

  • 4. De rol van opdrachtgever kan worden uitgeoefend door directeuren, programmaeigenaren, procesmanagers, en door medewerkers met de functie van gemandateerd opdrachtgever.

Artikel 15 Projectleider

  • 1. De projectleider is verantwoordelijk voor en stuurt op het behalen van de resultaten van het project waarvoor hij een opdracht heeft gekregen van de opdrachtgever.

  • 2. De projectleider bepaalt samen met de opdrachtgever het projectresultaat, en legt verantwoording af aan de opdrachtgever over de resultaten en de inzet van de middelen van de aan hem toebedeelde project(en).

  • 3. De projectleider vertaalt de opdracht naar projectactiviteiten, deelt werkzaamheden toe aan medewerkers in het project, en maakt afspraken met deze medewerkers over de realisatie.

  • 4. De projectleider is verantwoordelijk voor de kwaliteit (ontwerp, werking) van de aan hem toebedeelde project(en).

  • 5. De rol van projectleider kan worden uitgeoefend door een medewerker met de functie projectleider, een medewerker die een incidentele projectopdracht heeft gekregen, of een ingehuurde projectleider die een projectopdracht heeft gekregen en aanvaard.

  • 6. Van projectleiderschap is sprake indien de projectopdracht is verstrekt overeenkomstig de bij het waterschap gebruikelijke systematiek.

Artikel 16 Medewerker

  • 1. De medewerker werkt voor processen en projecten en is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de werkzaamheden die aan hem zijn toebedeeld.

  • 2. De medewerker bepaalt samen met de procesmanager(s) en/of projectleider(s) hoe hij en wanneer hij de werkzaamheden uitvoert, en legt verantwoording af aan de procesmanager c.q. projectleider over de door hem uitgevoerde activiteiten.

  • 3. De medewerker verricht zijn werkzaamheden zoals opgenomen in zijn/ haar functiebeschrijving en binnen de kaders van het proces/ project waarvoor hij/ zij werkzaam is.

  • 4. De medewerker wordt beoordeeld en in zijn welzijn en ontwikkeling gefaciliteerd door de aan hem toebedeelde HR-manager.

Artikel 17 Bevoegdheden

De in bepaling 8 t/m 16 genoemde functionarissen zijn verplicht bij hun taakuitoefening de bepalingen van de Ambtelijke bevoegdhedenregeling 2009 inclusief wijzigingen daarvan in acht te nemen.

VI Slotbepaling

Artikel 18

  • 1.

    Deze regeling treedt, onverminderd het bepaalde in artikel 2, derde lid enartikel 5, zesde lid, in werking met ingang van de dag na bekendmaking op de wettelijk voorgeschreven wijze van dit besluit en werkt terug tot 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als “Organisatieregeling Waterschap De Dommel 2015”.

Artikelsgewijze toelichting behorend bij de Organisatieregeling

Waterschap De Dommel 2015

Algemeen

De organisatieregeling beschrijft de organisatorische indeling en de bedrijfsvoering van Waterschap De Dommel. De basis van de bedrijfsvoering zijn de bedrijfsprocessen. De procesresultaten dragen bij aan de realisatie van doelen binnen programma’s. De verantwoording over de realisatie van doelen en middelen geschiedt via de programma’s.

De bevoegdhedenregeling beschrijft per functie de daarbij behorende bevoegdheden uitgaande van de daarbij behorende taken en processen.

In deze toelichting volgt, indien nodig, een nadere uitleg per artikel.

Artikel 2 Organisatorische indeling

Het dagelijks bestuur regelt bij uitvoeringsbesluit de indeling van en de taakverdeling binnen de ambtelijke organisatie. Een uitzondering hierop zijn de taken van en de uitoefening van bevoegdheden door de secretarisdirecteur in zijn functie als secretaris. Deze worden op grond van artikel 17, Reglement voor het Waterschap de Dommel 2008, geregeld in een door het algemeen bestuur opgestelde instructie: “Instructie voor de secretaris”.

De voor de taken van de ambtelijke organisatie benodigde bevoegdheden worden, voor zover dit niet geregeld is in deze verordening, geregeld in de Ambtelijke bevoegdhedenregeling.

Artikel 3 Algemeen bestuur5

De taken van het algemeen bestuur zijn in de Waterschapswet geregeld. Het voert te ver om in deze regeling al deze taken specifiek te benoemen. De Waterschapswet hanteert het systeem dat alle taken m.b.t. regeling en bestuur bij het algemeen bestuur zijn weggelegd. Hiervan zijn uitgezonderd de expliciet bij/ krachtens de wet aan het dagelijks bestuur c.q. watergraaf opgedragen taken; waarbij wordt opgemerkt dat op grond van de wet de dagelijkse aangelegenheden bij het dagelijks bestuur berusten. Het algemeen bestuur heeft voorts een aantal taken gedelegeerd c.q. gemandateerd aan het dagelijks bestuur.

Bij Waterschap De Dommel gaat het bestuursmodel er van uit dat het algemeen bestuur in hoofdzaak belast is met:

  • ·

    het bepalen van de doelen;

  • ·

    het vaststellen van de (beleids)programma’s;

  • ·

    het vaststellen van het budget;

  • ·

    de controle op besteding van het budget;

  • ·

    het vaststellen van het strategisch beleid.

Uitwerking van deze taakbelasting brengt met zich mede dat het algemeen bestuur o.a. de volgende besluiten neemt:

• het vaststellen van de in het Waterbeheerplan en het Beleidsplan opgenomen (strategische)

doelstellingen;

• het beschikbaar stellen van de hiervoor benodigde middelen in de Beleidsbegroting;

• het toezicht houden op de bereikte resultaten aan de hand van de bestuursrapportages;

• het vaststellen van de voorjaarsnota en beleidsbegroting;

• het vaststellen van de tarieven;

• het vaststellen van de formatie.

In het Reglement voor het Waterschap De Dommel 2008 is in artikel 8 geregeld dat het algemeen bestuur voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een reglement van orde vaststelt.

Artikel 5 Dagelijks bestuur

De taken van het dagelijks bestuur zijn in de Waterschapswet geregeld. Hiertoe behoren in ieder geval de dagelijkse aangelegenheden. Naast de wettelijke taken houdt ons dagelijks bestuur zich specifiek ook bezig met:

• het overleggen met de geledingen over de bestuurlijke agenda;

• de formulering van het Beleidsplan en de Voorjaarsnota en de daaraan ten grondslag liggende omgevingsscan;

• de formulering van de beleidsbegroting en de daarin opgenomen (tactische) doelstellingen en het beschikbaar stellen van de hiervoor benodigde middelen;

• het toezicht houden op de bereikte resultaten aan de hand van de bestuursrapportages

In het Reglement voor het Waterschap De Dommel 2008 is in artikel 14 geregeld dat het dagelijks bestuur voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een reglement van orde vaststelt dat aan het algemeen bestuur wordt toegezonden.

In de Ambtelijke bevoegdhedenregeling mandateert het dagelijks bestuur bevoegdheden aan de Secretaris directeur en worden bevoegdheden onder gemandateerd aan ambtelijke functionarissen. Door middel van de bestuursrapportage legt het dagelijks bestuur (tussentijds) het algemeen bestuur verantwoording af over de realisatie en afwijkingen van het beleid dat in de begroting is opgenomen en de uitvoering daarvan.

Artikel 6 Portefeuillehouders

De portefeuillehouder heeft voor de inhoud van zijn portefeuille een signalerende, afstemmende en initiërende functie. Deze rollen komen ook in het portefeuillehoudersoverleg (PHO) tot uiting. Het PHO is een afstemmingsoverleg tussen de portefeuillehouder en vertegenwoordigers uit de ambtelijk organisatie over (de voortgang van) bestuurlijke doelen en de inhoud van bestuursvoorstellen. Het PHO heeft geen besluitvormende functie.

Portefeuillehouders bepalen de onderwerpen die op de bestuurlijke agenda worden geplaatst. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van bestuursvoorstellen. De portefeuillehouder bepaalt wanneer een voorstel ter besluitvorming aan het DB wordt voorgelegd.

De portefeuillehouder heeft voor de inhoud van zijn portefeuille de volgende taken:

• het voorzitten van de vergaderingen van de vaste commissies;

• het toelichten van bestuursvoorstellen aan de vaste commissies en het algemeen bestuur;

• het in overleg met de watergraaf samen vertegenwoordigen van het waterschap in externe contacten;

• het deelnemen aan externe overleggremia en – samenwerkingsverbanden; vertegenwoordiging van het waterschap indien en voor zover daartoe mandaat/ volmacht is verleend;

• het sturen met het oog op de in Beleidsplan, de Voorjaarsnota en Beleidsbegroting opgenomen doelen en het afleggen van verantwoording hierover aan het dagelijks bestuur.

Artikel 7 Watergraaf

De watergraaf is voorzitter en lid van het dagelijks bestuur en voorzitter (en geen lid) van het algemeen bestuur. De taken van de watergraaf zijn o.a. geregeld in de Waterschapswet. De watergraaf voert daarnaast de volgende taken uit:

  • 1.

    het voeren van overleg met de directie over strategische zaken en over ontwikkelingen in deambtelijke organisatie die mogelijk een bestuurlijke impact hebben;

  • 2.

    het vertegenwoordigen van het waterschap in externe contacten.

  • 3.

    het inhoud geven aan en uitvoeren van de tot zijn portefeuille behorende taken.

Artikel 8 Secretarisdirecteur

De functie van secretarisdirecteur is een gecombineerde functie. Enerzijds is hij algemeen directeur en daarmee eindverantwoordelijk voor de ambtelijke organisatie. Anderzijds is hij secretaris van het algemeen en het dagelijks bestuur.

In zijn rol als algemeen directeur vervult de secretarisdirecteur de volgende taken:

  • -

    Bewaker van de voortgang van de bedrijfsvoering aan de hand van de managementrapportages van programmaeigenaren en het door middel van de bestuursrapportages afleggen van verantwoording hierover aan de bestuursorganen.

  • -

    WOR-bestuurder, zijnde degene die op grond van de Wet op de ondernemingsraden door het dagelijks bestuur is aangewezen voor het voeren van overleg met de ondernemingsraad (mits aangewezen door het dagelijks bestuur);

  • -

    Direct leidinggevende/HR-manager van programmaeigenaren en de directeur bedrijfsvoering.

  • -

    Budgethouder: Samensteller van het Directieplan en beheerder van de hierin aan de secretarisdirecteur toegekende middelen;

In het Reglement voor het Waterschap De Dommel 2008 is in artikel 17 geregeld dat het algemeen bestuur in een instructie nadere regels stelt over de taken van en de uitoefening van bevoegdheden door de secretaris.

Het dagelijks bestuur regelt de vervanging van de secretarisdirecteur in zijn functie als secretaris. Het vervangen ziet zowel op de beslis- als de tekenbevoegdheid. De basis hiervoor is gelegd in artikel 55.a Waterschapswet. De vervanging van de SD is geregistreerd in de vervangingsregeling als bedoeld in artikel 7 lid 4 van de Ambtelijke bevoegdhedenregeling.

Artikel 9 Directie

De directie bestaat uit de secretarisdirecteur en de directeur bedrijfsvoering.

De directie bepaalt de strategische koers van de ambtelijke organisatie (zowel op het gebied van de

organisatieontwikkeling als op de uitvoering van de reglementaire taken).

De directie vertaalt in de rol van programmadirecteur de strategische koers naar programma’s, geeft integraal sturing aan die programma’s, stelt middelen beschikbaar en legt hierover verantwoording af aan het dagelijks bestuur. De programma’s zijn voor de sturing van de programma’s verdeeld over de twee directeuren.

De directie stelt een directieplan op. In dit directieplan geeft de directie de programmaeigenaren de opdracht om de programma’s verder door te vertalen naar de ambtelijke organisatie en stelt de hiervoor benodigde middelen beschikbaar en zijn tevens de gemaakte afspraken met de HR-managers over de ontwikkeling van de organisatie en de medewerkers opgenomen.

De middelen voor de ontwikkeling van de organisatie en de medewerkers worden via het programma Mens & Organisatie verdeeld over de HR-managers/medewerkers

De directie voert overleg met partners op strategisch niveau en gaat allianties aan en onderhoudt contacten met de externe omgeving. In dit kader participeert de directie in overleggremia binnen de Unie van Waterschappen en de Vereniging Directeuren Waterschappen.

Daarnaast is de directie sparringpartner en adviseur van het dagelijks bestuur, portefeuillehouders en collega-directie(team)leden en HR-managers en programmaeigenaren.

Binnen de directie wordt het principe van eenhoofdige leiding gehanteerd, dit wil zeggen dat de secretarisdirecteur altijd de beslissende stem heeft. Een aantal specifieke taken zijn aan de directeur bedrijfsvoering toebedeeld. Dit is het als programmadirecteur sturing geven aan hem toegewezen programma’s en sturing geven aan de effectiviteit en efficiency van de processen. Tevens is hij HR-manager van de procesmanagers.

In artikel 8, derde lid en artikel 9, achtste lid is geregeld wie respectievelijk de secretaris-directeur in zijn functie van algemeen directeur, en de directeur bedrijfsvoering bij tijdelijke afwezigheid vervangt. Het vervangen ziet zowel op de beslis- als de tekenbevoegdheid. De vervanging van de directeur Bedrijfsvoering is geregistreerd in de vervangingsregeling als bedoeld in artikel 7 lid 4 van de Ambtelijke bevoegdhedenregeling.

Artikel 10 De concerncontroller

De concern controller is adviseur van de directie en van het management en bestuur. De concern-controller ondersteunt de directie bij haar sturende, richtinggevende en kaderstellende rol. De concerncontroller is bevoegd om het bestuur rechtsreeks te adviseren ter waarborging van de goede invulling van de controlefunctie.

Artikel 11 Programmaeigenaar

Een programmaeigenaar is verantwoordelijk voor de realisatie van programma’s waarin de doelen en middelen ( geld en uren) met de directie zijn overeengekomen. Binnen de strategische kaders van de directie vertaalt hij samen met de procesmanagers en opdrachtgevers die doelen naar resultaten, maakt daarover met de procesmanagers en opdrachtgevers afspraken en stelt de benodigde middelen beschikbaar.

De programmaeigenaar kan als opdrachtgever voor projecten optreden. Echter ook een procesmanager kan als opdrachtgever voor binnen zijn proces vallende projecten optreden. Ook kan gebruik gemaakt worden van een gemandateerd opdrachtgever(zie ook artikel 13).

De programmaeigenaar legt aan de directie verantwoording af over de realisatie van de doelen en de inzet van middelen door middel van zogenaamde managementrapportages. Hij is eindverantwoordelijk voor planning en control op programmaniveau.

De programmaeigenaar is gesprekspartner voor de leden van het dagelijks bestuur over bestuurlijke issues.

De programmaeigenaren vervangen elkaar bij afwezigheid conform een op grond van de in artikel 7 lid 4 van de Ambtelijke bevoegdhedenregeling bedoelde vervangingsregeling.

De functie van Programmaeigenaar wordt gecombineerd met die van HRmanager voor medewerkers. Dit zijn niet noodzakelijkerwijs medewerkers die binnen zijn programma werken.

De Programmaeigenaren bepalen de inzet van de uren naar de producten en de HRmanagers

bepalen de verdeling van de uren naar de medewerkers.

Afstemming van programmaoverstijgende zaken vindt plaats in het overleg van het managementteam bestaande uit de Directie, Programmaeigenaren en manager SEO.

Art 12 HR-manager

De HR-manager zorgt voor het welzijn de ontwikkeling en de beoordeling van aan hem toegewezen medewerkers. In overleg met programmaeigenaren en procesmanagers zorgt hij voor de beschikbaarheid en inzetbaarheid (kwaliteit en capaciteit) van medewerkers. Hij voert ontwikkel- en beoordelingsgesprekken, stelt scholings/ontwikkelplannen op en zorgt voor aanstelling en vervanging.

Voor de beoordeling en ontwikkelplannen consulteert hij de procesmanager en projectleider.

Voor scholing, ontwikkeling en vervanging beschikt hij over een budget waarover hij binnen het HRMbeleid gestelde kaders kan beschikken.

Binnen Waterschap De Dommel is er voor gekozen om de HRtaak maar bij een beperkt aantal managementfunctionarissen te beleggen. Dit zijn de leden van de directie, programmaeigenaren en de Manager Samenwerking en Externe Ontwikkelingen ( SEO)

Afstemming over strategisch HRbeleid met effecten op de bedrijfsvoering vinden plaats in het overleg van het managementteam bestaande uit de Directie, Programmaeigenaren en HR-managers.

De HRmanagers vervangen elkaar bij afwezigheid conform een op grond van de in artikel 7 lid 4 van de Ambtelijke bevoegdhedenregeling bedoelde vervangingsregeling.

Artikel 13 Procesmanager

Afhankelijk van de omvang en samenhang van de processen kan de procesmanager meerdere

processen aansturen. De procesmanager is verantwoordelijk voor de resultaten van het aan hem

toebedeelde proces(sen). Hij maakt hierover afspraken met programmaeigenaren. De resultaten van één proces kunnen bijdragen aan het realiseren van meerdere doelen in meerdere programma’s.

De procesmanager is verantwoordelijk voor de uitvoering van de planning en control: sturen op de resultaten en ingezette middelen op procesniveau. Hij geeft functioneel (staat in Fuwater) leiding aan de medewerkers binnen het proces en treedt op als informant voor de Resultaat & Ontwikkelings- gesprekken die de HR-manager met deze medewerkers voert.

De procesmanagers vervangen elkaar bij afwezigheid conform een op grond van de in artikel 7 lid 4 van de Ambtelijke bevoegdhedenregeling bedoelde vervangingsregeling.

Artikel 14 Gemandateerd opdrachtgever van projecten

De rol van gemandateerd opdrachtgever kan hetzij structureel worden uitgevoerd op basis van een functie van gemandateerd opdrachtgever hetzij incidenteel op basis van een incidentele/ bepaalde opdracht van een programmaeigenaar of procesmanager. De reikwijdte van de functie is afhankelijk van de functiebeschrijving dan wel de incidentele opdracht.

Een gemandateerd opdrachtgever kan rechtstreeks onder een directeur, een programmaeigenaar of onder een procesmanager vallen.

Artikel 15 De projectleider

Uit dit artikel blijkt dat er sprake is van projectleider indien een projectopdracht via een door het waterschap gehanteerde systematiek wordt opgedragen en uitgevoerd. Het projectleiderschap komt in verschillende situaties voor:

  • -

    het komt voor bij medewerkers die een functie hebben met het sturen en beheersen van projecten als hoofdactiviteit; in die situatie wordt met projectleider gedoeld op een functie;

  • -

    het komt voor dat een medewerker incidenteel projectleider is voor een project dat via de voorgeschreven systematiek wordt opgedragen; in dat geval wordt met projectleider gedoeld op een rol;

  • -

    het komt voor dat ingehuurde externe medewerkers projectleider zijn van een of meer projecten; in die situatie wordt met projectleider gedoeld op een – ingehuurde – functie. Deze valt altijd onder verantwoordelijkheid van de opdrachtgever.


Noot
1

Artikel 24, eerste lid, onder a van de “Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap De Dommel” regelt dat het dagelijks bestuur in een besluit vastlegt een eenduidige indeling van de ambtelijke organisatie van het waterschap en een eenduidige toewijzing van de taken van het waterschap aan organisatorische eenheden.

In het Uitvoeringsbesluit, horende bij deze organisatieregeling, wordt de indeling van de ambtelijke organisatie in programma’s en processen beschreven en de taken die ieder proces heeft.

Noot
2

Op grond van artikel 55a, eerste lid van de Waterschapswet wordt de tijdelijke vervanging van de secretarisdirecteur in zijn functie als secretaris geregeld door het dagelijks bestuur. Omdat de functie van secretaris en algemeen directeur is verenigd in één persoon, is de vervanger van de functie van secretaris dezelfde als de vervanger van de functie van algemeen directeur.

Noot
3

De vervangingsregeling wordt schriftelijk vastgelegd op basis van artikel 7 van de Ambtelijke Bevoegdhedenregeling

Noot
4

De vervangingsregeling wordt schriftelijk vastgelegd op basis van artikel 7 van de Ambtelijke Bevoegdhedenregeling

Noot
5

Naast in reglementen van orde wordt de werkwijze van het bestuur beschreven in het bestuursmodel waterschap De Dommel, dat regelmatig met het bestuur wordt afgestemd en geactualiseerd.