Regeling vervallen per 04-12-2021

Besluit van het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel houdende regels omtrent de legger waterkering (Legger waterkering Waterschap De Dommel 2020)

Geldend van 25-04-2020 t/m 03-12-2021

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel houdende regels omtrent de legger waterkering (Legger waterkering Waterschap De Dommel 2020)

Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel besluit in gevolge artikel 5.1 van de Waterwet en artikel 78 lid 2 van de Waterschapswet:

  • -

    vast te stellen de Legger Waterkering 2020 welke omvat de regionale keringen als bedoeld in de Interim omgevingsverordening Provincie Noord-Brabant en de overige keringen die geen regionale functie hebben. De ligging van deze keringen is op kaart gezet. Het betreft keringen die in het beheer zijn bij Waterschap De Dommel op de kaarten, overeenkomstig de bij dit besluit behorende digitale gegevensbestanden:

    125 situatiekaarten, 64 kaartbladen en een overzichtskaart, afgesloten en gedateerd op 21 april 2020, genaamd: Legger_Waterkering 2020 KAARTBLAD.pdf;

LEGGER WATERKERING

1 Inleiding

Op grond van artikel 5.1 van de Waterwet is het waterschap verplicht een legger vast te stellen waarin ligging, vorm, afmetingen en constructie van een waterstaatswerk zijn opgenomen. Ook dienen de bij het waterstaatswerk behorende beschermingszones op kaart te worden aangegeven.

Op grond van artikel 4.14 van de Interim omgevingsverordening Provincie Noord-Brabant dienen in de legger tevens te worden opgenomen: het lengteprofiel en dwarsprofielen van de regionale keringen.

Daarnaast schrijft de Waterschapswet voor dat het waterschap dient te beschikken over een legger waarin de onderhoudsplichtigen en onderhoudsverplichtingen zijn opgenomen. Beide wettelijke verplichtingen zijn door het waterschap in één legger geïntegreerd.

De legger waterkering is uitgewerkt in een aantal bepalingen (hoofdstuk 2) en kaarten (hoofdstuk 3). In hoofdstuk 4 wordt een toelichting gegeven bij deze legger.

Voor het oppervlaktewater en bergingsgebieden zijn aparte leggers vastgesteld.

Deze herziening heeft betrekking op:

  • 1.

    Opnemen leggerbepalingen

  • 2.

    Verwerken wijzigingen regionale keringen en bijbehorende beschermingszones

  • 3.

    Verwerken wijzigingen overige keringen

2. Leggerbepalingen

Artikel 1: Begripsbepalingen

  • 1. beschermingszone: aan een waterkering grenzende beschermingszone zoals vastgelegd in de legger;

  • 2. coupure: een afsluitbare doorgang in een waterkering;

  • 3. kruin: de als zodanig in de legger aangegeven lijn van de bovenrand van een waterkering;

  • 4. ondersteunend kunstwerk: werken die van belang zijn voor de taakuitoefening van het waterschap, voor de waterkering of voor het functioneren van de waterhuishouding;

  • 5. legger: legger als bedoeld in artikel 5.1 van de wet of in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet;

  • 6. leggerkaart: kaart behorend bij de legger zoals opgenomen in hoofdstuk 4;

  • 7. maatgevend hoogwater: de bij de vastgestelde norm horende maatgevende waterstand van het buitenwater of regionale water;

  • 8. middenkruinlijn (MIK): de lijn in het midden van de kruin van de waterkering

  • 9. norm: in de wet of verordening vastgelegde norm waaraan de waterkering moet voldoen;

  • 10. onderhoudsplicht: onderhoudsplichtigen worden aangewezen tot het verrichten van gewoon of buitengewoon onderhoud;

  • 11. onderhoudsplichtigen: degenen die in artikel 4 zijn aangewezen tot het verrichten van gewoon of buitengewoon onderhoud;

  • 12. overige kering: waterkering - niet zijnde een primaire, regionale of compartimenteringskering - die beveiliging biedt tegen wateroverlast en op de legger staat;

  • 13. profiel van vrije ruimte: de ruimte zoals vastgelegd in de legger ter weerszijden van, boven en onder een waterstaatwerk of een toekomstig waterstaatswerk die naar het oordeel van het waterschap nodig is voor toekomstige verbeteringen;

  • 14. regionale kering: een waterkering zoals aangegeven in de Verordening en in de legger als regionale waterkering, die beveiliging biedt tegen overstroming anders dan door buitenwater:

  • 15. steunberm: lokale verhoging aan de binnen- of buitenzijde van een waterkering ten behoeve van de stabiliteit van die waterkering;

  • 16. talud: hellend oppervlak van oppervlaktewaterlichamen en waterkeringen;

  • 17. teen: de als zodanig in de legger aangegeven lijn van de onderrand van een waterkering;

  • 18. verordening: Interim omgevingsverordening Provincie Noord-Brabant;

  • 19. waterkering: kunstmatige hoogte, natuurlijke hoogte of gedeelte daarvan, of hoge gronden met ondersteunende kunstwerken, die een waterkerende of mede een waterkerende functie hebben en als dusdanig geregistreerd zijn in de legger;

  • 20. waterstaatswerk: oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk;

  • 21. waterstaatswerkzone: de contouren van een waterstaatswerk welke als zodanig in deze legger is opgenomen.

  • 22. wet: Waterwet.

Artikel 2: Categorieën waterkeringen

Op de leggerkaarten zijn de volgende categorieën waterkeringen opgenomen:

  • 1.

    Regionale waterkering;

  • 2.

    Overige waterkering.

Artikel 3: Ligging, vorm, afmetingen en constructie

De ligging vorm, afmetingen en constructie van de regionale waterkeringen is gebaseerd op normen voor waterveiligheid zoals vastgelegd in de Verordening.

Artikel 4: Werkingsgebied en beperkingengebied.

In deze legger zijn de volgende zoneringen vastgelegd:

  • 1.

    Waterkering: de zone van buitenteen tot binnen teen van de waterkering;

  • 2.

    Beschermingszones.

Artikel 5: Onderhoudsplichtigen

  • 1. Regionale en overige waterkeringen:

    • 1.

      Het gewoon onderhoud geschiedt door de eigenaar, tenzij in deze legger anders is bepaald;

    • 2.

      Het buitengewoon onderhoud geschiedt door het waterschap, tenzij in deze legger anders is bepaald.

  • 2. Ondersteunende kunstwerken:

    • 1.

      Het gewoon en buitengewoon onderhoud geschiedt door de onderhoudsplichtige van de waterkering;

    • 2.

      De onderhoudsplichtige voor de instandhouding van het doorstroomprofiel en het kunstwerk is aangewezen in de legger oppervlaktewaterlichamen Waterschap De Dommel;

  • 3. Afsluitmiddelen:

    • 1.

      Het gewoon en buitengewoon onderhoud van afsluitmiddelen voor oppervlaktewaterlichamen gelegen in of nabij waterkeringen geschiedt door de onderhoudsplichtige van het ondersteunende kunstwerk.

    • 2.

      voor een oppervlaktewaterlichaam die is gelegen in of bij een (regionale) kering, rust op de onderhoudsplichtige van dit ondersteunend kunstwerk.

  • 4. De onderhoudsplicht van de waterkering bij het Van Abbemuseum alsmede enkele bijbehorende hoogwaterbeschermingsmaatregelen zoals aangegeven op kaartblad .. van deze legger komt ten laste van de gemeente Eindhoven.

Artikel 6: Slotbepalingen

  • 1. De volgende leggers waterkering worden ingetrokken:

    • -

      Besluit Legger regionale keringen d.d. 22 januari 2013

    • -

      Besluit Legger overige waterkeringen d.d. 6 december 2016

  • 2. Deze legger waterkering treedt in werking met ingang van 1 april 2020;

  • 3. Deze legger wordt aangehaald als: “Legger waterkering Waterschap De Dommel 2020.

3. Leggerkaarten

De volgende kaarten maken deel uit van de legger waterkering 2020:

Overzichtskaarten: 2020 Overzichtskaart

Situatiekaarten 2020_01 t/m 2020_125

Dwarsprofielen LDP_01 t/m LDP_15 (64 kaartbladen)

Ondertekening

Vastgesteld op 21 april 2020

het dagelijks bestuur,

E. de Ridder

watergraaf

A.G. Dekker

secretaris

4. Toelichting leggerbepalingen

Artikel 1: Begripsbepalingen

In dit artikel zijn begrippen die van belang zijn voor de legger gedefinieerd.

Artikel 2: Categorieën waterkering

Voor de legger waterkering wordt uitgegaan van de regionale keringen die in de Verordening zijn vastgelegd en de overige keringen.

Regionale keringen

In 2013 heeft het dagelijks bestuur een eerste legger voor regionale keringen vastgesteld. Een regionale waterkering is een kering, niet zijnde primaire waterkering als bedoeld in de Waterwet, die als zodanig is aangewezen in de Verordening water Noord-Brabant. De functie van deze waterkeringen is om het achterliggende gebied te beschermen tegen overstromingen. De norm die voor de regionale waterkeringen in het HOWABO gebied geldt is 1/150 jaar. Buiten HOWABO is de norm 1/100 jaar. Dit betekent dat de waterkeringen een waterstand moeten kunnen keren die gemiddeld eens in de 150 jaar respectievelijk 100 jaar voorkomt. De regionale waterkeringen van Waterschap De Dommel beschermen onder andere de gemeenten Den Bosch, Vught en Haaren tegen overstromingen. De regionale waterkeringen hebben dus een belangrijke functie in het gebied.

Er is een aantal wijzigingen doorgevoerd voor de regionale en overige keringen ten opzichte van de legger regionale keringen van 2013 en de legger overige keringen van 2016. Bij de trajecten Moergestel en Halder hebben onderzoeken aangetoond dat de keringen niet langer de status verdienen van regionale kering, maar hier sprake is van een overige kering. Bij ander locaties zoals ‘Waterbergingsgebied Kleine Dommel’ en ‘Knooppunt de Hogt’ voldoen de keringen aan de definitie van regionale kering. Het traject Sint-Oedenrode is aangetoond dat een deel van de regionale kering over gaat naar de status overige kering. Al deze projecten zijn verwerkt op de kaart van de Interim omgevingsverordening van de provincie. Deze verordening is op 1 november 2019 vastgesteld en is op 5 november 2019 in werking getreden.

Overige keringen

In 2016 heeft het waterschap ook een inventarisatie gemaakt van de overige keringen. De overige keringen hebben een raakvlak me het lokale watersysteem (wateroverlast). Het betreft keringen die gelegen zijn langs beekdalen, bergingsgebieden en langs kanalen die in het beheer zijn bij het waterschap (het Eindhovens kanaal en het Beatrix kanaal).

Aan de status ´overige waterkering´ zijn vanuit het Rijk of de provincie geen verplichtingen verbonden zoals een periodieke veiligheidstoetsing, welke voor primaire en regionale keringen verplicht is. Het waterschap kan (en moet) zelf de eisen ten aanzien van deze waterkeringen vastleggen. Logischerwijs wordt bij het ontwerp van de overige keringen wel aangesloten bij de systematiek van de regionale keringen, zij het in een lichtere vorm.

De overige keringen zijn op dit moment als een lijnelement opgenomen op de legger. De verwachting is dat er medio 2020 meer informatie beschikbaar is zodat de keringen als een vlak kunnen worden opgenomen en zijn er ook (dwars)profielen bekend. Deze gegevens worden mee genomen in een partiële herziening van deze legger.

Artikel 3: Ligging, vorm, afmetingen en constructie

Volgens artikel 5.1 van de Waterwet is de waterbeheerder verplicht om een legger vast te stellen waaraan waterstaatwerken (waaronder waterkeringen) qua ligging, vorm, afmetingen en constructie moeten voldoen. De hierbij te hanteren normen voor de regionale keringen zijn vastgelegd in de provinciale verordening.

In de bij de legger horende kaarten zijn de vereiste gegevens geografisch vastgelegd (zogenaamde ‘leggerprofiel’). Daarbij zijn de vastgestelde ontwerpen van de laatste verbeteringsprojecten als uitgangspunt gehanteerd. Een en ander is weergegeven in situatietekeningen, dwarsprofielen, lengteprofielen en detailtekeningen (ondersteunende kunstwerken).

In figuur 3.1 is het principe van het leggerprofiel zichtbaar gemaakt in combinatie met enkele veelgebruikte benamingen en nader gedefinieerde begrippen.

afbeelding binnen de regeling

Het profiel dat voor de legger wordt gehanteerd voor de regionale waterkering is een theoretisch profiel dat minimaal nodig is om het water te kunnen keren. De ligging vorm, afmetingen en constructie van de regionale waterkeringen is gebaseerd op normen voor waterveiligheid zoals vastgelegd in de Verordening; Meestal is de dijk buiten iets groter / ruimer. We noemen dat het beheerprofiel.

Het leggerprofiel is opgebouwd uit een buitentalud (waterzijde), een kruin, en een binnentalud en eventueel een stabiliteitsberm. Ook die gronden direct naast het dijklichaam die nodig zijn om deze veilig en stabiel te houden behoren hiertoe. Deze zone wordt de beschermingszone genoemd en kan variëren afhankelijk van de lokale omstandigheden.

Artikel 4: Werkingsgebied en beperkingengebied

Naast de gegevens zoals beschreven in artikel 3 moet het waterschap ook eventuele beschermingszones en een profiel van vrije ruimte opnemen in de legger.

Onderstaand wordt puntsgewijs een toelichting gegeven op de in deze legger gehanteerde zones.

4.1: Werkingsgebied waterkering

Dit is de ruimte begrensd door de eigenlijke waterkering. Deze zone loopt van de binnenteen tot de buitenteen van het leggerprofiel. Qua hoogte wordt deze zone begrensd door de binnenkruin en de buitenkruin.

Deze zone vormt het hart van de waterkering; hier gelden de strengste regels voor bijvoorbeeld graven, bouwen of andere werkzaamheden / activiteiten. Daarvoor wordt verwezen naar de keur en de bijbehorende algemene en beleidsregels.

4.2: Beperkingengebied beschermingszone

Deze zone is voornamelijk van belang voor de stabiliteit van de waterkering. Voorkomen moet worden dat activiteiten leiden tot het ‘achteruitgaan’ of afschuiven van de waterkering.

Artikel 5: Onderhoudsplichtigen

In de legger worden de onderhoudsplichtigen van de regionale en overige keringen aangewezen als het regulier en buitengewoon onderhoud. Dit geldt ook voor de ondersteunende kunstwerken en afsluitmiddelen.

Artikel 6: Slotbepalingen

Met het vaststellen van deze herziening van de legger waterkering wordt een aantal eerder vastgestelde leggers voor waterkering ingetrokken. In dit artikel is aangegeven om welke eerder vastgestelde leggers het gaat. Ook zijn ingangsdatum en citeertitel van de nieuwe legger opgenomen.