Regeling vervallen per 27-02-2009

Reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland 2005 (gewijzigd per mei 2005)

Geldend van 23-06-2005 t/m 26-02-2009 met terugwerkende kracht vanaf 16-06-2005

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland 2005 (gewijzigd per mei 2005)

HET ALGEMEEN BESTUUR VAN WATERSCHAP RIVIERENLAND;

overwegende, dat het gewenst is het reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur aan te passen;

gelet op artikel 11 van het algemeen reglement voor het waterschap Rivierenland

BESLUIT:

ter vervanging van het bestaande reglement van orde voor het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland;

vast te stellen het volgende “Reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland 2005 (gewijzigd per mei 2005)”;

Aanhef

Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    het waterschap: Waterschap Rivierenland;

  • b.

    dijkgraaf: de voorzitter van het waterschap;

  • c.

    lid: een lid van het algemeen bestuur;

  • d.

    college van dijkgraaf en heemraden: het dagelijks bestuur van Waterschap Rivierenland;

  • e.

    secretaris: de secretaris-directeur van Waterschap Rivierenland;

  • f.

    amendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig concept-besluit, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

  • g.

    sub-amendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement waarop het betrekking heeft;

  • h.

    motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • i.

    voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;

  • j.

    initiatiefvoorstel: voorstel, door een lid of door meerdere leden gedaan, buiten de agenda vallend, dat zo spoedig mogelijk schriftelijk op de agenda van de vergadering van het algemeen bestuur geplaatst wordt.

Artikel 2 Onderzoek geloofsbrieven

  • 1. Het onderzoek van de geloofsbrieven en de daarbij te overleggen stukken wordt gedaan door een door de dijkgraaf te benoemen commissie bestaande uit tenminste vier leden (uit elke categorie tenminste één), en een ambtelijk secretaris.

  • 2. De commissie brengt schriftelijk verslag uit van het onderzoek aan de vergadering. Het algemeen bestuur beslist vervolgens over de toelating.

Artikel 3 Openbaar maken andere functies

In geval van een wijziging in de functies die de leden vervullen naast het lidmaatschap van het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland, doen zij hiervan binnen twee weken schriftelijk opgave.

Artikel 4 Benoeming leden dagelijks bestuur

Voor de benoeming van de leden van het college van dijkgraaf en heemraden doet elke categorie uit haar midden een voordracht van beschikbare kandidaten. De stemming vindt plaats over de voorgedragen kandidaten.

Artikel 5 Bestuurlijke afdelingen en commissies

  • 1. Ten behoeve van de regeling van de orde voor bestuurlijke afdelingen worden bij afzonderlijke verordening regels gesteld omtrent de zittingsduur, adviestaken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van een afdelingsbestuur.

  • 2. Indien gebruik gemaakt wordt van de bevoegdheid tot het instellen van commissies geschiedt de regeling van de orde voor die commissies bij afzonderlijke door het algemeen bestuur vast te stellen verordening, waarin in ieder geval regels worden gesteld omtrent de benoeming, zittingsduur, adviestaken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van een commissie.

Hoofdstuk 2 Vergaderingen

Ordebepalingen

Artikel 6 Plaats

Het algemeen bestuur vergadert als regel in Tiel.           

Artikel 7 Dijkgraaf

  • 1. De dijkgraaf is voorzitter van de vergadering. Hij wordt bij afwezigheid vervangen door een heemraad die daartoe door het college van dijkgraaf en heemraden wordt aangewezen. Deze voert de benaming van waarnemend dijkgraaf. Bij afwezigheid van de waarnemend dijkgraaf treedt de oudste heemraad in levensjaren als zodanig op.

  • 2. Onverminderd het elders in dit reglement bepaalde, is de dijkgraaf belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde bij de beraadslagingen;

    • c.

      het nauwgezet in acht nemen en doen naleven van dit reglement;

    • d.

      het geven van voldoende gelegenheid aan de leden tot het uiten van hun opvattingen omtrent een in behandeling zijnde onderwerp;

    • e.

      het stellen van de conclusie waarover zal worden gestemd;

    • f.

      het doen plaatsvinden van de nodige stemmingen en het bekendmaken van de uitslag der stemmingen.

Artikel 8 Secretaris

  • 1. De secretaris is bij elke vergadering van het algemeen bestuur aanwezig. Hij staat het algemeen bestuur, de dijkgraaf en de heemraden ter zijde bij de uitoefening van hun taak en draagt zorg voor de notulen van de vergaderingen.

  • 2. De secretaris wordt bij verhindering vervangen door een plaatsvervanger.

  • 3. Voor zover dat nodig is om het algemeen bestuur, de dijkgraaf en de heemraden ter zijde te staan, kan hij deelnemen aan de beraadslagingen. Hij richt zich dan tot de dijkgraaf en neemt de bepalingen van dit reglement in acht.

Artikel 9 Vergaderschema

  • 1. Het algemeen bestuur vergadert tenminste zesmaal per jaar.

  • 2. Het college van dijkgraaf en heemraden stelt vóór de aanvang van ieder kalenderjaar een schema op voor de in dat jaar te houden vergaderingen. Het algemeen bestuur stelt het vergaderschema vast.

Artikel 10 Vergaderingen op verzoek

  • 1. Het algemeen bestuur vergadert voorts indien de dijkgraaf of het college van dijkgraaf en heemraden het nodig oordeelt of indien tenminste een derde van het aantal leden waaruit het algemeen bestuur bestaat, schriftelijk met opgave van redenen daarom verzoekt.

  • 2. Deze vergadering wordt gehouden binnen drie weken nadat het verzoek is ontvangen. De dijkgraaf kan in overleg met het college van dijkgraaf en heemraden van deze termijn afwijken.

Artikel 11 Oproeping, agenda, voorstellen

  • 1. De dijkgraaf roept de leden tenminste tien dagen voor de vergadering schriftelijk op. De agenda en de bij de agenda behorende voorstellen worden tegelijk met de oproeping verzonden. De termijn van tien dagen geldt niet voor aanvullingen op de agenda en spoedeisende gevallen.

  • 2. Tegelijkertijd met de oproeping brengt de dijkgraaf, spoedeisende gevallen uitgezonderd, dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen, met uitzondering van de in artikel 37, eerste en tweede lid van de Waterschapswet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproeping op een bij openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.

  • 3. De agenda bevat, voor zover nodig, een opgave van de overige aan het algemeen bestuur gerichte stukken.

Artikel 12 Presentielijst

  • 1. De leden tekenen de presentielijst bij aankomst in de vergaderzaal.

  • 2. Zonder voorafgaande tekening van de presentielijst kan het betrokken lid in de vergadering niet het woord voeren of aan de stemmingen deelnemen.

  • 3. Een lid dat voor het sluiten de vergadering verlaat, geeft daarvan kennis aan de dijkgraaf.

  • 4. Bij het sluiten van de vergadering wordt de presentielijst gesloten en door de dijkgraaf getekend.

Artikel 13 Opening van de vergadering en quorum

  • 1. De dijkgraaf opent de vergadering niet, voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden de presentielijst heeft getekend.

  • 2. Indien 30 minuten na het tijdstip waarop de opening van de vergadering is vastgesteld, het vereiste quorum niet aanwezig is, wordt door de dijkgraaf geconstateerd dat wegens te geringe opkomst de vergadering niet kan worden gehouden, waarbij hij tevens mededelingen van orde kan doen die hij noodzakelijk acht en belegt de dijkgraaf opnieuw een vergadering. Tussen deze vergadering en de eerste liggen tenminste twee werkdagen. 

  • 3. Op de vergadering bedoeld in het tweede lid, is niet vereist dat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is. Het algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd, alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

Artikel 14 Voorstemmingsnummer

Bij het openen van de vergadering trekt de dijkgraaf een nummer uit een bus, waarin zich een aantal nummers bevindt gelijk aan dat der leden. Het lid dat onder dit nummer de presentielijst heeft getekend, brengt bij de stemmingen als eerste zijn stem uit. De rondvraag neemt een aanvang bij dit lid. 

Artikel 15 Volgorde van sprekers

  • 1. Geen lid voert het woord dan na het van de dijkgraaf te hebben verkregen. De dijkgraaf verleent het woord in het algemeen in de volgorde waarin het hem in de vergadering is gevraagd. De dijkgraaf kan interrupties toelaten.

  • 2. De volgorde kan verbroken worden wanneer een lid het woord verlangt over een persoonlijk feit. De dijkgraaf beslist of iets een persoonlijk feit is.

  • 3. De dijkgraaf kan in de vergadering het woord geven aan de secretaris-directeur of aan anderen dan de leden.

Artikel 16 Beperking van de spreekbeurten; spreektijd

  • 1. Behalve de dijkgraaf voert niemand meer dan tweemaal over hetzelfde onderwerp het woord, tenzij met toestemming van de vergadering.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op het lid van het college van dijkgraaf en heemraden dat met de verdediging van een voorstel is belast, ieder lid dat een voorstel heeft gedaan en de rapporteur van een commissie.

  • 3. De dijkgraaf is bevoegd, in overleg met de vergadering, de spreektijd te bepalen.

  • 4. Zodra de in het derde lid bedoelde spreektijd is verstreken, is de spreker op uitnodiging van de dijkgraaf gehouden zijn rede terstond te beëindigen.

Artikel 17 Openbaarheid vergaderingen

De toehoorders kunnen de vergadering bijwonen op de hen aangeboden plaatsen. Alle tekenen van goed- of afkeuring zijn verboden.

Artikel 18 Spreekrecht toehoorders

  • 1. De dijkgraaf stelt toehoorders bij een openbare vergadering op hun verzoek in de gelegenheid in de vergadering het woord te voeren over één of meer agendapunten.

  • 2. Het verzoek dient uiterlijk voor het begin van de vergadering bij de secretaris van de vergadering of bij een ondersteunende ambtenaar te worden ingediend.

  • 3. De spreektijd voor een toehoorder is beperkt tot maximaal 5 minuten per agendapunt. De totale spreektijd per agendapunt is beperkt tot 15 minuten.

Artikel 19 Ordehandhaving

  • 1. De dijkgraaf zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze wordt verstoord, de vergadering voor een door hem te bepalen tijd te schorsen of te sluiten. Wanneer de orde op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, is de dijkgraaf bevoegd om deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 2. Indien een spreker beledigende of ongepaste uitdrukkingen gebruikt, afwijkt van de zaak in behandeling of op andere wijze de orde verstoort, wordt spreker door de dijkgraaf tot de orde geroepen.

  • 3. Als spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de dijkgraaf spreker het woord ontnemen.

  • 4. In de vergadering waarin een lid het woord is ontnomen, mag het lid niet meer aan de beraadslagingen over de zaak in behandeling deelnemen.

Voorstellen van leden

Artikel 20 Voorstel van orde

Een voorstel van orde, dat mondeling kan worden gedaan, komt onmiddellijk in behandeling, mits het door tenminste één ander lid mondeling wordt ondersteund. Een voorstel van orde kan uitsluitend de werkzaamheden van de vergadering betreffen. De dijkgraaf beslist of het voorstel er een van orde is.

Artikel 21 Initiatiefvoorstel

  • 1. Ieder lid heeft het recht aan het algemeen bestuur een schriftelijk voorstel in te dienen over een niet op de agenda vermeld onderwerp. Het voorstel komt in behandeling indien het door tenminste drie leden is ondertekend.

  • 2. Het voorstel moet uiterlijk vier werkdagen voor de vergadering door de dijkgraaf zijn ontvangen. Met instemming van de dijkgraaf kan in bijzondere gevallen van deze termijn worden afgeweken.

  • 3. De dijkgraaf brengt het voorstel zo spoedig mogelijk ter kennis van de leden. Het algemeen bestuur beslist op voorstel van de dijkgraaf wanneer het wordt behandeld.

Artikel 22 Motie

  • 1. Ieder lid heeft het recht over het onderwerp dat wordt behandeld een motie in te dienen, waarin het algemeen bestuur gevraagd wordt een gevoelen te uiten of een uitspraak te doen.

  • 2. Een motie moet schriftelijk bij de dijkgraaf worden ingediend en door tenminste drie leden zijn ondertekend.

  • 3. Een ingediende motie wordt zo spoedig mogelijk vermenigvuldigd en rondgedeeld, tenzij het algemeen bestuur besluit dat met voorlezing kan worden volstaan.

  • 4. De behandeling van een motie vindt plaats tegelijk met de beraadslaging over het in behandeling zijnde onderwerp, tenzij het algemeen bestuur besluit de motie later in behandeling te nemen.

Artikel 23 Amendement

  • 1. Ieder lid heeft het recht een amendement in te dienen dat strekt tot wijziging van het voorstel dat aan de orde is.

  • 2. Het tweede en derde lid van artikel 21 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Een amendement is ontoelaatbaar indien het een strekking heeft tegengesteld aan die van het voorstel, of indien er geen rechtstreeks verband bestaat tussen het voorstel en het amendement. Het algemeen bestuur beslist of een amendement ontoelaatbaar is.

Artikel 24 Inlichtingen

  • 1. Ieder lid kan het college van dijkgraaf en heemraden, de dijkgraaf, of een lid van het college van dijkgraaf en heemraden afzonderlijk schriftelijk vragen stellen. De vragen moeten kort en duidelijk geformuleerd, zo nodig voorzien van een korte toelichting, ondertekend bij de dijkgraaf worden ingediend. De dijkgraaf zendt de vragen zo spoedig mogelijk aan het algemeen bestuur. De schriftelijke beantwoording van de vragen geschiedt in de regel binnen een maand nadat de vragen zijn ingediend. Een afschrift van het antwoord wordt aan de overige leden toegezonden.  Wanneer beantwoording binnen een maand niet mogelijk blijkt, licht de dijkgraaf de leden schriftelijk in, onder opgave van redenen en termijn van uitstel.

  • 2. Een verzoek als bedoeld in artikel 89 of 97 Waterschapswet moet uiterlijk tien dagen voor een vergadering van het algemeen bestuur schriftelijk zijn ontvangen door de dijkgraaf.

  • 3. Het verzoek moet duidelijk geformuleerd het onderwerp en de te stellen vragen bevatten.

  • 4. De dijkgraaf brengt het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van het algemeen bestuur.

  • 5. Het antwoord op de gestelde vragen kan tevoren schriftelijk aan het algemeen bestuur worden medegedeeld.

  • 6. De behandeling van het verzoek vindt plaats in de eerstvolgende vergadering, tenzij het algemeen bestuur anders beslist.

Artikel 25 Sluiting van de beraadslaging

Wanneer de dijkgraaf meent dat een voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij het algemeen bestuur anders beslist. Op de beraadslaging volgt stemming.

Artikel 26 Stemverklaring

De dijkgraaf kan toelaten, dat na sluiting der beraadslagingen korte stemverklaringen worden afgelegd.

Stemmingen

Artikel 27 Deelname aan  en onthouding van de stemming

  • 1. Ieder lid dat ter vergadering aanwezig is en zich niet op grond van het tweede lid van stemming dient te onthouden, is verplicht aan elke stemming deel te nemen.

  • 2. Een lid neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem, rechtstreeks of middellijk, persoonlijk aangaat of waarbij hij als gemachtigde is betrokken.

  • 3. Een benoeming gaat iemand persoonlijk aan, wanneer hij behoort tot de personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt.

  • 4.Het tweede lid is niet van toepassing bij de beslissing betreffende de geloofsbrieven van de na periodieke verkiezing benoemde leden.

  • 5. Een lid dat zich ingevolge het bepaalde in dit artikel moet onthouden van stemming, geeft daarvan voor de stemming kennis aan de dijkgraaf.

Artikel 28 Totstandkoming besluit bij stemming

Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming is de volstrekte meerderheid vereist van het aantal uitgebrachte stemmen. Elk stembevoegd lid brengt één stem uit.

Artikel 29 Bepaling meerderheid bij schriftelijke stemmingen

  • 1. Voor de bepaling van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 26 worden – behoudens het bepaalde in het derde lid – bij een schriftelijke stemming geacht niet aan de stemming te hebben  deelgenomen de leden die van onwaarde zijnde briefjes hebben ingeleverd, waartoe worden gerekend stembriefjes:

    • a.

      welke blanco zijn;

    • b.

      welke ondertekend zijn of onduidelijk zijn ingevuld;

    • c.

      welke meer dan één naam vermelden;

    • d.

      welke in geval van benoemingen uit voordrachten en aanbevelingen van personen een naam vermelden die niet op de aan de orde zijnde voordracht of aanbeveling voorkomt;

    • e.

      welke een naam vermelden van een ander dan één van de personen waartoe de stemming is beperkt.

  • 2. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist het algemeen bestuur op voorstel vande dijkgraaf.

  • 3. Bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, worden leden die blanco stembriefjes hebben ingeleverd geacht aan de stemming te hebben deelgenomen.

Artikel 30 Nietigheid stemming; ongeldigheid stemming

  • 1. Er kan slechts tot stemming worden overgegaan indien meer dan de helft van het aantal stembevoegde leden aanwezig is.

  • 2. Een stemming is geldig, ongeacht het aantal aanwezige stembevoegde leden, in geval opnieuw wordt gestemd over een voorstel of over een benoeming, voordracht of aanbeveling van één of meer personen, waarover in een vroegere vergadering een stemming op grond van het bepaalde in het  eerste lid niet tot stemming kon worden overgegaan.

Artikel 31 Staken der stemmen

  • 1. Tenzij alle zitting hebbende leden aanwezig zijn, wordt bij staking van stemmen het nemen van een besluit uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

  • 2. Indien de stemmen staken ofwel in een voltallige vergadering ofwel voor de tweede maal over hetzelfde voorstel, wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

Artikel 32 Stemmingen over zaken

  • 1. Nadat de beraadslaging is gesloten of indien niemand het woord verlangt, brengt de dijkgraaf het voorstel tot besluitvorming.

  • 2. De dijkgraaf vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de dijkgraaf dit niet verlangt, stelt de dijkgraaf vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.

  • 3. De leden kunnen aantekening vragen dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd.

  • 4. Indien door één of meerdere leden stemming wordt gevraagd of wanneer de dijkgraaf dit verlangt, vindt stemming bij hoofdelijke oproeping plaats.

  • 5. De dijkgraaf deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 33 Stemming over amendementen en moties

  • 1. Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.

  • 2. Indien op een amendement een sub-amendement is ingediend, wordt eerst over het sub-amendement gestemd en vervolgens over het amendement.

  • 3. Indien twee of meer amendementen of sub-amendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de dijkgraaf de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel dat het meest verstrekkende amendement of sub-amendement het eerst in stemming wordt gebracht.

  • 4. Wordt een voorstel van verdere strekking als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid, aangenomen, dan vervallen de minder verstrekkende voorstellen.

  • 5. Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

Artikel 34 Stemmen over personen

  • 1. Wanneer een stemming over personen voor een benoeming, voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de dijkgraaf vier leden tot stemopnemers; een uit de categorie gebouwd, een uit de categorie ongebouwd, een uit de categorie ingezetenen en een uit de categorie bedrijfsgebouwd.

  • 2. De leden zijn verplicht elk één stembriefje in een daarvoor bestemde bus te deponeren, voor zover zij zich niet van stemming moeten onthouden.

  • 3. De inhoud van elk stembriefje wordt door een van de stemopnemers opgelezen, door een ander nagezien en door de beide overigen aangetekend. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist het algemeen bestuur. De stembriefjes worden terstond na afloop van de stemming vernietigd.

  • 4. De stemming is nietig indien het aantal ingeleverde stembriefjes groter is dan het aantal aanwezige leden voor zover deze zich niet van stemmen moesten onthouden, mits dit verschil van invloed heeft kunnen zijn op de uitslag.

  • 5. Er hebben zoveel stemmingen plaats als personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen.

Artikel 35 Stemmen over personen

  • 1. Wanneer niemand bij een stemming als bedoeld in artikel 32 de volstrekte meerderheid heeft verkregen, vindt een tweede vrije stemming plaats.

  • 2. Indien ook bij deze stemming geen volstrekte meerderheid wordt verkregen, vindt een derde stemming plaats tussen de twee personen op wie bij de tweede vrije stemming de meeste stemmen zijn uitgebracht. Zijn bij de tweede vrije stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, wordt bij een of meer tussenstemmingen uitgemaakt over welke twee personen de derde stemming zal lopen.

  • 3. Als na herstemming over personen het lot moet beslissen, worden de vereiste naambriefjes door een van de stemopnemers geschreven, door de overigen gecontroleerd en op gelijke wijze gevouwen en in een bus gedaan. Vervolgens neemt de dijkgraaf een van de briefjes uit de bus. Gekozen is degene wiens naam op dit briefje voorkomt.

Verslagen

Artikel 36 Verslaglegging

  • 1. Van de vergaderingen wordt een verslag gemaakt. Dit verslag bevat tenminste:

    • a.

      de namen van de leden die aanwezig, dan wel met kennisgeving afwezig waren;

    • b.

      een beknopte vermelding van de mededelingen, voorstellen, overwegingen en besluiten;

    • c.

      de uitkomst van stemmingen, waarbij in geval van stemmen bij hoofdelijke oproeping wordt aangegeven welke leden voor en welke tegen hebben gestemd;

    • d.

      de volledige teksten van amendementen en moties;

    • e.

      een beknopte weergave van wat tijdens de vergadering besproken is.

  • 2. Het verslag wordt in ontwerp aan de leden toegezonden en in de eerstvolgende vergadering vastgesteld.

  • 3. Het verslag van een besloten vergadering wordt vertrouwelijk behandeld totdat de geheimhouding is opgeheven.

  • Inlichtingen

Artikel 37 Inlichtingen

Een lid dat ten aanzien van een onderwerp dat niet op de agenda voorkomt mondeling vragen wil stellen aan het college van dijkgraaf en heemraden, de dijkgraaf, of een lid van het college van dijkgraaf en heemraden afzonderlijk, wordt daartoe de dijkgraaf in de gelegenheid gesteld aan het eind van de vergadering.

De mondelinge beantwoording geschiedt zo mogelijk dadelijk of in de eerstvolgende vergadering. Het aan de orde gestelde maakt geen onderwerp van beraadslaging uit, tenzij de vergadering anders besluit.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 38 Uitleg reglement

Bij twijfel over de uitleg van dit reglement en in de gevallen waarin dit niet voorziet, beslist het algemeen bestuur op voorstel van de dijkgraaf.

Artikel 39 Uitleg reglement

Dit reglement treedt in werking op de dag volgende op zijn bekendmaking.

Artikel 40 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Reglement van orde voor het algemeen bestuur”

Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur, gehouden op 20 mei 2005.

de secretaris-directeur, drs. H.C. Jongmans     

de voorzitter, ir. G.N. Kok