Regeling vervallen per 01-01-2011

Mandaatbesluit secretaris-directeur

Geldend van 17-07-2010 t/m 31-12-2010 met terugwerkende kracht vanaf 22-12-2009

Intitulé

Mandaatbesluit secretaris-directeur

Aanhef

HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN VAN WATERSCHAP RIVIERENLAND;

overwegingen:

  • het algemeen bestuur heeft in zijn vergadering van 23 april 2010 een delegatiebesluit genomen en een Algemene mandaatregeling vastgesteld, waarin de randvoorwaarden voor het mandaat worden gegeven;

  • uit oogpunt van efficiency is het wenselijk om diverse bevoegdheden die zijn neergelegd bij het college van dijkgraaf en heemraden uit te laten oefenen door een aan het college ondergeschikte medewerker, voor zover dat in overeenstemming is met de aard en inhoud van die bevoegdheden;

  • het mandaatbesluit secretaris-directeur, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 oktober 2009, behoeft aanpassing en daarom moet een nieuw besluit worden vastgesteld waarmee het oude besluit komt te vervallen;

  • het is wenselijk dat het college van dijkgraaf en heemraden mandaat verleent aan de secretaris-directeur ten aanzien van de uitoefening van bevoegdheden die behoren tot het werkgebied van de afdelingen en het Projectbureau Voorbereiding Dijkverbetering;

  • dit besluit geeft uitvoering aan artikel 3, eerste lid, van de Algemene mandaatregeling;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Waterschapswet en het Reglement voor waterschap Rivierenland,

BESLUIT:

I aan de secretaris-directeur mandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor:

Het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen

  • 1. het verkrijgen, vervreemden en bezwaren van onroerende zaken tot een maximum van € 500.000,00;

  • 2. het vestigen, wijzigen en beëindigen van zakelijke rechten;

  • 3. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake het huren, verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van roerende en onroerende zaken;

  • 4. het afsluiten van verzekeringen;

  • 5. het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten inzake werken, leveringen of diensten;

  • 6. het bevestigen van de ontvangst van een ingebrekestelling bij het niet tijdig beslissen op een aanvraag in de zin van de Awb alsmede het nemen van besluiten over het wel of niet toekennen van een dwangsom;

  • 7. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen, met inbegrip van de correspondentie daarover;

  • 8. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet bescherming persoonsgegevens en de Inspraakverordening voor Waterschap Rivierenland;

  • 9. het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen op grond van de bevoegdheden als bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden.

Aanbestedingen

  • 10. het doen van aanbestedingen en het nemen van beslissingen in een aanbestedingsprocedure, zoals het vaststellen van projectdocumenten en het gunnen.

Het voeren van (buiten)gerechtelijke procedures

  • 11. het aangaan en voeren van rechtsgedingen, alsmede het aangaan en voeren van gedingen voor buiten­gerechtelijke instanties (waaronder arbitrage), alsmede beslissingen om geschillen te beëindigen door schikking, al dan niet door inschakeling van mediation;

  • 12. het gebruik maken van inspraakmogelijkheden, zoals het indienen van zienswijzen conform de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb.

Verkeersbesluiten

  • 13. het nemen van verkeersbesluiten op grond van artikel 18 Wegenverkeerswet 1994;

  • 14. het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van ontheffingen op grond van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • 15. het nemen van besluiten over de overdracht van een verplichting tot onderhoud van een weg door een gemeente of een waterschap aan een gemeente of waterschap ingevolge artikel 18a Wegenwet, voor zover het betreft de overdracht van weggedeelten in verband met het wijzigen van de bebouw­de komgrens.

Vergunningverlening en advisering

  • 16. het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van ontheffingen en vergunningen, met uitzondering van ontheffingen en vergunningen aan het waterschap zelf, alsmede het al dan niet accepteren van meldingen.

  • 17. het met de mede betrokken bestuursorganen aanwijzen van een bestuursorgaan dat de aanvraag om een watervergunning in behandeling neemt en daarop beslist in de zin van artikel 6.17 tweede lid Waterwet.

  • 18. het geven van advies aan het bestuursorgaan dat - in geval van samenloop van meerdere bevoegde gezagen - bevoegd is te beslissen op een aanvraag om vergunning op grond van de Waterwet.

Handhaving

  • 19. de toepassing van (spoed)bestuursdwang en dwangsom, alsmede het nemen van besluiten inzake gedogen en verzoeken tot handhaving, tenzij sprake is van:

    • handhaving ten opzichte van andere overheden;

    • situaties waarbij bestuurders van een waterschap betrokken zijn;

    • bestuurlijk gevoelige zaken;

  • 20. het wijzigen en intrekken van besluiten inzake bestuursdwang en dwangsom, alsmede het aan de overtreder bevestigen dat de overtreding is beëindigd;

  • 21. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake de toepassing van bestuursdwang in verband met de schouw van B-watergangen, dijken en wegen;

  • 22. het opleggen van een gedoogplicht als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Waterwet alsmede het geven van een bevel op grond van artikel 5:16 Waterwet;

  • 23. het van de overtreder invorderen van de gemaakte kosten verbonden aan de toepassing van bestuurs­dwang, alsmede het invorderen van verbeurde dwangsommen op grond van titel 4.4 Awb;

  • 24. het verlenen van onafhankelijke waterkwaliteitsverklaringen in het kader van toezicht en opspo­ring;

  • 25. het aanwijzen van toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 Awb.

Beslissing op bezwaar

  • 26. het nemen van besluiten op bezwaar voor zover er geen advies van de adviescommissie nood­zakelijk is in de volgende gevallen:

    • het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is;

    • het bezwaar kennelijk ongegrond is.

  • 27. het verdagen van de beslissing op bezwaar.

Rechtspositionele besluiten

  • 28. het nemen van besluiten over de toepassing van regelingen over sectorale en decentrale secundaire arbeidsvoorwaarden op de direct en indirect onder zijn verantwoordelijkheid werkende mede­werkers;

  • 29. aanstelling van personeel binnen de vastgestelde formatie en ontslag op eigen verzoek, met uitzon­de­ring van de directeuren;

  • 30. het invullen van de formatie van de afdelingen binnen het door het algemeen bestuur vastgestelde formatie/budget.

Bestuurlijk

  • 31. de voorbereiding en uitvoering van bestuursbesluiten, met inbegrip van de correspondentie daar­over;

  • 32. het voeren van overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening.

Overig

  • 33. het behandelen en afdoen van schadeclaims;

  • 34. het aansprakelijk stellen van derden;

  • 35. het aanvragen van subsidies en sponsorgelden;

  • 36. het vaststellen, verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van subsidies, alsmede de (verdere) uitvoering van de subsidieverordeningen;

  • 37. het afsluiten van feitelijke transacties op grond van de in de begroting opgenomen treasury­paragraaf.

II Inwerkingtreding

  • a.

    dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na bekendmaking en werkt terug tot 22 december 2009.

  • b.

    met de inwerkingtreding van dit besluit wordt het mandaatbesluit secretaris-directeur van 13 oktober 2009 ingetrokken.

III De volgende voorwaarde vast te stellen waaronder de bevoegdheden gemandateerd worden:

de gemandateerde oefent zijn bevoegdheden uit met inachtneming van de Algemene mandaat­regeling;

IV Plaatsvervanging

bij afwezigheid van de secretaris-directeur worden diens bevoegdheden uitgeoefend door een van de andere directeuren.

Aldus besloten in de vergadering van het college van dijkgraaf en heemraden op 15 juni 2010.

de secretaris-directeur,  drs. H.C. Jongmans. 

de dijkgraaf, ir. G.N. Kok.

rivierenlgebiedsbreedwk27.pdf (784 Kb)