Regeling vervallen per 09-04-2010

Regeling afvoer per as

Geldend van 27-07-2007 t/m 08-04-2010 met terugwerkende kracht vanaf 23-02-2006

Intitulé

Regeling afvoer per as

Hoofdstuk 1 Samenvatting

De “afvoer-per-as-regeling” bevat beleidsregels voor het accepteren en verwerken van per tankwagen aangeleverde afvalstoffen op de rioolwaterzuiveringen van het waterschap. Dit beleid moet vanwege diverse ontwikkelingen op gebied van tariefvorming, wetgeving en organisatie worden aangepast.

In deze nota wordt het nieuwe beleid weergegeven, waarbij de acceptatievoorwaarden zijn aangescherpt, de tarieven zijn aangepast en het aantal zuiveringen is beperkt waarbij de afvalstoffen kunnen worden aangeboden. De volgende zuiveringen zijn vergunningtechnisch, organisatorisch en technisch geschikt om afvalstoffen te accepteren:

- rwzi Arnhem Zuid 

- rwzi Nijmegen 

- rwzi Tiel 

- rwzi Zaltbommel 

- rwzi Schelluinen (na verbouwing)

Hoofdstuk 2 Inleiding

In de nota ”Integratie en actualisatie vergunningenbeleid WVO” van 6 januari 2005 (nummer 2004-15781) is o.a. het bij voormalig Zuiveringschap Rivierenland bestaande beleid voor afvoer per as van afvalstoffen naar r.w.z.i.’s van toepassing verklaard voor Waterschap Rivierenland.

Inmiddels hebben zich op het gebied van landelijke regelgeving en Europese regelgeving (IPPC) enkele veranderingen voorgedaan die aanpassing van het beleid bij het waterschap noodzakelijk maken. Ook de tarieven zijn sinds 1999 niet meer aangepast.

In het jaar 2005 is de afvoer geregeld volgens het beleid zoals dat gold voor de betreffende fusiepartner vóór de fusie van 1 januari 2005. Dit voorzover er nog sprake was van een geldige overeenkomst met de ontdoener.

Hoofdstuk 3 Bestaand beleid

In twee situaties kan het wenselijk zijn afvalwater, anders dan door middel van het riool, af te voeren naar en in behandeling te nemen op een r.w.z.i.. Dat wil dus zeggen aan te voeren per as (i.c. tankwagen):

1. Afval(water) dat qua aard en samenstelling om riooltechnische redenen niet geschikt is om per riool af te voeren (bijvoorbeeld te hoog droge stof gehalte), maar waarvoor biologische zuivering de meest geschikte verwerkingsmethode is.

In dat geval kan het om zowel milieuhygiënische redenen (meest wenselijke verwerkingsmethode), als economische redenen (inzetten reserve capaciteit r.w.z.i.) wenselijk zijn afvalwater per as te accepteren.

2. Afvalwater dat qua aard en samenstelling wel geschikt is om per riool af te voeren, maar waar ter plaatse geen afvoermogelijkheden op het riool aanwezig zijn.

In dat geval kan het om milieuhygiënische  (saneren  of voorkomen lozing oppervlaktewater) wenselijk zijn het afvalwater per as te accepteren op de r.w.z.i.

In beide gevallen liggen de werkzaamheden in het verlengde van de taken van het waterschap, zoals het voorkomen en saneren van lozingen op oppervlaktewater en het zuiveren van afvalwater.

Uitgangspunt voor het accepteren van afvalstoffen:

- Het moet gaan om stoffen die doorgaans ook op de riolering zouden kunnen worden geloosd; 

- Het afvalwater moet in principe uit het eigen beheersgebied komen; 

- De aangevoerde afvalstoffen mogen geen nadelige invloed op de goede werking van de rwzi en de veiligheid van de medewerkers hebben; 

- Bij de keuze van een rwzi dient rekening te worden gehouden met de verwerkingscapaciteit, ontvangstmogelijkheden en vergunningsituatie. 

- Het waterschap stelt vast op welke rwzi op welke wijze en op welk tijdstip het afvalwater wordt verwerkt 

- Kosten worden in rekening gebracht bij bedrijven/particulieren.

Afvalstoffen die in principe worden geweigerd:

- WGA (wet gevaarlijk afval) stoffen; 

- Vaste en moeilijk opmengbare stoffen; 

- Brandbare en explosieve stoffen; 

- Afval van buiten het beheersgebied; 

- Mest en gier.

In het huidige beleid wordt onderscheid gemaakt tussen incidentele leveringen van afvalstoffen en contractuele leveringen. Er is een gedifferentieerd tarief. Leveringen die reeds door een verontreinigingsheffing zijn belast (bij slibafvoer van IBA’s van huishoudens) worden vrijgesteld van betaling.

Het huidige systeem kent een aanmeldings- en acceptatieprocedure waarbij alle belanghebbende afdelingen worden betrokken.

Hoofdstuk 4 Ontwikkelingen in beleid en regelgeving.

Er zijn een tweetal ontwikkelingen te melden.

4.1 IPPC richtlijn

In 1996 is de Europese “Richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging” van kracht geworden (IPPC-richtlijn). Deze richtlijn vloeit voort uit de bepalingen van de Kaderrichtlijn Water. Volgens deze richtlijn moeten bepaalde categorieën van inrichting boven een bepaalde ondergrens, vóór 1 oktober 2007 voldoen aan bepaalde emissiebeperkende voorwaarden en maatregelen. In het voorjaar van 2006 zal het college in een aparte nota worden geïnformeerd over de uitwerking van deze richtlijn in ons beheersgebied. 

Volgens de IPPC richtlijn moeten communale rioolwaterzuiveringen die eveneens afvalstoffen, anders dan stedelijk rioolafvalwater verwerken, worden getoetst aan deze richtlijn. Dit geldt dus ook voor r.w.z.i.’s die zuiveringsslib van buiten de inrichting, baggerspecie en/of per as aangevoerde afvalstoffen  accepteren. Voor r.w.z.i.’s die onder deze richtlijn vallen is inmiddels bekend welke maatregelpakketten en lozingseisen van toepassing zullen zijn. Deze maatregelen en lozingseisen liggen op gelijk niveau als die van het Besluit stedelijk afvalwater. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de r.wz.i.’s voldoen aan de richtlijn en acceptatie van afvalstoffen per as niet leidt tot aangescherpte regelgeving vanuit de Wet milieubeheer en/of de Wvo.

4.2 Landelijk afvalstoffen plan (LAP)

Het tweede betreft een ontwikkeling die voorkomt uit het Landelijk Afvalstoffen Plan (LAP). Hierin zijn richtlijnen opgenomen voor het Wm bevoegd gezag (provincies) met betrekking tot voorschriften, controle en handhaving van bedrijven die afvalstoffen van derden verwerken.

Na toetsing van het huidige meldings-, acceptatie- en controlesysteem bleek dit grotendeels aan de nieuwe regelgeving te voldoen. Voor de volgende elementen moet het systeem worden aangepast:

- Elke levering moet vergezeld worden van een begeleidingsformulier met  afvalstoffennummer.

Een afvalstoffen nummer is een uniek nummer voor elke partij afval. Hierin wordt herkomst, verwerking, bestemming en aard van de partij afval vastgelegd. Indien meerdere gelijksoortige partijen worden opgehaald bij diverse ontdoeners en één bestemming is er sprake van route-inzameling met één afvalstoffennummer. De aard van de afvalstof is vastgelegd in het Eural-nummer (Europese Afvalstoffenlijst). De aangeleverde afvalstoffen moet ook toegelaten zijn op de betreffende zuivering. Dat wil zeggen dat het Eural-nummer moet zijn vermeld in de vergunning op grond van de Wet milieubeheer.

- Afvalstoffen kunnen alleen worden ingezameld, vervoerd en afgegeven als zij zijn geregistreerd op de lijst van de door de overheid erkende bedrijven. Dit zijn de zogenaamde VIHB bedrijven (Vervoerders, Inzamelaars, Handelaren en Bemiddelaren) van de brancheorganisatie van vervoerders. Ook alleen deze bedrijven komen in aanmerking voor een afvalstoffennummer.

Uitzondering hierop vormt de aanbiedingen van minder dan 0,5 m3 (kofferbakregeling). Dergelijke partijen worden vrijgesteld van een afvalstoffennummer.

4.3 Inventarisatie contracthouders.

Eind 2005 heeft er bij de 15 bedrijven die momenteel op basis van een lopende overeenkomst afvalstoffen afvoeren naar een rioolwaterzuivering een enquête plaatsgevonden. Deze bedrijven zijn geïnformeerd over het feit dat de overeenkomsten per 1 januari 2006 worden beëindigd. Deze bedrijven zijn ook gevraagd of ze in aanmerking willen komen voor een nieuwe overeenkomst op grond van het nieuwe beleid dat in deze nota is verwoord. Ook is gevraagd van welke van de vier beschikbare zuiveringen zij gebruik willen maken voor het aanbieden van afvalwater.

Van de 15 bedrijven hebben er 10 aangegeven dat ze in aanmerking willen komen voor een nieuwe overeenkomst.

Daarnaast wordt er per jaar enkele partijen aangeboden met een gezamenlijke hoeveelheid van enkele 10-tallen m3. Het gaat dan voornamelijk om huishoudelijk afvalwater, bluswater of misproducties. Het aantal aangeboden incidentele aanbiedingen is de afgelopen jaren sterk afgenomen.

De inkomsten (buiten de door Belastingen opgelegde reguliere verontreinigingsheffing) bedraagt ten gevolge van de “afvoer-per-as-regeling” jaarlijks gemiddeld  €15.000 .

Hoofdstuk 5 Nieuw beleid

Het nieuwe beleid is gebaseerd op het bestaande beleid en aangepast aan de hierboven geschetste ontwikkelingen. Net als in het bestaande beleid wordt er onderscheid  gemaakt tussen enerzijds huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater en anderzijds incidentele en structurele aanbiedingen.

De aangepaste procedures voor de verschillende varianten zijn in de bijlage opgenomen.

Hierna volgt een opsomming van de verschillende soorten afvalwater die kunnen worden aangeboden.

5.1 Structureel

Huishoudelijk

Huishoudelijk afvalwater moet altijd via een erkende dus bij de VIBH aangesloten transporteur worden ingezameld en vervoerd. De voorkeur gaat uit naar een overeenkomst tussen waterschap en transporteur. Transporteur levert uitsluitend huishoudelijk afvalwater aan bestaande uit de inhoud van afvalwatertanks, septictanks of slib. Indien dit afkomstig is van particuliere huishoudens worden er geen extra kosten in rekening gebracht vanuit het waterschap, omdat deze in vrijwel alle gevallen al door de particulier zijn betaald in de vorm van verontreinigingsheffing.

In het geval dat er sprake is van een IBA II of hoger komt de particulier of gemeente (bij verbrede zorgplicht) in aanmerking voor een bijdrage van 2 v.e. van WSRL. Deze 2 v.e. (ca. € 106) kan gebruikt worden voor het beheer en onderhoud van de IBA. Het zou redelijk zijn dat de particulier of gemeente de verwerkingskosten op de rwzi vanuit deze vergoeding betaalt. De vergoeding van het waterschap (subsidie) bedraagt in het totaal € 150.000 per jaar voor de gemeentelijke IBA’s en

€ 10.000 per jaar voor de particuliere IBA’s.

De werkelijke verwerkingskosten kunnen momenteel alleen worden geschat op grond van de ervaringscijfers van een inzamelbedrijf en de behandelingskosten bij het waterschap. De ervaringscijfers zijn verleend door een bedrijf dat circa 80 % van de (gemeentelijke) IBA’s in onderhoud heeft en de verwerkingskosten zijn ontleend aan de gegevens van de directie Zuivering. De verwerkingskosten bedragen € 480 per ton droge stof. Uitgaande van 10 % droge stof bedragen de totale verwerkingsgkosten van al het slib afkomstig van de IBA’s binnen het beheersgebied van WSRL  minder dan € 10.000 per jaar.

Om praktische redenen (onevenredig hoge administratieve lasten) en het feit dat de gemeenten nimmer zijn geïnformeerd over deze mogelijke extra kosten wordt voorgesteld ook voor deze groep geen aparte verwerkingskosten in rekening te brengen.

Aan de hand van ervaringscijfers zal dit standpunt na twee jaar worden geëvalueerd.

Tot slot is er een kleine groep van bedrijven die huishoudelijk afvalwater aanbieden (buitendijks gelegen restaurants e.d.). Deze bedrijven worden gewoon op basis van ingenomen water aangeslagen voor de verontreinigingsheffing via de afdeling Belastingen.

Bedrijfsafvalwater

Bedrijfsafvalwater moet altijd via een bij de VIBH aangesloten bedrijf worden aangevoerd. De voorkeur gaat uit naar een overeenkomst tussen waterschap en transporteur. De aanvraag voor een overeenkomst wordt getoetst aan de ontvangst mogelijkheden van de zuivering (wettelijke eisen, verwerkbaarheid, invloed effluent enz.) In de overeenkomst worden eveneens eisen opgenomen waaraan de aangeboden partijen moeten voldoen. De transporteur vraagt een afvalstoffennummer aan en levert afvalstoffen met geleidebrief aan op de zuivering. Voor het structureel aanleveren van bedrijfsafvalwater wordt een contractprijs vastgesteld voor een periode van ten hoogste 5 jaar. De contractprijs kan bij grote partijen afwijken van het heffingstarief. (tarief excl. component voor transport en waterkwaliteitszorg)

5.2 Incidenteel

Huishoudelijk.

Incidentele aanbiedingen kunnen bestaan uit opgeslagen afvalwater bij evenementen, inhouden van particuliere IBA’s enz. Incidentele aanbiedingen zijn met de nieuwe regelgeving alleen mogelijk door een VIBH geregistreerd bedrijf.

Ook hier worden geen aparte verwerkingskosten in rekening gebracht. Voorwaarde hierbij is dat het ingenomen leidingwater is belast met verontreinigingsheffing via de afdeling Belastingen. 

Partijen van minder dan 0,5 m3 (kofferbakregeling) vormen hierop een uitzondering. Deze kunnen direct zonder afvalstoffennummer worden aangeboden.

Hiervoor wordt een standaard tarief van 25 euro per levering in rekening gebracht. Dit om deze wijze van aanleveren van afvalstoffen te ontmoedigen.

Bedrijfsafvalwater.

Incidentele aanbiedingen kunnen bestaan uit misproducties, afgekeurde levensmiddelen (drank, appelmoes e.d.) Deze kunnen ook alleen via een erkende transporteur worden aangeboden. Deze moet hiervoor een apart afvalnummer aanvragen. Ook moet de ontdoener in een vroeg stadium in overleg gaan met het waterschap over de acceptatie en verwerkingsmogelijkheden.Voor partijen kleiner dan 0,5 m3 geldt hier eveneens de kofferbakregeling. Het tarief wordt (ook bij de kofferbakregeling) bepaald en berekend op grond van heffingstarief en de heffingsverordening (Rijksformule). Bij toepassing van de kofferbakregeling wordt per levering ten minste 25 euro in rekening gebracht

Calamiteiten. 

Afvalwaterpartijen afkomstig van watergangen, kelders e.d. ten gevolge van verkeersongelukken, brand en andere calamiteiten worden bij voorkeur als incidenteel bedrijfsafvalwater afgevoerd. Indien dit niet mogelijk is vanwege gebrek aan tijd en ruimte worden de afvalstoffen, zodra is vastgesteld dat deze op de zuivering kan worden verwerkt, direct afgevoerd naar de zuivering. Het afvalwater wordt bemonsterd en geanalyseerd ten behoeve van de kostenberekening. Ook moet vooraf schriftelijk vaststaan wie de opdrachtgever is.

Bemonstering.

Alle partijen worden vooraf bemonsterd en op de zuivering gekoeld in bewaring genomen. Partijen bestaande uit huishoudelijk afvalwater worden slechts enkele malen geanalyseerd, afhankelijk van het naleefgedrag van de aanbieder. Incidenteel aangeleverd bedrijfsafvalwater wordt altijd bemonsterd en geanalyseerd. Dit ook voor de vaststelling van de verontreinigingsheffing. Bedrijfsafvalwater dat periodiek op grond van een overeenkomst wordt aangeleverd en afvalwater afkomstig van calamiteiten wordt geanalyseerd volgens hetgeen daarover in de overeenkomst is bepaald.

Hoofdstuk 6 Financiële consequenties

Er zijn geen directe financiële consequenties ten gevolge van het nieuwe beleid. De te verwachte inkomsten kunnen slechts globaal worden weergegeven, omdat het aanbod van afvalwater jaarlijks sterk fluctueert. Ten gevolge van een bedrijfsafvalwatersanering, calamiteit of opgelegde maatregelen vanuit het waterschap kan er tijdelijk sprake zijn van een verhoogd aanbod.

In 2003 werd er bij afvalwateraanbieders € 13.000 in rekening gebracht. In 2004 bedroeg dit in totaal bijna  € 20.000.

Nieuwe ontwikkelingen die invloed hebben op het aanbod van afvalwater en de daaruit voortkomende inkomsten zijn.

- verhoging tarief verontreinigingsheffing  sinds laatste tarief afvoer per as van 1999   

- gebiedsuitbreiding na fusie

De nieuwe tarieven zijn in onderstaande tabel samengevat. Deze is als bijlage weergegeven onder de naam:"tarieventabel".

Hoofdstuk 7 Advies van Ondernemingsraad/GO

n.v.t.

Hoofdstuk 8 Wijze van communiceren

Ten aanzien van de inwerkingtreding van de beleidsregels bepaalt de Algemene wet bestuursrecht dat deze pas in werking treden nadat ze zijn bekendgemaakt (artikel 3:40 Awb). Bekendmaking geschiedt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad. (art. 3:42, eerste lid Awb). Voor Waterschap Rivierenland zal kennis gegeven worden in de in het beheersgebied verschijnende huis aan huis bladen.

Ook zal de Kamer van Koophandel worden geïnformeerd over deze vastgestelde werkwijze.

Hoofdstuk 9 Advies Taakhouders Watersysteem

In het taakhoudersoverleg van 20 februari jl. is door alle drie de taakhouders aangegeven dat het niet wenselijk is de kosten voor het verwerken van slib uit IBA’s (inclusief ongecertificeerde septictanks) in rekening te brengen bij particulier, vervoerder of gemeente. Met uitzondering van de kofferbakregeling (ontmoedigingsbeleid) zullen er ook geen minimale service kosten van €25 in rekening worden gebracht.

Hoofdstuk 10 Advies/voorstel om te besluiten

- Het acceptatiebeleid en de tarieven zoals die in deze nota zijn weergegeven vast te stellen voor Waterschap Rivierenland.

- De uitvoering in overeenstemming te brengen met de actuele stand van landelijke en provinciale wetgeving.

- Deze beleidsregeles publiceren conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.