Regeling vervallen per 01-01-2007

Tijdelijke beleidsregel "het permanent lozen van hemelwater op A- of B-watergangen voor individuele aanvragen vanuit de glastuinbouw"

Geldend van 15-07-2005 t/m 31-12-2006

Intitulé

Tijdelijke beleidsregel "het permanent lozen van hemelwater op A- of B-watergangen voor individuele aanvragen vanuit de glastuinbouw"

Hoofdstuk

De Keur voor waterkeringen en wateren van waterschap Rivierenland bevat richtlijnen voor allerlei handelingen in en rondom watergangen en dijken.

Waterschap Rivierenland hanteert voor de toepassing van deze keur al enige jaren beleidsregels, waaronder "de beleidsregel voor het lozen van hemelwater buiten stedelijk gebied". Deze beleidsregel stelt dat er bij uitbreiding van verhard oppervlak extra waterberging moet worden gemaakt om de versnelde afvoer van hemelwater te compenseren. De vuistregel is dat binnen deze regel 436 m3 per ha verhard oppervlak moet worden gecompenseerd.

In de algemene beleidsregel wordt een duidelijke voorkeur uitgesproken voor compensatie in open water, boven een kunstmatige voorziening zoals een bassin. Berging in open water is op langere termijn een duurzame voorziening, die ook met het oog op continuïteit en handhaving veel beter voldoet. Alleen als men kan aantonen dat het echt niet anders kan en het waterhuishoudkundig verantwoord is, zijn in principe minder duurzame oplossingen ook bespreekbaar.

Toepassing van het huidige beleid heeft vooral bij de glastuinbouwers tot onrust geleid. Met name bij glastuinbouwbedrijven die op grond van bestaande planologische mogelijkheden (bestemmingsplan) veelal de plannen al rond hebben en min of meer worden verrast door het waterschappelijke beleid dat nog te weinig algemeen bekend is. De sector heeft grote bezwaren tegen compensatie in open water, vanwege het daarvoor benodigde grondoppervlak, terwijl men toch al een bassin moet bouwen voor goed gietwater en het daarin opgevangen hemelwater ook goeddeels gebruikt. Men zou in de meeste gevallen de bouwplannen moeten aanpassen (verkleinen) om voldoende water te kunnen maken.

Gezien het bovenstaande is het redelijk een overgangsregeling vast te stellen. Daarbij geldt als uitgangspunt, dat glastuinbouwers in de toekomst evenals andere sectoren in hun planvorming rekening kunnen houden met de compensatie-eisen. Op termijn zou men dus volledig in open water kunnen compenseren.

Deze tijdelijke beleidsregel richt zich met name op individuele ondernemers.

Bij grootschalige glastuinbouwontwikkelingen zal het waterschap er naar streven de noodzakelijke compensatie al in de plan fase te laten plaatsvinden door middel van collectieve voorzieningen. Ondernemers die binnen een dergelijke grootschalige ontwikkeling participeren, hoeven dan uiteraard niet meer individueel te compenseren.

Ondernemers die nog met een planontwikkeling moeten starten, kunnen uiteraard wel met de compensatieplicht rekenen.

Om die reden heeft het college van dijkgraaf en heemraden besloten een tijdelijke beleidsregel vast te stellen, die afwijkt van het algemene beleid en die zal gelden tot 1 januari 2007.

Deze beleidsregel houdt in dat iedere individuele glastuinbouwer die tot 1 januari 2007 een aanvraag indient om keurontheffing voor nieuw verhard oppervlak in zijn te bouwen bassin kan compenseren, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat:

De compensatie in het bassin moet worden berekend op basis van de T=50-bui (vuistregel:580 m3/ha).

De nieuwbouw mogelijk moet zijn op grond van een bestemmingsplan, dat op het moment van inwerkingtreding van de tijdelijke beleidsregel onherroepelijk is of zodanig ver is dat deze door de gemeente ter inzage is gelegd. De peildatum voor dit tijdelijke beleid is 15 juli 2005.

Op basis van de met deze tijdelijke beleidsregel opgedane ervaringen zal waterschap Rivierenland evalueren hoe het beleid in de toekomst vorm nader vorm zal krijgen.