Regeling vervallen per 20-05-2016

Peilbesluit Quarles van Ufford

Geldend van 06-04-2006 t/m 19-05-2016

Intitulé

Peilbesluit Quarles van Ufford

Hoofdstuk 1 Samenvatting

Voor het bemalingsgebied Quarles van Ufford is door middel van de GGOR-methode (GGOR=Gewenst Grond- en oppervlaktewaterregime) een concept-ontwerp peilbesluit opgesteld. Uit berekeningen blijkt dat met de huidige oppervlaktewaterpeilen niet overal aan de gestelde eisen ten aanzien van de in het Waterhuishoudingsplan 2 vastgestelde functies wordt voldaan. Een belangrijke oorzaak is de grote hoeveelheid kwel vanuit de Maas en de Waal.

Om de situatie te verbeteren wordt een aantal peilaanpassingen voorgesteld. Er worden twee peilvakken gesplitst en er worden 6 peilvakken samengevoegd. Met de peilwijzigingen wordt de situatie voor zowel de landbouw en de natuur verbeterd. Voor het stedelijk gebied zijn geen grote peilwijzigingen voorgesteld omdat daar geen argumenten voor waren. Wel is een aantal peilgrenswijzigingen voorgesteld om het waterbeheer beter uit te kunnen voeren. In een aantal gevallen wordt geadviseerd het peil niet verder te verlagen maar de grondwaterstanden te optimaliseren door intensiever te ontwateren of draineren. Tevens zal, indien het conceptplan wordt vastgesteld, er een aantal maatregelen plaats dienen te vinden. De (netto) kosten worden geraamd op € 115.000,-- (inclusief BTW).

De nieuwe peilbesluitkaart is bijgevoegd. Het volledige ontwerp peilbesluit Quarles van Ufford is in te zien bij het bestuurssecretariaat of op te vragen bij J. van de Braak van cluster Kennis.

Hoofdstuk 2 Inleiding

In 2003 is gestart met de pilot ‘Herziening peilbesluit bemalingsgebied Quarles van Ufford’ waarin het doel was om middels de GGOR-methode een nieuw peilbesluit op te stellen. Uit de pilot moest blijken in hoeverre het mogelijk was een nieuw peilbesluit op te stellen met het door de STOWA  (Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer) ontwikkelde waternoodinstrumentarium en welke voor- en nadelen deze methode heeft ten opzichte van de traditionele (droogleggings)methode. Eind januari 2005 is het concept-ontwerp peilbesluit beschikbaar gekomen welke is goedgekeurd in het cdh van 24 maart 2005. Het ontwerp peilbesluit is vervolgens de officiële procedure ingegaan.

Hoofdstuk 3 Inhoud

In de pilot is onderzoek gedaan naar de actuele en optimale grondwaterstanden en oppervlaktewaterpeilen. Met het waternoodinstrumentarium zijn deze situaties met elkaar vergeleken om te komen tot een kwalificatie. Daarvoor is per hectare en ook per peilvak de mate van doelrealisatie bepaald. De doelrealisatie geeft de mate aan waarin het grond- en oppervlaktewaterregime tegemoet komt aan de eisen van de grondgebruiksfuncties. Landelijk is afgesproken dat als de doelrealisatie (op peilvakniveau) tussen de 90-100% ligt de situatie optimaal is. Als de doelrealisatie tussen de 75-90% ligt is de situatie aanvaardbaar (gemiddeld wat te nat en/of te droog). En als de doelrealisatie onder de 75% ligt dan is de situatie niet aanvaardbaar, hetgeen betekent dat getracht moet worden om de doelrealisatie te verbeteren door maatregelen in het waterbeheer.

Uit de eerste berekeningen (over de periode 1993-2000) bleek dat binnen een aantal peilvakken in het gebied niet aan de optimale situatie wordt voldaan (doelrealisatie was lager den 75%). Met name in het zuidwestelijke deel van het bemalingsgebied ‘scoren’ de peilvakken voor landbouwkundig gebruik relatief laag (zie afbeelding 5.3 in het rapport).

De belangrijkste reden dat niet aan de optimale situatie wordt voldaan, is de aanzienlijke hoeveelheid kwel vanuit met name de Maas maar ook de Waal. Zowel in de winter als in de zomer wordt relatief veel natschade berekend. Ook voor enkele percelen met natuurfunctie wordt de optimale situatie niet bereikt. Voor het toetsen van de aquatische natuur blijkt het waternoodinstrumentarium geen geschikte module te hebben. De actuele  doelrealisatie van de aquatische natuur kan met het instrumentarium namelijk niet worden berekend. Bij het nemen van maatregelen ter verbetering van het peilbeheer is alleen een eenvoudige analyse van de effecten voor de ecologische waterkwaliteit uitgevoerd.

Met behulp van het instrumentarium zijn een aantal scenario’s doorgerekend om het peilbeheer (lees doelrealisatie) te verbeteren. In de gebieden waar natschade is berekend zijn in diverse stappen de oppervlaktewaterpeilen aangepast en is bepaald wat de effecten waren.

In gebieden (met name natuurgebieden) zijn hogere peilen voorgesteld en zijn de effecten daarvan doorgerekend. Conclusies van de effectberekeningen zijn dat door isolatie van een aantal natuurgebieden (Heerlijkheid Horssen,  Munnikenhof en gebied Elzent) de waterhuishoudkundige situatie van die gebieden aanzienlijk verbetert. Alleen rond het Elzenbroekbos van de Elzent ondervindt de landbouw een kleine verslechtering doordat het winterpeil wordt verhoogd tot zomerpeil. Gezien de lage ligging van het natuurgebiedje en de relatief hoge ligging van de landbouwgronden blijven de effecten beperkt. Het voorstel om naar één waterpeil (hele jaar) te gaan is omdat in dit peilvak (kwel)water vastgehouden kan worden, hetgeen een positief effect heeft op de aanwezig natte natuur (Elzenbroekbos). Hierdoor is voor dit gebied mogelijk geen aanvoer van gebiedsvreemd water meer noodzakelijk. Met name hier is dit ook gewenst omdat voor dit peilvak naast de functie landbouw ook de nevenfunctie niet-kwelafhankelijke landnatuur geldt.

Ten behoeve van de landbouw wordt in een aantal peilvakken het peil verlaagd. Opvallend was dat in sommige gebieden het verlagen van het winterpeil nauwelijks effect had op de doelrealisatie maar dat juist een verlaging van het zomerpeil effectiever was om de grondwaterstanden naar beneden te krijgen. Dit omdat de landbouwgewassen met name in de zomermaanden natschade ondervonden als gevolg van de relatief hoge waterstand op de Maas. Een conclusie is ook dat een echte verbetering van doelrealisatie pas optreedt als het waterpeil met circa een halve meter wordt verlaagd. Aangezien dat voor het watersysteem een te grote peilverlaging is, is daar geen invulling aan gegeven. In dergelijke situaties is het effectiever om de grondwaterstand naar beneden te krijgen door de landeigenaren intensiever te laten ontwateren of draineren (en lokaal zal dat ook al wel gebeurd zijn; maar daar is bij de berekeningen geen rekening mee gehouden).

In een aantal situaties is besloten om peilvakken samen te voegen tot grotere eenheden. Dit is voor zowel het waterbeheer als de ecologische functies van het gebied een verbetering.

In de bebouwde kern van Druten zijn vanwege stedelijk uitbreidingen (in het verleden en toekomst (Van Heemstraweg-zuid)) de peilvakgrenzen op een aantal plaatsen gewijzigd. In de overige peilvakken met stedelijk gebied zijn geen peilwijzigingen voorgesteld.

De eindconclusie is dat door een aantal peilwijzigingen de doelrealisatie voor zowel landbouwgebieden als natuurgebieden wordt verbeterd. Echter in het zuidwestelijke deel van het bemalingsgebied kan de landbouwfunctie door aanpassingen van het oppervlaktewaterpeil niet verder worden geoptimaliseerd vanwege de relatief grote kweldruk.

Hoofdstuk 4 Financiële consequenties

Om de voorgestelde peilwijzigingen te realiseren is een aantal maatregelen met financiële gevolgen nodig.

De maatregelen die nodig zijn blijven beperkt tot het plaatsen van een peilregulerende vistrap bij het gebiedje De Elzent (peilvak 1821Ez), het plaatsen van een automatische stuw nabij Alphen (peilvak 62bW/O) en het verwijderen van 3 bestaande stuwen. De keuze om met een vistrap het hogere peil te handhaven is vanwege de natuurwaarden van het achterliggende gebied en de geringe meerkosten (circa € 10.000,--).

De totale kosten voor het uitvoeren van de genoemde maatregelen worden geschat op € 155.000,-- (inclusief BTW). Een deel van de kosten voor het plaatsen van de stuw nabij Alphen komt voor rekening van de ruilverkaveling. (ca. 50% van de € 80.000,--). De totale netto-investering komt hierdoor op € 115.000,=. Na definitieve vaststelling van het peilbesluit, zullen de noodzakelijke maatregelen nader worden uitgewerkt. De uitvoering van de werkzaamheden zal plaatsvinden in 2006. In de voorjaarsnota 2005 zijn in het meerjarenperspectief investeringsbudgetten opgenomen voor maatregelen, voortvloeiend uit gewijzigde peilbesluiten. Dit aangezien er in de nabije toekomst nog diverse peilbesluiten geactualiseerd dienen te worden.

Daarnaast zullen/worden in het kader van de ruilverkaveling West Maas en Waal en de uitbreidingsplannen van de stedelijke gebieden nog een aantal maatregelen uitgevoerd die leiden tot de voorgestelde peilvakindeling. De kosten van deze maatregelen worden gedragen door het ruilverkavelingsproject en de betreffende gemeenten.

De geraamde uitgaven voor 2005 zijn € 45.000,= lager ten opzichte het bedrag dat in de meerjarenraming 2005-2010 opgenomen is voor 2005. Hierdoor ontstaat een rentevoordeel van € 1057,50.

Beheerproduct: 12410 Bouw en verwerving actieve waterbeheersing

Werkplan: Peilbesluit Quarles van Ufford

Projectnummer: 4078

Opdrachtgever: Gerard Macleane

Projectleider en budgethouder: J.M. Bakker

Hoofdstuk 5 Advies van Ondernemingsraad/GO

N.v.t.

Hoofdstuk 6 Wijze van communiceren

Het concept-ontwerp peilbesluit Quarles van Ufford is behandeld in de vergadering van het Afdelingsbestuur Rijk van Nijmegen en Land van Maas en Waal, d.d. 21 maart 2005 en in de vergadering van het college van dijkgraaf en heemraden, d.d. 24 maart 2005. Na instemming door het college van dijkgraaf en heemraden op 24 maart 2005 is de verdere officiële procedure gevolgd. Het ontwerp peilbesluit Quarles van Ufford is vier weken ter inzage gelegd op het kantoor van het waterschap en op de gemeentehuizen van de betreffende gemeenten. Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld op hierop te reageren. Tijdens de ter inzage legging is er tevens een voorlichtingsavond gehouden. Na goedkeuring door het Algemeen Bestuur wordt het ontwerp peilbesluit ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland aangeboden.

Hoofdstuk 7 Openbare procedure

Het ontwerp peilbesluit heeft ter inzage gelegen vanaf 23 mei tot 20 juni. Op 2 juli is de voorlichtingsavond gehouden. Tijdens de voorlichtingsavond is aangegeven dat met name de peilaanpassingen in het gebied ten westen van Alphen zeer welkom zijn. Op de overige aanpassingen zijn geen opmerkingen gemaakt.

Op het ontwerp peilbesluit zijn geen reacties/zienswijzen ontvangen. De procedure van de goedkeuring wordt daarom vervolgd door het ontwerp peilbesluit goed te laten keuren door het algemeen bestuur van het waterschap. Gestreefd wordt het peilbesluit op 28 oktober 2005 door het algemeen bestuur vast te laten stellen en vervolgens aan GS aan te bieden.

Hoofdstuk 8 Advies van bestuurlijke commissie(s) en eventuele reactie

-

Hoofdstuk 9 Advies/voorstel om te besluiten

  • De waterpeilen zoals deze zijn vermeld op de peilbesluitkaart en in de bijbehorende notitie “Toelichting op het peilbesluit Quarles van Ufford”  vast te stellen voor het beheergebied Quarles van Ufford.

  • Het peilbesluit na vaststelling ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland aan te bieden.

  • Een krediet van € 115.000,-- beschikbaar te stellen voor het uitvoeren van de maatregelen om de genoemde waterpeilen te kunnen handhaven.

het college van dijkgraaf en heemraden,

de secretaris-directeur, drs. H.C. Jongmans.

de dijkgraaf, ir. G.N. Kok.

Besluit

Agenda punt: 8

Registratie nr.:  2005-17576

Het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland

gelezen het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden d.d. 23 september 2005;

gelet op het advies van de commissie Watersysteem d.d. 11 oktober 2005;

gelet op de desbetreffende bepalingen van de Waterschapswet en het algemeen reglement van Waterschap Rivierenland;

besluit:

  • De waterpeilen zoals deze zijn vermeld op de peilbesluitkaart en in de bijbehorende notitie “Toelichting op het peilbesluit Quarles van Ufford” vast te stellen voor het beheergebied Quarles van Ufford.

  • Het peilbesluit na vaststelling ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland aan te bieden.

  • Een krediet van € 115.000,-- beschikbaar te stellen voor het uitvoeren van de maatregelen om de genoemde waterpeilen te kunnen handhaven.

Ondertekening

aldus besloten in de vergadering d.d. 28 oktober 2005
het algemeen bestuur voornoemd,
de secretaris-directeur, drs. H.C. Jongmans.
de voorzitter, ir. G.N. Kok.

Toelichting peilbesluit Quarles van Ufford

Bijlage VIII Kaarten toelichting peilbesluit

Kaart gemid hoogste grondwaterstanden

Kaart gemid laagste grondwaterstanden

Kaart gemid voorjaarsgrondwaterstanden

Tabel_peilen_peilbesluit Quarles_van_Ufford

afbeelding binnen de regeling

Advertentie_De Waalkanter, 29-03-2006 (week13, 2006)