Regeling vervallen per 12-01-2012

Vaststelling peilenplannen Groesbeek, Ooijpolder en Citters I en II

Geldend van 15-03-2001 t/m 11-01-2012

Intitulé

Vaststelling peilenplannen Groesbeek, Ooijpolder en Citters I en II

Voorstel

Datum: 17 januari 2001

Onderwerp: Peilenplannen Groesbeek, Ooijpolder en Citters I en II

Bijlage: samenvatting peilvoorstellen peilenplannen

Geacht college,

Voor het beheersgebied van het polderdistrict zijn peilenplannen vervaardigd. In peilenplannen worden de afspraken met betrekking tot de te hanteren oppervlaktewaterpeilen gemaakt. De gebieden waar nog een peilenplan voor moet worden vastgesteld zijn Groesbeek, Ooijpolder en Citters I en II.

In 1999 is gestart met het opstellen van de peilenplannen voor deze laatste gebieden. In de Dijkstoel-vergadering van 15 januari j.l. zijn de definitieve ontwerp-peilenplannen goedgekeurd.

In het voorliggende voorstel wordt een beeld gegeven van hoe de bovenstaande peilenplannen tot stand zijn gekomen en wordt na een algemene inleiding een voorstel gedaan omtrent de vaststelling van de peilenplannen.

Algemeen

De doelstelling van een peilenplan is dat een zodanig peilbeheer wordt gevoerd dat het gebied waterhuishoudkundig optimaal voldoet aan de bestemmingen en de functies. In deze drie gebieden is wateraanvoer niet mogelijk, hetgeen betekent dat de hoeveelheid water in de watergangen voornamelijk afhankelijk is van de neerslag.

Het opstellen van een peilenplan is op te splitsen in het technische deel ter bepaling van de nieuw voor te stellen waterpeilen (inclusief rapportage) en het procedurele deel ter vaststelling van het peilenplan. De technische analyse leidt tot een concept ontwerp-peilenplan welke in procedure wordt gebracht.

Voor elk peilvak is een theoretisch, optimaal en voorgesteld peil bepaald. Voor de peilen en de afweging van de voorgestelde streefpeilen verwijzen wij naar de bijgevoegde peilvoorstellen. Van de plannen zijn de nieuwe waterpeilen en de paragraaf over de afweging die tot het voorgestelde peil heeft geleid, bijgevoegd. De volledige versie ligt ter inzage bij bureau Integraal Waterbeheer van de afdeling Water van het polderdistrict. Over de totstandkoming van de peilenplannen willen wij nog het volgende opmerken.

Groesbeek

In het peilenplan van Groesbeek is uiteindelijk een peil voorgesteld dat sterk afwijkt van het berekende optimale peil. Dit heeft alles te maken met het sterk hellende karakter van het gebied en het ontbreken van stuwtjes in de watergangen. In een sterk hellend gebied resulteert de gebruikte norm dat 10% van het gebied te nat mag zijn al snel in inundatie van de lage percelen. Inundatie wordt niet geaccepteerd en dus valt het voorgestelde peil lager uit.

Ooij

Op enkele plekken in de Oüjpolder is een peil voorgesteld dat lager is dan het huidige gebruikte  peil. Dit lijkt opmerkelijk gezien o.a. de natuurfuncties in de polder. Er is echter gebleken dat om uiteenlopende redenen de peilen die in de praktijk worden gehandhaafd soms al lager zijn dan de huidige streefpeilen. In werkelijkheid gaat dus het waterpeil omhoog bij het instellen van de voorgestelde peilen.

Duitsland

Aangezien een aantal peilvakken in de Ooijpolder aan Duitsland grenst heeft het peilenplan ook effect op delen van het Duits grondgebied. Ook met de Duitsers is overleg gevoerd over de optimale streefpeilen en hieruit bleek dat het Deichverband het op dit moment nog niet mogelijk achten om een peilverhoging door te voeren, hoewel dit op basis van onze normen wel wenselijk zou zijn. Voorgesteld wordt de huidige peilen te handhaven en de mogelijkheden van een peilverhoging gezamenlijk met het Deichverband TCleve - Landesgrenze' verder te onderzoeken. Het niet instellen van het optimale peil betekent dat enkele peilvakken een lager peil hebben dan voor de functies wenselijk is.

Projecten

Met name door Staatsbosbeheer, Dienst Landelijk Gebied en de werkgroep Milieubeheer Groesbeek zijn opmerkingen gemaakt over de waterpeilen in natuurgebieden (De Groenlanden, De Bruuk en de Polder van Beek). Met deze opmerkingen is zoveel mogelijk rekening gehouden bij het bepalen van de streefpeilen, maar op dit moment zijn in de peilenplannen echter de peilen opgenomen die met de huidige beperkingen (infrastructuur) kunnen worden gerealiseerd. Voor deze gebieden lopen momenteel projecten (landinrichting of anti verdroging) waarbij gewerkt wordt naar een peil dat dichter bij het optimale peil ligt. Aangegeven is dat er in het kader van deze projecten, waar alle belanghebbende partijen onderdeel van uitmaken, nieuwe peilafspraken zullen worden gemaakt. Omdat er meerdere projecten lopen en omdat het over het algemeen meerdere jaren duurt voordat overeenstemming wordt verkregen over de waterpeilen, wordt de vaststelling van deze peilbesluiten hier niet voor uitgesteld. Indien er naar aanleiding van een integraal project peilwijzingen worden overeengekomen, zullen deze peilen middels een afzonderlijke procedure (partiële herziening) in het peilenplan moeten worden opgenomen.

Procedure

Zoals gezegd resulteert de technische analyse in een concept ontwerp-peilenplan. Dit concept is met de diverse instanties en belanghebbenden in het betreffende gebied besproken. Na aanleiding van de diverse overleggen is het concept ontwerp-peilenplan aangepast tot het ontwerp peilenplan. Dit plan is na goedkeuring in de Dijksteel vergadering van 30 oktober 2000 gedurende 5 weken terinzage gelegd bij het districtshuis en de gemeentehuizen van de inliggende gemeenten. Ook is er in die periode voor de ingelanden een voorlichtingsavond georganiseerd waarin de plannen zijn toegelicht en waarin vragen zijn beantwoord. Gedurende de terinzagelegging heeft een ieder de plannen kunnen inzien en heeft iedereen persoonlijk de gelegenheid gehad een reactie te geven op de plannen.

De terinzagelegging van de plannen was van 4 december tot 5 januari 2001. In de periode zijn zeven reacties binnengekomen, waarin met name gereageerd is op het peilenplan van Groesbeek. Door Staatbosbeheer is aangegeven dat zij een koppeling wensen tussen het peilenplan en de ruilverkaveling Groesbeek zodat anti-verdrogingsmaatregelen rondom natuurterrein De Bruuk effectiever kunnen worden aangepakt. In de andere zes reacties wordt bezwaar gemaakt tegen de mogelijk toekomstige peilverhogingen rondom natuurterrein De Bruuk.

Over deze schriftelijke reacties wordt opgemerkt dat er op dit moment nog onvoldoende duidelijkheid is over welke maatregelen (peilwijzigingen) er in het kader van de ruilverkaveling gaan worden uitgevoerd. In deze plannan en dus in deze procedure worden er geen peilverhogingen voorgesteld. Omdat op korte termijn nog geen duidelijkheid valt te verwachten zal de procedure ter vaststelling van het peilenplan worden voortgezet en zullen de huidige peilen gehandhaafd blijven (ook rondom De Bruuk).

De schriftelijke reacties gaven derhalve geen aanleiding de plannen inhoudelijk te wijzigen. Wel is er een aantal tekstuele opmerkingen gemaakt waarvoor in de definitieve peilenplannen enkele tekstwijzigingen moeten worden opgenomen. Daarnaast is bij de bepaling van een stuwpeil in peilvak 109 van het peilenplan Groesbeek een fout gemaakt. In dit peilvak is een extra stuw aanwezig waarmee voor een gebiedje van ca. 5 ha een hoger peil dan in peilvak 109 kan worden gehandhaafd. Bij de bepaling van het stuwpeil zijn echter verkeerde gegevens gebruikt. In het definitieve peilenplan zal het peil NAP +16,05 m van dit gebiedje worden gewijzigd in NAP +15,93 m, hetgeen ook het huidige waterpeil is.

Voorstel

Voorgesteld wordt het stuwpeil en de tekst met betrekking tot de extra stuw in peilvak 109 van het ontwerp peilenplan Groesbeek te wijzigen en de peilenplannen Groesbeek, Ooijpolder en Citters I en II vast te stellen, zodat bekendmaking kan plaatsvinden.

Na bekendmaking kan beroep aangetekend worden bij Gedeputeerde Staten. Uitgaande van het gegeven dat geen beroep tegen de plannen wordt ingesteld, kunnen deze medio april 2001 onherroepelijk zijn.

Hoogachtend,

De dijkstoel

Aanhef

Vaststelling peilenplannen Groesbeek, Ooijpolder en Citters I en II

19 februari 2001

HET GECOMBINEERD COLLEGE VAN HET POLDERDISTRICT GROOT MAAS EN WAAL;

gelezen het voorstel van de dijkstoel van 17 januari 2001;

gelet op de desbetreffende bepalingen van de Waterschapswet;

Besluit

  • vast te stellen de peilenplannen Groesbeek, Ooijpolder en Citters I en II;

  • degenen die gereageerd hebben op de plannen overeenkomstig hetgeen daaromtrent in het voorstel is vermeld te berichten.

Het gecombineerd college voornoemd,

de secretaris- directeur,  J.J.M. Knoops

de voorzitter, mr.drs. A.C.M. van Eekhout

toelichtingstreefpeilenplangroesbeek.pdf (1378 Kb)

bijlage1begrenzingpeilvakkenbijtoelichtingstreefpeilenplangroesbeek.pdf (903 Kb)

bijlage2kaartpeilvakkenbijtoelichtingstreefpeilenplangroesbeek.pdf (1805 Kb)