Regeling vervallen per 01-03-2010

Legesverordening Waterschap Rivierenland 2008

Geldend van 01-05-2008 t/m 28-02-2010

Intitulé

Legesverordening Waterschap Rivierenland 2008

Het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland;

gelezen het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden d.d. 28 februari 2008;

gelet op de artikelen 110, 113 en 115 van de Waterschapswet;

BESLUIT:

vast te stellen de Legesverordening ten behoeve van diensten door of namens Waterschap Rivierenland verleend.

Aanhef

Artikelen

Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam leges worden rechten geheven ter zake van het door het waterschap verlenen van de diensten, genoemd in de bij deze verordening behorende tabel.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van de verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

  • b.

    Invorderingswet: de Invorderingswet 1990;

  • c.

    tabel: de bij deze verordening behorende tabel inhoudende de maatstaven en tarieven voor diensten, verricht door of namens het waterschap;

  • d.

    de ambtenaar belast met de heffing: de ambtenaar als bedoeld in artikel 123 lid 3 onderdeel d van de Waterschapswet;

  • e.

    het dagelijks bestuur: het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland;

  • f.

    het algemeen bestuur: het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland.

Artikel 3 Belastingplicht

  • a.

    Belastingplichtig zijn de aanvrager van de dienst en degene ten behoeve van wie de dienst wordt aangevraagd, met dien verstande dat het bedrag wordt gevorderd van één van hen.

  • b.

    De belastingplicht ontstaat op het moment dat de aanvrager een dienst aanvraagt.

Artikel 4 Maatstaf en tarief

  • a.

    De leges worden geheven naar de maatstaf en het tarief die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel.

  • b.

    Indien het toepassen van de tabel zou leiden tot een heffing van een bedrag aan leges, dat in onredelijke verhouding staat tot de verleende dienst, is het dagelijks bestuur bevoegd om de leges lager vast te stellen.

Artikel 5 Vrijstelling

  • 1. Er worden in ieder geval geen leges geheven voor:

    • a.

      de afgifte van stukken, strekkende tot vervanging van die stukken, welke buiten schuld van de houder tengevolge van een ramp verloren zijn gegaan of onbruikbaar zijn geworden;

    • b.

      nasporingen in de kadastrale boekhouding en kopieën van kadastrale plannen, voor zover het aanvragen van ingelanden betreft omtrent hun gebouwde en ongebouwde eigendommen, in verband met de daarvoor geheven omslagen;

    • c.

      de afgifte van stukken aan publiciteitsmedia;

    • d.

      nasporing in de bij het waterschap berustende stukken, indien zij strekken ten behoeve van een wetenschappelijk doel;

    • e.

      de afgifte van stukken aan openbare lichamen, voor zover het de stukken genoemd in hoofdstuk II en III van de tabel betreft;

    • f.

      beschikkingen, voor zover de aanvraag tot het verlenen van een vergunning of ontheffing een direct gevolg is van de uitvoering van een werk door Waterschap Rivierenland.

  • 2. De vrijstelling van leges met betrekking tot de afgifte van stukken, zoals genoemd in lid 1, sub a, c en e geldt slechts voor de afgifte van één exemplaar van hetzelfde stuk aan dezelfde aanvrager.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De leges worden geheven bij wege van het vorderen van een bedrag, zoals dat blijkt uit een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, nota of andere schriftuur.

  • 2. Na het ontstaan van de belastingplicht kunnen aan de belastingplichtige één of meer voorlopig gevorderde bedragen worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de leges vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 7 Tijdstip van betaling

  • 1. De leges moeten worden betaald op het tijdstip waarop de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, eerste lid, wordt gedaan.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid dient, ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, betaling plaats te vinden binnen 4 weken na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 8 Teruggaaf

Op grond van artikel 134 van de Waterschapswet wordt een deel van de leges ter zake van een dienst, genoemd in hoofdstuk V van de tabel, niet in rekening gebracht, en wel een deel ter grootte van: 

  • a.

    50%, indien de aanvraag wordt ingetrokken.

  • b.

    25%, indien de aanvraag niet wordt gehonoreerd.

Indien de aanvraag niet-ontvankelijk wordt verklaard of buiten behandeling wordt gesteld, worden geen leges in rekening gebracht.

Artikel 9 Nadere regels door het dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.

Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2008.

  • 2. Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel, vervalt:

    -          de legesverordening voor Waterschap Rivierenland, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland bij besluit van 3 januari 2005,

    met dien verstande dat deze verordening van kracht blijft voor de heffing en invordering van leges ten aanzien van belastbare feiten die zich vóór de in lid 1 bedoelde datum hebben voorgedaan.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Legesverordening Waterschap Rivierenland 2008".

  • Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland van 11 april 2008

  • de secretaris-directeur, drs. H.C. Jongmans.

  • de dijkgraaf, ir. G.N. Kok.

Tarieventabel

behorend bij de Legesverordening Waterschap Rivierenland 2008, vastgesteld op 11 april 2008

Algemene toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel bevat de aanduiding van het belastbare feit: 'het verlenen van diensten'. De concretisering vindt plaats in de bij de verordening behorende tabel. In het kader van de ontheffing- en vergunning-verlening is in deze tabel gekozen voor de verschuldigdheid van de leges bij het in behandeling nemen van de aanvraag en niet voor de verschuldigdheid in het kader van de afgifte van de ontheffing of vergunning.

Artikel 2d

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht is het noodzakelijk om deze ambtenaar expliciet te noemen omdat de Waterschapswet nu bepaalt, dat een aantal bevoegdheden op grond van de Algemene wet inzake de rijksbelastingen, rechtstreeks aan deze ambtenaar worden toegekend (attributie).

Artikel 3

Deze bepaling bevat de aanwijzing van de belastingplichtige. De aanvrager van de dienst en degene ten behoeve van wie de dienst wordt aangevraagd zijn beiden hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde leges.

Artikel 6

De formulering van het eerste lid van deze bepaling verwoordt de keuze voor 'heffing op andere wijze'. Op basis van artikel 125 van de Waterschapswet worden de op andere wijze geheven belastingen voor de toepassing van de Algemene wet inzake rijksbelastingen aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen.

De dagtekening van de kennisgeving is onder meer van belang voor de termijn van zes weken (art. 6:7ev Awb en 22j Awr), waarbinnen bezwaar kan worden gemaakt tegen de verschuldigdheid van de leges. In het tweede lid van dit artikel is de mogelijkheid opgenomen om ter zake van de legesheffing met voorlopig gevorderde bedragen te werken.

Artikel 7

Uitgangspunt is dat de leges moeten worden betaald op het tijdstip, waarop de - schriftelijke of mondelinge - kennisgeving wordt gedaan. In de gevallen waarin een kennisgeving wordt toegezonden, is dit niet mogelijk. De betaling van de leges moet dan plaatsvinden binnen een bepaalde, in het tweede lid van artikel 7 te noemen termijn.

Artikel 8

Omdat de belastingplicht ontstaat op het moment dat de aanvrager een dienst aanvraagt, is ook leges verschuldigd indien een aanvraag tot ontheffing wordt geweigerd of de aanvraag wordt ingetrokken. In het totaalbedrag per ontheffing zijn kosten opgenomen voor werkzaamheden als de opleverings-controle, welke bij een weigering niet worden verricht. Het is dan redelijk dat niet het gehele legesbedrag in rekening wordt gebracht. Omdat een weigering van een ontheffing meer werk met zich meebrengt dan een intrekking (bij een weigering vindt een inhoudelijke beoordeling plaats en het besluit dient gemotiveerd te worden) wordt voor een intrekking minder leges in rekening gebracht, dan voor een weigering.

Toelichting bij de tarieventabel

Hoofdstuk I

In dit hoofdstuk is de legesheffing opgenomen voor het verstrekken van diensten, die niet in de andere hoofdstukken van de tabel zijn omschreven. Dit houdt in, dat hoofdstuk I van toepassing is, tenzij een van de volgende hoofdstukken anders bepaalt.

advertentie_2008_rivierenl.kont.alblas.wk17.pdf (1464 Kb)