Regeling vervallen per 01-01-2014

Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer Waterschap Rivierenland 2009

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2013

Intitulé

Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer Waterschap Rivierenland 2009

Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer Waterschap Rivierenland 2009

Het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland;

Gelet op de artikelen 120 en 122 van de Waterschapswet (Stb. 2007, nr. 208);

Besluit:

Vast te stellen de volgende Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer:

Aanhef

Artikelen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    kosten: netto-kosten van de kostendrager watersysteembeheer zoals opgenomen in de be-groting van het waterschap en die gedekt worden met behulp van de watersysteemheffing;gebied van het waterschap: het gebied dat is aangegeven op de bij het provinciaal regle-ment behorende kaart waarin het waterschap bevoegd is  het watersysteembeheer uit te oefenen;

  • b.

    ingezetenen: degenen die blijkens de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij het begin van het kalenderjaar woonplaats hebben in het gebied van het waterschap en aldaar gebruik hebben van woonruimte;

  • c.

    zakelijk gerechtigden ongebouwd, niet zijnde natuurterreinen: degenen die krachtens ei-gendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken die geen natuurterreinen zijn in het gebied van het waterschap;

  • d.

    zakelijk gerechtigden natuurterreinen: degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht in het gebied van het waterschap het genot hebben van natuurterreinen;

  • e.

    zakelijk gerechtigden gebouwd: degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van gebouwde onroerende zaken in het gebied van het waterschap;

  • f.

    buitendijks gelegen onroerende zaken: onroerende zaken die geheel of gedeeltelijk buiten de primaire waterkering zijn gelegen en die niet zijn onttrokken aan het stroomprofiel van de rivier; deze gebieden zijn aangegeven op de gewaarmerkte kaart, behorende bij deze verordening.

Artikel 2 Kostentoedeling watersysteembeheer

  • 1. De kosten voor het watersysteembeheer worden als volgt toegedeeld

    • a.

      35,000 % aan de ingezetenen;

    • b.

      12,832 % aan de zakelijk gerechtigden van ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen;

    • c.

      0,038 % aan de zakelijk gerechtigden van natuurterreinen;

    • d.

      52,130 % aan de zakelijk gerechtigden van gebouwde onroerende zaken.

  • 2. De waarde van de onroerende zaken bedoeld in het vorige artikellid, onderdelen b, c en d, wordt bepaald naar de waarde die de onroerende zaken op de waardepeildatum hebben naar de staat en hoedanigheid waarin zij op die datum verkeren.

  • 3. De waardepeildatum is 1 januari 2007.

Artikel 3 Tariefdifferentiatie voor buitendijks gelegen onroerende zaken en voor verharde openbare wegen

  • 1. Voor buitendijks gelegen ongebouwde onroerende zaken die geen natuurterreinen zijn, voor buitendijks gelegen natuurterreinen en voor buitendijks gelegen gebouwde onroerende zaken wordt een gedifferentieerd tarief gehanteerd dat 50% lager is dan het tarief dat blijkens de Ver-ordening op de watersysteemheffing voor elk van deze categorieën geldt.

  • 2. Voor verharde openbare wegen wordt een gedifferentieerd tarief gehanteerd  dat 100% ho-ger is dan het tarief dat blijkens de Verordening op de watersysteemheffing voor ongebouwde onroerende zaken niet zijnde natuurterreinen, geldt.

Artikel 4 Cumulatie van tariefdifferentiatie

De tariefdifferentiatie voor verharde openbare wegen, genoemd in artikel 3, tweede lid wordt, naast de differentiatie voor ongebouwde onroerende zaken en die gelegen zijn in buitendijkse gebieden als bedoeld in het eerste lid van artikel 3 toegepast.

Artikel 5 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1. De Kostentoedelingsverordening Waterschap Rivierenland 2005, vastgesteld bij besluit van het Algemeen Bestuur van 3 januari 2005, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2009, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastingjaren waarvoor zij heeft gegolden.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

  • 3. Deze verordening vindt voor het eerst toepassing in het belastingjaar dat aanvangt op 1 ja-nuari 2009.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als Kostentoedelingsverordening watersysteembeheer Waterschap Rivierenland 2009.

Hoofdstuk 1: Algemeen

Hoofdstuk 2: De kostentoedeling bij Waterschap Rivierenland

Hoofdstuk 3: Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

In artikel 1 zijn enkele begrippen, die in de verordening vaker voorkomen, nader gedefinieerd. In onderdeel a wordt een omschrijving van het begrip kosten gegeven. De kosten die in de kostentoedeling een rol spelen zijn de netto-kosten die in de begroting van het waterschap zijn opgenomen en die met behulp van de watersysteemheffing worden gedekt. Kosten waarvoor dit niet geldt, worden niet in de kostentoedeling watersysteembeheer betrokken.

In onderdeel b wordt het gebied van het waterschap omschreven als het gebied dat is aangegeven op de bij het provinciale reglement behorende kaart waarin het waterschap bevoegd is de watersysteemtaak uit te voeren. Het gaat om de buitenste grenzen van het waterschapsgebied, inclusief eventuele buitendijkse gebieden.

In de onderdelen c tot en met f wordt een omschrijving gegeven van de begrippen ingezetenen, zakelijk gerechtigden ongebouwd niet zijnde natuurterreinen, zakelijk gerechtigden natuurterreinen en zakelijk gerechtigden gebouwd. Dit zijn de heffingplichtige categorieën. Voor de omschrijvingen is aangesloten bij artikel 116, onder a en artikel 117 onder b t/m d van de Waterschapswet. 

Het onderdeel g is speciaal in verband met de bepalingen over de tariefdifferentiatie opgenomen en geeft aan wat onder buitendijks gelegen onroerende zaken moet worden verstaan.

Artikel 2 Kostentoedeling watersysteembeheer

In artikel 2 is aangegeven op welke wijze de kosten van de taakuitoefening over de vier heffingplichtige categorieën worden verdeeld. Artikel 2 vormt daarmee het kernartikel van de verordening. De kostentoedeling geschiedt in twee stappen. In de eerste stap wordt het kostenaandeel van de categorie ingezetenen bepaald en in de tweede stap worden de resterende kosten van de taakuitoefening over de categorieën ongebouwd niet zijnde natuur, natuur en gebouwd verdeeld. In hoofdstuk 2 van de toelichting is de methode van kostentoedeling nader uitgewerkt.

Artikel 3 Tariefdifferentiatie

Het algemeen bestuur van een waterschap kan besluiten de belastingtarieven, zoals die voor de categorieën ongebouwd, natuur en gebouwd in de verordening op de watersysteemheffing zijn vastgesteld, te differentiëren. Het gaat hier om een facultatieve bevoegdheid van het waterschapsbestuur en niet om een verplichting. Tariefdifferentiatie is slechts toegestaan in een beperkt aantal gevallen, die in de wet (artikel 122) met zoveel woorden zijn genoemd. Ook de maximale omvang van de tariefdifferentiaties (de verhogingen en verlagingen) is in de wet geregeld. De hoofdregel die uit artikel 121, eerste lid, onderdelen b, c en d van de Waterschapswet voortvloeit, is dat het tarief van de belasting per eenheid van de heffingsmaatstaf gelijk is. De regeling van de tariefdifferentiatie maakt het mogelijk om van deze hoofdregel af te wijken. Indien tarieven worden gedifferentieerd zal voor de betreffende belastingcategorieën geen sprake meer zijn van gelijke tarieven per heffingsmaatstaf.

De wet schrijft in artikel 122 voor dat de tariefdifferentiatie in de kostentoedelingsverordening  moet worden geregeld. Blijkens de wetsgeschiedenis moet de provincie het besluit tot toepassing van tariefdifferentiatie via de kostentoedelingsverordening goedkeuren. Een logische interpretatie is dat de wetgever heeft gewild dat de waterschappen in hun kostentoedelingsverordening de situaties aangeven waarin tariefdifferentiatie zal plaatsvinden alsook de mate waarin dit zal geschieden. Dit wordt in de verordening tot uitdrukking gebracht. Omdat de kostentoedelingsverordening geen bepaling over de tarieven bevat (deze staan in de verordening op de watersysteemheffing), is het nodig om in deze verordening  een verwijzing naar de belastingverordening op te nemen. 

Artikel 4 Cumulatie van tariefdifferentiatie

Ingevolge artikel 122, vierde lid, van de wet kunnen tariefdifferentiaties naast elkaar worden toegepast. Deze zogenoemde cumulatie van tariefdifferentiatie is een bevoegdheid van het waterschap en niet een verplichting.

In deze verordening zijn tariefdifferentiaties vastgesteld voor buitendijkse gebieden en voor wegen. In artikel 4 wordt bepaald dat deze tariefdifferentiaties cumulatief worden toegepast.

Artikel 5 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

Lid 1

Dit lid bepaalt dat de oude verordening wordt ingetrokken met ingang van het belastingjaar dat aanvangt op 1 januari 2009. De ingetrokken verordening blijft gelden voor de belastingjaren waarvoor zij heeft gegolden.

Lid 2

Artikel 73, eerste lid, van de Waterschapswet bepaalt dat besluiten van het waterschap die algemeen verbindende regels inhouden, niet verbinden dan wanneer zij zijn bekendgemaakt. Deze regel is ook op de kostentoedelingsverordening van toepassing. De bekendgemaakte besluiten treden conform artikel 74 van de Waterschapswet in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, tenzij in deze besluiten een ander tijdstip is aangewezen. Besloten is om de verordening in werking te laten treden op 1 januari 2009.

Lid 3

Deze kostentoedelingsverordening wordt voor het eerst toegepast op het belastingjaar dat op 1 januari 2009 aanvangt. De kostentoedelingsverordening moet tenminste eenmaal in de vijf jaar worden herzien. Frequentere herziening is dus mogelijk. Het noemen van een einddatum is mede hierom niet wenselijk.

Lid 4

In dit artikellid wordt de verordening voorzien van een citeertitel. De naam van het waterschap en het jaartal 2009 zijn hiervan een onderdeel.

kaartbijkostentoedelingsverordeningvastgesteld.pdf (1646 Kb)