Beleidsregels berekening vervuilingswaarde verontreinigingsheffing voor lozingen vanuit IBA-systemen 2010

Geldend van 22-01-2010 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels berekening vervuilingswaarde verontreinigingsheffing voor lozingen vanuit IBA-systemen 2010

Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland;

gelet op de artikelen 7.5 van de Waterwet juncto artikel 122i, eerste lid, van de Waterschapswet en  artikel 18 van de Verordening verontreinigingsheffing Waterschap Rivierenland 2010;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende beleidsregels voor de berekening van de vervuilingswaarde verontreinigingsheffing voor lozingen vanuit IBA-systemen.

Artikel 1  

In beginsel komen alleen gecertificeerde systemen in aanmerking voor een forfait van één vervuilingseenheid.

Artikel 2  

De bepaling van de vervuilingswaarde van een lozing vanuit een IBA systeem vindt plaats aan de hand van:

  • het totale watergebruik van de aangesloten woon- en bedrijfsruimten;

  • het zuiveringsrendement van het betreffende IBA-systeem.

Artikel 3

In afwijking van het gestelde in artikel 2 kan het forfait van één vervuilingseenheid standaard worden toegepast, mits sprake is van:

  • een gecertificeerd IBA-systeem van klasse II, IIIa en IIIb;

  • aansluiting van maximaal één woonruimte.

Artikel 4 

Voor de bepaling van het zuiveringsrendement, bedoeld in artikel 2, wordt aangesloten bij de certificering en de daarbij behorende klassenindeling en emissie-eisen. Onderliggende onderzoeksrapporten met exacte zuiveringsprestaties kunnen worden opgevraagd bij Kiwa.

Artikel 5

Deze beleidsregels zijn alleen van toepassing , indien de heffingplichtige het IBA-systeem beheert.

Artikel 6

  • 1. Met een IBA-gecertificeerde systeem als bedoeld in deze regeling wordt gelijkgesteld een IBA-systeem dat voldoet aan de eisen die een beschermingsniveau bieden dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met deze beleidsregels wordt nagestreefd.

  • 2. Artikel 122i, eerste lid, van de Waterschapswet kent voor de lozing vanuit een IBA-systeem een forfait van 3 en een forfait van 1 vervuilingseenheid. De vervuilingswaarde van de lozing vanuit een IBA-systeem wordt op 3 vervuilingseenheden gesteld als de heffingplichtige aannemelijk maakt dat de vervuilingswaarde minder dan 5 vervuilingseenheden bedraagt, en op 1 vervuilingseenheid als de heffingplichtige aannemelijk maakt dat de vervuilingswaarde minder dan 1 vervuilingseenheid bedraagt. Hiervoor moeten in ieder geval de volgende gegevens worden overgelegd:

    • een bewijs van plaatsing van het betreffende IBA-systeem;

    • een kopie van het certificaat van het betreffende IBA-systeem of, indien géén sprake is van een gecertificeerd IBA-systeem een kopie van het meetrapport waaruit blijkt hoe de zuiverende werking van het IBA-systeem is getest conform het geldende meetprotocol volgens de CE-markering voor IBA-systemen;

    • een opgave van het aantal aangesloten woonruimten;

    • het waterverbruik per jaar;

    • een verklaring dat de aanvrager beheerder is van het IBA-systeem.

Artikel 7

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Deze beleidsregels zijn van toepassing op verzoeken ten aanzien van IBA-systemen op grond van artikel 7.5 van de Waterwet juncto artikel 122i, eerste lid, van de Waterschapswet die betrekking hebben op de heffing met ingang van 1 januari 2010.

  • 3. Met de inwerkingtreding van deze beleidsregels komen de Beleidsregels berekening vervuilingswaarde voor lozingen vanuit IBA-systemen, vastgesteld op 18 december 2008, te vervallen.

  • 4. Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels berekening vervuilingswaarde verontreinigingsheffing voor lozingen vanuit IBA-systemen 2010’.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Het uitgangspunt voor de bepaling van de vervuilingswaarde is het totale waterverbruik van een woning of bedrijfsruimte. Indien een belangrijk deel van dit water niet via de IBA wordt geloosd, zal deze hoeveelheid van het totale waterverbruik worden afgetrokken. Een reden dat een belangrijk deel van het water niet via de IBA wordt geloosd kan zijn dat een grote hoeveelheid water bijvoorbeeld in het productieproces wordt opgenomen of verwerkt.

Artikel 5

De beleidsregels zijn alleen van toepassing als de heffingplichtige het IBA-systeem beheert. Indien Waterschap Rivierenland het IBA-systeem beheert of mede beheert, is het IBA-systeem een zuiveringstechnisch werk in de zin van artikel 1.1 van de Waterwet. De lozing vanuit een zuiveringstechnisch werk in beheer van het waterschap is op grond van artikel 7.8 van de Waterwet juncto artikel 4 van de Verordening verontreinigingsheffing Waterschap Rivierenland 2010 vrijgesteld van de verontreinigingsheffing.

De lozing door een gemeente, als beheerder van een IBA-systeem, zijnde een zuiveringstechnisch werk, of de lozing vanuit een woonruimte of een bedrijfsruimte via een IBA-systeem door de beheerder van het IBA-systeem valt onder heffing van de verontreinigingsheffing en daarmee onder de werking van de beleidsregels.  

Artikelen 3 en 6

Artikel 7.5 van de Waterwet juncto artikel 122i, eerste lid, van de Waterschapswet en artikel 18 van de Verordening verontreinigingsheffing Waterschap Rivierenland 2010 kennen voor de lozing vanuit een IBA-systeem een forfait van 3 en een forfait van 1 vervuilingseenheid. Op grond van artikel 3 van deze beleidsregels kan een forfait van 1 vervuilingseenheid zonder meer worden vastgesteld als er sprake is van een gecertificeerd IBA-systeem van klasse II, IIIa en IIIb en een aansluiting van maximaal één woonruimte. Een IBA-systeem van klasse I kan niet in aanmerking komen voor de korting.

In overige gevallen (bijvoorbeeld geen gecertificeerd systeem, aansluiting van meerdere woonruimten of van bedrijfsruimte) kan niet zonder meer worden uitgegaan van een vervuilingswaarde van minder dan 1 vervuilingseenheid, zie artikel 6, tweede lid, van deze beleidsregels. Door de heffingplichtige zal aangetoond moeten worden dat de vervuilingswaarde minder dan één vervuilingseenheid bedraagt.

Ongecertificeerde IBA-systemen worden voor de heffing en de mogelijke korting daarop, gelijkgesteld met IBA-systemen die door KIWA zijn gecertificeerd (artikel 6, eerste lid). Voorwaarde is dat het IBA-systeem in staat moet zijn om een bepaald zuiveringsrendement te halen, namelijk dat de vervuilingswaarde van het afvalwater minder dan één vervuilingseenheid bedraagt (artikel 6, tweede lid).

Bijlage

Kontakt Alblasserwaard, 21-01-2010