Regeling vervallen per 01-01-2011

Ondermandaat assistent-liaisons

Geldend van 17-07-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Ondermandaat assistent-liaisons

Aanhef

DE SECRETARIS-DIRECTEUR VAN WATERSCHAP RIVIERENLAND;

Overwegingen:

het algemeen bestuur in zijn vergadering van 23 april 2010 een delegatiebesluit heeft genomen en een mandaatregeling heeft vastgesteld, waarin de randvoorwaarden voor het mandaat worden gegeven;

het uit oogpunt van efficiency wenselijk is om diverse bevoegdheden die zijn neergelegd bij het college van dijkgraaf en heemraden uit te laten oefenen door een aan het college ondergeschikte medewerker, voor zover dat in overeenstemming is met de aard en inhoud van die bevoegdheden;

het college van dijkgraaf en heemraden in zijn vergadering van 15 juni 2010 een mandaatbesluit heeft vastgesteld voor de secretaris-directeur;

het wenselijk is, dat de secretaris-directeur mandaat verleent aan de assistent-liaisons voor de uitoefening van bevoegdheden in geval van (de bestrijding van) calamiteiten;

dit besluit uitvoering geeft aan artikel 5, eerste lid, van de Algemene mandaatregeling Waterschap Rivierenland 2010;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Waterschapswet, het Reglement voor Waterschap Rivierenland en de Waterwet,

BESLUIT:

I aan de assistent-liaisons mandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor:

Het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen en het nemen van besluiten in het kader van (de bestrijding van) calamiteiten.

Onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    de assistent-liaison is alleen gerechtigd van zijn mandaat gebruik te maken bij afwezigheid van de betreffende liaison;

  • b.

    de assistent-liaison licht zo spoedig mogelijk de betreffende liaison in over de door hem uitgeoefende bevoegdheid.

II Inwerkingtreding:

Dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na bekendmaking.

Tiel, 28 juni 2010

de secretaris-directeur van Waterschap Rivierenland, drs. H.C. Jongmans

Toelichting

Tijdens het bestrijden van calamiteiten kan het noodzakelijk zijn om vertegenwoordigers (liaisons) van Waterschap Rivierenland te plaatsen in regionale of gemeentelijke teams. Vertegenwoordigers van het waterschap nemen ná overleg met de voorzitters van de regionale en/of gemeentelijke teams in deze teams plaats. Vertegenwoordigers op strategisch niveau nemen deel aan een Regionaal Beleids Team (RBT) of Gemeentelijk Beleids team (GBT). Vertegenwoordigers op tactisch niveau kunnen deelnemen aan een Regionaal Operationeel Team (ROT). Vertegenwoordigers op uitvoerend niveau nemen plaats in een Commando Plaats Incident (CopI).

In principe zal een lid van het dagelijks bestuur het waterschap op strategisch niveau vertegenwoordigen en een lid van het directieteam op tactisch niveau en een handhaver op uitvoerend niveau.

Liaisons kunnen tijdelijk of permanent zitting nemen in een regionaal of gemeentelijk team. Dat is afhankelijk van de situatie. Bij acute dreigingen is een permanente vertegenwoordiging noodzakelijk. Bij andere dreigingen, zoals hoogwater op de rivier, kan een tijdelijke vertegenwoordiging volstaan.

Met elke liaison gaat een assistent mee. Deze assistent-liaison is bij voorkeur inhoudelijk deskundig op het gebied van de betreffende calamiteit. Bij afwezigheid van de liaison neemt de assistent-liaison de taken in het regionaal of gemeentelijk team waar. De assistent-liaison maakt geen gebruik van zijn bevoegdheden dan nadat hij (telefonisch) overleg heeft gehad met de liaison, tenzij de liaison niet bereikbaar is of de spoedeisendheid van de situatie zich daartegen verzet.

Het mandaat van de assistent-liaison is beperkt tot het mandaat van de liaison. (N.B. voor de liaisons is geen apart mandaatbesluit. Zij hebben reeds een mandaat uit hoofde van hun functie: lid van het college van dijkgraaf en heemraden, secretaris-directeur of afdelingshoofd.) De assistent-liaison kan dus geen besluiten nemen of privaatrechtelijke (rechts)handelingen verrichten waarvoor de liaison geen mandaat heeft.

Voorbeelden van besluiten die de assistent-liaison kan nemen en privaatrechtelijke (rechts)handelingen die hij kan verrichten, zijn: 

  • het nemen van een besluit om vervuild water via een gemaal van Waterschap Rivierenland te lozen op de grote rivieren en niet via de zuivering;

  • het nemen van een besluit om vervuild (gemeentelijk) oppervlaktewater te bufferen in oppervlaktewater van het waterschap;

  • besluiten om, in afwijking van het peilbesluit, water aan te voeren voor het blussen van een grote brand;

  • toestemming verlenen voor het rijden met zwaar materiaal op de dijk in het hoogwater seizoen, indien een ongeval met een vrachtwagen dit noodzakelijk maakt.

rivierenlgebiedsbreedwk27.pdf (784 Kb)