Regeling vervallen per 12-10-2010

Gemeenschappelijke regeling Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard

Geldend van 04-01-2011 t/m 11-10-2010

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Zaltbommel en Maasdriel, het college van dijkgraaf en heemraden van het Waterschap Rivierenland, het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Overwegende:

dat de bovengenoemde bestuursorganen gezamenlijk glastuinbouwgebieden en gebieden voor paddenstoelenteelt in de Bommelerwaard willen herstructureren;

dat daartoe op 9 december 2010 een samenwerkingsovereenkomst (hierna: de Samenwerkingsovereenkomst) is gesloten tussen de provincie Gelderland, de gemeente Zaltbommel, de gemeente Maasdriel en het Waterschap Rivierenland;

dat in de Samenwerkingsovereenkomst de voorwaarden, uitgangspunten en wijze van samenwerking zijn vastgelegd voor de herstructurering van de glastuinbouw en paddenstoelenteelt in de Bommelerwaard gericht op duurzaamheid, een goede logistieke ontsluiting, ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied, leefbaarheid voor bewoners, een adequate waterberging en de kwaliteit van het oppervlaktewater;

dat in artikel 5.1 van de Samenwerkingsovereenkomst de partijen zijn overeengekomen verder te zullen samenwerken bij de herstructurering van de glastuinbouw in de Bommelerwaard door instelling van een openbaar lichaam in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen en partijen nu en in de toekomst invulling willen geven aan de Samenwerkingsovereenkomst met inachtneming van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

dat de raden van de gemeenten Zaltbommel en Maasdriel, Provinciale Staten van de provincie Gelderland alsmede het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland toestemming hebben verleend als bedoeld in artikel 73 tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

Gelet op:

het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Provinciewet, de Gemeentewet en de Waterschapswet;

Besluiten:

vast te stellen de Gemeenschappelijke regeling Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard

Aanhef

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Grondexploitatie: de grondexploitatie die als bijlage 2 bij de Samenwerkingsovereenkomst is gevoegd en daarvan onderdeel uitmaakt;

  • b.

    Extensiveringsgebieden: gebieden met een glastuinbouwbestemming waar de glastuinbouwfunctie op termijn zal wijzigen in andere, nader te bepalen functies;

  • c.

    Intensiveringsgebieden: gebieden met de bestemming glastuinbouw waarbinnen de hoeveelheid glas middels intensivering en verdichting vergroot zal worden en aanpassingen gepleegd zullen worden voor wat betreft landschappelijke inpassing, leefbaarheid, verkeersveiligheid, water en zo mogelijk energie;

  • d.

    Nette Overgangsregeling: uniforme overgangsregeling voor glastuinbouwbedrijven gelegen in voormalige intensiveringsgebieden (nieuwe ‘solitaire' bedrijven), waarmee deze bedrijven de mogelijkheid wordt geboden, binnen nationale en Europeesrechtelijke kaders, eenmalig uit te breiden;

  • e.

    Ondernemingsplan: het plan van 14 juli 2009 met de titel "Ondernemingsplan herstructurering glastuinbouw en paddenstoelenteelt Bommelerwaard" dat als bijlage 1 bij de Samenwerkingsoverenkomst is gevoegd en daarvan onderdeel uitmaakt;

  • f.

    Samenwerkingsovereenkomst: de Samenwerkingsovereenkomst herstructurering glastuinbouw en paddenstoelenteelt Bommelerwaard d.d. 9 december 2009;

  • g.

    Vertrouwenspersoon: de vertrouwenspersoon zoals bedoeld in het Ondernemingsplan;

  • h.

    Wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 2. Het openbaar lichaam

Er is een openbaar lichaam, genaamd Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard (PHTB), ter behartiging van het belang van herstructurering van glastuinbouw en paddenstoelenteelt in de Bommelerwaard. Het openbaar lichaam is rechtspersoon en is gevestigd te Zaltbommel.

Hoofdstuk 2. Doel en taken

Artikel 3. Doel en taken

  • 1. Het openbaar lichaam heeft tot doel:

    • a.

      de glastuinbouw en paddenstoelenteelt in alle benoemde deelgebieden, economisch gezien, toekomstmogelijkheden te laten behouden dan wel te geven (schaalgrootte, functionele inrichting, bereikbaarheid, landschappelijke inpassing, energie en water);

    • b.

      de deelgebieden en hun directe omgeving voor bewoners leefbaar te houden dan wel leefbaarder te maken;

    • c.

      de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteiten in de deelgebieden en de Bommelerwaard als geheel te versterken en te benutten;

  • 2. Het in het eerste lid genoemde doel verwezenlijkt het openbaar lichaam voor de Intensiveringsgebieden door:

    • a.

      het opstellen van een grondverwervingstrategie per deelgebied, waarbij een actief aankoopbeleid het uitgangspunt vormt, maar een passief beleid overwogen zal worden met het oog op de grondposities van derden;

    • b.

      aankopen van grond voor de tuinbouw en daarmee samenhangende ontwikkelingen;

    • c.

      het doen van voorstellen tot het inzetten van een gelimiteerd aantal woningbouwmogelijkheden of werkinstructies bij onderhandelingen met tuinders of grondeigenaren;

    • d.

      het selecteren van te herstructureren gebieden in de eerste fase van het plan en het opstellen van voorstellen voor de besluitvorming over deze gebieden;

    • e.

      het opstellen van inrichtingsplannen en plannen voor ontsluitingsroutes;

    • f.

      het ontwikkelen van duurzame voorzieningen voor onder meer (giet)water en energie;

    • g.

      het uitvoeren van onderzoeken ten behoeve van ruimtelijke ordeningsprocedures;

    • h.

      het (laten) opstellen van bestemmingsplannen;

    • i.

      het laten verzorgen van de ruimtelijke ordeningsprocedures (Milieueffectrapport en bestemmingsplan);

    • j.

      het voorbereiden van de inzet van het kostenverhaalsinstrumentarium op grond van de Wet ruimtelijke ordening;

    • k.

      het uitwerken van inrichtingsplannen tot ontwerpen en bestekken;

    • l.

      het aanbesteden, gunnen en begeleiden van uitvoeringswerkzaamheden;

    • m.

      het verzorgen van communicatie, overleg met de Vertrouwenspersoon, participatie van bewoners, ondernemers en andere gebruikers;

    • n.

      het uitgeven van grond;

    • o.

      het opstellen van grondexploitaties en het bewaken van kosten en opbrengsten;

    • p.

      het laten voeren van de financiële administratie;

    • q.

      het onderzoeken van subsidiemogelijkheden;

    • r.

      het voorbereiden van deelname van andere (private) partijen aan dan wel samenwerking met de uitvoeringsorganisatie;

    • s.

      het coördineren van alle werkzaamheden aangaande het project

  • 3. Het in het eerste lid genoemde doel verwezenlijkt het openbaar lichaam voor de Extensiveringsgebieden door:

    • a.

      het opstellen van aangepaste bestemmingsplannen, in nauw overleg met de betrokken gemeente, en wel zodanig dat deze gebieden een andere functie dan glastuinbouw krijgen dan wel hiermee ongewenste uitbreiding van het glastuinbouwareaal voorkomen wordt;

    • b.

      het begeleiden van tuinders bij verplaatsing naar intensiveringsgebieden en magneetlocaties;

    • c.

      het uitvoeren van de zogenaamde Nette Overgangsregeling;

    • d.

      het inzetten van de Vertrouwenspersoon voor het volgen van en mogelijk maken van ontwikkelingen die passen bij de extensivering van de glastuinbouw;

    • e.

      het adviseren van gemeenten bij de toepassing van de Nette Overgangsregeling;

    • f.

      het doen van voorstellen tot het inzetten van een gelimiteerd aantal woningbouwmogelijkheden en/of werkfuncties bij onderhandelingen met tuinders of grondeigenaren.

  • 4. Het openbaar lichaam treedt vanaf het moment van inwerkingtreding van onderhavige regeling in de rechten en plichten van partijen zoals bedoeld in artikel 5.5 van de Samenwerkingsovereenkomst.

Hoofdstuk 3. Algemeen bestuur

Artikel 4. Samenstelling

  • 1. Het algemeen bestuur bestaat uit vier leden en is als volgt samengesteld:

    • a.

      één vertegenwoordiger uit het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland;

    • b.

      één vertegenwoordiger uit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaltbommel;

    • c.

      één vertegenwoordiger uit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel;

    • d.

      één vertegenwoordiger uit het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap Rivierenland;

  • 2. De leden zoals bedoeld in het vorige lid onder b., c. en d. hebben elk één stem. Het lid zoals bedoeld in het vorige lid onder a. heeft twee stemmen.

Artikel 5. Aanwijzing leden algemeen bestuur

  • 1. De deelnemende partijen beslissen elk zo spoedig mogelijk over de aanwijzing van nieuwe leden van het algemeen bestuur.

  • 2. Van elke aanwijzing tot lid van het algemeen bestuur geeft het bestuursorgaan dat over deze aanwijzing beslist zo spoedig mogelijk kennis aan de voorzitter van het algemeen bestuur.

  • 3. Als tussentijds een plaats van het algemeen bestuur vacant komt, wijst de deelnemende partij die het aangaat in zijn eerstvolgende vergadering, of zo dat niet mogelijk is ten spoedigste daarna, een nieuw lid aan.

Artikel 6. Werkwijze

  • 1. Het algemeen bestuur vergadert ten minste twee maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of een lid van het algemeen bestuur dit - onder opgaaf van redenen - verzoekt.

  • 2. Over personen wordt schriftelijk, over zaken mondeling gestemd.

  • 3. Besluiten worden bij gewone meerderheid van stemmen genomen.

Artikel 7. Bevoegdheden

  • 1. Naast de bevoegdheden ingevolge de Wet stelt het algemeen bestuur ten minste éénmaal per jaar de herziene en geactualiseerde Grondexploitatie vast.

  • 2. Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen en is voorts bevoegd tot het wijzigen van de vestigingsplaats van het openbaar lichaam Herstructurering tuinbouw Bommelerwaard.

  • 3. Het algemeen bestuur kan kaders stellen waarbinnen het dagelijks bestuur zijn bevoegdheden uitoefent. Deze kaders kunnen onder meer betrekking hebben op de verwerving, vervreemding of bezwaring van onroerend goed.

Hoofdstuk 4. Dagelijks bestuur

Artikel 8. Samenstelling

  • 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en drie leden van het algemeen bestuur zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 sub b., c. en d.

  • 2. De leden zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b., c. en d. hebben elk één stem. De voorzitter heeft twee stemmen.

Artikel 9. Werkwijze

  • 1. Het dagelijks bestuur vergadert ten minste vier maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of een lid van het dagelijks bestuur dit - onder opgaaf van redenen - verzoekt.

  • 2. Over personen wordt schriftelijk, over zaken mondeling gestemd.

  • 3. Besluiten worden bij gewone meerderheid van stemmen genomen.

Artikel 10. Bevoegdheden

  • 1. Alle bevoegdheden die niet aan een ander orgaan zijn toebedeeld, komen toe aan het dagelijks bestuur.

  • 2. Het dagelijks bestuur is voorts bevoegd tot het vaststellen van een reglement van orde voor zijn vergaderingen.

Hoofdstuk 5. Voorzitter

Artikel 11. Voorzitterschap

  • 1. De voorzitter is de vertegenwoordiger uit het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland.

  • 2. Een door het algemeen bestuur daaruit aan te wijzen lid vervangt de voorzitter bij diens verhindering of ontstentenis.

  • 3. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

Hoofdstuk 6. Informatie, verantwoording en ontslag

Artikel 12. Dagelijks bestuur en voorzitter ten opzichte van het algemeen bestuur

  • 1. De leden van het dagelijks bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur en geven daartoe gevraagd en ongevraagd aan het algemeen bestuur alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het dagelijks bestuur te voeren en gevoerde bestuur nodig is.

  • 2. Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen, als dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit.

  • 3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de voorzitter zoals bedoeld in artikel 11.

Artikel 13. Algemeen en dagelijks bestuur ten opzichte van de raden, provinciale staten en algemeen bestuur waterschap

  • 1. Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur geven aan de raden van de deelnemende gemeenten, provinciale staten en het algemeen bestuur van het waterschap gevraagd en ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is.

  • 2. Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur verstrekken aan de raden van de deelnemende gemeenten, provinciale staten en het algemeen bestuur van het waterschap alle inlichtingen die door een of meer leden van die raden, provinciale staten of algemeen bestuur worden verlangd.

Artikel 14. Leden algemeen bestuur ten opzichte van colleges

  • 1. Een lid van het algemeen bestuur verschaft het college dat hem als lid heeft aangewezen alle inlichtingen, die door dat college of door een of meer leden van dat college worden verlangd.

  • 2. Alvorens de gevraagde inlichtingen zoals bedoeld in het eerste lid te verstrekken, kan het lid zich daarover laten adviseren door het dagelijks bestuur.

  • 3. Een lid van het algemeen bestuur is het college dat hem als lid heeft aangewezen verantwoording verschuldigd voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid en wel op de in het reglement van orde voor de vergaderingen van dat college aangegeven wijze.

  • 4. Een lid van het algemeen bestuur kan door het college dat hem heeft aangewezen worden ontslagen, als dit lid het vertrouwen van dat college niet meer bezit.

Hoofdstuk 7. Projectmanager en personeel

Artikel 15. Projectmanager

  • 1. Het dagelijks bestuur beslist over het aantrekken van de Projectmanager. Het dagelijks bestuur stelt de taken en bevoegdheden van de Projectmanager vast. De Projectmanager wordt bij verhindering of ontstentenis vervangen op een door het dagelijks bestuur te bepalen wijze.

  • 2. De Projectmanager is het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter in alles, dat de hun opgedragen taak aangaat, behulpzaam.

  • 3. Door de Projectmanager worden alle stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan mede-ondertekend.

  • 4. Het dagelijks bestuur kan voor de Projectmanager een instructie vaststellen die ten minste de aansturing van het personeel betreft zoals in het volgende artikel bedoeld.

Artikel 16. Personeel

Het dagelijks bestuur beslist over het aantrekken en de inzet van overig personeel voor het openbaar lichaam met inachtneming van het hetgeen daaromtrent is bepaald in de Samenwerkingsovereenkomst.

Artikel 17. Rechtspostitie overig personeel en projectmanager

Bij het aantrekken van de Projectmanager en overig personeel regelt het dagelijks bestuur de rechtstoestand en voor zover nodig de arbeidsvoorwaarden die in dat geval van toepassing zijn.

Hoofdstuk 8. Financiële bepalingen

Artikel 18. Begrotingsprocedure

  • 1. De vaststelling van de begroting door het algemeen bestuur, zoals bedoeld in artikel 80, eerste lid, van de Wet geschiedt vóór 1 juli in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.

  • 2. Overminderd het bepaalde in artikel 81, eerste lid, van de Wet zorgt het dagelijks bestuur vóór 1 april voor de in dat lid bedoelde toezending van de ontwerp-begroting vergezeld van een behoorlijke toelichting.

Artikel 19. Jaarrekening

  • 1. De vaststelling van de jaarrekening door het algemeen bestuur, zoals bedoeld in artikel 80, derde lid, van de Wet geschiedt vóór 1 juli volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 2. Bij het ontwerp van de jaarrekening is het bepaalde in artikel 18 tweede lid van de Regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 20. Verdeling batig/nadelig saldo

  • 1. Een batig saldo van de begroting of jaarrekening wordt toegevoegd aan de reserves.

  • 2. Het algemeen bestuur beslist of een nadelig saldo van de begroting of jaarrekening:

    • a.

      geheel of gedeeltelijk ten laste van bestaande reserves zal worden gebracht; of

    • b.

      geheel of gedeeltelijk ten laste van de deelnemende partijen zal worden gebracht met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in de Samenwerkingsovereenkomst.

Hoofdstuk 9. Archief

Artikel 21. Zorg en beheer archief

  • 1. Het dagelijks bestuur draagt de zorg voor het beheer van het archief.

  • 2. Ten aanzien van de zorg en het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard, alsmede ten aanzien van het toezicht op het beheer zijn de voorschriften van de de gemeente Zaltbommel van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 10. Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing

Artikel 22. Toetreding

  • 1. Het algemeen bestuur kan na een daartoe strekkend besluit van een bevoegd bestuursorgaan van een publiekrechtelijk lichaam of rechtspersoon besluiten over toetreding tot onderhavige regeling van andere dan de deelnemende partijen. Onverminderd het bepaalde in artikel 24 lid 2 is voor dit besluit de instemming van tweederde van de leden van het algemeen bestuur nodig.

  • 2. De toetreding gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op die, waarin door Gedeputeerde Staten van het besluit tot toetreding aantekening is gemaakt in de registers, als bedoeld in artikel 27 van de Wet.

Artikel 23. Uittreding

  • 1. De deelnemende partijen kunnen op elk moment uittreden uit onderhavige regeling na een daartoe strekkend besluit van het bevoegde bestuursorgaan, doch niet eerder dan na afronding van de eerste fase van de herstructurering waarover in de Samenwerkingsovereenkomst afspraken zijn gemaakt.

  • 2. Uittreding uit de regeling vindt plaats per 31 december van het kalenderjaar.

  • 3. Voor uittreding uit de regeling wordt een opzegtermijn van ten minste drie maanden in acht genomen.

  • 4. Een deelnemer die uit de regeling wenst te treden, maakt zijn voornemen tot uittreding schriftelijk kenbaar aan het algemeen bestuur en aan de overige deelnemers.

  • 5. Na ontvangst van het in het vorige lid vermelde schrijven wordt een in overleg met de uittredende deelnemer aan te wijzen onafhankelijke registeraccountant opdracht verleend een liquidatieplan op te stellen als ware tot opheffing van onderhavige regeling besloten. Het algemeen bestuur stelt het liquidatieplan vast. Het liquidatieplan is bindend voor de uittredende deelnemer, met dien verstande dat dit geen grotere financiële verplichtingen mag bevatten dan die welke uit de Wet en de Samenwerkingsovereenkomst voortvloeien.

  • 6. De kosten van het opstellen van het liquidatieplan komen voor rekening van de deelnemer die het voornemen heeft om uit te treden.

  • 7. Indien als gevolg van uittreding slechts twee deelnemende partijen overblijven, heeft een besluit als bedoeld in het eerste lid opheffing van onderhavige regeling tot gevolg.

Artikel 24. Wijziging en opheffing

  • 1. De deelnemende partijen kunnen de regeling wijzigen als ten minste tweederde van de deelnemende partijen daartoe besluit. Het algemeen bestuur kan de deelnemende partijen daartoe gevraagd en ongevraagd voorstellen doen.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid is voor een besluit tot wijziging van onderhavige regeling die leidt tot grotere financiële verplichtingen voor de deelnemende partijen dan die uit de Samenwerkingsovereenkomst voortvloeien, unanimiteit vereist.

  • 3. Het algemeen bestuur is bevoegd te besluiten tot het opheffen van onderhavige regeling. Voor dit besluit is de instemming van tweederde van de leden van het algemeen bestuur nodig.

  • 4. Het algemeen bestuur maakt van de bevoegdheid in de vorige volzin slechts gebruik nadat de deelnemende partijen hierover zijn gehoord.

  • 5. Ingeval een besluit tot opheffing volgens het derde lid is genomen, besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt het, gehoord de deelnemende partijen, een liquidatieplan vast.

  • 6. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende partijen tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing. Voorts voorziet het liquidatieplan in de regeling van de personele gevolgen.

  • 7. Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van het liquidatieplan en blijft daartoe zo nodig ook na het tijdstip van opheffing in functie.

Hoofdstuk 11. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 25. Inwerkingtreding van de regeling

  • 1. De Regeling treedt in werking de dag nadat Gedeputeerde Staten deze in het register, zoals bedoeld in artikel 27 van de Wet, hebben opgenomen.

  • 2. De gemeente Zaltbommel draagt zorg voor de in artikel 26 van de Wet bedoelde toezending.

Artikel 26. Duur van de regeling

De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 27. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard.

Brief GS Gelderland inzake inschrijving regeling register d.d. 3 jan 2011