Regeling vervallen per 02-07-2019

Reglement van orde voor de adviescommissies 2015

Geldend van 01-01-2016 t/m 01-07-2019

Intitulé

Reglement van orde voor de adviescommissies 2015

Overwegende dat het gewenst is om ter advisering aan het algemeen bestuur adviescommissies in te stellen en voor de vergaderingen van de adviescommissies een reglement van orde vast te stellen;

gelet op artikel 56 en 59 van de Waterschapswet en artikel 1.5 van het Reglement van orde

voor het algemeen bestuur 2015;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening tot instelling van commissies ter advisering van het college van dijkgraaf en heemraden, waarbij taken, samenstelling en werkwijze van de commissies nader worden aangegeven.

Reglement van orde voor de adviescommissies 2015

1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1 In te stellen commissies

Ter advisering van het algemeen bestuur worden de volgende vaste commissies voor advies ingesteld:

  • a.

    Commissie Waterveiligheid;

  • b.

    Commissie Watersysteem;

  • c.

    Commissie Waterketen;

  • d.

    Commissie Middelen.

Artikel 1.2 Taken en bevoegdheden commissies

  • 1. De commissies kunnen op eigen initiatief dan wel op verzoek van het college van dijkgraaf en heemraden advies uitbrengen over voorstellen die door het college van dijkgraaf en heemraden aan het algemeen bestuur worden gedaan.

  • 2. De commissies kunnen op eigen initiatief, dan wel op verzoek van het college van dijkgraaf en heemraden of van het algemeen bestuur advies uitbrengen omtrent onderwerpen over het taakonderdeel van de commissie.

  • 3. De taakverdeling van de commissies luidt als volgt:

    Commissie Waterveiligheid: advisering over het beleid over waarborging van de veiligheid tegen overstromingen, waaronder de aanleg en het beheer van waterkeringen en over de wegen en over het muskusrattenbeheer.

    - Commissie Watersysteem: advisering over beleid inzake het watersysteem, waaronder de waterkwantiteit, de waterkwaliteit, het beheer van de watergangen en de daarbij behorende kunstwerken, alsmede over de uitvoering van integrale waterplannen en over het vaarweg­beheer.

    - Commissie Waterketen: advisering over beleid op het gebied van waterketen, waaronder het zuiveren van afvalwater, slibverwerking en afzet, samenwerking in de waterketen en over duurzaamheid, innovatie en klimaat.  

    - Commissie Middelen: advisering over beleid op financieel gebied, belastingzaken en over het onderzoeken van de begroting en voorts advisering over beleidszaken met betrekking tot communicatie, regelgeving, personele aangelegenheden, eigendommen, informatisering en automatisering, facilitaire zaken en inkoop en controlling.

Artikel 1.3 Samenstelling van de commissies

  • 1. De commissies bestaan  uit hetzelfde aantal leden als het aantal fracties in het algemeen bestuur. Iedere fractie is in iedere commissie met één lid vertegenwoordigd.

  • 2. Op voordracht van de vertegenwoordigers van iedere fractie wordt vanuit elk van de fracties een lid en een plaatsvervangend lid voor de commissies benoemd.

  • 3. De leden en de plaatsvervangende leden die door de fractie worden voorgedragen hebben zitting in het algemeen bestuur.

  • 4. In afwijking van het derde lid kan elke fractie voor de vier commissies gezamenlijk één lid voordragen die geen deel uitmaakt van het algemeen bestuur. In het geval de fractie een voorzitter van een commissie levert mag voor die commissie een tweede lid worden voorgedragen die geen deel uitmaakt van het algemeen bestuur. De leden die de fractie voordraagt als lid van de commissie, niet-zijnde een lid van het algemeen bestuur, zijn leden op de kandidatenlijst van de laatstgehouden verkiezingen. Deze laatste bepaling is niet van toepassing op de fracties met vertegenwoordigers van de specifieke belangencategorieën.

  • 5. In geval zowel het lid als het plaatsvervangend lid van een fractie verhinderd is, kan deze zich laten vertegenwoordigen door een ander lid van de fractie in het algemeen bestuur of door een ander lid dat door de fractie is aangewezen als lid van een andere commissie.

Artikel 1.4 Beëindiging

  • 1. De leden van een commissie treden af op de dag waarop de bestuursperiode van het algemeen bestuur van het waterschap eindigt.

  • 2. De leden van een commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij dienen dit ontslag schriftelijk in bij het algemeen bestuur van het waterschap. Zij blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 1.5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter van de commissie wordt door het algemeen bestuur uit zijn midden aangewezen.

  • 2. De voorzitter is tevens lid van de commissie, maar maakt geen deel uit van het aantal zoals bedoeld in artikel 1.3.

  • 3. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter uit zijn midden.

  • 4. De leden van het college van dijkgraaf en heemraden die zijn belast met de portefeuille waarover de commissie adviezen uitbrengt wonen de vergadering bij en kunnen door de voorzitter om een toelichting worden gevraagd.

Artikel 1.6 Secretariaat

  • 1. De commissie wordt bijgestaan door een secretaris van een commissie. De secretaris van de commissie is lid van de directieraad. De secretaris-directeur kan desgewenst ambtenaren van het waterschap aanwijzen als plaatsvervanger.

  • 2. Vervallen.

  • 3. Vervallen.

Artikel 1.7 Verslaglegging

  • 1. Van de vergaderingen wordt een besluitenlijst gemaakt. De besluitenlijst bevat ten minste:

    • a.

      De namen van de leden die aanwezig, dan wel met kennisgeving afwezig waren;

    • b.

      Een beknopte vermelding van de mededelingen, voorstellen, overwegingen, toezeggingen en uitgebrachte adviezen. Indien een advies niet unaniem tot stand is gekomen, worden het minderheidsstandpunt en de partijen die dit minderheidsstandpunt innamen eveneens vermeld .

    • 2.

      Datgene wat tijdens de vergadering wordt besproken, wordt vastgelegd met digitale opnamen. Het digitale bestand geldt als verslag van de vergadering.

2. Vergaderingen

Artikel 2.1 Vergaderingen

  • 1. De voorzitter van een commissie bepaalt de dag en het aanvangstijdstip van de vergadering van de commissie.

  • 2. Een commissie vergadert zo vaak als de voorzitter dit wenselijk acht, dan wel indien minimaal drie leden daarom verzoeken. De reden daarvoor wordt vooraf kenbaar gemaakt.

  • 3. De voorzitter draagt er zorg voor dat de leden schriftelijk voor de vergadering worden opgeroepen.

  • 4. De oproeping geschiedt ten minste zeven dagen voor het houden van de vergadering.

  • 5. Bij de oproeping worden de te behandelen agendapunten vermeld.

  • 6. De voorzitter kan in bijzondere gevallen met opgave van redenen een vergadering laten vervallen. Hij bericht de leden ten minste één week voor de dag waarop de vergadering zou worden gehouden.

Artikel 2.2 Openbaarheid

  • 1. De vergaderingen van de commissies zijn openbaar, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet of bij de aangelegenheid betrokken personen of derden onevenredig in hun belangen zouden kunnen worden bevoordeeld of geschaad.

  • 2. Wanneer twee leden dat verzoeken, of de voorzitter het nodig oordeelt kan de commissie beslissen om vervolgens of al dan niet met gesloten deuren te vergaderen.

  • 3. Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

  • 4. Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde de geheimhouding zal gelden.

  • 5. De geheimhouding wordt zowel door hen die bij de behandeling tegenwoordig waren, als door hen die op andere wijze van het behandelde of van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat het de commissie haar opheft.

  • 6. Zoals in artikel 37 van de Waterschapswet is bepaald kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter van het waterschap, ieder ten aanzien van stukken die zij aan het algemeen bestuur of aan de leden van dit bestuur overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.

  • 7. De geheimhouding op te heffen wordt als bedoeld in het zesde lid wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd haar opheft.

Artikel 2.3 Spreekrecht toehoorders

  • 1. De voorzitter stelt toehoorders bij een openbare vergadering op hun verzoek in de gelegenheid in de vergadering het woord te voeren over één of meer agendapunten.

  • 2. Het verzoek dient uiterlijk voor het begin van de vergadering bij de secretaris te worden ingediend.

  • 3. De voorzitter stelt degene die daartoe een verzoek heeft ingediend op een door hem te bepalen moment in de gelegenheid het woord te voeren gedurende maximaal 5 minuten. De totale spreektijd per agendapunt is beperkt tot 15 minuten. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 4. De voorzitter geeft de sprekers het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

Artikel 2.4  Adviseurs en derden

  • 1. De secretaris van de commissie bepaalt in overleg met de voorzitter van de commissie of, en zo ja, wie als ambtelijke adviseurs aan de commissies worden uitgenodigd.

  • 2. Indien de meerderheid van de leden of de voorzitter daartoe aanleiding ziet, kan de voorzitter deskundigen en belanghebbende burgers of organisaties, al dan niet op hun verzoek, uitnodigen de vergadering bij te wonen en het woord te voeren. Wanneer hieraan kosten zijn verbonden is toestemming van het college van dijkgraaf en heemraden vereist.

3. Advisering

Artikel 3.1 Quorum

  • 1. Een commissie kan alleen beraadslagen indien meer dan de helft van de leden aanwezig is.

  • 2. Indien het vereiste aantal leden niet aanwezig is, bepaalt de voorzitter in overleg met de aanwezige leden het tijdstip van de volgende vergadering. Tussen deze vergadering en de eerste liggen ten minste twee werkdagen.

  • 3. Met betrekking tot de onderwerpen die voor de eerste vergadering waren geagendeerd, is niet vereist dat meer dan de helft van de leden aanwezig is.

Artikel 3.2 Deelnamen aan de behandeling

  • 1. De voorzitter en de leden van een commissie nemen niet deel aan de behandeling van een aangelegen­heid die hem, rechtstreeks of middellijk, persoonlijk aangaat of waarbij hij als gemachtigde op enigerlei wijze, direct of indirect, is betrokken.

Artikel 3.3 Het uitbrengen van adviezen

  • 1. Alle adviezen van de commissie worden bij volstrekte meerderheid van stemmen uitgebracht.

  • 2. Wanneer over een gevraagd advies de stemmen staken, wordt geen advies uitgebracht, doch worden de verschillende meningen meegedeeld.

  • 3. De commissies brengen hun adviezen en opmerkingen altijd schriftelijk in bij het college van dijkgraaf en heemraden; indien een advies niet unaniem tot stand is gekomen, dient het minderheidsstandpunt eveneens te worden vermeld.

  • 4. De door de commissies uitgebrachte adviezen worden gevoegd bij de definitieve voorstellen van het college van dijkgraaf en heemraden aan het algemeen bestuur.

Artikel 3.4 Schriftelijke rondvraag

  • 1. De voorzitter kan, als hij daartoe in bijzondere of spoedeisende gevallen aanleiding ziet, bij schriftelijke rondvraag het oordeel van de leden inwinnen.

  • 2. Indien ten minste twee leden, niet zijnde de leden uit het college van dijkgraaf en heemraden, echter mondeling overleg wensen, roept de voorzitter de commissie alsnog in vergadering bijeen.

4. Slotbepalingen

Artikel 4.1 Uitleg reglement

Bij twijfel over de uitleg van dit reglement en in de gevallen waarin dit niet voorziet, beslist de vergadering op voorstel van de voorzitter.

Artikel 4.2 Intrekking

De verordening op de adviescommissies 2009 wordt ingetrokken.

Artikel 4.3 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking in het Waterschapsblad.

Artikel 4.4 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als "Reglement van orde voor de adviescommissies 2015".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur, gehouden op 11 mei 2015.
de secretaris-directeur, de dijkgraaf,
ir. Z.C. Vonk ir. R.W. Bleker