Beleidsregels Kwijtschelding Waterschap Zuiderzeeland 2009

Geldend van 01-01-2009 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Kwijtschelding Waterschap Zuiderzeeland 2009

De Algemene Vergadering van Waterschap Zuiderzeeland; 

gelezen het voorstel van het college van Dijkgraaf en Heemraden d.d. 11 februari 2009, nummer 200810069; 

overwegende, dat per 1 januari 2008 de Wet Modernisering Waterschapsbestel en het Waterschapsbesluit in werking getreden;

dat gezien de wijzigingen in het belastingstelsel per 1 januari 2009 de ‘Beleidsregels Kwijtschelding Waterschapsbelastingen Waterschap Zuiderzeeland’ (Beleidsregels) aangepast dienen te worden;

besluit:

vast te stellen de “Beleidsregels Kwijtschelding Waterschapsbelastingen Waterschap Zuiderzeeland 2009”, luidende als volgt:

Verordening

1. Verzoek kwijtschelding

Kwijtschelding geldt voor natuurlijke personen en is mogelijk voor de watersysteemheffing ingezetenen, de zuiveringsheffing voor woonruimten en de verontreinigingsheffing voor woonruimten.

Voor de watersysteemheffing gebouwd, natuur en overig ongebouwd, de leges, de zuiveringsheffing voor bedrijven en de verontreinigingsheffing voor bedrijven wordt geen kwijtschelding verleend. Aanslagen over voorgaande jaren worden meegenomen in het verzoek van het jaar waarin ze worden opgelegd.

2. Norm

De 100% norm wordt gehanteerd.

Dit betekent dat in de regel een volledige kwijtschelding wordt verleend aan belastingschuldigen met een inkomen op of onder het bijstandsniveau. De concrete situatie is hiervoor echter bepalend. Dit aan de hand van het door de belastingplichtige ingevulde formulier.

3. Termijn voor indienen verzoek

Voor het indienen van een verzoek om kwijtschelding geldt een termijn van orde (geen formele termijn) van zes weken na dagtekening van het aanslagbiljet.

4. Indienen van een verzoek

Een verzoek tot kwijtschelding moet worden ingediend op een daartoe bestemd verzoekformulier bij Tricijn Belastingen, als zijnde het belastingkantoor dat onder meer bevoegd is de aanslagen en heffingen op te leggen alsmede de invordering en de kwijtscheldingsverzoeken namens het Waterschap Zuiderzeeland te behandelen. De formulieren zijn (op verzoek) verkrijgbaar bij Tricijn Belastingen.

5. Verzoekformulier niet ingevuld / op andere wijze ingediend verzoek

Een verzoek tot kwijtschelding dat niet is ingevuld op het daartoe bestemde formulier wordt niet als zodanig in behandeling genomen. Indien een dergelijk verzoek wordt ontvangen wordt een verzoekformulier met een begeleidende brief verzonden aan de aanvrager met het verzoek dit formulier binnen de gestelde termijn ingevuld te retourneren. Zolang het toegezonden formulier niet door belastingschuldige is geretourneerd, wordt de invordering opgeschort, tenzij het belang van de invordering zich daartegen verzet. Wordt het formulier verwijtbaar niet ingediend binnen de gestelde termijn, wordt het verzoek buiten behandeling gesteld.

Deze beslissing dient binnen vier weken na het verstrijken van de gestelde termijn schriftelijk te worden bekendgemaakt door toezending aan de belastingschuldige onder vermelding van de reden. Tegen deze beslissing kan binnen tien dagen na dagtekening van de kennisgeving administratief beroep worden ingesteld bij het Dagelijks Bestuur van Tricijn Belastingen.

6. Aanvulling verzoek/niet ingevuld of onjuist ingevuld formulier

Als een aan de belastingschuldige uitgereikt of toegezonden verzoekformulier onvolledig ingevuld wordt terug ontvangen, wordt de belastingschuldige in de gelegenheid gesteld de ontbrekende gegevens alsnog binnen twee weken te verstrekken. In afwachting daarvan wordt de invordering in beginsel opgeschort. Het opvragen van de gegevens geschiedt éénmalig. Onder onvolledig ingevuld wordt mede begrepen het niet bijvoegen van alle gevraagde gegevens. Worden de ontbrekende gegevens niet verstrekt, dan wordt het verzoek buiten behandeling gesteld. Deze beslissing dient binnen vier weken na het verstrijken van de gestelde termijn schriftelijk te worden bekendgemaakt aan de belastingschuldige onder vermelding van de reden. De bekendmaking geschiedt door toezending van de beslissing aan de belastingschuldige.

7. Houding van de ambtenaar belast met de invordering tijdens de behandeling van het verzoek

Nadat het verzoek om kwijtschelding bij Tricijn Belastingen is ingediend, kan aan de belastingschuldige uitstel van betaling worden verleend voor de belastingaanslag(en), waarvoor kwijtschelding is verzocht. Gedurende de behandeling van het verzoek zullen ten aanzien van deze aanslag(en) geen maatregelen dwanginvordering worden genomen of voortgezet. Wanneer aannemelijk is dat er gegronde vrees bestaat dat opschorting van de invordering ertoe zal leiden dat goederen – waarop de belastingschuld, waarvan kwijtschelding is verzocht, kan worden verhaald – zullen worden verduisterd, kan hij ondanks het verzoek tot kwijtschelding conservatoire en zo nodig executoriale maatregelen (laten) nemen. Voorzover deze maatregelen een onherroepelijk karakter dragen, is toestemming nodig van het Dagelijks Bestuur van Tricijn Belastingen.

8. Inboeken en ontvangstbevestiging van het verzoek

Tricijn Belastingen registreert elke verzoek, genereert en verstuurd de ontvangstbevestiging.

9. Nader onderzoek en het inwinnen van inlichtingen

Tricijn Belastingen kan nader onderzoek instellen of verzoeken om nadere inlichtingen bij belastingschuldige of derden.

10. Aanslag onjuist vastgesteld

Indien bij de behandeling van een verzoek om kwijtschelding blijkt dat de belastingaanslag, waarvan kwijtschelding wordt gevraagd, onjuist is vastgesteld, wordt het verzoek afgewezen. Daarbij wordt medegedeeld dat een nieuwe verzoek om kwijtschelding niet eerder in behandeling genomen wordt nadat de heffingsambtenaar op grond van de alsnog verstrekte gegevens de aanslag tot het juiste bedrag heeft kunnen vaststellen. Het verzoek dat wordt ingediend nadat de belastingaanslag tot het juiste bedrag is vastgesteld, behandelt Tricijn Belastingen als eerste verzoek.

11. De behandeling van een verzoek tot kwijtschelding

Tricijn Belastingen neemt op een ingediend verzoek om kwijtschelding een beslissing overeenkomstig het in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet, alsmede in de door het college van Dijkgraaf en Heemraden vastgestelde nadere regels. In de beoordeling betrekt hij:

  • a.

    de in het verzoekformulier verstrekte gegevens;

  • b.

    de (eventueel) op verzoek verstrekte aanvullende gegevens;

  • c.

    de gegevens die hem uit andere hoofde bekend zijn, waarbij ook over eerdere jaren ingediende verzoeken behoren.

12. Horen

Indien belanghebbende verzoekt te worden gehoord, alvorens op zijn verzoek wordt beslist, dient belanghebbende hiertoe in de gelegenheid te worden gesteld. Het horen kan telefonisch geschieden.

Hiervan kan worden afgezien indien:

  • de belastingschuldige te kennen heeft gegeven geen gebruik te maken van het recht te worden gehoord;

  • aan het verzoek tot kwijtschelding volledig wordt tegemoet gekomen.

Tricijn Belastingen is niet verplicht belastingschuldige zijn zienswijze naar voren te laten brengen, voordat hij een verzoek om kwijtschelding geheel of gedeeltelijk afwijst.

13. Beslistermijn op een verzoek om kwijtschelding

Op een verzoek om kwijtschelding wordt zoveel mogelijk binnen dertien weken na ontvangst daarvan bij beschikking beslist. Blijkt dat niet mogelijk, verzendt Tricijn Belastingen een kennisgeving aan de belastingschuldige, waarin hij een nadere redelijke termijn noemt, waarbinnen op het verzoek zal worden beslist.

14. Opschorting beslistermijn

De termijn voor het afgeven van een beschikking wordt opgeschort met ingang van de dag waarop Tricijn Belastingen de belastingschuldige heeft uitgenodigd het verzoek aan te vullen tot de dag waarop het verzoek is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

15. De beschikking

De beschikking op een verzoek om kwijtschelding wordt bekend gemaakt door middel van een gedagtekende kennisgeving en moet berusten op een deugdelijke motivering. Bij de bekendmaking van de beschikking op een verzoek om kwijtschelding, waarin het verzoek is afgewezen of gedeeltelijk is toegewezen, moet worden vermeld, dat binnen tien dagen na dagtekening van de kennisgeving administratief beroep bij het Dagelijks Bestuur van Tricijn Belastingen kan worden ingesteld. De bekendmaking van de beschikking geschiedt door toezending of uitreiking aan de (gemachtigde van) belastingschuldige.

16. Administratief beroep tegen de beschikking

Wanneer belastingschuldige zich niet kan verenigen met de beschikking van de ambtenaar belast met de invordering, kan daartegen binnen tien dagen na dagtekening van de kennisgeving, waarmee de beschikking is bekend gemaakt, schriftelijk administratief beroep bij het Dagelijks Bestuur van Tricijn Belastingen worden ingesteld. Het gemotiveerde beroepschrift dient te worden gericht tot het Dagelijks Bestuur van Tricijn Belastingen.

17. Beroepschrift binnen de termijn

Een beroepschrift is tijdig ingediend wanneer het voor het einde van de beroepstermijn is ontvangen. Bij verzending per post is het beroepschrift tijdig ingediend, indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. Indien het beroepschrift binnen één week na het verstrijken van de beroepstermijn wordt ontvangen, kan worden aangenomen dat het beroepschrift tijdig ter post is bezorgd. Blijkt echter uit de dagtekening van het beroepschrift, dat verzending heeft plaatsgevonden na afloop van de beroepstermijn, dient de belastingschuldige in zijn beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard.

18. Verschoonbare termijnoverschrijding

Van niet-ontvankelijkheid is echter geen sprake als belastingschuldige de te late indiening niet kan worden verweten.

19. Het inwinnen van nadere gegevens

In verband met het uit te brengen advies aan het Dagelijks Bestuur van Tricijn Belastingen vraagt de ambtenaar belast met de invordering zonodig opnieuw nadere gegevens aan de belastingschuldige met het verzoek deze binnen veertien dagen te verstrekken. Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven, stelt de ambtenaar belast met de invordering het Dagelijks Bestuur van Tricijn Belastingen daarvan in kennis en adviseert hen om die reden niet aan het beroepschrift tegemoet te komen.

20. Horen voor de beslissing op een beroepschrift

Voordat het Dagelijks Bestuur van Tricijn Belastingen op een beroepschrift beslist, kan belanghebbende, op diens verzoek, in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord. Het horen kan telefonisch geschieden.

Hiervan kan worden afgezien als:

  • het beroep kennelijk ongegrond is;

  • de belastingschuldige te kennen heeft gegeven geen gebruik te maken van het recht te worden gehoord;

  • aan het verzoek tot kwijtschelding volledig wordt tegemoetgekomen.  

21. Verslag van het horen

Het horen dient ten kantore plaats te vinden, tenzij de belastingschuldige instemt met telefonisch horen. Van het horen dient een verslag te worden opgemaakt. Het verslag moet een korte weergave bevatten van het besprokene. Het verslag moet worden gedagtekend en ondertekend door de opsteller. De inhoud van het verslag moet aan de belastingschuldige bekend gemaakt worden. Dit kan door het verslag in de uitspraak op het bezwaarschrift te verwerken of door een kopie van het verslag aan de belastingschuldige toe te zenden. De belastingschuldige heeft geen recht het verslag te wijzigen.

22. Beslistermijn op beroepschrift

Het Dagelijks Bestuur van Tricijn Belastingen dient op het beroepschrift binnen dertien weken na ontvangst van het beroepschrift te beslissen. Het Dagelijks Bestuur van Tricijn Belastingen kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Hiervan moet schriftelijk mededeling worden gedaan aan de belastingschuldige. Verder uitstel is mogelijk indien de belastingschuldige daarmee instemt. Van verder uitstel kan sprake zijn indien behandeling van het beroepschrift dit vereist en belastingschuldige daarvan tijdig in kennis wordt gesteld.

23. Motivering beslissing op beroepschrift

De beslissing op een beroepschrift dient te berusten op een deugdelijke motivering die bij bekendmaking van de beslissing wordt vermeld. Bij de bekendmaking van de beslissing dient tevens te worden aangegeven, indien van het horen is afgezien, op welke grond dat is gebeurd.

24. Intrekking beroepschrift

Indien belastingschuldige zijn beroepschrift wil intrekken dient dit schriftelijk te gebeuren.

Tijdens het horen kan de intrekking echter ook mondeling geschieden. De mondelinge intrekking van het beroepschrift moet in het verslag van het horen worden opgenomen. Het Dagelijks Bestuur van Tricijn Belastingen bevestigt te allen tijde de intrekking schriftelijk.

25. Niet tijdig nemen van een besluit

Tegen het niet tijdig nemen van een besluit door Tricijn Belastingen kan ook beroep worden ingesteld. Het indienen van een beroepschrift is in deze situatie niet aan een termijn gebonden. Blijkt echter tijdens de beroepsprocedure dat kwijtschelding had moeten worden verleend, behoeft het Dagelijks Bestuur van Tricijn Belastingen niet te volstaan met de uitspraak dat de ambtenaar belast met de invordering niet tijdig heeft beslist, maar kan hij op het beroepschrift voor de belastingschuldige inhoudelijk beslissen.

26. Voortzetting invordering na afwijzing

Wanneer de ambtenaar belast met de invordering afwijzend heeft beslist op een ingediend verzoek om kwijtschelding, dan wel het Dagelijks Bestuur van Tricijn Belastingen afwijzend heeft beslist op een ingediend beroepschrift tegen de afwijzende (of gedeeltelijk afwijzende) beschikking van de ambtenaar belast met de invordering, moet het op de aanslag(en) nog verschuldigd resterende bedrag aan het einde van de maand, waarin de beschikking is afgegeven, zijn betaald, óf kan belastingschuldige gebruik maken van de mogelijkheid om alsnog deel te nemen aan automatisch incasso.

In geval van deelname aan automatisch incasso wordt het nog te betalen bedrag automatisch afgeschreven in zoveel termijnen als in de beleidsregeling automatisch incasso zijn bepaald. In het geval dat reeds afschrijvingen op de aanslag hebben plaatsgevonden via automatisch incasso strekken deze in mindering op het aantal nog op de aanslag(en) te betalen termijnen.

27. Overgangs- en slotbepalingen

1.         Het bij besluit van de Algemene Vergadering van Waterschap Zuiderzeeland van 24 januari 2006 vastgestelde Kwijtscheldingsbeleid per1 januari 2006, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede

lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2.         De datum van ingang van de Beleidsregels Kwijtschelding Waterschapsbelastingen Waterschap Zuiderzeeland’ is 1 januari 2009.

3.         Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels Kwijtschelding Waterschap Zuiderzeeland 2009”.