Beleidsregel commerciële huurprijs kostendelersnorm gemeente Weert

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel commerciële huurprijs kostendelersnorm gemeente Weert

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert;

gelet op artikel 22a van de Participatiewet, artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

besluit vast te stellen de Beleidsregel commerciële huurprijs kostendelersnorm gemeente Weert.

Artikel 1 Definities

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Bepalingen

  • 1. Voor wat betreft de bepaling van een commerciële huurprijs wordt aangesloten bij het bedrag van de ‘basishuur’, genoemd in artikel 16 van de Wet op de huurtoeslag, dat wordt gehanteerd bij de bepaling van huurtoeslag door de Belastingdienst (minimumhuurprijs om in aanmerking te komen voor huurtoeslag).

  • 2. Indien sprake is van een commerciële kostgangersrelatie is er sprake van een commerciële huurprijs als de hoogte van het bedrag aan kostgeld (inclusief huur) meer bedraagt dan 200% van het bedrag genoemd in lid 1.

  • 3. De betaling van de huur moet via het digitale bancaire verkeer verlopen en de belanghebbende moet desgevraagd betalingsbewijzen overleggen.

Artikel 3 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 2. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als "Beleidsregel commerciële huurprijs kostendelersnorm”.

Ondertekening

Burgemeester en Wethouders van Weert,
De secretaris, De burgmeester,

Toelichting

Algemeen

In de Participatiewet, die op 1 januari 2015 van kracht wordt, is in artikel 22a een nieuwe kostendelersnorm opgenomen. Per 1 juli 2015 geldt een dergelijke bepaling ook voor de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Indien de uitkeringsgerechtigde met een of meer meerderjarige personen in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft, wordt de norm verlaagd.

 

Voor wat betreft de kostendelersnorm maakt de wet onder andere een uitzondering voor personen, niet zijnde bloed- of aanverwante in de eerste of tweede graad van belanghebbende, die op basis van een schriftelijke overeenkomst met de belanghebbende waarbij een commerciële prijs is overeengekomen, als verhuurder, huurder, onderverhuurder, onderhuurder, kostgever of kostganger die in dezelfde woning als de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft.

Bij deze uitzondering gaat het om volledig zakelijke relaties waarbij de verhuurder een commerciële prijs voor de huur van de woning en de bijkomende kosten ontvangt. Uitgangspunt is dat de kosten niet op dezelfde manier worden gedeeld als met woningdelers die geen onderlinge zakelijke relatie hebben. De bovenstaande uitzondering geldt niet wanneer- de betrokkenen eerder getrouwd of samenwonend zijn geweest, - betrokkenen samen een kind hebben of- bijvoorbeeld waarbij de huishouding voor een andere wet of regeling al is aangemerkt als een gezamenlijke huishouding. 

De wet noemt alleen een schriftelijke overeenkomst als voorwaarde. De gemeente dient zelf invulling te geven aan het begrip commercieel. Zie voor verder uitleg de artikelsgewijze toelichting. Aangezien een commerciële relatie een indicatie kan zijn voor fraude/misbruik, is het zaak om hier extra alert op te zijn. Zo verdient het aanbeveling om indien sprake is van een commerciële relatie een huisbezoek af te leggen om de situatie ter plaatse te beoordelen. Daarnaast kan het feit dat de (commerciële) huurprijs lager is dan het verschil tussen de toepasselijke bijstandsnorm en de kostendelersnorm een aanwijzing zijn voor fraude/misbruik

Artikelsgewijze toelichting (waar nodig)

Artikel 2 lid 1

Er is voor gekozen om aansluiting te zoeken bij de regels rondom de berekening van de huurtoeslag door de Belastingdienst. Bij de berekening van huurtoeslag wordt rekening gehouden met een minimumgrens voor de maandelijkse huur, de zogenoemde Basishuur. Dit minimumbedrag, genoemd in artikel 16 van de Wet op de huurtoeslag bedraagt voor eenpersoons-/meerpersoonshuishouden € 227,- per maand (in 2014). Het bedrag van de normhuur wordt jaarlijks per 1 januari aangepast.

Artikel 2 lid 2

Indien sprake is van een commerciële kostgangersrelatie dient bij de vaststelling of er sprake is van een commerciële relatie ook rekening geworden te houden met een bedrag voor voeding. Hierbij is gekozen om het bedrag van de commerciële huurprijs zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 te verhogen met 25%. Er is dus sprake van een commerciële kostgangersrelatie als de hoogte van het bedrag aan kostgeld inclusief huur niet meer bedraagt dan 200% van het bedrag zoals bedoeld in artikel 2 lid 1.