Regeling vervallen per 01-01-2019

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent waarde Wet WOZ Beleidsregels ambtshalve vermindering Wet WOZ 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve vermindering van de vastgestelde waarde Wet WOZ 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert,

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1, tweede lid, en 29a, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken;

besluit:

vast te stellen de

Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve vermindering van

de vastgestelde waarde Wet WOZ 2018

Artikel 1 Reikwijdte en definities

  • 1. Deze beleidsregels gelden in aanvulling op de Wet waardering onroerende zaken.

  • 2. Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet WOZ:

      Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      college:

      het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      .heffingsambtenaar:

      de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wet WOZ;

    • d.

      beschikking:

      de voor bezwaar vatbare beschikking bedoeld in artikel 22, eerste lid, 26, eerste lid, 27, eerste lid, 28, eerste lid van de Wet WOZ, tenzij in deze beleidsregels anders wordt aangegeven;

    • e.

      belanghebbende:

      degene op wiens naam een beschikking is gesteld;

    • f.

      .vermindering:

      verlaging van de eerder bij beschikking vastgestelde waarde.

Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering wordt verleend

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 1, eerste lid, verleent de heffingsambtenaar uitsluitend ambtshalve vermindering in de in dit artikel bedoelde gevallen, alsmede ingeval de in artikel 3, eerste lid, bedoelde afwijkende regeling daartoe aanleiding geeft.

  • 2. Ingeval de waarde van een onroerende zaak had behoren te zijn vastgesteld op een bedrag dat tenminste 20% met een minimum van € 5.000,-- lager is dan de te hoog vastgestelde waarde van die onroerende zaak, verleent de heffingsambtenaar ambtshalve vermindering voor het verschil tussen beide waarden, indien:

    • a.

      een bezwaarschrift niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens het te laat indienen van het bezwaarschrift dan wel om andere redenen van formele aard,

      of

    • b.

      hem dat ambtshalve uit enig feit blijkt.

  • 3. Ingeval de waarde van de onroerende zaak in het waardetijdvak had behoren te zijn vastgesteld op een bedrag dat tenminste de voor die onroerende zaak in artikel 26a van de Wet WOZ van toepassing zijnde marge overschrijdt, verleent de heffingsambtenaar slechts ambtshalve vermindering voor de in dat waardetijdvak voor die onroerende zaak bij beschikking vastgestelde waarde (Zie bijlage).

    De ambtshalve vermindering vindt plaats door vaststelling van een nieuwe waarde voor de onroerende zaak bij beschikking.

  • 4. De belastingplichtige dient aan te tonen dat de in artikel 26a van de Wet WOZ genoemde marge is overschreden.

Artikel 3 Jurisprudentie

  • 1. Een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, waarin een toepassing van de Wet WOZ besloten ligt die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de vaststelling van de beschikking gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van de waarde indien de beschikking onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarop de uitspraak door de Hoge Raad, het hof of de rechtbank is gewezen, tenzij het college op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.

  • 2. Hetgeen in het eerste lid is bepaald met betrekking tot een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges.

Artikel 4 Mededeling van afwijzing

Indien geen termen aanwezig zijn om ambtshalve een vermindering te verlenen, wordt daarvan gemotiveerd mededeling gedaan in de uitspraak waarin de niet-ontvankelijkheid wordt uitgesproken van een bezwaarschrift, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a.

Artikel 5. Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve vermindering van

    de vastgestelde waarde Wet WOZ 2017", vastgesteld bij collegebesluit van 15 november 2016, worden ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum met dien verstande dat deze van toepassing blijven op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijven, indien de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels ligt na de in het tweede lid genoemde datum, de ingetrokken beleidsregels gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende feiten voor zover ter zake daarvan de ambtshalve vermindering in die periode plaatsvindt.

  • 4. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als "Beleidsregels ambtshalve vermindering Wet WOZ 2018".

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert;
7 november 2017,
de secretaris,
G. Brinkman
de burgemeester,
A.A.M.M. Heymans