Criteria voor besluiten als bedoeld in art. 160 Gemeentewet

Geldend van 03-04-2003 t/m heden

Intitulé

Criteria voor besluiten als bedoeld in art. 160 Gemeentewet

De raad van de gemeente Weert;

gezien het voorstel van fractie CDA van maart 2003 gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 169 van de Gemeentewet;

Besluit:

Vast te stellen de: Criteria voor besluiten als bedoeld in art. 160 Gemeentewet.

Privaatrechtelijke rechtshandelingen

Transacties onroerend goed – exploitatie-overeenkomsten publiek-private samenwerkingsovereenkomsten.

Het college neemt pas een besluit nadat het de raad de gelegenheid heeft gegeven zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken in de volgende gevallen. De verkoop van grond in afwijking van het vastgestelde grondprijsbeleid. De verkoop van grond met opstallen indien de verkoopprijs meer bedraagt dan € 300.000,-- De aankoop van gronden, al dan niet met opstallen, indien het aankoopbedrag hoger is dan € 300.000,-- De aankoop van gronden, al dan niet met opstallen, indien daarmee de voor de betreffende aankoop geldende begr otingspost of exploitatie-opzet wordt overschreden. Het aangaan van een grondruil waarbij door de ruil de hiervoor geldende begrotingspost of exploitatie-opzet wordt overschreden. Het aangaan van een grondruil waarbij de waarde van de grond die door een der partijen wordt ingebracht meer bedraagt dan € 300.000,-- De vestiging van zakelijke rechten waarbij de jaarlijkse vergoeding die de gemeente ontvangt of betaalt meer bedraagt dan € 25.000,-- Indien afgeweken wordt van de gebruikelijke berekenings- en waarderingswijze van de gemeentel ijke inbreng of van de gebruikelijke toerekening van gemeentelijke kosten.

Rechtsgedingen, bezwaarprocedures en administratieve beroepsprocedures

In de eerste plaats gaat het om procedures tegen besluiten van de gemeenteraad. Het college vertegenwoordigt daarin de raad en verdedigt het besluit van de raad. Uit de aard van de zaak zijn regels of voorwaarden van de raad hiervoor niet nodig. De bestaande afspraak over het informeren van de raad door het college over procedures blijft gelden.

Als het college in een bepaald geval een juridische procedure niet te voeren of voort te zetten, moet het de raad de gelegenheid geven zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Voor alle overige procedures en rechtsgedingen stelt de raad geen voorwaarden of regels voor de uitoefening van deze bevoegdheid door het college. Voor deze gevallen geldt wel onverminderd de actieve informatieplicht van het college, die geformuleerd is in artikel 169.2: “Zij (de leden van het college) geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.”

Voorbereiding van civiele verdediging

De raad stelt geen voorwaarden en regels voor de uitoefening van deze bevoegdheid door het college.

Jaarmarkten en marktdagen

De raad stelt geen voorwaarden en regels voor de uitoefening van deze bevoegdheid door het college.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Weert van 3 april 2003,
De griffier,                    De burgemeester,

Toelichting

In artikel 160 van de Gemeentewet zijn bevoegdheden van het college van B&W opgenomen. De tekst van dit artikel luidt: Het college is in ieder geval bevoegd: het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet de raad of de burgemeester hiermee is belast; beslissingen van de raad voor te bereiden en uit te voeren, tenzij bij of krachtens de wet de burgemeester hiermee belast is; regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van de gemeente, met uitzondering van de organisatie van de griffie; ambtenaren, niet zijnde de griffier en de op de griffie werkzame ambtenaren, te benoemen, te schorsen en te ontslaan; tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente te besluiten; te besluiten rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratieve beroepsprocedures namens de gemeente of het gemeentebestuur te voeren, of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij de raad, voor zover het de raad aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist; ten aanzien van de voorbereiding van de civiele verdediging; jaarmarkten of gewone marktdagen in te stellen, af te schaffen of te veranderen.

Artikel 169.4 van de Gemeentewet regelt de positie van de raad aangaande bevoegdheden van het college die in artikel 160 zijn genoemd. Artikel 169.4 luidt: “Zij (de leden van het college te zamen en ieder afzonderlijk) geven de raad vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, genoemd in artikel 160, eerste lid, onder e, f, g en h, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In het laatste geval neemt het college geen besluit dan nadat de raad zijn wensen en bedenkingen ter zake ter kennis van het college heeft kunnen brengen.”

Deze tekst houdt in dat de raad categorieën besluiten als bedoeld in artikel 160 onder e, f, g en h kan vaststellen voor welke het college de raad vooraf de gelegenheid moet geven zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Overigens blijft het college ook in deze gevallen bevoegd zelfstandig een besluit te nemen. Voor gevallen die niet in de vastgestelde categorieën vallen, hoeft het college de raad niet te raadplegen. Echter, ongeacht deze afspraak houdt de raad de bevoegdheid om over alle gevallen informatie te vragen, zowel voor als nadat het college een besluit heeft genomen.