Regeling vervallen per 01-01-2020

VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE SOCIALE WERKVOORZIENING CRANENDONCK, NEDERWEERT EN WEERT

Geldend van 01-07-2010 t/m 31-12-2019

Intitulé

VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE SOCIALE WERKVOORZIENING CRANENDONCK, NEDERWEERT EN WEERT

De Raad van de gemeente Weert, gezien het advies van de commissie Economische Zaken, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Weert,

Overwegende

  • -

    dat de gemeenteraad, gelet op artikel 2, lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening bij verordening regels dient te stellen betreffende de wijze waarop Wsw-geindiceerden of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet;

  • -

    dat de gemeenten Cranendonck, Nederweert en Weert voor de uitvoering van de Wsw gekozen hebben voor een gemeenschappelijke regeling;

  • -

    dat de raden van de gemeenten Cranendonck, Nederweert en Weert er niet voor gekozen hebben hun bevoegdheid, deze verordening vast te stellen, over te dragen aan het algemeen bestuur van deze gemeenschappelijke regeling.

Besluit, voor zover bevoegd en voor de eigen gemeente, vast te stellen:

VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE SOCIALE WERKVOORZIENING CRANENDONCK, NEDERWEERT EN WEERT

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    de Wet : de Wet sociale werkvoorziening

  • b)

    de gemeenten : de gemeenten Cranendonck, Nederweert en Weert

  • c)

    de colleges : de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten;

  • d)

    portefeuillehouder : lid van het college dat namens het college de uitvoeringvan de Wet sociale werkvoorziening behartigt;

  • e)

    cliënten : ingezetenen die een dienstbetrekking, als bedoeld in artikel 2, lid 1 van de wet, vervullen, alsmede personen met een indicatiestelling als bedoeld in artikel 11, lid 1 Wsw, alsmede hun wettelijke vertegenwoordiger;

  • f)

    belangenorganisatie : organisatie die de belangen van cliënten behartigt.

Artikel 2 Doelstelling Cliëntenraad sociale werkvoorziening

Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten en vertegenwoordigers invloed kunnen uitoefenen op het beleid en de uitvoering en kwaliteit van de dienstverlening van de gemeenten in het kader van de Wet sociale werkvoorziening door gevraagd en ongevraagd te adviseren. Ten behoeve van dit doel wordt een overleg in het leven geroepen dat zal opereren onder de naam Cliëntenraad Sociale Werkvoorziening Cranendonck, Nederweert en Weert.

Artikel 3 Taken van de Cliëntenraad sociale werkvoorziening

  • 1. De cliëntenraad heeft tot taak gevraagd of ongevraagd de colleges te adviseren over alle aangelegenheden van beleidsvoorbereiding en –uitvoering die betrekking hebben op het terrein van de wet en van invloed zijn op de positie van de cliënten.

  • 2. De cliëntenraad ADVISEERT NIET met betrekking tot:

    • a.

      De uitvoering van wettelijke voorschriften voor zover er geen ruimte is voor gemeentelijk beleid;

    • b.

      De toepassing van de arbeidsvoorwaarden van de via de Wsw geplaatste werknemers;

    • c.

      Onderwerpen aangaande de interne organisaties, voor zover deze geen aanwijsbare gevolgen hebben voor de dienstverlening aan de cliënten;

    • d.

      Klachten, bezwaar- en beroepschriften en andere zaken die op individuele clienten betrekking hebben;

    • e.

      Onderwerpen aangaan de organisatie van de Risse groep. Hier heeft de Risse Groep een ondernemingsraad conform de Wet op de Ondernemingsraden.

Artikel 4 Samenstelling cliëntenraad sociale werkvoorziening

  • 1. De cliëntenraad sociale werkvoorziening bestaat ui minimum 7 en maximaal 9 leden. Hierbij wordt gestreefd naar de volgende verdeling: Cranendonck 3 leden, Nederweert 2 leden, Weert 3 leden.

  • 2. De cliëntenraad sociale werkvoorziening is samengesteld uit cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties.

  • 3. Tenminste de helft + 1 van het aantal leden van de cliëntenraad sociale werkvoorziening bestaat uit cliënten.

  • 4. De leden verrichten hun werkzaamheden zonder last, maar voeren voor zover van toepassing wel ruggespraak met hun achterban.

Artikel 5 Voordracht en benoeming leden en voorzitter

  • 1. De cliënten zijn voor de eerste keer voorgedragen door het college van de gemeente waarvan zij ingezetene zijn en vervolgens door de zittende cliëntenraad.

  • 2. De leden van de belangenorganisaties worden voorgedragen door die organisaties op uitnodiging van het college van de gemeente Weert.

  • 3. De benoeming van de leden van de cliëntenraad geschiedt door het college van de gemeente waarvan zij ingezetenen zijn. De benoeming van de vertegenwoordigers van de belangenorganisatie geschiedt door het college van de gemeente Weert.

  • 4. De leden van het cliëntenraad worden, behoudens tussentijds aftreden, door de colleges benoemd voor de duur van 1 jaar en zijn benoembaar.

  • 5. De leden kiezen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 6. Het lidmaatschap eindigt indien:

    • a.

      het lid geen cliënt of vertegenwoordiger meer is.

    • b.

      het lid aftreedt.

    • c.

      de zittingsduur van 1 jaar is verlopen.

  • 7. In de gevallen, 6a en 6b, blijft het lid de functie vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van zes maanden.

Artikel 6 Werkwijze

  • 1. De cliëntenraad wordt tijdig, ten minste zes weken voordat het college een beslissing neemt, betrokken bij de voorbereiding van het beleid;

  • 2. Als de colleges afwijken van het advies van de cliëntenraad, wordt de cliëntenraad daarvan schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld;

  • 3. In het geval de colleges in een voorstel aan de raad afwijken van het advies van de cliëntenraad, wordt dit bij het voorstel vermeld op welke gronden van het advies van de cliëntenraad is afgeweken;

  • 4. Er is minimaal twee keer per jaar een overleg tussen de betrokken wethouders en de cliëntenraad; in het voorjaarsoverleg vindt jaarlijks de benoeming plaats;

  • 5. De cliëntenraad krijgt ondersteuning van een ambtelijk secretaris, welke in onderling overleg jaarlijks door de colleges wordt voorgedragen;

  • 6. De ambtelijk secretaris is geen lid van de cliëntenraad

  • 7. Contacten tussen de cliëntenraad en de gemeenten lopen via de voorzitter en de ambtelijk secretaris;

  • 8. Wanneer de cliëntenraad uit eigen beweging advies uitbrengt gebeurt dit via de voorzitter;

  • 9. De ambtelijk secretaris nodigt de cliëntenraad en de betrokken wethouders uit voor het overleg en zorgt dat de agenda en de benodigde stukken tijdig worden verstuurd;

  • 10. De ambtelijk secretaris woont het overleg bij, biedt ondersteuning, maakt de notulen en bewaakt de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen.

Artikel 7 Facilitering van de Cliëntenraad sociale werkvoorziening

  • 1. De colleges dragen er zorg voor dat de cliëntenraad de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de cliëntenraad;

  • 2. Ten behoeve van de cliëntenraad wordt jaarlijks in de begroting een budget opgenomen;

  • 3. Ten laste hiervan kunnen, ter beoordeling van de colleges, ondermeer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, organisatiekosten, het inhuren van externe deskundigen en voorlichting;

  • 4. De leden van de cliëntenraad ontvangen per bijgewoond overleg een algemene onkostenvergoeding. Deze vergoeding wordt jaarlijks door de colleges vastgesteld;

  • 5. Faciliteiten als vergaderruimte worden na overleg, zowel door de Risse als door de gemeenten beschikbaar gesteld;

  • 6. De gemeenten verdelen de kosten naar rato van het aantal sw-geindiceerden per gemeente per 31 december van het jaar voorgaande aan het begrotingsjaar.

Artikel 8 Wijziging of intrekking van de verordening

Wijziging of intrekking van deze verordening kan alleen plaatsvinden nadat de cliëntenraad daarover is gehoord.

Artikel 9 Onvoorziene situaties

In alle andere gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen de colleges in onderling overleg

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening Cranendonck, Nederweert en Weert. Zij treedt in werking op 1 juli 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Weert d.d. 10 juni 2010,
De griffier,
De voorzitter,

Toelichting bij Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Werkvoorziening Cranendonck, Nederweert en Weert

  • 1.

    Algemene toelichting

 

De wetgever acht het van belang dat mensen inspraak hebben in zaken die hun rechtstreeks aangaan. Behalve voor de Wsw is dit reeds eerder geregeld in de WWB, de WMO en in het kader van de SUWI-wetgeving.

 

Met de cliëntenparticipatie voor de Wsw wil de wetgever de Wsw-geindiceerden en hun vertegenwoordigers betrekken bij de wijze waarop de Wsw door de gemeente wordt uitgevoerd.

 

Op grond van artikel 2 lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening moeten de gemeenten, uiterlijk met ingang van 1 juli 2008, in een verordening regelen hoe zij hieraan vorm willen geven.

 

Voor de uitvoering kan gekozen worden voor een vorm die het beste past bij de lokale of regionale situatie. Zo kan ervoor gekozen worden aansluiting te zoeken bij de bestaande cliëntenraden van de WWB of de WMO. Er kan ook gekozen worden voor een vorm die aansluit bij een eventueel bestaand werkvoorzieningschap. In bovenomschreven verordening is hiervoor gekozen. Aangezien de raden van de gemeenten Cranendonck, Nederweert en Weert er niet voor gekozen hebben hun bevoegdheid om deze verordening vast te stellen over te dragen aan het algemeen bestuur moet elke raad deze verordening voor de eigen ingezetenen apart zelf vaststellen.

 

Behalve voor deelname in de Cliëntenraad voor de drie gemeenten door de cliënten zelf is gekozen voor een belangrijke bijdrage van belangenorganisaties. Dit om continuïteit en de kwaliteit in de advisering te waarborgen. Het is namelijk niet voor de hand liggend dat personen die geïndiceerd worden voor de Wsw meteen volledig op de hoogte zijn van het gehele reilen en zeilen van de Wsw binnen de eigen regio. Ze zullen hierin op zijn minst ondersteund en geadviseerd moeten worden.

 

  • 2.

    Artikelgewijze toelichting

 

Artikel 1

Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de Wet sociale voorziening en/of bestaande regelgeving.

 

Artikel 2

De cliëntenraad geeft gevraagd en ongevraagd advies met betrekking tot het te voeren of gevoerde beleid. Dit geldt uiteraard alleen maar voor zover er voor de gemeente hierin daadwerkelijke beleidsvrijheid bestaat.

 

Artikel 3

In dit artikel is een limitatieve opsomming gegeven van de onderwerpen die niet in de cliëntenraad aan de orde kunnen worden gesteld. Dit is gedaan om verwarring te voorkomen. Behalve de cliëntenraad zijn er ook andere gremia actief waarin over onderwerpen die de Wsw betreffen reeds overleg gevoerd wordt, zoals het CAO-overleg, de OR van de Risse Groep, de klachtencommissie, de bezwarencommissie en de geschillencommissie. Daarnaast is het ook niet de bedoeling dat de raad gaat interveniëren in de taak van de diverse functionarissen.

Er wordt geen opsomming gegeven van de onderwerpen waarover wel mag worden gesproken. Deze moeten betrekking hebben op het gevoerde of te voeren beleid. De nadruk ligt hierbij op het gevraagd en ongevraagd adviseren van het college.

 

Artikel 4

Bij de keuze voor de samenstelling is uitgegaan van het feit dat er sprake is van een raad voor drie gemeenten, waarbij ernaar gestreefd wordt dat het aantal leden per gemeente een reële afspiegeling vormt van het aantal cliënten van een gemeente. Behalve voor cliënten kunnen ook belangenorganisaties zitting nemen als dit in het belang van de kwaliteit en de continuïteit van de inspraak nodig is.

 

Artikel 5

Iedere gemeente kent haar eigen cliënten uiteraard het beste. Zij dient deze dan ook voor te dragen en te benoemen. Wat betreft de belangenorganisaties is ervoor gekozen deze centraal te laten uitnodigen en ook te laten aanwijzen.

Benoeming geschiedt voor een termijn van een jaar, met een mogelijke herbenoeming voor telkens nog een jaar. Voor die termijnen is gekozen teneinde zoveel mogelijk mensen te kunnen laten participeren. Verder wordt in dit artikel geregeld dat het lidmaatschap eindigt wanneer het lid geen cliënt of vertegenwoordiger meer is. Hierdoor blijft de binding met de doelgroep optimaal gewaarborgd. Om te voorkomen dat leden plotseling wegvallen, en de cliëntenraad zijn taak niet meer naar behoren kan uitoefenen, is geregeld dat het lid de functie blijft vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van zes maanden. De bepaling is mede van belang om nieuwe leden te kunnen voorbereiden op hun taak.

 

Artikel 6

In dit artikel wordt het initiatief- en adviesrecht nader ingevuld. Essentieel is dat een advies op een tijdstip wordt gevraagd, waardoor dit nog op tijd aan de stukken voor de besluitvorming kan worden toegevoegd.

Er is gekozen voor een vaste overlegstructuur. Om hier in te groeien is het van belang dat de leden, de wethouder en de ambtelijk secretaris elkaar regelmatig ontmoeten. De ambtelijk secretaris biedt ondersteuning maar is geen lid van de cliëntenraad. De taken en verantwoordelijkheden zijn duidelijk omschreven in het artikel. De ambtelijk secretaris is binnen de ambtelijke organisaties het centrale aanspreekpunt voor de cliëntenraad.

 

Artikel 7

De gemeenten informeren, via de voorzitter, over actuele landelijke ontwikkelingen op het terrein van de Wet sociale werkvoorziening en stelt desgewenst vakliteratuur beschikbaar. De ambtelijk secretaris probeert zoveel mogelijk vergaderruimte te regelen bij gemeenten of de Risse, zodat hiervoor geen aparte kosten gedeclareerd hoeven te worden.

De raad krijgt een eigen budget, dat jaarlijks na indexering wordt vastgesteld. De gemeente Weert beheert het budget.

De leden kunnen aanspraak maken op een vaste onkostenvergoeding per bijgewoond overleg.

 

Artikel 8

Behoeft geen nadere uitleg

 

Artikel 9

Behoeft geen nadere uitleg

 

Artikel 10

Behoeft geen nadere uitleg