Regeling vervallen per 01-01-2017

SUBSIDIEVERORDENING PROFESSIONELE INSTELLINGEN OP HET GEBIED VAN KUNST, CULTUUR, WELZIJN, MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING, ONDERWIJS EN JEUGDHULP GEMEENTE WEERT 2015

Geldend van 11-02-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

SUBSIDIEVERORDENING PROFESSIONELE INSTELLINGEN OP HET GEBIED VAN KUNST, CULTUUR, WELZIJN, MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING, ONDERWIJS EN JEUGDHULP GEMEENTE WEERT 2015

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

gelet op de Gemeentewet en de Titel 4.2. “Subsidies” van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende:

SUBSIDIEVERORDENING PROFESSIONELE INSTELLINGEN OP HET GEBIED VAN KUNST, CULTUUR, WELZIJN, MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING, ONDERWIJS EN JEUGDHULP GEMEENTE WEERT 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht

  • -

    College: het college van burgemeester en wethouders van Weert

  • -

    Convenant samenwerkende gemeenten: Een convenant tussen meerdere gemeenten met afspraken ter zake bovenlokale samenwerking en/of subsidiëring van bovenlokaal werkzame instellingen

  • -

    Jeugdhulp: subsidiabele jeugdhulp als gedefinieerd in de Jeugdwet en de vigerende “Leidraad werving jeugdhulp Midden Limburg”, aangeboden door professionele instellingen

  • -

    Professionele instelling: een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, die activiteiten op het gebied van kunst, cultuur, welzijn, maatschappelijke dienstverlening, onderwijs of jeugdhulp verricht met beroepskrachten, eventueel ondersteund door vrijwilligers

  • -

    Raad: de gemeenteraad van Weert

  • -

    Subsidie: hetgeen daaronder verstaan wordt in artikel 4:21 van de Awb

  • -

    Subsidieplafond: hetgeen daaronder verstaan wordt in artikel 4:22 van de Awb

  • -

    Uitwerkingsovereenkomst: een overeenkomst tussen subsidieontvanger en subsidieverlener waarbij bepalingen van de verleningsbeschikking, zoals de omschrijving van de activiteiten en verplichtingen nader worden uitgewerkt.

  • -

    Werkprogramma: een door de instelling te maken plan, waarin de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd zijn opgenomen, alsmede de daarmee te realiseren doelstellingen en een bijbehorende begroting

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1. Deze verordening is slechts van toepassing op navolgende instellingen die actief zijn op het gebied van kunst, cultuur, welzijn, maatschappelijke dienstverlening, onderwijs en Jeugdhulp te weten:

    • a.

      • 1.

        Stichting Bibliocenter Weert

      • 2.

        Stichting Regionaal instituut cultuur- en kunsteducatie

      • 3.

        Stichting Muziekcentrum “de Bosuil”

      • 4.

        Stichting Munttheater

      • 5.

        Stichting Streekomroep regio Weert

      • 6.

        Stichting Algemeen Maatschappelijk Werk Midden-Limburg

      • 7.

        Stichting Punt welzijn

      • 8.

        Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin Midden-Limburg

      • 9.

        Stichting Humanitas Midden-Limburg

      • 10.

        Stichting Kinderopvang Humanitas

      • 11.

        Kinderdagverblijf ’t Bengeltje

      • 12.

        Korein Kinderplein B.V.

      • 13.

        De Vlinder Villa B.V.

      • 14.

        Stichting Hoera Kindercentra

      • 15.

        Stichting Verbreding Basisschool Altweerterheide

      • 16.

        Stichting Eduquaat

      • 17.

        Stichting Meerderweert

      • 18.

        Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs

    • b.

      de professionele instellingen die op grond van de Jeugdwet en de vigerende “Leidraad werving jeugdhulp Midden Limburg”, in aanmerking komen voor het leveren van subsidiabele jeugdhulp in de gemeente Weert.

    Het college kan andere instellingen aanwijzen.

Artikel 3 Algemene voorwaarden

  • 1. Het college is belast met de uitvoering van deze verordening, voor zover daarbij niet nadrukkelijk anders is bepaald.

  • 2. Subsidie kan slechts worden verstrekt indien daarvoor door de raad op de gemeentebegroting voor het boekjaar voldoende middelen beschikbaar zijn gesteld en onder de daarbij door de raad of college gestelde voorwaarden.

  • 3. Bij besluiten over het verstrekken van subsidies neemt het college het geldende subsidieplafond en de geldende verdelingsmaatstaf in acht.

  • 4. Subsidie wordt door het college verstrekt op basis van een door de professionele instelling ingediend werkprogramma met bijbehorende begroting mits en voor zover passend binnen de door de raad vastgestelde beleidskaders op het gebied van kunst, cultuur, welzijn, maatschappelijke dienstverlening, onderwijs en Jeugdhulp .

  • 5. Het college is bevoegd om ten aanzien van Jeugdhulp nadere regels te stellen, rekening houdend met ter zake vastgesteld beleid en uiteraard voor zover de Awb zich daartegen niet verzet.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Subsidieverlening kan naast de in de artikel 4:25, 4:35 en 4:51 Awb aangegeven gevallen ook geheel of gedeeltelijk geweigerd worden indien:

  • 1.

    De activiteiten van de aanvrager volgens het college niet gericht zijn op of niet aanwijsbaar ten goede komen van de inwoners van de gemeente;

  • 2.

    Een weigeringsgrond genoemd in het desbetreffende beleidskader van toepassing is of een weigering impliciet uit het beleidskader voortvloeit gelet op het doel en strekking daarvan;

  • 3.

    De aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden beschikt of kan beschikken om de kosten van zijn activiteiten te dekken.

Gelden die betrekking hebben op activiteiten buiten de gemeente Weert worden daarbij buiten beschouwing gelaten.

Hoofdstuk 2 Subsidieverlening

Artikel 5 Subsidieaanvraag

  • 1. Het college nodigt de instelling uit subsidie aan te vragen conform het ter zake vastgestelde beleidskader en voor de desbetreffende activiteiten beschikbaar gestelde middelen.

  • 2. Een aanvraag tot subsidieverlening dient vóór 1 mei van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd ingediend te worden; tenzij het college hiervoor een andere datum heeft vastgesteld, of dat er voor dat jaar reeds een beschikking is genomen.

  • 3. Bij de aanvraag dient de instelling een werkprogramma te overleggen.

  • 4. Het college kan modellen vaststellen voor het werkprogramma en bijbehorende begroting of richtlijnen geven voor de wijze waarop deze ingediend moeten worden.

  • 5. Als een aanvraag te laat wordt ingediend wordt deze niet in behandeling genomen. In bijzondere gevallen kan het bevoegde gezag besluiten de aanvraag toch in behandeling te nemen.

Artikel 6 Subsidieverlening

  • 1. De beslissing op de subsidieaanvraag wordt binnen 8 weken na de dag dat deze wordt ingediend genomen.

  • 2. In de beslissing wordt aangegeven welk bedrag/norm voor welke activiteit(en) en/of prestaties ter beschikking wordt gesteld/van toepassing is en voor welke periode.

  • 3. Indien er op het moment van subsidieverlening nog geen overleg heeft plaatsgevonden over de met de subsidie of een deel daarvan te leveren activiteiten en/of prestaties dan vindt dit zo spoedig mogelijk plaats, waarna de beslissing tot subsidieverlening wordt uitgewerkt in een uitwerkingsovereenkomst.

Artikel 7 Bevoorschotting

Het college geeft in de beschikking aan op welke wijze tot bevoorschotting zal worden

overgegaan.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen van de instelling

Artikel 8 Algemeen

  • 1. De instelling is gehouden de activiteiten en/of prestaties te leveren zoals deze opgenomen zijn in beschikking of uitwerkingsovereenkomst.

  • 2. Als de beschikking dit vermeldt kunnen verplichtingen na de subsidieverlening nader worden uitgewerkt.

  • 3. Subsidie krachtens deze verordening wordt slechts verstrekt onder de voorwaarde dat naast in de subsidiebeschikking, uitwerkingsovereenkomst of op andere wijze gestelde voorwaarden, tevens wordt voldaan aan de in dit hoofdstuk gestelde eisen.

  • 4. Het college kan de subsidieontvanger andere dan de in artikel 4:37 Awb genoemde verplichtingen opleggen, die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel 9 Onderzoek

De instelling is verplicht mee te werken aan door of namens het college in te stellen onderzoeken. Deze onderzoeken zijn gericht op het verkrijgen van gegevens voor het beleid ten aanzien van activiteiten, die middels deze verordening gesubsidieerd worden.

Bij de onderzoeken worden de bepalingen van de Wet Bescherming Persoonsgegevens en overige privacywetgeving in acht genomen.

Artikel 10 Verzekering

De instelling verzekert, voorzover zij goederen in eigendom heeft:

  • haar onroerende goederen tegen brand-, stormschade en inbraak op basis van herbouwwaarde;

  • haar roerende zaken tegen brand-, stormschade en inbraak;

  • zich tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid tegenover derden; voor de som van € 1.000.000,- per gebeurtenis per geval, waaronder ook de aansprakelijkheid van de bij de instelling werkzame vrijwilligers

Het college kan de instelling verplichten zich ook tegen andere risico’s te verzekeren, welke naar het oordeel van het college, gelet op de aard van de activiteiten, moeten worden gedekt.

De instelling legt een kopie over van de verzekeringspolis.

Artikel 11 Algemene reserve en voorzieningen

De instelling mag overschotten uit de exploitatie toevoegen aan de algemene reserve of ten behoeve van een specifieke besteding reserveren.

De algemene reserve mag maximaal 20 % van het goedgekeurde jaarsubsidie bedragen.

Van dit percentage kan bij verleningsbeschikking of uitwerkingsovereenkomst worden verhoogd tot maximaal 25 %.

Bij overschrijding van het toegestane percentage wordt het meerdere aan de gemeente gerestitueerd.

Bij subsidiëring door meerdere gemeenten geldt het vorenstaande alleen voor het aandeel van de gemeente Weert binnen de algemene reserve in casu de egalisatierekening op naam van de gemeente of afspraken in het convenant met de samenwerkende gemeenten.

Artikel 12 Melding of toestemming

De subsidieontvanger meldt tevoren aan het college:

  • 1.

    Het oprichten dan wel deelnemen in een rechtspersoon; voorzover dit van invloed kan zijn op de subsidierelatie met de gemeente Weert;

  • 2.

    Het wijzigen van de statuten; voorzover dit van invloed kan zijn op de subsidierelatie met de gemeente Weert;

  • 3.

    Het ontbinden van de rechtspersoon;

  • 4.

    Het doen van aangifte van zijn faillissement of het aanvragen van surseance van betaling.

De subsidieontvanger heeft toestemming van het college nodig voor de bestemming van een met subsidie van de gemeente Weert verworven batig liquidatiesaldo. Wordt deze toestemming niet gegeven dan dient dit saldo aan de gemeente Weert gerestitueerd te worden.

Bij subsidiëring door meerdere gemeenten geldt dit slechts voor het aandeel van de gemeente Weert. Wanneer het convenant van samenwerkende gemeenten van toepassing is worden de daarin terzake opgenomen regels gevolgd.

Hoofdstuk 4 Subsidievaststelling

Artikel 13 Subsidievaststelling

  • 1. Een subsidie per boekjaar wordt per boekjaar vastgesteld.

  • 2. Een subsidie voor twee of meer boekjaren wordt eveneens per boekjaar vastgesteld, tenzij in de uitwerkingsovereenkomst ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening anders is bepaald.

Artikel 14 Aanvraag tot vaststelling van de subsidie

  • 1. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt vóór 1 mei van het jaar volgend op het boekjaar waarop de subsidiebetrekking heeft ingediend bij het college, tenzij het college daarvoor een andere datum heeft vastgesteld.

  • 2. Bij de aanvraag tot vaststelling wordt een inhoudelijk en financieel jaarverslag aangaande de uitgevoerde activiteiten gevoegd. In het inhoudelijk jaarverslag wordt ingegaan op de doeltreffendheid en effecten van de subsidie, door het beschrijven van de aard en omvang van de activiteiten. Het bevat een vergelijking tussen het werkprogramma en hetgeen daarvan gerealiseerd is. Het financieel verslag bestaat uit een jaarrekening, bestaande uit balans, exploitatierekening en de toelichting daarop. Het jaarverslag gaat vergezeld van een onafhankelijke accountantsverklaring, waarin een oordeel over de juistheid van de cijfers en de efficiency en effectiviteit van de instelling gegeven wordt.

  • 3. Van de bepalingen van het eerste en tweede lid kan worden afgeweken als de verleningsbeschikking voor een langere termijn dan een boekjaar geldt.

  • 4. De beslissing op de aanvraag tot vaststelling wordt in principe binnen 8 weken na de datum dat deze is ingediend genomen, doch uiterlijk op 1 augustus van het desbetreffende jaar.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college; of als het een bevoegdheid van de raad betreft; de raad kan in individuele gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening of van de voorschriften van de verordening ontheffing verlenen indien strikte toepassing van de verordening zou leiden tot een kennelijke onrechtvaardigheid.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Weert 2015”

Artikel 17 Inwerkingtreding en intrekking

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de datum van bekendmaking en geldt voor het subsidiejaar 2016 en volgende.

  • 2. De bevoegdheid om Nadere regels vast te stellen als bedoeld in artikel 3 lid 5 van deze verordening, treedt in werking met onmiddellijke ingang.

  • 3. De “Subsidieverordening professionele instellingen op het gebied van kunst, cultuur, welzijn en maatschappelijke dienstverlening 2008” wordt ingetrokken per 1 januari 2016.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Weert van 16 december 2015.
De griffier, De voorzitter,