Regeling vervallen per 01-01-2019

Subsidieregeling Wmo vernieuwende activiteiten Weert 2017

Geldend van 11-02-2017 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Subsidieregeling Wmo vernieuwende activiteiten Weert 2017

Burgemeester en wethouders van Weert;

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Weert 2017, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten de volgende regeling vast te stellen:

Subsidieregeling Wmo vernieuwende activiteiten Weert 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    activiteit: een activiteit zoals bedoeld in artikel 5;

  • b.

    ASV 2017: de Algemene Subsidieverordening Weert 2017;

  • c.

    deskundige: een vrijwilliger of een professional die aantoonbaar kennis heeft van de activiteiten of de doelgroep die het betreft;

  • d.

    nieuwe doelgroepen vallend onder de Wmo 2015: ouderen met somatische of psychogeriatrische problematiek, volwassenen met psychiatrische problematiek, volwassenen met een verstandelijke beperking, volwassenen met een auditieve en/of visuele beperking, volwassenen met een lichamelijke beperking of chronische ziekte;

  • e.

    vrijwilligersorganisatie: een organisatie die meewerkt aan het welzijn van personen en groepen in de samenleving zonder hiermee een wezenlijke bijdrage te verwerven in zijn of haar levensonderhoud, geregistreerd bij de Kamer van Koophandel met volledige rechtsbevoegdheid;

  • f.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • g.

    Wmo-zorgaanbieder: aanbieder die een contract heeft met de Midden-Limburgse gemeenten in het kader van het leveren van maatschappelijke ondersteuning op basis van de Wmo 2015.

Artikel 2 Algemene bepaling

  • 1. Deze subsidieregeling is een regeling als bedoeld in artikel 3 lid 2 ASV 2017.

  • 2. De bepalingen van de ASV 2017 zijn van toepassing voor zover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken.

Artikel 3 Bevoegdheden college

Het college is belast met de uitvoering van deze regeling.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden verstrekt aan vrijwilligersorganisaties.

Artikel 5 Activiteiten

Deze regeling is van toepassing op –naar het oordeel van het college- nieuwe, structurele activiteiten op het gebied van welzijn, sport en cultuur voor de nieuwe doelgroepen vallend onder de Wmo 2015, zodat er in de gemeente Weert een groter aanbod aan sociaal-maatschappelijke activiteiten op het gebied van welzijn, sport en cultuur komt voor mensen met een beperking.

Hoofdstuk 2 Aanvraag en verlening

Artikel 6 Eisen aan de aanvraag

Een aanvraag om subsidie moet worden ingediend uiterlijk 8 weken voorafgaand aan de start van de opleiding of de start van de activiteiten.

Artikel 7 Subsidieverlening

  • 1. Het college beoordeelt de aanvraag tot subsidieverlening op basis van de bij de aanvraag verstrekte informatie, de vastgestelde beleidskaders en de door de raad beschikbaar gestelde financiële middelen.

  • 2. Het college beslist op de aanvraag tot subsidieverlening:

    • a.

      binnen 6 weken na de indieningsdatum van de volledige aanvraag; of

    • b.

      indien de opleiding of activiteiten starten in het kalenderjaar ná het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt ingediend, nadat de raad de begroting en het subsidieplafond voor deze regeling voor het kalenderjaar heeft vastgesteld en kenbaar gemaakt.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen

Artikel 8

In aanvulling op de verplichtingen uit de ASV 2017 geldt dat:

  • a.

    de activiteit in hoofdzaak is gericht op inwoners van de gemeente Weert;

  • b.

    de activiteit binnen een half jaar na verlening van de subsidie daadwerkelijk van start gaat;

  • c.

    de activiteit gericht is op het structureel vergroten van het aanbod van sociaal-maatschappelijke activiteiten op het gebied van welzijn, sport en cultuur voor de nieuwe doelgroepen vallend onder de Wmo 2015;

  • d.

    de activiteit bijdraagt aan de integratie van de nieuwe doelgroepen vallend onder de Wmo 2015 in de samenleving;

  • e.

    de opleiding verzorgd wordt door een deskundige.

Hoofdstuk 4 Subsidiegrondslagen

Artikel 9

Vrijwilligersorganisaties kunnen aanspraak maken op de volgende eenmalige subsidies:

  • a.

    voor opleidingen voor vrijwilligers om te leren omgaan met mensen met een beperking bedraagt de subsidie maximaal € 300,- per deelnemer en wordt voor maximaal 4 deelnemers per vrijwilligersorganisatie subsidie verstrekt;

  • b.

    voor begeleiding door een professional gedurende de opstartperiode van een nieuwe structurele activiteit voor de nieuwe doelgroepen vallend onder de Wmo 2015 bedraagt de subsidie maximaal € 2.000,-;

  • c.

    voor overige kosten die verband houden met het starten van activiteiten die bijdragen aan het vergroten van het aanbod voor de nieuwe doelgroepen vallend onder de Wmo 2015 beoordeelt het college welke bijdrage redelijk is.

Hoofdstuk 5 Vaststelling

Artikel 10 Vaststelling

Ten aanzien van de subsidieverlening op grond van deze regeling geldt dat:

  • 1.

    de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken nadat de activiteiten zijn verricht een aanvraag tot vaststelling indient bij het college.

  • 2.

    de aanvraag tot vaststelling vergezeld gaat van:

    • a.

      een overzicht van hoe de activiteiten zijn verlopen;

    • b.

      een financiële verantwoording die inzicht geeft in de wijze waarop de subsidie is besteed;

    • c.

      een toelichting waaruit blijkt hoe de activiteiten structureel worden voortgezet.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 11 Subsidieplafond

  • 1. Voor deze regeling geldt een subsidieplafond van € 10.000,- per kalenderjaar.

  • 2. Het beschikbare bedrag voor subsidieverstrekking wordt verdeeld op basis van binnenkomst van de aanvragen tot subsidieverlening, waarbij alleen volledige aanvragen in behandeling worden genomen.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college handelt overeenkomstig deze subsidieregeling, tenzij dat voor de subsidieaanvrager gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de subsidieregeling te dienen doelen.

Artikel 13 Inwerkingtreding en duur

  • 1. Deze subsidieregeling treedt, na bekendmaking, met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2017.

  • 2. Deze subsidieregeling vervalt per 1 januari 2019

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Subsidieregeling Wmo vernieuwende activiteiten Weert 2017’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Weert op 24 januari 2017.
De secretaris, de burgemeester,

Toelichting Subsidieregeling Wmo vernieuwende activiteiten Weert 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Om interpretatieverschillen te voorkomen zijn in artikel 1 ter verduidelijking enkele specifieke begrippen nader omschreven.

Artikel 2 Algemene bepaling

In artikel 2 lid 1 wordt expliciet vastgelegd dat deze regeling voortvloeit uit artikel 3 lid 2 ASV 2017. Daarmee heeft de raad op grond van artikel 156 lid 1 en 3 Gemeentewet de bevoegdheid aan het college gedelegeerd om ter uitvoering van de ASV 2017, binnen de door de raad vastgestelde beleidskaders, nadere regels vast te stellen. Deze nadere regels bevatten algemeen verbindende voorschriften en hebben dezelfde status als een verordening.

In lid 2 wordt bepaald dat alle bepalingen van de ASV 2017 van toepassing zijn, tenzij er in deze regeling van wordt afgeweken.

Artikel 3 Bevoegdheden college

Het college is belast met de uitvoering van de ASV 2017. Dat betekent dat het college niet alleen bevoegd is te beslissen op aanvragen voor subsidie en deze vast te stellen, maar deze bijvoorbeeld ook mag intrekken of wijzigen als ook alle andere bevoegdheden mag uitvoeren die voortvloeien uit de Awb, de ASV 2017 en deze regeling, voor zover de raad deze niet aan zichzelf heeft voorbehouden.

Artikel 4 Doelgroep

In dit artikel wordt de doelgroep beschreven, die voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking kan komen. Subsidie op grond van deze regeling is voorbehouden aan vrijwilligersorganisaties.

Artikel 5 Activiteiten

De eenmalige subsidie is bedoeld als bijdrage in de opstartkosten voor nieuwe, structurele activiteiten voor de nieuwe doelgroepen vallend onder de Wmo 2015, zodat er in de gemeente Weert een groter aanbod aan sociaal maatschappelijke activiteiten op het gebied van welzijn, sport en cultuur komt voor mensen met een beperking. Achterliggende gedachte is dat indien er een goed aanbod aan sociaal maatschappelijke activiteiten is dat ook toegankelijk is voor de nieuwe doelgroepen vallend onder de Wmo 2015, professionele dagbesteding of zorg pas later of met een lagere intensiteit hoeft te worden ingezet.

De gemeente Weert heeft ervoor gekozen om geen concrete activiteiten in deze regeling op te nemen, maar alleen het resultaat ‘een groter aanbod aan sociaal maatschappelijke activiteiten voor mensen met een beperking’. De gemeente Weert laat het aan de creativiteit van de subsidieaanvrager over met welke activiteit het beleidsdoel bereikt kan worden. Het eindoordeel hierover ligt bij het college.

Met ‘structureel’ wordt bedoeld dat de activiteit niet eenmalig is, maar deel uit maakt van een reeks. Aan de frequentie van de reeks worden geen nadere eisen gesteld. Een jaarlijks terugkerend evenement valt dus ook onder de noemer ‘structureel’.

Hoofdstuk 2 Aanvraag en verlening

Artikel 6 Eisen aan de aanvraag

De algemene eisen waaraan een aanvraag voor incidentele subsidie dient te voldoen staan opgenomen in artikel 10 ASV 2017. In artikel 6 van deze regeling wordt van de indieningstermijn afgeweken. Aanvragen kunnen het hele jaar door worden ingediend, uiterlijk 8 weken voor aanvang van de activiteiten.

Artikel 7 Subsidieverlening

Artikel 7 lid 1 regelt op basis waarvan het college de aanvraag om subsidie beoordeelt. Lid 2 bepaalt dat het besluit binnen 6 weken genomen moet zijn. Lid 2 sub b sluit aan op het begrotingsvoorbehoud van artikel 4 ASV 2017.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen

Artikel 8

Om de beleidsdoelen te realiseren worden activiteiten georganiseerd. Subsidie is een instrument waarmee de gemeente Weert kan bevorderen dat activiteiten worden georganiseerd waarvan het resultaat bijdraagt aan de te bereiken maatschappelijke effecten. Om te kunnen sturen in het gebruik van de subsidiegelden zijn aanvullende eisen opgenomen waaraan de subsidieontvanger of de door de subsidieontvanger te organiseren activiteiten moeten voldoen.

Hoofdstuk 4 Subsidiegrondslagen

Artikel 9

In dit artikel is zijn de subsidiegrondslagen opgenomen zoals deze door de gemeenteraad op 10 november 2015 zijn vastgesteld.

Om vrijwilligersorganisaties in staat te stellen een aanbod voor de nieuwe doelgroepen vallend onder de Wmo 2015 te ontwikkelen, kan eenmalig subsidie worden verstrekt voor een opleiding voor vrijwilligers om te leren omgaan met mensen met een beperking. De bijdrage in de kosten van opleiding is een maximaal bedrag per deelnemer en een gemaximeerd aantal deelnemers per vrijwilligersorganisatie. Ook kan subsidie worden verstrekt voor de professionele ondersteuning bij de voorbereiding van activiteiten en/of tijdens de startfase van de activiteiten. De bijdrage voor professionele ondersteuning is een bedrag van maximaal €2.000,-, gebaseerd op 20 weken x 2 uur ondersteuning tegen een tarief van €50,-.

Daarnaast kan het zijn dat de nieuwe, structurele activiteit andere kosten met zich meebrengt, die redelijkerwijs niet op een andere manier gefinancierd kunnen worden. Het college stelt in dat geval vast welke bijdrage redelijk is.

Hoofdstuk 5 Vaststelling

Artikel 10 Vaststelling

In artikel 10 is geregeld hoe het college de aangevraagde subsidie vaststelt.

Doel van de regeling is om het aanbod voor mensen met een beperking structureel uit te breiden. Bij de verantwoording van de subsidie wil het college kunnen vaststellen of daadwerkelijk een structurele uitbreiding is gerealiseerd. Zo kan het effect van de regeling worden aangetoond.

De stukken die bij het verzoek tot vaststelling moeten worden ingeleverd zijn specifiek afgestemd op het doel van de regeling en de daarbij behorende activiteiten.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 11 Subsidieplafond

Door het instellen van een subsidieplafond legt het college de maximale omvang van de subsidieverstrekking voor een bepaald tijdvak vast. Hiermee wil het college voorkomen dat er onbeperkt aanspraak op de subsidiegelden kan worden gemaakt. Het college beperkt hiermee dus het financiële risico. De verdeling van de beschikbare middelen geschiedt op volgorde van binnenkomst van de aanvragen, conform het principe ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’.

Indien het subsidieplafond is bereikt, kunnen latere aanvragen dus niet meer worden gehonoreerd.

Artikel 12 Hardheidsclausule

In dit artikel is de hardheidsclausule opgenomen. Hierin is bepaald dat het college gebonden is aan deze regeling en daarvan in principe niet kan afwijken.

Het college kan alleen afwijken indien er sprake is van:

  • -

    bijzondere omstandigheden; en

  • -

    onredelijke gevolgen; en

  • -

    gevolgen die onevenredig zijn in relatie met de doelen, die door deze regeling worden gediend.

De toepassing van de hardheidsclausule dient beperkt te blijven tot zeer bijzondere gevallen. De toepassing en motivering daarvan dient duidelijk uit de betreffende subsidiebeschikking en het onderliggend subsidiedossier te blijken.

Artikel 13 Inwerkingtreding en duur

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017 en geldt tot en met 31 december 2018. De regeling is tijdelijk van aard, omdat de regeling een aanjaagfunctie heeft. Het gaat erom vrijwilligersorganisaties te stimuleren tot uitbreiding van het aanbod van sociaal maatschappelijke activiteiten voor nieuwe doelgroepen vallend onder de Wmo 2015. Verwacht mag worden dat binnen enkele jaren het aanbod voldoende is uitgebreid, dan wel dat het organiseren van dergelijke activiteiten voor de doelgroepen vallend onder de nieuwe Wmo 2015 onderdeel is geworden van de reguliere activiteiten van vrijwilligersorganisaties.

Artikel 14 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.