Regeling vervallen per 01-01-2019

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent belastingplichtige in een keuzesituatie Beleidsregels belastingplichtige in een keuzesituatie 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert;

Gelet op het bepaalde in:

  • -

    artikel 1 van de Verordening onroerende-zaakbelastingen;

  • -

    artikel 3 van de Verordening rioolheffing;

  • -

    artikel 4 van de Verordening reinigingsheffingen;

  • -

    artikel 2 van de Verordening hondenbelasting;

besluit

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels voor het aanwijzen van een

belastingplichtige in een keuzesituatie 2018

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende zaak, perceel, hond).

In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Weert een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Hoofdstuk II Onroerende-zaakbelastingen

  • 1. Met betrekking tot de onroerende-zaabelasting, die wordt geheven van degenothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er metbetrekking tot één onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 1.1

      de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

    • 1.1.1

      de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

    • 1.1.2

      de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;

    • 1.1.3

      de erfpachter dan wel de beklemde meier;

    • 1.2

      de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

    • 1.3

      degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

  • 2. Met betrekking tot de onroerende-zaakbelasting, die wordt geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 2.1 indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Weert wonen of gevestigd zijn:

    • 2.1.1

      degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

    • 2.1.2

      degene die in de gemeente woont of is gevestigd;

    • 2.1.3

      degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    • 2.1.4

      een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    • 2.1.5

      bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    • 2.1.6

      degene die bij de afdeling belastingen van de gemeente Weert als genothebbende of gebruiker bekend is;

    • 2.1.7

      de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

  • 2.2 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Weert wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:

    • 2.2.1

      degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    • 2.2.2

      een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    • 2.2.3

      bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    • 2.2.4

      degene die bij de afdeling belastingen van de gemeente Weert als genothebbende of gebruiker bekend is;

    • 2.2.5

      de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

  • 2.3 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn:

    • 2.3.1

      degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    • 2.3.2

      degene die bij de Afdeling Financiën van de gemeente Weert als genothebbende of gebruiker bekend is;

    • 2.3.3

      de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.

  • 2.4 Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen die worden geheven van gebruikers, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 2.4.1

      degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

    • 2.4.22

      degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;

    • 2.4.3

      de oudste in leeftijd;

    • 2.4.4

      degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

Hoofdstuk III Rioolheffing, reinigingsheffingen en hondenbelasting

  • 3. Met betrekking tot de rioolheffing, reinigingsheffingen en hondenbelasting wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 3.1.

      degene die de nutsvoorziening van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, op naam heeft;

    • 3.2

      degene die de huur van het hele belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, betaalt aan een elders wonende verhuurder;

    • 3.3

      degene die het grootste deel van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, gebruikt;

    • 3.4

      degene die het langst in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, woont;

    • 3.5

      degene die het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, het langst gebruikt;

    • 3.6

      de oudste, in geval van gelijktijdige vestiging in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden;

    • 3.7

      degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject of houder van de hond naar voren komt.

Hoofdstuk IV Vereniging van verschillende gemeentelijke belastingen op éénAanslagbiljet

  • 4. Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingenworden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:

    • 4.1

      ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;

    • 4.2

      ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen;

    • 4.3

      ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen.

Hoofdstuk V Overige regels

  • 5. De onderdelen in de hoofdstukken I tot en met IV vinden geen toepassing indien:

    • 5.1

      de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

    • 5.2

      bij de afdeling belastingen van de gemeente Weert bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

    • 5.3

      Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

    • 5.4

      Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

    • 5.5

      Wijzigingen kunnen – indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd – pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

    • 5.6

      Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur.

    • 5.7

      Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 10 van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk VI Inwerkingtreding

Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Beleidsregels voor het aanwijzen van belastingplichtige in een keuzesituatie 2017", vastgesteld bij collegebesluit van 15 november 2016, worden ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum met dien verstande dat deze van toepassing blijven op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijven, indien de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels ligt na de in het tweede lid genoemde datum, de ingetrokken beleidsregels gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing en/of invordering in die periode plaatsvindt.

  • 4. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als "Beleidsregels belastingplichtige in een keuzesituatie 2018".

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert;
7 november 2017,
de secretaris,
G. Brinkman
de burgemeester,
A.A.M.M. Heymans