Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Weert houdende regels omtrent de Participatieraad (Verordening Participatieraad Weert 2020)

Geldend van 04-06-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Weert houdende regels omtrent de Participatieraad (Verordening Participatieraad Weert 2020)

De raad van de gemeente Weert;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Weert, no. DJ-900669, d.d. 17 december 2019

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 2.1.3 en 2.5.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 47 van de Participatiewet en artikel 2.10 van de Jeugdwet en de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Weert 2015, artikel 2 lid 3 Wet sociale werkvoorziening;

gezien het advies van de raadscommissie Samenleving & Inwoners;

overwegende dat:

de gemeente verplicht is, de manier waarop zij ingezetenen betrekt bij de voorbereiding van het beleid op het sociaal domein, vast te leggen in een verordening;

ingezetenen vroegtijdig in staat moeten worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;

er moet worden voorzien in ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;

de Participatieraad deel moeten kunnen nemen aan periodiek overleg, onderwerpen voor de agenda van dit overleg moeten kunnen aanmelden en worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie;

de Participatieraad een onafhankelijk adviesorgaan van het college van burgemeester en wethouders is, dat adviseert over het bestaande en te voeren beleid binnen het sociaal domein.

b e s l u i t :

De Verordening Participatieraad gemeente Weert vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Weert 2015, vastgesteld 22 december 2014 en de verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening Cranendonck, Nederweert en Weert vastgesteld op 10 juni 2010.

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Adviseren: het uitbrengen van een niet bindend advies;

  • b.

    Cliëntenparticipatie: het vroegtijdig betrekken van personen en gebruikers in het beleidsproces. Zij denken mee, geven advies en hebben invloed op het beleidsproces en het hulp- en ondersteuningsaanbod van de gemeente;

  • c.

    College : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert;

  • d.

    Contactambtenaar: de ambtenaar die deskundig is op een of meerdere domeinen waarop de Participatieraad adviseert en voor deze domeinen fungeert als aanspreekpunt voor de Participatieraad;

  • e.

    Jw: Jeugdwet.

  • f.

    Participatieraad: het adviesorgaan waarmee de gemeente Weert invulling geeft aan artikel 2.1.3 en 2.5.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.10 van de Jeugdwet en artikel 2 lid 3 WSW, waarin onder meer gesteld wordt dat het college ingezetenen dient te betrekken bij de voorbereiding van het beleid op het sociale domein;

  • g.

    Pw: Participatiewet;

  • h.

    Sociaal domein: jeugd, gezin en welzijn, wonen in relatie tot zorg, werk en inkomen en sociale werkvoorziening;

  • i.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • j.

    WSW: Wet sociale werkvoorziening;

Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in bedoelde wetgeving binnen het sociale domein.

Artikel 2. Doel, taken en positie van de Participatieraad

  • 1. De Participatieraad is een onafhankelijk adviesorgaan ten behoeve van het college, dat gevraagd en ongevraagd en bij voorkeur samenhangend en integraal advies uitbrengt op het sociaal domein.

  • 2. Belangrijke thema’s zijn: zorg, welzijn, wonen, vervoer, (beschut) werk, inkomen, armoedebestrijding, participatie, leefbaarheid en jeugdzorg.

  • 3. De Participatieraad heeft tot doel om met adviezen een bijdrage te leveren aan de vorming en evaluatie van het gemeentelijk beleid ten aanzien van het sociaal domein, het college hierin gevraagd en ongevraagd te adviseren en waar mogelijk te participeren in de voorbereiding.

  • 4. De Participatieraad heeft de volgende taken:

    • a.

      het adviseren van het college over kansen en knelpunten, die worden voorzien bij het voorgenomen beleid;

    • b.

      het college te informeren over kansen en knelpunten, die worden gesignaleerd bij de uitvoering van beleid.

  • 5. De Participatieraad functioneert onafhankelijk van de gemeente.

  • 6. De Participatieraad is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaarschriften, beroep- en hoger beroepschriften en individuele casussen.

  • 7. De Participatieraad levert zijn bijdrage aan de cliëntenparticipatie uitsluitend binnen de in de Participatiewet, de Wmo 2015, de Jeugdwet en WSW bepaalde grenzen.

Artikel 3. Advisering en adviestermijnen

  • 1. Het college kan onderwerpen zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 middels een schriftelijke adviesaanvraag voorleggen aan de Participatieraad. In de aanvraag wordt expliciet vermeld over welke punten advies wordt gevraagd en worden voorzien van de betreffende beleidsstukken.

  • 2. Wanneer het college de Participatieraad om advies vraagt, worden hierbij de volgende termijnen gehanteerd:

    • a.

      vier weken als het gaat om een advies op een beleidsvraag van beperkte omvang, dan wel waarbij de Participatieraad in het voortraject is betrokken;

    • b.

      zes weken als het gaat om een advies op een beleidsvraag van grotere omvang, dan wel waarbij de Participatieraad in het voortraject niet of nauwelijks betrokken is geweest;

  • 3. Indien mogelijk betrekt het college de Participatieraad al in een vroegtijdig stadium, al voordat de formele adviesvraag voorgelegd wordt.

  • 4. Om de Participatieraad inzicht te geven in de werklast, verschaft het college periodiek een geactualiseerde planning van de voor te leggen adviesvragen.

  • 5. Het college reageert binnen zes weken op een advies van de Participatieraad. De zomer- en de kerstvakantie hebben voor de genoemde termijnen een opschortende werking.

  • 6. Als het college besluit het advies van de Participatieraad niet op de volgen, motiveert het dit schriftelijk en brengt dit besluit ter kennis aan de Participatieraad.

Artikel 4. Door het college te verstrekken informatie

  • 1. De Participatieraad ontvangt van het college ongevraagd en gevraagd tijdig alle stukken die voor de uitoefening van de taken zoals in deze verordening omschreven, nodig zijn, tenzij wettelijke voorschriften dit in de weg staan. Zo nodig zullen ter zake kundige ambtenaren mondeling toelichting geven over bestaand beleid, de invloed van nieuw (rijks-)beleid en/of over ideeën en plannen van college en/of gemeenteraad op de in artikel 2 lid 2 genoemde thema’s.

  • 2. Het college verstrekt geen informatie aan de Participatieraad over individuele personen.

Artikel 5. Samenstelling Participatieraad

  • 1. Leden van de Participatieraad vormen een zo evenwichtig mogelijke afspiegeling van de Weerter samenleving, beschikken over relevante kennis, ervaring en netwerken.

  • 2. De Participatieraad dient zoveel mogelijk evenredig te zijn samengesteld uit de specialismen die het sociaal domein vraagt. Met name deskundigheid en affiniteit met de beleidsterreinen van de Wmo 2015, de Participatiewet, de Jeugdwet en WSW.

  • 3. De Participatieraad kent maximaal 11 leden (inclusief voorzitter).

  • 4. De leden van de Participatieraad spreken op persoonlijke titel. Zij hebben zitting in de Participatieraad zonder last of ruggenspraak.

  • 5. De leden en de voorzitter wonen in de gemeente Weert, bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Weert, zijn geen lid van het college of de gemeenteraad en zijn niet in dienst van de gemeente Weert. Ze hebben ook geen zakelijke binding met de gemeente Weert of een zorgaanbieder voor zover deze van invloed kan zijn op hun onafhankelijke positie.

  • 6. De Participatieraad benoemt uit haar gelederen een voorzitter en secretaris.

Artikel 6. Werving, benoeming en zittingsduur van de voorzitter en de leden

  • 1. Werving en benoeming van nieuwe leden vindt plaats door de Participatieraad.

  • 2. Teneinde inwoners van de gemeente Weert de gelegenheid te geven zich kandidaat te stellen voor de Participatieraad, kan een wervingsplan worden opgesteld dat gericht kandidaten benadert.

  • 3. De benoeming is op persoonlijke titel en zij vertegenwoordigen geen belangengroeperingen.

  • 4. De zittingsduur van voorzitter en leden van de Participatieraad bedraagt vier jaar.

  • 5. Voorzitter en leden kunnen worden herbenoemd.

  • 6. Het lidmaatschap van de Participatieraad kan tussentijds worden beëindigd:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      door overlijden;

    • c.

      door royement.

  • 7. Bij disfunctioneren van een van de leden kan de Participatieraad het vertrouwen in dit lid opzeggen. Er vindt vervolgens overleg plaats tussen het betreffende lid en een afvaardiging van de Participatieraad.

  • 8. De Participatieraad stelt een rooster van aftreden op, waarin een goede balans tussen continuïteit borging voldoende basiskennis) en vernieuwing besloten ligt.

  • 9. De voorzitter heeft gevoel voor politiek-bestuurlijke verhoudingen, houdt overzicht, is procesgericht en is een bindende factor binnen de Participatieraad.

Artikel 7. Taken voorzitter en secretaris

  • 1. Tot de taken van de voorzitter van de Participatieraad behoren:

    • a.

      het voorbereiden van de agenda met de secretaris;

    • b.

      het bepalen van dag en tijdstip van de vergadering;

    • c.

      het leiden van de vergadering;

    • d.

      het fungeren als opdrachtgever van de secretaris;

    • e.

      het extern vertegenwoordigen van de Participatieraad;

    • f.

      het ondertekenen van uitgaande stukken van de Participatieraad;

    • g.

      afstemming met de contactambtenaar.

  • 2. Tot de taken van de secretaris van de Participatieraad behoren, in opdracht van de voorzitter:

    • a.

      het verrichten van administratieve werkzaamheden, waaronder het agenderen en notuleren van de bijeenkomsten en het mede opstellen van een rooster van aftreden;

    • b.

      het verrichten van voorbereidende, ondersteunende en communicatieve werkzaamheden;

    • c.

      het verrichten van organisatorische werkzaamheden;

    • d.

      het bewaken van de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen.

Artikel 8. Vergaderingen

  • 1. De Participatieraad komt periodiek plenair bijeen, of zoveel meer of minder als de voorzitter of ten minste de meerderheid van de leden noodzakelijk achten.

  • 2. De Participatieraad bepaalt de onderwerpen die op de agenda komen. Ieder lid is bevoegd agendapunten aan te dragen. Dit dient te geschieden uiterlijk vijf werkdagen voorafgaand aan de vergadering door toezending aan de voorzitter.

  • 3. De Participatieraad kan derden uitnodigen de vergaderingen bij te wonen voor het geven van toelichting, informatie en/of advies.

  • 4. De Participatieraad is verplicht tot geheimhouding van stukken totdat de stukken openbaar zijn. Deze geheimhoudingsplicht strekt zich ook uit tot derden die worden geconsulteerd.

  • 5. De geheimhouding vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van de Participatieraad.

  • 6. Op verzoek van de Participatieraad is een contactambtenaar aanwezig bij vergaderingen.

Artikel 9. Besluitvorming

  • 1. De Participatieraad kan beraadslagen en besluiten nemen indien meer dan de helft van het aantal leden van de Participatieraad ter vergadering aanwezig is en aan de stemming heeft deelgenomen.

  • 2. Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van het aantal geldig uitgebrachte schriftelijke of mondelinge stemmen. De voorzitter is niet stemgerechtigd.

  • 3. Blanco stemmen of onthoudingen zijn voor de vaststelling van het resultaat van de stemming geen geldig uitgebrachte stemmen.

  • 4. Stemming over personen geschiedt schriftelijk met gesloten stembiljetten.

Artikel 10. Werkwijze en communicatie

  • 1. De Participatieraad heeft contact met maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigers van belanghebbenden binnen de in artikel 2 lid 2 genoemde thema’s. Dit kan onder meer door deelname aan bijeenkomsten die door maatschappelijke organisaties en belanghebbenden worden georganiseerd.

  • 2. De Participatieraad beoordeelt zelf of en wanneer er bij de opstelling van een advies derden worden betrokken. Dit kunnen externe deskundigen, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, belanghebbenden of andere ter zake kundige personen zijn.

  • 3. Adviesaanvragen kunnen worden voorbereid in werkgroepen, die bestaan uit leden van de Participatieraad eventueel aangevuld met derden. Elk advies aan het college wordt aan de hele Participatieraad voorgelegd, voordat het aan het college wordt uitgebracht.

  • 4. De Participatieraad evalueert jaarlijks zijn functioneren, de (financiële) resultaten en de samenstelling. De Participatieraad brengt ieder jaar vóór 1 juni een jaarverslag uit waarin de werkzaamheden en activiteiten, inclusief financiële verantwoording, van het afgelopen jaar benoemd worden. Dit jaarverslag wordt aan het college en gemeenteraad toegezonden.

  • 5. De Participatieraad treedt via verschillende communicatiekanalen naar buiten en zorgt voor zichtbaarheid, vindbaarheid en laagdrempeligheid. Het college faciliteert daar waar mogelijk.

Artikel 11. Vergoedingen en middelen

  • 1. Voor het uitvoeren van de Participatieraad wordt een werkbudget opgenomen. Dit werkbudget is bedoeld voor het faciliteren van de adviesfunctie, de kosten van deskundigheidsbevordering, onderzoek en raadpleging.

  • 2. Aan de voorzitter en elk lid van de Participatieraad wordt een onkostenvergoeding toegekend.

  • 3. Voor de vergaderingen van de Participatieraad stelt de gemeente kosteloos een goed bereikbare en toegankelijke openbare vergaderlocatie ter beschikking, als regel in het stadhuis.

  • 4. Voor niet-reguliere activiteiten kan de Participatieraad bij het college extra middelen aanvragen.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1. De gewijzigde verordening treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2020 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Weert 2015, vastgesteld 22 december 2014 en de verordening cliëntenparticipatie sociale werkvoorziening Cranendonck, Nederweert en Weert.

  • 2. De verordening kan worden aangehaald als “Verordening Participatieraad Weert 2020”.

Artikel 13. Onvoorziene zaken

Voor zaken waarin deze verordening niet voorziet, treedt de Participatieraad in overleg met het college.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Weert, gehouden op 5 februari 2020.

De raad van de gemeente Weert

De griffier

De voorzitter