Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent de rechtspositie van burgemeester en wethouders (Verordening rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Weert 2019)

Geldend van 13-10-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent de rechtspositie van burgemeester en wethouders (Verordening rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Weert 2019)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert;

Gezien het voorstel van 14 juli 2020;

Gelet op de artikelen 44 en 66, van de Gemeentewet en (de) artikel(en) (3.2.10), 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Weert 2019

Artikel 1. Algemene bepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    secretaris: de secretaris als bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • d.

    wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Buitenlandse dienstreis

  • 1. lndien de burgemeester of wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijf kosten vergoed.

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist.

Artikel 3. Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1. De burgemeester of wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2. Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2. De burgemeester of wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 4. Schadevergoeding zakelijk autogebruik

Naar analogie van de terzake geldende regeling voor gemeentepersoneel wordt aan de burgemeester of wethouder de schade vergoed van een aan hem toebehorend motorrijtuig in de zin van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen welke hij lijdt ten gevolge van de uitoefening van zijn ambt.

Artikel 5. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de Loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de Loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 6. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur;

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2. Een aanvraag om vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 2 maanden na factuurdatum of betaling door burgemeester en wethouders ingediend bij de secretaris.

Artikel 7. Intrekking oude verordening

De “Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Weert 2015”, vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente Weert d.d. 3 november 2015 en gewijzigd bij besluiten van 22 februari 2017 en 20 september 2017, is op 13 november 2019 door de gemeenteraad ingetrokken.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking van dit besluit en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Weert 2019.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van de gemeente Weert in zijn vergadering van 25 augustus 2020.

De secretaris,

M.J.M. Meertens

De burgemeester,

C.C. Leppink-Schuitema

TOELICHTING

ALGEMEEN DEEL

Wettelijke regelingen

In de wet en nadere regelgeving zijn alle van belang zijnde onderwerpen geregeld betreffende de rechtspositie van gemeentelijke politieke ambtsdragers. In de Gemeentewet is aangegeven dat de nadere invulling van de rechtspositie van burgemeester en wethouders alsmede de financiële voorzieningen moeten worden geregeld bij of krachtens de wet (AMvB en ministeriële regeling). Deze nadere regeling is vastgelegd in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. In de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers zijn de (onkosten)vergoedingen nader uitgewerkt.

Hoofdlijnen gemeentelijke verordening

In deze verordening zijn alleen bepalingen opgenomen inzake de rechtspositie van burgemeester en wethouders zover die niet dwingend geregeld zijn in hogere wet- en regelgeving. De grondslag hiervoor is te vinden in de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers. Bij de laatste moderniserings- en harmoniseringsoperatie (Staatsblad 15 oktober 2018), betreffende de rechtspositiebesluiten voor decentrale politieke ambtsdragers zijn er wederom een aantal bepalingen imperatief in hogere wet- en regelgeving vastgelegd. De overweging hierbij is dat het bestuurlijk wenselijk is om de voorzieningen zoals vergoedingen, tegemoetkomingen en andere rechtspositionele aanspraken voor decentrale politieke ambtsdragers dwingendrechtelijk in hogere wet- en regelgeving vast te leggen om politieke discussies te voorkomen. Dit betekent dat er voor gemeenten minder ruimte is om lokaal bij verordening van wettelijke regelingen af te wijken.

Indien een gemeente besluit om bij verordening voorzieningen voor politieke ambtsdragers te regelen, zijn een aantal regels van belang.

In artikel 44 en 66 Gemeentewet is bepaald dat ’buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend’, de burgemeester en wethouders als zodanig geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste van de gemeente ontvangen. Deze verordening vormt een (nadere) uitwerking van de bij of krachtens de wet toegekende vergoedingen en tegemoetkomingen.

De arbeidsverhoudingen en fiscale positie

Burgemeester en wethouders zijn niet in dienstbetrekking bij de gemeente, maar wel benoemd. De gemeente is dus niet de werkgever. Dat betekent bijvoorbeeld dat zij niet vallen onder de werknemersverzekeringen zoals de Werkloosheidswet (WW), Ziektewet (ZW) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Omdat burgemeester en wethouders wél ambtenaar in formele zin zijn, worden zij fiscaal behandeld als ware zij actief in dienstbetrekking door de Wet op de loonbelasting 1964. Er wordt daarom op de bezoldiging van burgemeester en wethouders ook loonheffingen ingehouden.

De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) is van toepassing op wethouders en burgemeester. De burgemeester volgt de pensioenaanspraken van de ABP-pensioenregeling.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 3. Informatie- en communicatievoorzieningen

Het college van burgemeester en wethouders stelt ten laste van de gemeente aan een wethouder of de burgemeester voor de duur van de uitoefening van zijn functie de noodzakelijke informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking op basis van een bruikleenovereenkomst. Onder informatie- en communicatievoorzieningen wordt ook verstaan een smartphone, een computer en de daarbij behorende (internet)abonnementen. Er mag slechts één computer verstrekt worden. op basis van een bruikleenovereenkomst. Een computer is een desktop, laptop, tablet- of minicomputer. Een smartphone is niet te kwalificeren als computer.

Artikel 5. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

In het kader van de werkkostenregeling op grond van artikel 31 Wet op de Loonbelasting 1964 zijn een aantal vergoedingen in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de verordening aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De gemeente draagt in dat geval de loonbelasting, waardoor de vergoeding belastingvrij (netto) aan de politieke ambtsdrager kan worden overgemaakt. Anders worden deze door de Belastingdienst als loon gezien en moet hierover bij de bestuurder loonbelasting worden ingehouden. In het kader van de werkkostenregeling kan in de financiële administratie worden aangegeven of een verstrekking of vergoeding onder de gerichte vrijstellingen, intermediaire kosten of onder de nihil-waarderingen valt.

Gemeenten mogen daarnaast een verstrekking of vergoeding in de vrije ruimte - tot 1,2% fiscale loonsom - onderbrengen zonder fiscale consequenties. Indien de grens van 1,2% wordt overschreden, zal de gemeente 80% eindheffing moeten betalen.

Artikel 6. Betaling en declaratie van onkosten

Het Rechtspositiebesluit en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers regelen wanneer de vergoedingen en onkosten betaald moeten worden aan burgemeesters en wethouders. Daar waar geen expliciete termijn is genoemd, biedt dit artikel uitkomst. De betaling van onkosten kan worden voorgeschoten uit eigen middelen, later gedeclareerd worden of de factuur wordt rechtstreeks naar de gemeente verstuurd. Hierbij gaat de voorkeur uit naar rechtstreeks facturering bij de gemeente. Het verdient aanbeveling dat het college een formulier vaststelt waarmee burgemeester en wethouders gemaakte onkosten kunnen verantwoorden. Burgemeester en wethouders declareren in beginsel hun kosten bij de secretaris.

De kosten die burgemeester en wethouders maken zijn ingedeeld in bedrijfsvoeringskosten, bestuurskosten en kosten die voor eigen rekening blijven en waarvoor een vaste onkostenvergoeding wordt verstrekt.

Alle (on)kosten genoemd als bestuurskosten in de tabel van de verordening die betrekking hebben op nevenfuncties die gerelateerd zijn aan het ambt kunnen zondermeer gedeclareerd worden en alle

(on)kosten niet aan het ambt gerelateerde nevenfuncties zijn/blijven voor eigen rekening van burgemeester en wethouder.

Alle andere –nog te maken/gemaakte- (on)kosten genoemd als bestuurskosten in de tabel van de verordening kunnen gedeclareerd worden als het college (in principe vóóraf) hiervoor toestemming verleend (heeft).

Bedrijfsvoeringskosten betreffen de voorzieningen die een burgemeester of wethouder net zoals de overige werknemers van de gemeente nodig heeft om het werk te kunnen doen. Het zijn voorzieningen vanuit de begroting gefinancierd of in bruikleen ter beschikking gesteld. Het is vanzelfsprekend niet de bedoeling om dergelijke overheidsvoorzieningen en eigendommen te gebruiken voor privédoeleinden.

Bestuurskosten vloeien voort uit de uitoefening van het ambt; het zijn aan de uitoefening van het ambt van burgemeester en wethouder verbonden kosten, zogenaamde ambtsgerelateerde kosten.

De hoogte van de vergoedingen voor bestuurskosten is vaak precies vastgelegd.

De soorten bestuurskosten zijn:

* algemene bestuurskosten; voor deze categorie moet altijd een afweging worden gemaakt of deze kosten of voorzieningen voor eigen rekening moeten blijven dan wel uit de begroting van de gemeente kunnen worden betaald. Het gaat hierbij vooral om voorzieningen als reis- en verblijfsvoorzieningen, beveiliging buiten de organisatie, cursussen, opleidingen en congressen, en functionele lunches en diners buitenshuis. Een buitenlandse reis valt hier onder als de reis een functioneel karakter heeft. Van belang is dat over de bestuurlijke noodzaak van een dienstreis in alle openheid vooraf besluitvorming plaatsvindt en dat achteraf verantwoording wordt afgelegd.

* specifiek geregelde bestuurskosten; de verstrekking van deze bestuurskosten is strak gereguleerd en genormeerd en de hoogte van de vergoeding of verstrekking is in de regelgeving vastgelegd. Een voorbeeld is een verhuiskostenvergoeding, vergoeding tijdelijke woonruimte en reis- en verblijfkosten. ICT-voorzieningen voor thuis (aansluitingen, abonnementen, vervangingen, apparatuur, software e.d.) worden, voor zover functioneel, op grond van de geldende rechtspositiebesluiten beschikbaar gesteld.

Kosten die voor eigen rekening blijven waarvoor een vaste onkostenvergoeding wordt verstrekt. Deze onkostenvergoeding is bedoeld voor voorzieningen die niet zuiver functioneel zijn, noch zuiver privé. Omdat ze toch een functioneel element bevatten, worden dergelijke voorzieningen wel vergoed. De burgemeester of wethouder moet deze kosten zelf betalen uit de onkostenvergoeding welke in ieder geval bedoeld is voor representatie, vakliteratuur, excursies, bureaukosten, contributies/lidmaatschappen (zoals verenigingen en regionale beroepsverbanden, met uitzondering van de landelijke beroepsverenigingen met een professionaliseringsdoelstelling die vallen onder de bestuurskosten), ontvangsten thuis en zakelijke giften. Ook voor eigen rekening blijven kosten als individuele consumpties buiten de werkplek, fooien in Nederland, verjaardagsgebak/attenties/cadeaus voor naaste collega’s, gelegenheidskleding/huur en reiniging van kleding/uitgaven voor persoonlijke verzorging, activiteiten van partijgenootschappelijke aard, abonnementen op kranten/tijdschriften/vakliteratuur die thuis worden ontvangen, representatieve aanpassingen aan de eigen woning en representatieve ontvangsten thuis.

Vergoedingenoverzicht onkosten.

Bedrijfsvoeringskosten

Bestuurskosten

Kosten voor eigen rekening

Werkplek zoals bureau, meubilair

Verhuiskosten

Attenties en cadeaus voor naaste medewerkers

Inrichting werkkamer

 
 

Ondersteunend personeel (secretaresse, bode, chauffeur)

Vergoeding tijdelijke woonruimte

Uitgaven voor persoonlijke verzorging

Beveiliging werkplek

Compensatie bijtelling dienstauto

 

Aanpassingen werkplek ivm arbeidsomstandigheden

ICT thuis (aansluiting, abonnementen, hard-/software

Kleding (huur/aanschaf/reiniging)

ICT op de werkplek

Reis- en verblijfkosten binnen- en buitenland(incl. benodigde vaccinaties)

Miniaturen van onderscheidingen incl. bevestiging op het kostuum

Mobiele telefoon/pda

Functionele consumpties, lunches en diners (uitsluitend in het buitenland incl. de fooien)

Individuele consumpties buiten de werkplek

Kantoorbenodigdheden

Deelname aan congressen, cursussen en opleidingen

Alle partijpolitieke kosten zoals onderhoud politiek netwerk en bezoek partijgenootschappelijke bijeenkomsten incl. reis- en verblijfkosten

Ontvangsten delegaties, werklunches en –diners en functionele borrels op de werkplek

Abonnementen en vakliteratuur op de werkplek

Ontvangsten zakelijke relatie thuis

Verzekeren of vergoeden schade (door diefstal, verlies of beschadiging) aan persoonlijke eigendommen ontstaan tijdens de ambtsvervulling

Lidmaatschap landelijke beroepsvereniging met professionaliseringsoogmerk

Contributies overige beroepsverenigingen

Jaarlijkse bijdrage zakelijke creditcard

Geschenken t.b.v. ambtsbezoek bij jubilea, openingen

Verkeersboetes

Bedrijfsvoeringskosten

Bestuurskosten

Kosten voor eigen rekening

Wisselkosten buitenlandse valuta

 

Fooien (in Nederland)

Pilotenkoffer voor vervoer van stukken

 

Persoonlijke schrijfwaren en benodigdheden zoals vulpen of aktetas

Pantryvoorziening (koffie/thee)

 

Representatieve aanpassingen aan de woning

 
 

Inrichting werkkamer/ontvangstruimte thuis

 
 

Abonnementen kranten en tijdschriften thuis

Visitekaartjes

 

Individuele consumpties buiten de werkplek

Bijeenkomsten voor strategie-ontwikkeling organisatie

 

Individuele lunches en maaltijden op de werkplek

Relatiegeschenken (mits functioneel verstrekt voor een externe)

 

Persoonlijke relatiegeschenken

Kerstkaarten

 
 

Functionele persoonlijke website of weblog