Regeling vervallen per 23-03-2019

Verordening op de raadscommissies Weesp 2018

Geldend van 01-12-2018 t/m 22-03-2019

Intitulé

Verordening op de raadscommissies Weesp 2018

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    commissielid: lid van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • -

    vergadering: vergadering van een raadscommissie;

  • -

    advies aan de raad: is een advies dat verwoordt welke overwegingen aan de raad in zijn besluitvorming worden meegegeven, dan wel een advies over de wijze van behandeling of inkleding van een onderwerp (niet zijnde de conclusie dat het een bespreekstuk of hamerstuk betreft);

  • -

    wet: Gemeentewet.

Artikel 2. Instelling raadscommissies

Er is een:

  • a.

    raadscommissie Algemene Zaken en Middelen (AZM), waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen:

    • -

      algemene en bestuurszaken (waaronder intergemeentelijke samenwerking, fusies en internationale contacten);

    • -

      openbare orde en veiligheid (waaronder brandweer, politie en rampenbestrijding);

    • -

      financiën en belastingen;

    • -

      overige aangelegenheden.

  • b.

    raadscommissie Welzijn (WZ), waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen:

    • -

      sociale zaken;

    • -

      werkgelegenheid;

    • -

      sport en recreatie;

    • -

      zorg en welzijn;

    • -

      onderwijs en volwasseneneducatie;

    • -

      kunst en cultuur;

    • -

      museumbeleid;

    • -

      kinderopvang.

  • c.

    raadscommissie Stadsontwikkeling en beheer (SOB), waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen:

    • -

      ruimtelijke ordening;

    • -

      stadsvernieuwing;

    • -

      monumentenbeleid;

    • -

      volkshuisvesting;

    • -

      milieu;

    • -

      bouwzaken;

    • -

      openbare werken en wijkbeheer;

    • -

      groen;

    • -

      verkeer en vervoer;

    • -

      economische zaken;

    • -

      grondzaken.

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie:

  • a.

    brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

  • b.

    kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a, en

  • c.

    voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen, bedoeld onder a.

Artikel 4. Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit maximaal 3 commissieleden per fractie.

  • 2. De commissieleden worden door de raad op voordracht van de fractievoorzitter benoemd.

  • 3. Zowel raadsleden als niet-raadsleden kunnen lid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn.

  • 4. Een lid kan zich voor een vergadering of een gedeelte daarvan laten vervangen door een ander lid van de raad of een ander commissielid. Alle bepalingen die van toepassing zijn op de leden van de commissie zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van hen die een lid in de vergadering vervangen.

  • 5. De raad benoemt uit zijn midden de commissievoorzitters en de plaatsvervangers.

Artikel 5. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Het lidmaatschap van een commissielid eindigt als niet meer wordt voldaan aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractievoorzitter die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4. De raad kan, mits gemotiveerd de commissievoorzitter ontslaan.

  • 5. Een commissielid en -voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4.

  • 7. Het lidmaatschap van commissieleden, benoemd op voordracht van een fractie die niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt van rechtswege.

Artikel 6. De griffier en commissiegriffier

  • 1. De griffier van de raad wijst ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de gemeentesecretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar aan als commissiegriffier.

  • 2. Een commissiegriffier is aanwezig in vergaderingen.

  • 3. Bij verhindering of afwezigheid wordt de commissiegriffier vervangen door een door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de gemeentesecretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 4. Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Artikel 7. Aanwezigheid college en gemeentesecretaris

Het college en de gemeentesecretaris worden geacht een permanente uitnodiging te hebben om bij de vergaderingen aanwezig te zijn.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 8. Vergaderfrequentie

  • 1. In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie SOB plaats op dinsdag, AZM op woensdag en WZ op donderdag.

  • 2. De vergaderingen van de raadscommissies vangen in de regel aan om 20.00 uur en vinden plaats in de raadzaal van het stadhuis. De vergadering wordt gesloten om uiterlijk 23.00 uur.

  • 3. Een raadscommissie vergadert voorts indien het agendaberaad het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken. Het agendaberaad kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwezen.

Artikel 9. Agendaberaad

  • 1. Er is een agendaberaad.

  • 2. Het agendaberaad bestaat uit de voorzitters van de raadscommissies (de leden), met een permanente uitnodiging aan de gemeentesecretaris. De griffier (of zijn vervanger) treedt op als voorzitter van het agendaberaad.

  • 3. De leden kunnen zich bij verhindering laten vervangen door de plaatsvervangende commissievoorzitters.

Artikel 10. Oproep

  • 1. De commissievoorzitter plaatst de voorlopige agenda van de desbetreffende commissie met bijbehorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86 eerste en tweede lid, van de wet bedoelde stukken, in het raadsinformatiesysteem onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. Als een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk voor aanvang van de vergadering in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

Artikel 11. De agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het plaatsen van de agenda in het raadsinformatiesysteem tot uiterlijk 48 uur voor aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter van de raadscommissie kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Elektronisch beschikbare stukken worden in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

  • 2. Stukken waaromtrent op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de wet geheimhouding is opgelegd, blijven in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en deze verleent de commissieleden op verzoek inzage.

Artikel 13. Openbare kennisgeving

  • 1. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • -

      de datum, aanvangstijd en plaats;

    • -

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • -

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 20.

  • 2. De commissievergaderingen worden geplaatst in het raadsinformatiesysteem.

  • 3. In het huis-aan-huis blad wordt een aankondiging gedaan van de agenda’s van de commissievergaderingen met daarbij een beknopte inhoud van de agendapunten, de datum en het tijdstip.

  • 4. Op Twitter en Facebook wordt de vergadering aangekondigd.

Paragraaf 2. Orde der vergadering

Artikel 14. Presentielijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst, die aan het einde van elke vergadering door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening wordt vastgesteld.

Artikel 15. Opening vergadering en quorum

  • 1. Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties tegenwoordig is.

  • 2. Als op grond van het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering op een tijdstip ten minste vierentwintig uur na de oproeping.

  • 3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties tegenwoordig is.

Artikel 16. Verslag

  • 1. Van de commissievergadering wordt een transcript gemaakt.

  • 2. Het transcript en de geluidsopname worden geplaatst in het raadsinformatiesysteem.

Artikel 17. Advies

Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

Artikel 18. Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3. Commissieleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel keer een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 19. Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. Een raadscommissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslagingen ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 20. Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers kunnen in een vergadering het woord voeren over alle onderwerpen die tot het domein van de commissie behoren.

  • 2. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk 8 uur voor aanvang van de vergadering aan de griffier, onder vermelding van naam en telefoonnummer/emailadres en het onderwerp waarover hij het woord wenst te voeren.

  • 3. De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding, tenzij afwijking van die volgorde in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 4. De inspreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 5. De commissievoorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de inspreker.

  • 6. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

Artikel 21. Handhaving orde en schorsing

  • 1. De commissievoorzitter handhaaft de orde in de vergadering.

  • 2. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 3. De commissievoorzitter kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 4. De commissievoorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 5. De commissievoorzitter roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Artikel 22. Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 23. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 24. Transcript besloten vergadering

  • 1. Het transcript van besloten vergaderingen worden niet in het raadsinformatiesysteem geplaatst, maar op licht gekleurd papier met vermelding van “geheim” en separaat in een gesloten enveloppe aan de raads- en commissieleden en college toegezonden.

  • 2. Het transcript wordt opgenomen in het register “geheimhouding”.

Artikel 25. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 26. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 27. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 28. Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 29. Intrekking oude verordening

De verordening op de raadscommissies 2008, versie december 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 30. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking acht dagen na publicatie.

  • 2. Op dat tijdstip vervalt de vigerende Verordening op de raadscommissies Weesp 2008, versie december 2010.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening op de raadscommissies Weesp 2018”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 november 2018,

M. van Engelshoven,

griffier

B.J. van Bochove,

voorzitter