Regeling vervallen per 17-12-2021

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Weesp houdende regels omtrent heffing en invordering van parkeerbelastingen (Verordening Parkeerbelastingen 2021)

Geldend van 29-03-2021 t/m 16-12-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Weesp houdende regels omtrent heffing en invordering van parkeerbelastingen (Verordening Parkeerbelastingen 2021)

Artikel 1 Parkeerbelastingen

Onder de naam van parkeerbelastingen worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op de binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet (Staatsblad 1994, nr. 475) aangehouden register van opgegeven kentekens, als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • c.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, voor het betalen van de parkeerbelasting ingerichte mobiele telefoons, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • d.

    centrale computer: een computer van de gemeente dan wel een computer van het bedrijf waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel;

  • e.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven, behorende bij de parkeerapparatuur;

  • f.

    vergunning: een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren (parkeervergunning) zoals geregeld en beschreven in de Parkeerverordening 2021;

  • g.

    parkeerduurbeperking: beperking in tijdsduur van de parkeerhandeling, alles overeenkomstig het bepaalde in de Parkeerverordening 2021.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting, bedoeld in art. 1, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd, wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting, vermeld in art. 1, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

      • -

        indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd, waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder, maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

      • -

        indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting, bedoeld in art. 1, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op grond van het tweede lid, onderdeel b, wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruikgemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting, bedoeld in art. 1, onderdeel b, wordt geheven van degene aan wie de vergunning is verleend. De belastingplicht van de belasting, bedoeld in art. 1, onderdeel b, sluit de belastingplicht van de belasting, bedoeld in art. 1, onderdeel a, uit voor de in de vergunning aangegeven wijze en plaats met uitzondering van gebieden waar en voor zover een parkeerduurbeperking geldt. Deze uitsluiting geldt uitsluitend ter zake van het kenteken waarvoor de vergunning is verleend.

Artikel 4 Tijdstip van het ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting, bedoeld in art. 1, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting, bedoeld in art. 1, onderdeel b, is verschuldigd bij het verlenen van de vergunning.

Artikel 5 Tarief, tijdvak en maatstaf van heffing

Het tarief, het tijdvak en de maatstaf van heffing zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6 Wijze van heffing, termijn van betaling en restitutie

  • 1. De belasting, bedoeld in art. 1, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte, en wel door middel van het, bij aanvang van het parkeren, op de door het college van burgemeester en wethouders voorgeschreven wijze betalen van geld met behulp van parkeerapparatuur en/of door middel van het al dan niet elektronisch in werking stellen van parkeerapparatuur. Van de verschuldigde belasting per tijdseenheid wordt op of via de parkeerapparatuur of in de daarbij geleverde gebruiksaanwijzing kennisgegeven. Ten aanzien van het hier voorafgaande bepaalde moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen één maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

  • 2. De belasting, bedoeld in art. 1, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij het verlenen van de vergunning. Voldoen via een daartoe afgegeven machtiging tot automatische incasso wordt hier met betalen gelijkgesteld.

  • 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot de belasting, bedoeld in art. 1, onderdeel b, in de loop van de periode waarvoor de vergunning is verleend, eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing over zoveel volle kalendermaanden als er in die periode na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog resteren. De Parkeerverordening 2021 geeft de voorwaarden bij de beëindiging van de vergunning.

  • 4. Een naheffingsaanslag moet terstond, inclusief de kosten van de naheffingsaanslag zoals bedoeld in art. 8, en voor zover van toepassing verhoogd met de andere kosten zoals bedoeld in art. 8, worden betaald.

Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing van parkeerapparatuurplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar en het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting, bedoeld in art. 1, onderdeel a mag worden geparkeerd, geschiedt bij besluit van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 8 Kosten

Voor een naheffingsaanslag voor de belasting als bedoeld in art. 1, onderdeel a, worden kosten in rekening gebracht. De hoogte van het daarvoor in rekening te brengen bedrag is opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van parkeerbelastingen.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. De Verordening parkeerbelastingen 2019 vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van heffing, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking per 29 maart 2021.

  • 3. De datum van ingang van heffing is 29 maart 2021.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Parkeerbelastingen Weesp 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 17 september 2020,

de raad voornoemd,

M. van Engelshoven

griffier

B.J. van Bochove

voorzitter

Bijlage 1: Tarieventabel 2021, behorende bij de Verordening Parkeerbelastingen Weesp 2021

Hoofdstuk 1. Tariefgebieden

De gemeente Weesp kent de volgende tariefgebieden voor het parkeren op plaatsen met parkeerapparatuur, als bedoeld in art. 1, onderdeel a, van de Verordening parkeerbelastingen Weesp 2021 :

Tariefgebied Weesp-1:

Het gebied waarvan de grenzen worden gevormd door (1) het westelijk trottoir van de Prinses Irenelaan, (2) de zuidelijke oever van het water Smal Weesp, (2) het westelijk trottoir van de Papelaan, (3) het zuidelijk trottoir van de Plataanlaan, (4) het noordelijk trottoir van de Herensingel tot huisnummer Herensingel 187, (5) het oostelijk trottoir aan de Jan Tooropstraat, (6) het noordelijk trottoir van de M. Nijhoffstraat tussen Jan Tooropstraat en het voetpad naar de Willem de Mérodestraat, (7) het westelijk trottoir van de Willem de Mérodestraat. (In dit gebied vallen ook de huisnummers Willem de Mérodestraat 1 t/m 95), (8) het noordelijk spoortalud, (9) het voet- en fietspad tussen Leeuwenveldse weg en het spoortalud (grenzend aan het P+R-terrein, (10) de zuidelijke berm van de Leeuwenveldseweg, (11) overstekend naar de westelijke berm van de Lobbrich Boudgerslaan, (12) het midden van het water ten noorden van de Lobbrich Boudgerslaan, (13) het midden van het water ten noorden van het Aartje de Voseiland, (14) de westelijke berm van de Korte Muiderweg, (15) het midden van de Stationsweg, (16) het zuidelijk spoortalud, (17) het midden van de Vecht tussen Ossenmarkt en de oever Lange Muiderweg / ’s Gravelandseweg, (18) het midden van het water De Vest, tussen zuidelijk bolwerk en de oever Utrechtseweg / Molenpad. (19) de noordelijke berm van de Dr. A. Kuyperlaan, tussen het water De Vest en Hugo de Grootlaan, (20) de Hugo de Grootlaan, (21) de C.J. van Houtenlaan.

afbeelding binnen de regeling

Tariefgebied Weesp-1

Tariefgebied Weesp-2:

het gebied waarvan de grenzen gevormd worden door (1) de zuidelijke berm van de Leeuwenveldse weg, (2) het voet- en fietspad tussen Leeuwenveldse weg en het spoortalud (grenzend aan het P+R-terrein), (3) het noordelijk spoortalud, (4) de erfafscheiding tussen P+R terrein en het tankstation.

afbeelding binnen de regeling

Tariefgebied Weesp-2

Hoofdstuk 2. Vergunningen, vergunninggebieden en -tarieven

De vergunningen zijn beschreven in de Parkeerverordening 2021. Onder bewonersvergunning wordt hier mede verstaan een mantelzorgvergunning. Onder een bedrijfsvergunning wordt hier mede verstaan een maatschappelijke vergunning.

Met betrekking tot het verlenen van parkeervergunningen, zoals bedoeld in de Parkeerverordening 2021 , voor het parkeren van een voertuig als bedoeld in art. 1, onderdeel b, van de Verordening Parkeerbelastingen 2021, bestaan er binnen de gemeente Weesp de volgende vergunninggebieden en vergunningen.

Hulpverlenersvergunning (HVV), waarvoor het gebied de gehele gemeente Weesp beslaat:

Het tarief voor de hulpverlenersvergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 175,-

GA-parkeervergunning voor bewoners (GA), waarvoor het gebied de gehele gemeente Weesp beslaat:

Het tarief voor de GA-parkeervergunning voor bewoners bedraagt hier per 6 maanden

€ 0,-

GA-parkeervergunning voor bezoekers (GA-b), waarvoor het gebied de gehele gemeente Weesp beslaat:

Het tarief voor de GA-parkeervergunning voor bezoekers bedraagt hier per 6 maanden

€ 0,-

Vergunninggebied Weesp-1, waarvan de grenzen worden gevormd door (1) het westelijk trottoir van de Prinses Irenelaan, (2) het midden van het water Smal Weesp, (3) het midden van de Vecht tussen Ossenmarkt en de oever Lange Muiderweg / ’s Gravelandseweg, (4) het midden van het water De Vest, tussen zuidelijk bolwerk en de oever Utrechtseweg / Molenpad. (5) de noordelijke berm van de Dr. A. Kuyperlaan, tussen het water De Vest en Hugo de Grootlaan, (6) de Hugo de Grootlaan, (7) de C.J. van Houtenlaan.

In dit gebied vallen ook de huisnummers Hugo de Grootlaan 1, 1a t/m 1z, 21, 21a tm 21z, 23, 30, 30a t/m 30w, 31 t/m 38, 131 t/m 138 en 231 t/m 234, Dr.A.Kuyperlaan 2 t/m 218, 35 t/m 41, 131 t/m 141 en 231 t/m 241 en C.J. van Houtenlaan 1 t/m 11.

Het tarief voor de eerste bewonersvergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 25,-

Het tarief voor de tweede bewonersvergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 100,-

Het tarief voor de bedrijfsvergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 175,-

Het tarief voor de bezoekersparkeervergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 0,-

afbeelding binnen de regeling

Vergunninggebied Weesp-1

Vergunninggebied Weesp-2, waarvan de grenzen worden gevormd door (1) het westelijk trottoir van de Papelaan, (2) het zuidelijk trottoir van de Plataanlaan, (3) het noordelijk trottoir van de Herensingel tot huisnummer Herensingel 187, (4) het oostelijk trottoir aan de Jan Tooropstraat, (5) (4) het zuidelijk trottoir van de M. Nijhoffstraat, (5) het zuidwestelijk trottoir van de Herensingel (7) de zuidoostelijke berm van de Stationsweg, (8) het midden van het water Smal Weesp.

Het tarief voor de eerste bewonersvergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 25,-

Het tarief voor de tweede bewonersvergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 100,-

Het tarief voor de bedrijfsvergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 175,-

Het tarief voor de bezoekersparkeervergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 0,-

Vergunninggebied Weesp-3, waarvan de grenzen worden gevormd door (1) het westelijk trottoir van de Willem de Mérodestraat, (2) het zuidelijk spoortalud, (3) het midden van de rivier de Vecht, (4) het zuidwestelijk trottoir van de Herensingel, (5) het zuidelijk trottoir van de M. Nijhoffstraat, tot aan de Jan Tooropstraat, (6) het noordelijk trottoir van de M. Nijhoffstraat tussen Jan Tooropstraat en het voetpad naar de Willem de Mérodestraat. In dit gebied vallen ook de huisnummers Herensingel 9a t/m 53, M. Nijhoffstraat 70-148 en Willem de Mérodestraat 1 t/m 95.

Het tarief voor de eerste bewonersvergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 25,-

Het tarief voor de tweede bewonersvergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 100,-

Het tarief voor de bedrijfsvergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 175,-

Het tarief voor de bezoekersparkeervergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 0,-

afbeelding binnen de regeling

Vergunninggebied Weesp-2 en Weesp-3

Vergunninggebied Weesp-4, waarvan de grenzen worden gevormd door (1) het westelijke berm van de Lobbrich Boudgerslaan, (2) het midden van het water ten noorden van de Lobbrich Boudgerslaan, (3) het midden van het water ten noorden van het Aartje de Voseiland, (4) de westelijke berm van de Korte Muiderweg, (5) het midden van de Stationsweg, (6) het noordelijk spoortalud, (7) het voet- en fietspad tussen Leeuwenveldse weg en het spoortalud (grenzend aan het P+R-terrein, (8) de zuidelijke berm van de Leeuwenveldse weg.

Het tarief voor de eerste bewonersvergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 25,-

Het tarief voor de tweede bewonersvergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 100,-

Het tarief voor de bedrijfsvergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 175,-

Het tarief voor de bezoekersparkeervergunning bedraagt hier per zes maanden

€ 0,-

afbeelding binnen de regeling

Vergunninggebied Weesp-4

Vergunninggebied Weesp-5: het gebied waarvan de grenzen gevormd worden door (1) de zuidelijke berm van de Leeuwenveldse weg, (2) het voet- en fietspad tussen Leeuwenveldse weg en het spoortalud (grenzend aan het P+R-terrein), (3) het noordelijk spoortalud, (4) de erfafscheiding tussen P+R terrein en het tankstation.

afbeelding binnen de regeling

Vergunninggebied Weesp-5

Hoofdstuk 3. Bloktijden

In het tariefgebied Weesp-1 zijn de volgende bloktijden van toepassing:

  • Maandag t/m vrijdag: dagelijks 10.00-20.00 uur

  • Zaterdag: 10.00-17.00 uur

In het tariefgebied Weesp-2 zijn de volgende bloktijden van toepassing:

  • Maandag t/m vrijdag: dagelijks 07.00-18.00 uur

  • Maandag t/m zondag: dagelijks 02.00-06.00 uur

Hoofdstuk 4. Kosten naheffingsaanslag

De kosten van de naheffingsaanslag parkeerbelasting bedragen € 65,30.

Hoofdstuk 5. Tarieven bij parkeerapparatuur

  • De tarieven bedragen bij de parkeerapparatuur in het tariefgebied Weesp-1 en Weesp-2: € 1,20 per uur.

  • Een bezoekersvergunning, zoals bedoeld in artikel 14 van de parkeerverordening 2021, geeft recht op een aantal uren per jaar parkeren met een gereduceerd tarief van 50% € 0,60 per uur.

Hoofdstuk 6. Tarieven van kaarten

  • In tariefgebied Weesp-1 is het tarief van een dagkaart: € 7,50

  • In tariefgebied Weesp-2 is het tarief van een dagkaart 07.00-18.00 uur: € 3,00

  • In tariefgebied Weesp-2 is het tarief van een nachtkaart 02.00-06.00 uur: € 4,50

  • Het tarief voor de GA-bezoekerskaart als bedoeld in artikel 15C van de Parkeerverordening 2021, geldig alle dagen van de week op de door de bezoeker aangegeven uren bedraagt: € 0,-