Regeling vervallen per 31-12-2005

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Weesp 2005.

Geldend van 01-03-2006 t/m 30-12-2005 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2006

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Weesp 2005.

De raad van de gemeente Weesp,

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik enbeheer van de gemeentelijke begraafplaatsen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 1994;

gelet op artikel 35 van de Wet op de Iijkbezorging en artikel 149 vande Gemeentewet,

B E S L U I T :

vast te stellen:

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen van degemeente Weesp.

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de begraafplaatsen Landscroon en Carspelhof;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:1. het doen begraven en begraven houden van lijken;2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;3. het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk ofrechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;2. het doen verstrooien van as;

  • e.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen,

  • g.

    eigen urnenplaats; een plaats waar één of meer urnen worden bijgezet;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • i.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • j.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken en winterharde grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;

  • l.

    gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • m.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • n.

    rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf;

  • o.

    belanghebbende: de aanspreekbare persoon, die de belangen van een algemeen graf behartigd.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf

  • 1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'eigen graf' mede verstaan: eigen urnengraf, eigen urnennis, eigen urnenplaats en eigen gedenkplaats.

  • 2 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf’ mede verstaan: algemeen urnenqraf en algemene verstrooiingsplaats.

Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

  • 1 De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te stellen tijden. Zij maken deze tijden openbaar bekend.

  • 2 Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

  • 4 Het meenemen van honden is toegestaan mits deze aangelijnd zijn.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1 Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten.

  • 2 Het is verboden met rijwielen en motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur;

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het tweede lid van dit artikel.

  • 4 Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5 Degenen die zich niet aan het gestelde in het eerste en tweede lid, alsmede aan de in het vierde lid van dit artikel bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op de eerste aanzegqing van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5

  • 1 Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2 De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 3 Degenen die zich niet houden aan de aanwijzingen in het vorige lid van dit artikel moeten zich op de eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geenandere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk III Voorschriften voor Iijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1 Degenen die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 1 1.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden,schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen zesendertig uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2 Het lijk dient bij aankomst op de begraafplaats te zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk.

  • 3 Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 11;00 uur van de.voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

  • 4 Ingeval een lijk wordt bijbegraven of een urn wordt bijgezet in een eigen graf, dient de rechthebbende ervoor te zorgen dat de grafbedekking tijdig voor de begraving of bijzetting is verwijderd. De grafbedekking dient binnen zes weken na de begraving of bijzetting in de oorspronkelijk: staat te zijn teruggebracht.

Artikel 8 Gebouwen en muziekinstallatie

De gemeente beschikt niet over een eigen aula en of muziekinstallatie. Eventueel gebruikdaarvan dient rechtstreeks te worden kortgesloten met de betreffende eigenaar.

Artikel 9 Over te Ieggen stukken

  • 1 Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2 Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, die moet zijn ondertekend door de rechthebbende of indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3 Degene die in de uitvaart voorziet, dient van te voren het aanvraagformulier voor deteraardebestelling, bijzetting of verstrooiing aan de beheerder over te leggen.

  • 4 Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn, De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 18, tweede lid van deze verordening.

  • 5 Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de onderhoudstermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de onderhoudstermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende onderhoudstermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 18, tweede lid van deze verordening.

  • 6 De in het vierde en vijfde lid van dit artikel bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 7 De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1 De tijden van begraven en het bezorgen van as zijn:in de maanden april tot en met september op werkdagen van 8.00 tot 16.00 uur en op zaterdag van 8.00 tot 11.30 uur;in de maanden oktober tot en met maart op werkdagen van 9.00 tot 15.00 uur en op zaterdag van 9.00 tot 1 1.30 uur.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

  • 3 Tussen de opeenvolgende plechtigheden dient minimaal 2 uur te Iiggen.

  • 4 Het begraven op zaterdag en op de tweede paas- of pinksterdag alsmede de kerstdagen en de nationale feestdag(en) gelden als buitengewone uren in de zin van de verordening begraafplaatsrechten 1995 en de eventuele wijzigingen daarop.

Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven

Artikel 11 Indeling graven en asbezorging

  • 1 Op de begraafplaats Landscroon kunnen uitsluitend bijzettingen en asverstrooiingen op of in de eigen graven plaatsvinden.

  • 2 Op de begraafplaats Carspelhof kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      eigen graven en eigen urnengraven;

    • b.

      eigen urnennissen;

    • c.

      eigen urnenplaats;

    • d.

      eigen gedenkplaatsen.

  • 3 Op de begraafplaats Carspelhof zijn aangewezen:

    • a.

      algemene graven;

    • b.

      algemeen verstrooiingsveld;

    • c.

      algemene gedenkplaatsen.

Artikel 12 Aantal overledenen in engen en algemene graven

  • 1 Burgemeester en wethouders bepalen bij nader te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de eigen graven kunnen plaatshebben. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimum grafrusttermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

  • 2 In de algemene graven kan een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 3 In de algemene urnengraven kan een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

Artikel 13 Termiinen algemene graven

  • 1 Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover daartoe bestemde ruimte van debegraafplaats Carspelhof zulks toelaat, op een daartoe bij hen in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien of twintig jaar het recht tot het doen begraven en begraven houden van een lijk in een algemeen graf. De termijn begint te Iopen op de datum waarop het algemeen graf is uitgegeven.

  • 2 Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht kan niet worden verlengd.

  • 3 Bij de aanvraag als in het eerste lid van dit artikel genoemd, dient een nabestaande bij de houder van de begraafplaats bekend te zijn, die optreedt als belanghebbende.

Artikel 14 Volgorde van uitgifte

  • 1 De eigen graven worden slechts voor begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen een eigen graf, eigen graven of eigen urnennissen toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 15 Categorieën

Burgermeester en wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels de algemene en eigengraven' onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 16 Termijnen eigen graven

  • 1 Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van debegraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 2 Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien of twintig jaren, mits de aanwaag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3 Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 18, eerste lid van deze verordening. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 17 Grafkelder

Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunningVerlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten

  • 1 Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgeno(o)t(e) of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2 Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgeno(o)t(e) of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de voorgaande zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3 Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen.

  • 4 Na het verstrijken van de in het tweede lid van dit artikel genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 19 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijkafstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op een eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 20 Sluiting van graven

  • 1 Op aanvraaq van de rechthebbende kunnen burqemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.

  • 2 Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid van dit artikel bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

Hoofdstuk V Grafbedekkingen

Artikel 21 Vergunning grafbedekking

  • 1 Voor het hebben van een grafbedekking is een vergunning nodig van burgemeester en wethouders, waarvoor de aanvraag moet worden ingediend door de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 2 Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van het aanbrengen, kunnen burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4 Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien:

    • a.

      de aanvraag wordt ingediend door een ander dan de rechthebbende of belanghebbende;

    • b.

      niet voldaan wordt aan de door hen gestelde nadere regels;

    • c.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • d.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • e.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 22 Grafbeplanting

Niet blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door debeheerder worden verwijderd.

Artikel 23 Verwijdering grafbedekking

  • 1 De grafbedekking kan na het verstrijken kan de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2 Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt tenzij het adres van de rechthebbende of belanghebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 3 Op grond van een daartoe door de rechthebbende of belanghebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft het gedenkteken na verwijdering nog gedurende dertien weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 21 van deze verordening was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid van dit artikel genoemde termijn.

  • 4 Het gedenkteken vervalt aan de gemeente indien:

    • a.

      geen verzoek op grond van het derde lid van dit artikel is ingediend, en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingedlend is verstreken;

    • b.

      het gedenkteken niet binnen dertien weken, nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 24 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1 De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2 Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnenburgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3 De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing haar de mededeling aangebracht.

Artikel 25 Onderhoud door de gemeente

  • 1 Het schoonhouden van de grafbedekking op of bij het graf geschiedt door of vanwege de gemeente tegen het in de verordening begraafplaatsrechten en de eventuele wijzigingen daarop nader omschreven tarief.Hieronder wordt verstaan:

    • a.

      het schoonhouden van het gedenkteken met een frequentie van twee keer per jaar;

    • b.

      het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken;

    • c.

      het schoonhouden van de grafbeplanting met een frequentie van vier keer per jaar.

  • 2 Op een graf zonder gedenkteken en zonder grafbeplanting geschiedt het schoonhouden, algemeen onderhoud, tuinonderhoud van het oppervlak alsmede het aanvullen van verzakkingen door of vanwege de gemeente tegen het in de verordening begraafplaatsrechten en de eventuele wijzigingen daarop omschreven tarief.

Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 26 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1 Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbdnden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval delen zij schriftelijk mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen, maken zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.

  • 2 De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaatsen.

  • 3 Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid van dit artikel bedoelde termijn bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.Nabestaanden van een overledene waarvan de asbus al of niet met urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de gemeente ter attentie van de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders;

  • 4 De rechthebbende op een eigen graf kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven.

  • 5 De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij burgemeester en wethouders indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Hoofdstuk VII Gedeelte voor kerkgenootschap

Artikel 27 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 12, eerste lid, 15 en 21, tweede lid van deze verordening.

  • 2 Het bestuur van het kerkgenootschap kan burgemeester en welhouders verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.

  • 3 Op grond van het in het tweede lid van dit artikel genoemde verzoek stellen burgemeester en wethouders het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving Iaat de bevoegdheid van burgemeester en wethouders onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.

Hoofdstuk VIII Instandhouden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 28 Lijst

  • 1 Burgemeester en wethouders houden een Iijst bij van graven die van cultuurhistorischebetekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2 Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op die lijst te worden bijgeschreven.

  • 3 Burgemeester en wethouders beslissen, gehoord de functionele raadscommissie, over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid van dit artikel bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk IX Inrichting register

Artikel 29 Voorschriften

  • 1 Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2 Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk X Klachten

Artikel 30 Indiening, behandeling en beslissing

  • 1 Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2 Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na ontvangst van de klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

Hoofdstuk XI Slotbepalingen

Artikel 31 Overgangsbepaling

De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 34 van deze verordening ingetrokken verordeningen, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 32 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, 4, 5 en 6 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 33 Intrekken oude verordeningen

Per 1 januari 1995 vervallen de bestaande “beheersverordening Landscroon 1953” van 15december 1953, eerste wijziging 27 maart 1961, tweede wijziging 8 februari 1968, derde wijziging 4 april 1974, vierde wijziging 28 november 1974 en “beheersverordening Carspelhof 1972” van 3 mei 1972, eerste wijziging 15 december 1977.Per 1 januari 2006 vervalt de bestaande verordening van 1 januari 1995.

Artikel 34 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op 1 januari 2006 in werking.

Artikel 35 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijkeBegraafplaatsen Weesp 2005.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2005.
De griffier, De voorzitter,
 
P. Georgopoulou C. HofkampGriffier burgermeester