Regeling vervallen per 13-09-2018

Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling WerkSaam Westfriesland

Geldend van 24-06-2015 t/m 12-09-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling WerkSaam Westfriesland

Het algemeen bestuur van WerkSaam Westfriesland, gevestigd te Hoorn;

Gelet op artikel 212 Gemeentewet en artikel 31 Gemeenschappelijke Regeling WerkSaam Westfriesland;

Besluit vast te stellen de Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van WerkSaam Westfriesland.

Titel 1. Begroting en verantwoording

Artikel 1. Kaders begroting

  • 1. Het dagelijks bestuur biedt voor 15 januari het algemeen bestuur de uitgangspunten voor de begroting aan voor het volgende jaar en de drie opvolgende jaren. In deze uitgangspunten worden de bevindingen betrokken uit de conceptjaarstukken van het afgelopen jaar als bedoeld in artikel 6 en de tussentijdse rapportages als bedoeld in artikel 5.

  • 2. Het algemeen bestuur neemt voor 1 maart hierover een besluit.

Artikel 2. Programma-indeling

  • 1. Het algemeen bestuur stelt bij aanvang van iedere zittingsperiode een programma-indeling voor deze zittingsperiode vast.

  • 2. Het algemeen bestuur stelt op voorstel van het dagelijks bestuur per programma relevante indicatoren vast voor het meten en het afleggen van verantwoording over de productie van goederen en diensten van de WerkSaam en de maatschappelijke effect van het door WerkSaam gevoerde beleid.

  • 3. Het algemeen bestuur stelt bij aanvang van iedere zittingsperiode vast over welke onderwerpen hij in extra paragrafen naast de verplichte paragrafen in de begroting en rekening kaders wil stellen en wil worden geïnformeerd.

Artikel 3. Inrichten begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting worden onder elk van de programma’s de geraamde lasten en baten weergegeven en bij de jaarstukken worden onder elk van de programma’s de gerealiseerde lasten en baten weergegeven.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investering het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3. Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling in de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.

  • 4. In de jaarrekening wordt van de investeringen en meerjarige projecten de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 4. Begroting

  • 1. Het algemeen bestuur biedt voor 15 april voorafgaand aan het begrotingsjaar de begroting aan, aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten.

  • 2. De begroting geeft per gemeente inzicht in de programma-uitgaven.

  • 3. Bij het opstellen van de begroting worden de bepalingen van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten gehanteerd.

Artikel 5. Tussentijdse rapportage

  • 1. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur door middel van tenminste drie tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van het lopende boekjaar.

  • 2. Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages in het algemeen bestuur doet het dagelijks bestuur voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde budgetten en de investeringskredieten en het bijstellen van het beleid indien nodig.

  • 3. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de indelingssystematiek van de begroting.

  • 4. In de rapportage worden afwijkingen op de ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting groter dan € 10.000,- toegelicht.

Artikel 6. Jaarstukken

  • 1. Het dagelijks bestuur legt verantwoording af over de uitvoering van de begroting.

  • 2. Bij het opstellen van de jaarstukken worden de bepalingen uit het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten gehanteerd.

Artikel 7. Uitvoering begroting

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2. Het dagelijks bestuur draagt ten aanzien van de financiële raming er zorg voor dat:

    • a.

      de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen;

    • b.

      de budgetten en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de begroting;

    • c.

      de lasten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere taken binnen de begroting onder druk komen.

Artikel 8. EMU-saldo

Wanneer het Rijk de gemeenschappelijke regeling bericht dat alle gemeenschappelijke regelingen het collectieve aandeel van gemeenschappelijke regelingen in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het dagelijks bestuur het algemeen bestuur of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het dagelijks bestuur een aanpassing nodig acht, doet het dagelijks bestuur een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

Titel 2. Financieel beleid

Artikel 9. Waardering & afschrijving vaste activa

Immateriële vaste activa

  • 1.

    Conform artikel 34 van het BBV worden geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief in 5 jaar afgeschreven.

  • 2.

    Alleen kosten hoger dan € 2.000,- worden geactiveerd.

  • 3.

    Kosten voor het afsluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio wordt niet geactiveerd en afgeschreven.

Materiële vaste activa

  • 4.

    De investeringen met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 BBV, worden lineair afgeschreven op basis van de economische levensduur.

  • 5.

    Alleen investeringen hoger dan € 2.000,- worden geactiveerd.

  • 6.

    Voor deze investeringen worden de afschrijvingstermijnen gehanteerd zoals weergegeven in de bij deze verordening horende bijlage.

Artikel 10. Reserves en voorzieningen

  • 1. Het algemeen bestuur geeft in de nota reserves en voorzieningen de bepalingen aan welke worden gehanteerd voor het vormen van reserves en voorzieningen en de wenselijke hoogte van de algemene reserve.

  • 2. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat bij het vormen van voorzieningen de richtlijnen worden gevolgd zoals vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen.

  • 3. Voor vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden.

Artikel 11. Financieringsfunctie

Het dagelijks bestuur draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor de uitvoering van de richtlijnen zoals vastgelegd in het Treasurystatuut WerkSaam Westfriesland.

Titel 3. Financiële beheer en interne controle

Artikel 12. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in het openbaar lichaam als geheel en de bedrijfsonderdelen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

  • c.

    het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde beleid in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde beleid in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 13. Interne controle

Het dagelijks bestuur draagt zorg voor een adequate interne controle, zodanig dat een getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening is gewaarborgd. Ook draagt het dagelijks bestuur zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel.

Titel 4. Financiële organisatie

Artikel 14. Financiële administratie

Het dagelijks bestuur draagt zorg voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de te maken afspraken met de bedrijfsonderdelen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • e.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 15. Registratie bezittingen, activa en vermogen

  • 1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor een actuele en volledige registratie van bezittingen.

  • 2. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van het openbaar lichaam jaarlijks wordt gecontroleerd.

Titel 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16. Overgangsbepaling

Voor het opstellen van de jaarrekening 2014 zijn de regels zoals die zijn opgenomen in de financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling , vastgesteld 20 juni 2013, van kracht.

Artikel 17. Intrekking oude regeling

De Financiële verordening Gemeenschappelijke regeling Op/Maat, vastgesteld d.d. 20 juni 2013, wordt gelijktijdig met het inwerkingtreden van deze verordening ingetrokken.

Artikel 18. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot 1 januari 2015.

Artikel 19. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling WerkSaam Westfriesland’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 7 januari 2015.
De secretaris
M.Olierook
De voorzitter
A.J. de Jong

Bijlage:

Afschrijvingstermijn vaste activa economisch nut

Gebouwen:

  • -

    gronden en terreinen niet

  • -

    nieuwbouw bedrijfsgebouwen: 40 jaar

  • -

    renovatie, restauratie en aankoop bedrijfsgebouwen: 20 jaar

  • -

    technische installaties in bedrijfsgebouwen: 15 jaar

  • -

    tijdelijke bedrijfsgebouwen 20 jaar

  • -

    voorzieningen aan terreinen 10 jaar

Installaties:

  • -

    veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen 10 jaar

  • -

    telefooninstallaties 10 jaar

  • -

    kantoormeubilair 10 jaar

Productiemachines:

  • -

    kleine productiemachines 5 jaar

  • -

    zware transportmiddelen 5 jaar

  • -

    aanhangwagens 5 jaar

  • -

    personenauto’s 5 jaar

  • -

    lichte motorvoertuigen 5 jaar

Automatisering:

  • -

    automatiseringsapparatuur 4 jaar