Regeling vervallen per 01-01-2015

Uitvoeringsreglement Wmo-adviesraad Werkendam 2011

Geldend van 04-02-2011 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Uitvoeringsreglement Wmo-adviesraad Werkendam 2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam;

 

 

gelezen het voorstel van 14 december 2010;

 

 

gelet op de ‘Verordening Wmo-adviesraad Werkendam 2010”, ingaande 1 juli 2010;

 

gelet op het advies van de Wmo-adviesraad Werkendam van1 december 2010;

 

 

                                                b e s l u i t :

 

 

vast te stellen het “Uitvoeringsreglement Wmo-adviesraad Werkendam 2011”, met bijbehorende toelichting.

 

 

 HOOFDSTUK 1 -           ALGEMENE BEPALINGEN

 Artikel 1                      -           Begripsbepalingen

Dit reglement verstaat onder:

  • a.

    De wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);

  • b.

    Wmo-beleid: het beleid dat betrekking heeft op de prestatievelden van de Wmo;

  • c.

    Burgerparticipatie: de gestructureerde wijze waarop de gemeente Werkendam de ingezetenen van de gemeente betrekt in de beleidsvorming, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het Wmo-beleid;

  • d.

    Wmo-adviesraad: de door het college in te stellen adviesraad;

  • e.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam;

  • f.

    Vergadering: de periodieke overlegvergadering, voorgezeten door de voorzitter, waarbij een afvaardiging van de gemeente aanwezig is. De vergadering is gericht op voorbereiding, op advisering dan wel op overleg met de gemeente;

  • g.

    Lid: het door het college benoemde lid van de Wmo-adviesraad. Deze persoon neemt deel aan de overlegvergadering.

 

 

 

HOOFDSTUK 2         -           SAMENSTELLING, BENOEMING EN ZITTINGSDUUR

 

Artikel 2                      -           Samenstelling

 

  • 1.

    De Wmo-adviesraad kent 5 kwaliteitszetels voor ervaringsdeskundigen, 5 gebiedsgebonden zetels en 1 zetel voor de gezamenlijke kerken. De leden van de Wmo-adviesraad kiezen uit hun midden een voorzitter en dragen deze ter benoeming voor aan het college. De voorzitter wordt ondersteund door een ambtelijk secretariaat.

  • 2.

    De Wmo-adviesraad telt maximaal 11 leden.

  • 3.

    De Wmo-adviesraad vertegenwoordigt alle doelgroepen van het Wmo-beleid.

  • 4.

    Het lidmaatschap van de Wmo-adviesraad is niet verenigbaar met:

    • a.

      het lidmaatschap van de gemeenteraad;

    • b.

      het lidmaatschap van een andere door het gemeentebestuur van Werkendam ingestelde advies- en/of bestuurscommissie, met uitzondering van de cliëntenraad sociale zekerheid Werkendam / Woudrichem;

    • c.

      het beroepsmatig werkzaam zijn bij de gemeente Werkendam.

  • 5.

    De voorzitter van de Wmo-adviesraad is lid van de Wmo-adviesraad. De voorzitter is geen lid van het gemeentebestuur en is niet werkzaam  onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur. De voorzitter van de Wmo-adviesraad heeft affiniteit en bekendheid met het vakgebied van de Wmo.

  • 6.

     Het college stelt een ambtenaar aan die belast is met het ambtelijk secretariaat van de Wmo-adviesraad. Deze ambtenaar is geen lid van de Wmo-adviesraad.

  • 7.

    Het college wijst één of meerdere ambtenaren aan om als afgevaardigde namens het college de vergadering bij te wonen. Deze ambtenaren zijn geen lid van de Wmo-adviesraad.

  • 8.

    a. De leden van de Wmo-adviesraad ontvangen een vergoeding voor werkelijk gemaakte kosten die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Wmo-adviesraad.

    b. De leden ontvangen per bijgewoonde overlegvergadering presentiegeld.

    c. De voorzitter ontvangt een vergoeding conform de richtlijnen van het reglement "vergoedingsregeling niet-ambtelijke leden commissies". Daarnaast ontvangt de voorzitter een vergoeding voor werkelijk gemaakte kosten die voortvloeien uit de werkzaamheden ten behoeve van de Wmo-adviesraad.

 

 

Artikel 3          -           Benoeming, ontslag en zittingsduur

 

  • 1.

    Het college benoemt de leden van de Wmo-adviesraad op persoonlijke titel.

  • 2.

    De leden van de Wmo-adviesraad worden benoemd voor een periode van vier jaar. Na deze periode zijn zij eenmaal herbenoembaar voor maximaal eenzelfde periode. Ieder jaar treden twee leden af volgens een door de Wmo-adviesraad op te stellen aftredingsschema.

  • 3.

    De leden van de Wmo-adviesraad worden door het college benoemd, nadat het college hiertoe een oproep heeft geplaatst.

  • 4.

    a: Het college benoemt de voorzitter voor een periode van vier jaar, nadat de Wmo-adviesraad een kandidaat ter benoeming heeft voorgedragen. De voorzitter kan voor maximaal één periode herbenoemd worden.

    b: De Wmo-adviesraad kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 5.

    De leden en de voorzitter kunnen tussentijds ontslag nemen.

  • 6.

    Naast het vermelde in het vijfde lid eindigt het lidmaatschap door:

    • -

      ontslag door het college wegens het niet meer voldoen aan de eisen voor het lidmaatschap als genoemd in artikel 3, derde lid;

    • -

      ontslag door het college, nadat daartoe door de Wmo-adviesraad een gemotiveerd verzoek is ingediend. Een zodanig verzoek moet ondersteund worden door tenminste 2/3 meerderheid van het aantal zitting hebbende leden.

  • 7.

    De vervulling van een vacature vindt plaats, voor zover mogelijk, binnen drie maanden nadat deze is ontstaan.

 

 

HOOFDSTUK 3         -           DOELSTELLING, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

 

Artikel 4          -           Taken en bevoegdheden Wmo-adviesraad

 

  • 1.

    De Wmo-adviesraad heeft tot taak het college gevraagd en ongevraagd te adviseren over alle onderwerpen die de vorming, de vaststelling, de uitvoering en de evaluatie van het gemeentelijk Wmo-beleid betreffen.

    Dit vertaalt zich in een drieledige functie:

    • a.

      Een beleidsmatige functie: de gemeente streeft ernaar de invulling van het beleid zo dicht mogelijk te laten aansluiten op de ondersteuningsbehoefte en de zorgvraag. Daarvoor moet er voldoende kennis zijn van de praktijk. De Wmo-adviesraad is in dat kader een belangrijke informatiebron voor de gemeente;

    • b.

      Een signaleringsfunctie: de Wmo-adviesraad signaleert leemten en knelpunten in beleid en uitvoering, (re-active beleidsvorming);

    • c.

      Een idee- en creativiteitsfunctie: de Wmo-adviesraad draagt ideeën aan. Dat betekent dat de Wmo-adviesraad niet alleen reageert op beleidsvoorstellen, maar ook zelf voorstellen tot beleidsvorming doet, (pro-actieve beleidsvorming).

  • 2.

    Het college betrekt de Wmo-adviesraad in een vroegtijdig stadium bij de beleidsvoorbereiding van alle onderwerpen waarover de Wmo-adviesraad in een later stadium gevraagd wordt advies uit te brengen.

  • 3.

    Tot deze onderwerpen behoren in ieder geval procedures, regelingen en alle andere  zaken met een algemeen karakter.

    Tot deze onderwerpen behoren geen klachten, bezwaarschriften en andere zaken, die op individuele personen betrekking hebben.

  • 4.

    Indien het college afwijkt van het uitgebrachte advies van de Wmo-adviesraad, stelt zij de Wmo-adviesraad daarvan gemotiveerd en schriftelijk in kennis.

  • 5.

    De Wmo-adviesraad stelt jaarlijks een verslag op. Hierin wordt verslag gedaan van de werkzaamheden en activiteiten van de Wmo-adviesraad in het betreffende jaar. Het jaarverslag bevat in elk geval een overzicht van de onderwerpen waarover de Wmo-adviesraad heeft geadviseerd. De Wmo-adviesraad legt het jaarverslag voor 1 april aan het college voor.

 

 

Artikel 5          -           Taken voorzitter

 

Tot de taak van de voorzitter behoort:

  • a.

    het in overleg met de secretaris vaststellen van de agenda;

  • b.

    het bepalen van dag en uur van de vergadering;

  • c.

    het leiden van de vergadering;

  • d.

    het handhaven van de orde tijdens de vergadering;

  • e.

    het peilen van meningen en het meedelen van de uitslag van de stemmingen;

  • f.

    het naar buiten vertegenwoordigen van de Wmo-adviesraad.

Artikel 6          -           Taken ambtelijk secretariaat

 

Tot de taken van het ambtelijk secretariaat behoren:

  • a.

    het in overleg met de voorzitter vaststellen van de agenda van de vergadering;

  • b.

    het openbaar bekendmaken van de vergadering;

  • c.

    het bijwonen van de vergadering en zorgdragen voor de presentielijst en de besluitenlijst;

  • d.

    het zorgdragen voor de doorgeleiding van de adviezen en besluiten;

  • e.

    het bewaken van de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen;

  • f.

    het in zijn algemeenheid met raad en daad bijstaan van de voorzitter en de leden van de Wmo-adviesraad;

  • g.

    het zorgdragen voor het opstellen van de evaluatie als bedoeld in artikel 14.

 

HOOFDSTUK 4         -           VERGADERINGEN, VERGADERORDE EN BESLUITVORMING

 

Artikel 7          -           Vergaderingen

 

  • 1.

    De Wmo-adviesraad vergadert maximaal acht maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of de Wmo-adviesraad nodig acht.

  • 2.

    De vergaderingen zijn openbaar. De Wmo-adviesraad kan besluiten een vergadering of een deel ervan besloten te houden.

  • 4.

    De Wmo-adviesraad vergadert tenminste eenmaal per jaar met de wethouder Wmo.

  • 6.

    De Wmo-adviesraad kan voor specifieke onderwerpen leden van het college uitnodigen voor het bijwonen van de vergadering.

 

 

Artikel 8          -           Vergaderorde

 

  • 1.

    De agenda met de bijbehorende stukken wordt ten minste tien dagen voor de vergadering aan de leden toegezonden.

  • 2.

    a. Ieder lid heeft het recht schriftelijk voorstellen aan de Wmo-adviesraad te doen en onderwerpen ter bespreking voor te dragen.

    Deze voorstellen c.q. bespreekpunten worden bij de voorzitter of het ambtelijk secretariaat ingediend met het verzoek deze op de agenda te plaatsen.

    b. Het ambtelijk secretariaat plaatst deze voorstellen, in overleg met de voorzitter, op de agenda van de eerstvolgende vergadering.

  • 3.

     Ieder lid heeft het recht om een voorstel betreffende de orde van de vergadering te doen.

 

 

Artikel 9          -           Besluitvorming

 

  • 1.

    De Wmo-adviesraad kan beraadslagen en besluiten nemen indien tenminste de helft van het aantal leden ter vergadering aanwezig is. De aanwezigheid blijkt uit de voor de aanvang van de vergadering ondertekende presentielijst.

  • 2.

     Elk tot stemmen bevoegd lid van de Wmo-adviesraad heeft één stem.

  • 3.

    De ambtelijk secretaris en de ambtelijke afvaardiging  hebben geen stemrecht.

  • 4.

    Stemmen bij volmacht is niet mogelijk.

  • 5.

    Over zaken wordt mondeling, over personen wordt schriftelijk gestemd.

  • 6.

    Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen.

  • 7.

    Bij het staken van stemmen vindt, zo mogelijk, na ampele overwegingen, op een later tijdstip in dezelfde vergadering een herstemming plaats. Indien ook in dat geval de stemmen staken, kan het voorstel aangehouden of verworpen worden.

  • 8.

    Minderheidsstandpunten worden op verzoek toegevoegd aan de besluitenlijst c.q. aan het aan het college gerichte voorstel/advies.

 

 

 

HOOFDSTUK 5         -           ADVISERING AAN HET COLLEGE VAN  BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

 

Artikel 10       -           Verplicht advies inwinnen

 

  • 1.

    Het college vraagt vooraf advies aan de Wmo-adviesraad over alle onderwerpen die de beleidsvorming en de evaluatie van het gemeentelijke beleid betreffen ten aanzien van het Wmo-beleid.

  • 2.

    Het college kan de Wmo-adviesraad verzoeken het uit te brengen advies, zoals bedoeld in het eerste lid, vooraf af te stemmen met de Wmo-adviesraad van de gemeente waarmee het college gezamenlijk het Wmo-beleid ontwikkelt en uitvoert.

  • 3.

    Het college kan, na afstemming met het college van de gemeente waarmee gezamenlijk het Wmo-beleid wordt ontwikkeld en uitgevoerd, de Wmo-adviesraad verzoeken een gezamenlijk advies uit te brengen.

 

HOOFDSTUK 6         -           SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 11       -           Informatie en faciliteiten

 

  • 1.

    Het college voorziet de leden van de Wmo-adviesraad tijdig van de informatie die noodzakelijk is om adequaat te kunnen adviseren.

  • 2.

    Het college biedt de Wmo-adviesraad de faciliteiten aan die nodig zijn om de opgedragen taken goed te kunnen uitvoeren.

  • 3.

    Het college stelt jaarlijks een financieel budget ter beschikking aan de Wmo-adviesraad.

 

 

Artikel 12       -           Nadere voorschriften stellen

 

Het college kan ter uitvoering van dit uitvoeringsreglement of in zaken waarin dit uitvoeringsreglement niet voorziet, nadere voorschriften geven.

 

 

Artikel 13       -           Wijzigingen in Uitvoeringsreglement

 

Wijziging of intrekking van dit uitvoeringsreglement vindt niet plaats dan nadat de Wmo-adviesraad daarover is gehoord.

 

 

Artikel 14       -           Evaluatie

Jaarlijks presenteert het college aan de gemeenteraad voor 1 mei een evaluatie van het functioneren van de Wmo-adviesraad.

Artikel 15       -           Citeertitel

 

Dit Uitvoeringsreglement wordt aangehaald als "Uitvoeringsreglement Wmo-adviesraad Werkendam 2011” en treedt in werking op 1 januari 2011.

Het op 25 mei 2010 vastgestelde “Uitvoeringsreglement Wmo-adviesraad Werkendam” wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2011.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Werkendam van  4 januari 2011.

 

 

 

De secretaris,                         De burgemeester,

 

 

Drs. H.A. Koenen                   mw. Drs. C.G.J. Breuer

 

 

 

 

ARTIKELSGEWIJZE  TOELICHTING  BIJ  UITVOERINGSREGLEMENT  WMO-ADVIESRAAD WERKENDAM 2010

 

 

Artikel 1         Begripsbepalingen

 

Dit artikel beschrijft een aantal begrippen zoals die in het Uitvoeringsreglement worden genoemd.

De verordening Wmo-adviesraad Werkendam stelt in artikel 2 dat het college zorg draagt voor het instellen en instandhouden van een Wmo-adviesraad. De verordening geeft aan het college de bevoegdheid om in samenwerking met andere gemeenten een gezamenlijke Wmo-adviesraad in te stellen.

Van deze mogelijkheid maakt het college vooralsnog geen gebruik. Hoewel de beleidsvorming en de uitvoering van de Wmo op een aantal prestatievelden gezamenlijk plaatsvindt met de gemeente Woudrichem, wordt vooralsnog gekozen voor een afzonderlijke adviesraad per gemeente. Indien er in de toekomst bij de gezamenlijke Wmo-adviesraden van Werkendam en Woudrichem voldoende draagvlak bestaat voor één gezamenlijke adviesraad, zal het college dit in overleg met het college van Woudrichem in overweging nemen.

 

De Wmo-adviesraad is het vaste overlegorgaan van de gemeente voor alle aspecten van het Wmo-beleid. Het formele overleg tussen de Wmo-adviesraad en de gemeente vindt plaats via de overlegvergadering.

De gemeente zorgt via het ambtelijk secretariaat voor de voorbereiding en verslaglegging van deze vergaderingen. Bij de overlegvergaderingen is een ambtelijke vertegenwoordiging aanwezig. Deze ambtelijke afvaardiging is namens de gemeente de gesprekspartner van de Wmo-adviesraad.

Wanneer de Wmo-adviesraad onderwerpen bespreekt die gericht zijn op voorbereiding, op advisering dan wel op overleg met de gemeente, kan de Wmo-adviesraad ervoor kiezen dit vooraf te doen, zonder ambtelijke afvaardiging. In dat geval treedt de ambtelijke afvaardiging pas halverwege de vergadering tot de overlegvergadering toe.

 

Naast de formele overlegvergaderingen kan de Wmo-adviesraad ook in eigen kring overleg voeren, doelgroepen raadplegen en adviesaanvragen voorbereiden. Voor deze en andere activiteiten stelt het college geen ambtelijke ondersteuning beschikbaar. Indien de Wmo-adviesraad voor het uitvoeren van dergelijke activiteiten behoefte heeft aan secretariële- c.q.  administratieve ondersteuning, kan hiervoor aan het college een budget gevraagd worden. Hetzelfde geldt voor het inwinnen van externe deskundigheid.

De Wmo-adviesraad kan ambtenaren van de gemeente uitnodigen voor het bijwonen van niet-overlegvergaderingen, bijvoorbeeld voor het toelichten van Wmo-beleidsvoornemens.

 Lid van de Wmo-adviesraad is degene die als zodanig door het college is benoemd.  Deze persoon neemt deel aan de overlegvergaderingen. Hij ontvangt daarvoor presentiegeld.

Artikel 2           Samenstelling, benoeming en zittingsduur

 

Lid 1, 2 en 3:  

Bij de burgerparticipatie Wmo stellen de gemeenteraad en het college de inwoners waarop de Wmo zich richt centraal. De leden van de Wmo-adviesraad worden geacht alle doelgroepen van de Wmo te vertegenwoordigen. De Wmo richt zich niet uitsluitend op het beleidsterrein zorg, maar ook op bijv. het bevorderen van de leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten. De Wmo-adviesraad bestaat daarom naast ervaringsdeskundigen uit vertegenwoordigers uit de diverse dorpskernen van de gemeente. Tot slot heeft één lid zitting namens de gezamenlijke kerken.

 

Lid 4 en 5:      

Leden van de Wmo-adviesraad mogen geen lid zijn van de gemeenteraad of van gemeentelijke adviescommissies en ze mogen niet werkzaam zijn bij de gemeente Werkendam. Een uitzondering wordt gemaakt voor het lidmaatschap van de  gezamenlijke cliëntenraad sociale zekerheid Werkendam / Woudrichem. Het beleidsterrein WWB kent een aantal nauwe relaties met de Wmo. Gelet hierop is het geen bezwaar wanneer dezelfde persoon zowel lid zou zijn van de cliëntenraad WWB als van de Wmo-adviesraad.

Betrokkenheid en bekendheid met het terrein van de Wmo is een noodzaak om de voorzittersrol te kunnen vervullen.

 

Lid  6:             

De functie van het ambtelijk secretariaat wordt vervuld door een ambtenaar van de gemeente Werkendam. Deze ambtenaar woont de overlegvergaderingen van de Wmo-adviesraad bij en zorgt voor verslaglegging. Naast het voorbereiden van de vergadering als genoemd in artikel 7, stelt hij tijdig relevante informatie ter beschikking aan de Wmo-adviesraad. Op verzoek van de Wmo-adviesraad zorgt hij voor aanlevering van samenvattingen van beleidsstukken. Hij ziet er op toe dat de adviesaanvragen van de gemeente duidelijk aan de Wmo-adviesraad worden voorgelegd. Het ambtelijk secretariaat is het ambtelijke aanspreekpunt voor de communicatie met de Wmo-adviesraad.

De taken van het ambtelijk secretariaat beperken zich tot de werkzaamheden m.b.t. de overlegvergaderingen.

Verdere secretariële- of administratieve ondersteuning wordt niet verstrekt door het ambtelijk secretariaat. Voor dergelijke ondersteuning kan de Wmo-adviesraad jaarlijks een budget aanvragen. Dat geldt tevens voor ondersteuning door een externe deskundige.

 

Lid 7:              

De overlegvergadering vormt het formele periodiek overleg tussen de Wmo-adviesraad en de gemeente. Als gesprekspartner van de gemeente zijn bij dit overleg één of meerdere ambtenaren aanwezig die werkzaam zijn op het beleidsterrein Wmo. Het college wijst deze ambtenaren aan. De aanwezigheid dient om kennis te nemen van de standpunten van de Wmo-adviesraad. Op verzoek van de Wmo-adviesraad kunnen de ambtenaren een toelichting geven op adviesaanvragen en op actuele ontwikkelingen.

 

Lid 8a:            

De leden van de Wmo-adviesraad ontvangen een vergoeding voor kosten die zij moeten maken om deel te kunnen nemen aan de activiteiten van de Wmo-adviesraad. Hiertoe worden o.a. de kosten gerekend van kinderopvang en reiskosten.

                       

Lid 8b:           

Om waardering uit te spreken voor hun inzet, ontvangen de leden daarnaast per bijgewoonde overlegvergadering presentiegeld.

 

Lid 8c:            

De voorzitter ontvangt naast een onkostenvergoeding een vaste vergoeding

per vergadering. Dit geldt tevens voor de plaatsvervangend voorzitter, indien bij afwezigheid van de voorzitter de plaatsvervanger optreedt als voorzitter.

 

 De Wmo-adviesraad kan besluiten tot een verdere vertakking van de structuur. Dat wil zeggen

dat het formeren van werkgroepen tot de mogelijkheden behoort, waarbij de betreffende

afgevaardigde in de Wmo-adviesraad kan optreden als voorzitter van een dergelijke

werkgroep. Gelet op de samenhang in het Wmo-beleid met de gemeente Woudrichem, is het

denkbaar dat vanuit de twee Wmo-adviesraden gezamenlijke werkgroepen gevormd worden.

Het  college laat de nadere uitwerking van deze mogelijkheden over aan de Wmo-adviesraad.

 

 Artikel 3

 

Lid 1:              

De leden van de Wmo-adviesraad zijn ervaringsdeskundigen of ze zijn benoemd op een gebiedgebonden zetel. Zij worden geacht alle doelgroepen an de Wmo te vertegenwoordigen.

                      

Lid 2:              

Het tussentijds aftreden conform een op te stellen aftredingsschema vindt plaats om de benodigde continuïteit in de Wmo-adviesraad te garanderen.

 

Lid 3:              

Het college benoemt de leden van de Wmo-adviesraad.

Voor de afgevaardigde namens de gezamenlijke kerken nodigt het college de gezamenlijke kerken uit om kandidaten af te vaardigen.

                       

Lid 4:              

De profielschets voor de voorzittersfunctie wordt in overleg met de Wmo-adviesraad opgesteld. De Wmo-adviesraad selecteert de voorzitter uit zijn midden en draagt deze ter benoeming voor aan het college.

Bij herbenoeming van de voorzitter is instemming van de Wmo-adviesraad vereist.

De Wmo-adviesraad kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter, zodat bij afwezigheid van de voorzitter de vergadering toch doorgang kan vinden.

 

Lid 5:              

Bij tussentijds ontslag van een lid plaatst het college een oproep voor een nieuw lid.

 

Lid 6:              

Het college kan tot ontslag overgaan, indien de Wmo-adviesraad hier in ruime meerderheid, minstens tweederde, om verzoekt. Het verzoek dient met redenen omkleed te zijn. Een dergelijke situatie zou zich kunnen voordoen, indien de Wmo-adviesraad, na grondige afweging, tot de conclusie is gekomen dat er sprake is van een onwerkbare situatie.

 

Lid 7:              

Het college draagt er zorg voor dat vacatures zo snel mogelijk worden vervuld.

 

Artikel 4

 

In de verordening worden de doelstelling en de taken van de burger- en cliëntenparticipatie binnen de Wmo genoemd.

De doelstelling is tweeledig. Het gaat er in eerste instantie om dat belanghebbenden optimaal

betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het Wmo-beleid.

Vervolgens gaat het er om dat die betrokkenheid bijdraagt aan het vormgeven en verbeteren

van het Wmo-beleid. Het college neemt kennis van de opvattingen en wensen van de Wmo-

adviesraad en betrekt die standpunten bij de vormgeving van het beleid en de uitvoering.

 

Deze participatiedoelstelling leidt er toe dat de taak van de Wmo-adviesraad breed wordt

uitgelegd. Het gaat om belangenbehartiging in de ruimste zin van het woord. 

Benadrukt wordt dat het gaat om collectieve belangenbehartiging. Dit betekent dat

de individuele situaties van cliënten c.q. inwoners niet aan de orde komen. Hiervoor staat de

klachtenprocedure en de bezwaarschriftenprocedure open.

 

Lid 1:              

De Wmo-adviesraad kan het college steeds ongevraagd adviseren over het inhoudelijke beleid en de uitvoering daarvan. Ook kan de Wmo-adviesraad zelf voorstellen aanreiken met het verzoek aan het college hierop beleid te ontwikkelen. De Wmo-adviesraad kan structurele uitvoeringsproblemen aankaarten bij het college. Daarnaast is het college verplicht, zoals aangegeven in het derde lid, om de Wmo-adviesraad over de daar genoemde onderwerpen om advies te vragen.

De Wmo-adviesraad kan er voor kiezen om t.a.v. de advisering van onderwerpen, waarvoor de gemeenten Werkendam en Woudrichem hetzelfde beleid voeren, afstemming te zoeken met de Wmo-adviesraad van Woudrichem. Het is daarbij mogelijk dat de twee Wmo-adviesraden één gezamenlijk advies uitbrengen aan de beide colleges.

 

Lid 2:              

Het is van belang dat de adviesrol van de Wmo-adviesraad zo groot mogelijk is. Om die rol te kunnen uitvoeren, wordt de Wmo-adviesraad al vroegtijdig betrokken bij de beleidsvoorbereiding. Om tot een reële invloed van de Wmo-adviesraad te komen, dient het college in een zo vroeg mogelijk stadium van beleidsvoorbereiding de Wmo-adviesraad om advies te vragen.

Bij de beleidsvoorbereiding betekent dit bijvoorbeeld dat niet enkel een uitgewerkte nota, maar reeds in het beginstadium ook een startnotitie, een contourennota etc. aan de Wmo-adviesraad         wordt voorgelegd. Het gaat er om dat de Wmo-adviesraad al in een eerste fase de mogelijkheid heeft een reactie te geven.

 Het vragen om advies ten aanzien van beleidsvorming en evaluatie is een verplichting voor het college. Daarnaast kan het college te allen tijde advies vragen over andere onderwerpen, waaronder de uitvoering van het beleid.

 

Lid 3    :          

Situaties rondom individuele cliënten c.q. inwoners worden niet besproken. De Wmo-adviesraad heeft echter ook een signalerende functie. Als individuele klachten en knelpunten de Wmo-adviesraad ter ore komen, kunnen deze aan de orde worden gesteld als deze voor meer belanghebbenden of groepen van belanghebbenden gelden. M.a.w., de wijze van uitvoering van klachten- en bezwaarprocedures behoort tot onderwerp van overleg met de Wmo-adviesraad.

 

Lid 4:              

Het college geeft aan, vóór de eerstvolgende vergadering van de Wmo-adviesraad, in welke gevallen is afgeweken van het advies van de Wmo-adviesraad.

 

Lid 5 :             

De Wmo-adviesraad stelt een jaarverslag op. Het jaarverslag bevat een opsomming van de activiteiten die de Wmo-adviesraad in het betreffende jaar heeft uitgevoerd. Het college brengt het jaarverslag ter kennisname van de gemeenteraad.

 

Artikel 5 en 6

 

De belangrijkste taken van de voorzitter en het ambtelijk secretariaat worden hier genoemd.

 

Artikel 7

 

Lid 1:              

Per jaar vinden er in beginsel maximaal acht vergaderingen plaats. Het ambtelijk secretariaat maakt aan het begin van het kalenderjaar een voorstel met data waarop vergaderd wordt.

 

Lid 2:              

De vergaderingen zijn openbaar, enerzijds uit een oogpunt van openheid en anderzijds om de betrokkenheid met de doelgroepen zo groot mogelijk te laten zijn. Het ambtelijk secretariaat zorgt voor openbare bekendmaking van de vergaderingen.

 

Lid 3:              

Minstens eenmaal per jaar vergadert de Wmo-adviesraad met de wethouder Wmo. Het is mogelijk dit overleg te laten samenvallen met één van de acht vergaderingen als genoemd in lid 1. De Wmo-adviesraad kan de wethouder uitnodigen om ook bij andere overlegvergaderingen aanwezig te zijn.

 

Lid 4:              

De Wmo bestrijkt een groot aantal onderwerpen, waarvan sommige onderdelen ook de portefeuille van een andere wethouder kunnen betreffen. In verband daarmee kan de Wmo-adviesraad voor specifieke onderwerpen ook andere wethouders uitnodigen de vergadering bij te wonen.

 

Artikel 8

 

Dit artikel regelt onder meer de wijze waarop de leden onderwerpen voor de agenda van het overleg kunnen aanmelden.

 

Artikel 9

 

Om te kunnen beraadslagen moet minimaal de helft van het aantal leden aanwezig zijn. Indien er vacatures zijn waarvoor nog geen invulling heeft plaats gevonden, worden deze vacatures in het kader van dit artikel in mindering gebracht op het totaal aantal leden als genoemd in artikel 3 lid 1.

 

Artikel 10

 

Lid 1:  

Het college is verplicht over de genoemde onderwerpen advies te vragen aan de Wmo-adviesraad, voordat een besluit wordt genomen.

In artikel 4, tweede lid, staat dat het college de Wmo-adviesraad vroegtijdig betrekt bij de beleidsvoorbereiding.

Het vragen om advies ten aanzien van beleidsvorming en evaluatie is een verplichting voor het college. Daarnaast kan het college te allen tijde advies vragen over andere onderwerpen, waaronder de uitvoering van het beleid.

 

Lid 2:  

Op een aantal beleidsonderdelen van de Wmo werken de gemeenten Werkendam en Woudrichem nauw samen. Bij de toelichting van artikel 4, eerste lid, wordt dat reeds genoemd. De Wmo-adviesraad kan er voor kiezen een gezamenlijk advies uit te brengen aan de beide colleges. Een dergelijke afstemming in het adviestraject draagt bij aan een efficiënt besluitvormingsproces.

Daarnaast is het mogelijk dat het college de Wmo-adviesraad verzoekt het advies vooraf af te stemmen met de Wmo-adviesraad van Woudrichem.

 

Lid 3:  

Ook is het mogelijk dat de beide colleges hun Wmo-adviesraden verzoeken om één gezamenlijk advies uit te brengen. In dat geval ligt het voor de hand dat de beide Wmo-adviesraden gezamenlijk de advisering voorbereiden. Overigens laat het college de wijze waarop dit gezamenlijk advies tot stand komt, over aan de Wmo-adviesraden. Met betrekking tot de onderlinge afstemming kan het ambtelijk secretariaat daarbij desgewenst een coördinerende rol vervullen.

Artikel 11

 

Art. 11 van de Wmo schrijft voor dat de leden van de Wmo-adviesraad de benodigde informatie van de gemeente moeten ontvangen om adequaat deel te kunnen nemen aan het overleg. Dit artikel sluit hierbij aan.

Het college zorgt ervoor dat de vergaderstukken voldoende informatie bevatten. De stukken worden in beknopte, heldere vorm aan de Wmo-adviesraad voorgelegd.

Daarnaast verstrekt het ambtelijk secretariaat relevante aanvullende schriftelijke informatie of verwijst naar instellingen c.q. organisaties waar deze informatie verkrijgbaar is. Relevante uitvoeringsrapportages worden aan de Wmo-adviesraad ter hand gesteld.

 

Het college biedt faciliteiten aan waarmee de leden van de Wmo-adviesraad hun kennis kunnen vergroten, bijvoorbeeld op het terrein van scholing, informatiebijeenkomsten etc. Ook bekostigt het college de uitgaven die noodzakelijk zijn voor het vergroten van de kennis en de kwaliteit van de leden van de Wmo-adviesraad, zoals het lidmaatschap van provinciale - en landelijke koepelorganisaties, abonnementen op relevante publicaties etc.

Tot de faciliteiten die het college beschikbaar stelt, behoren voorts:

  • a.

    accommodatie om onderling te vergaderen, buiten de overlegvergaderingen om;

  • b.

    gebruik van administratieve hulpmiddelen;

  • c.

    de kosten van ondersteuning met externe deskundigheid ;

  • d.

    de kosten van ondersteuning voor teambuilding;

  • e.

    de kosten van administratieve- c.q. secretariële ondersteuning (niet ten behoeve van de overlegvergaderingen);

  • f.

    het organiseren van achterbanraadpleging.

 

Het college stelt jaarlijks aan de hand van de door de Wmo-adviesraad in te dienen begroting de hoogte van het budget vast. In de begroting geeft de Wmo-adviesraad een specificatie van de geraamde uitgaven voor het betreffende jaar.

 

Artikel 12

 

Indien het college nadere voorschriften wil vaststellen die betrekking hebben op dit Uitvoeringsreglement, wordt dit gedaan in overleg met de Wmo-adviesraad.

 

Artikel 13

 

Aanpassen of intrekken van de verordening ‘Wmo-adviesraad Werkendam’ en het ‘Uitvoeringsreglement Wmo-adviesraad’ kan uitsluitend na overleg met de Wmo-adviesraad.

 

Artikel 14

 

Het is gewenst om jaarlijks te bezien in hoeverre het functioneren van de Wmo-adviesraad beantwoordt aan de doelstellingen.

Aan de hand van de evaluatie kunnen de Wmo-adviesraad en/of het college bijvoorbeeld tot de conclusie komen dat bijstellingen in de werkwijze wenselijk zijn of dat aanpassing van de verordening c.q. het uitvoeringsreglement nodig is. Ook kan het gewenst zijn om de vergaderfrequentie van de vergaderingen aan te passen.

Het college stelt een evaluatieverslag op. Voordat dit verslag naar de gemeenteraad gaat, legt het college het ter advisering voor aan de Wmo-adviesraad.

Met het evaluatieverslag legt het college het jaarverslag van de Wmo-adviesraad ter kennisname aan de gemeenteraad voor.

 

Artikel 15

Dit artikel noemt de citeertitel en de ingangsdatum van het Uitvoeringsreglement.