Regeling vervallen per 15-01-2019

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften

Geldend van 01-04-2013 t/m 14-01-2019

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften

De raad van de gemeente Werkendam,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders,

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

besluit:

Vast te stellen de volgende (gewijzigde)

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • bestuursorgaan: het gemeentelijk orgaan dat het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt heeft genomen.

  • Commissie: de commissie van advies voor de bezwaarschriften bedoeld in artikel 3.

  • De wet: de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 2 Uitzonderingsbepaling

Van de werking van deze verordening zijn uitgezonderd besluiten betreffende de gemeentelijke belastingen.

 

Artikel 3 Inleidende bepaling commissie

Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester, als bedoeld in artikel 1:5 van de wet, genaamd: commissie voor bezwaarschriften.

 

Artikel 4 Samenstelling, benoeming en ontslag commissie

  • Het college, onderscheidenlijk de burgemeester benoemt één of meer voorzitters van de commissie, die geen deel uit mogen maken van enig bestuursorgaan van de gemeente of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van enig bestuursorgaan van de gemeente.

  • De voorzitters treden af op de dag van het aftreden van de gemeentelijke ombudscommissie.

  • Het college, onderscheidenlijk de burgemeester kan de voorzitters tussentijds ontslaan en een voorzitter kan op ieder moment ontslag nemen.

  • Naast de voorzitters bestaat de commissie uit ten minste twee leden en ten minste twee plaatsvervangende leden. Eén lid van de commissie wordt benoemd op voordracht van de Ondernemingsraad en neemt als zodanig zitting in Kamer III.

  • De leden 1, 2 en 3 van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op de leden van de commissie.

  • De voorzitters en de leden ontvangen een door het college vast te stellen vergoeding voor hun werkzaamheden.

 

 

Artikel 5 Taakverdeling Kamers

De commissie heeft drie Kamers, genaamd Kamer I, Kamer II en Kamer III.

Kamer II is belast met de advisering over bezwaarschriften op het gebied van de sociale wetgeving, de Wet voorzieningen gehandicapten en de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Kamer III is belast met de advisering over bezwaarschriften betreffende de rechtspositie van het personeel in dienst van de gemeente.

Kamer I adviseert over alle overige bezwaarschriften. Deze Kamer is tevens gemeentelijke ombudscommissie als bedoeld in de “Verordening gemeentelijke en gemeenschappelijke ombudscommissie”, vastgesteld bij besluit van 29 november 2005.

Elke Kamer bestaat uit een voorzitter en twee leden.

De voorzitters kunnen in onderling overleg een werkverdeling vaststellen.

De voorzitters vervangen elkaar over en weer.

De commissie wijst de leden en de plaatsvervangende leden van de Kamers aan uit haar midden, in die zin dat de leden van de Kamers over en weer elkaars plaatsvervangers kunnen zijn.

Een Kamer kan beslissen dat de behandeling van een bepaald bezwaarschrift door de commissie zal geschieden.

  • Indien het negende lid wordt toegepast, wordt voor de werking van deze verordening voor Kamer “commissie” gelezen.

  • Indien in een plenaire bijeenkomst van de commissie beide voorzitters aanwezig zijn, fungeert de oudste voorzitter in leeftijd als voorzitter van die bijeenkomst.

  • De voorzitter van een Kamer kan besluiten dat behandeling van een bepaalde zaak in een enkelvoudige kamer plaatsvindt. Enkelvoudig is in dit verband de voorzitter en één lid.

 

Artikel 6 Secretaris

  • Het college wijst een of meer ambtenaren aan als secretaris van de commissie.

  • Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

  • De secretaris van de commissie is tevens secretaris van de Kamers.

 

Artikel 7 Ontvangst en vooronderzoek

  • Het bestuursorgaan stelt het bezwaarschrift met alle daarop betrekking hebbende stukken, zo spoedig mogelijk na ontvangst ter secretarie in handen van de desbetreffende Kamer.

  • De voorzitter van de Kamer is in verband met de voorbereiding van de behandeling van een bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen. Hij stelt daarbij een termijn waarbinnen de informatie moet worden verstrekt.

  • De voorzitter van de Kamer kan uit eigen beweging of op verlangen van de Kamer bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen op de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

 

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • 2:1, tweede lid;

  • 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van het niet voldoen aan de vereisten als bedoeld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

  • 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • 7:4, tweede lid;

  • 7:6, vierde lid;

  • 7:18, tweede en zesde lid,

  • 7:20, vierde lid

van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de commissie.

 

Artikel 9 Hoorzitting

  • De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich in persoon of bij gemachtigde te doen horen.

  • De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3 en 7:17 van de wet.

  • Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien, doet hij daarvan mededeling aan belanghebbenden en het bestuursorgaan.

 

Artikel 10 Uitnodiging

  • Belanghebbenden en het bestuursorgaan worden op een termijn van tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk uitgenodigd voor de hoorzitting. In bijzondere gevallen kan hiervan, in overleg met alle betrokkenen, worden afgeweken.

  • Een gemachtigde van een belanghebbende moet een schriftelijke machtiging overleggen, tenzij hij/zij als advocaat of procureur is ingeschreven of vergezeld van de belanghebbende verschijnt.

 

Artikel 11 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de Kamer nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in twijfel zou kunnen worden getrokken.

 

Artikel 12 Openbaarheid zitting

De zittingen van Kamer I zijn, behoudens het geval dat toepassing wordt gegeven aan artikel 7:6 van de wet en behoudens het geval dat de Kamer op grond van gewichtige redenen besluit tot gehele of gedeeltelijke behandeling met gesloten deuren, openbaar.

De zittingen van Kamer II en III zijn niet openbaar.

 

Artikel 13 Schriftelijke verslaglegging

  • Het verslag, als bedoeld in artikel 7:7 en 7:21 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij vermelding van hun hoedanigheid.

  • Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen en voor de beoordeling van de zaak van belang is.

  • Indien de zitting geheel of gedeeltelijk niet openbaar was, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, welke aan het verslag worden gehecht.

  • De voorzitter en de secretaris van de Kamer ondertekenen het verslag.

 

Artikel 14 Nader onderzoek

  • Indien het de Kamer tijdens of na afloop van de hoorzitting, doch voordat het advies wordt opgesteld, wenselijk voorkomt dat nader onderzoek wordt gepleegd, geschiedt dit onderzoek door of onder leiding van de voorzitter.

  • Uit dit nader onderzoek verkregen informatie of adviezen worden in afschrift aan de leden van de Kamer, het bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • Met inachtneming van artikel 7:9 van de wet kunnen de leden van de Kamer, het bestuursorgaan en belanghebbenden binnen een week na verzending van die informatie aan de voorzitter een verzoek doen tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent dat verzoek.

 

Artikel 15 Raadkamer en advies

  • De Kamer beraadslaagt en besluit achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Van minderheidsstandpunten wordt bij het advies melding gemaakt indien de minderheid zulks verlangt.

  • Bij het staken der stemmen, beslist de stem van de voorzitter.

  • Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • Indien naar het oordeel van de voorzitter van de Kamer de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van advies door de Kamer en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • Van een besluit tot verdaging ontvangen de Kamer en de belanghebbenden een afschrift.

 

Artikel 16 Afwijkende beslissing op bezwaar

Indien het bestuursorgaan afwijkend van het advies van de Kamer beslist, doet het daarvan mededeling aan de Kamer onder opgaaf van redenen.

 

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2013, onder gelijktijdige intrekking van de verordening behandeling bezwaarschriften, vastgesteld bij besluit van 7 februari 2006.

 

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Werkendam van 26 maart 2013,

 

 

 

de raadsgriffier, de voorzitter,

 

 

 

mr. I. Bakker mw drs. C.G.J. Breuer