Regeling vervallen per 18-09-2015

Beleidsregels standplaatsenbeleid Werkendam 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 17-09-2015 met terugwerkende kracht vanaf 18-09-2015

Intitulé

Beleidsregels standplaatsenbeleid Werkendam 2014

BELEIDSREGELS STANDPLAATSENBELEID 2014

Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam;

overwegende dat het gewenst is om in beleidsregels criteria vast te leggen, die een nadere invulling geven aan de in artikel 5.18 van de Algemene plaatselijke verordening (verder te noemen APV) vastgelegde gronden voor het afwijzen van een aanvraag voor een standplaatsvergunning;

gelet op het overige bepaalde in afdeling 4 van hoofdstuk 5 en artikel 1.8 van de APV en het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet;

besluiten vast te stellen:

“Beleidsregels standplaatsenbeleid 2014”.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

aanvraag: een schriftelijk verzoek voor een standplaatsvergunning;

college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam;

locatie: een plaats op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel een andere – met enige beperking – voor publiek toegankelijke plaats, bestemd en/of ingericht voor het innemen van één of meer standplaatsen;

standplaats: een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats voor het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel, met uitzondering van een Koek en Zopie-standplaats gerelateerd aan het op natuurijs schaatsen;

tijdelijke standplaats: standplaats die incidenteel wordt ingenomen;

toezichthouder: persoon die, bij of krachtens wettelijk voorschrift, belast is met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift

vaste standplaats: standplaats die met regelmaat voor een of meerdere dagdelen per week wordt ingenomen;

weg: hetgeen hieronder wordt verstaan in artikel 1.1 onder b van de APV.

Artikel 2 Bereik van de beleidsregels

  • 1.

    Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op het toewijzen en/of innemen van standplaatsen op de weekmarkt als bedoeld in de marktverordening.

  • 2.

    Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op standplaatsen binnen evenementen.

Artikel 3 Maximumstelsel

  • 1.

    Het college kan een standplaatsvergunning voor bepaalde, nader aan te wijzen dag(en), tijd(en) per week, voor diverse locaties verlenen.

  • 2.

    Het college verleent slechts één standplaatsvergunning tegelijkertijd voor dezelfde locatie.

  • 3.

    Geen vaste vergunning wordt verleend voor het innemen van een standplaats in die kernen op de dagen dat aldaar de weekmarkt wordt gehouden.

Artikel 4 Gebruik gemeentegrond, stroomvoorziening

  • 1.

    Vergunninghouder van een vaste standplaats dient naast een standplaatsvergunning te beschikken over privaatrechtelijke toestemming om de grond van de gemeente ten behoeve van de standplaats te gebruiken.

  • 2.

    Voor het gebruik van gemeentegrond is vergunninghouder € 3,00 per dagdeel als vergoeding verschuldigd, tenzij de huurprijs bij inschrijving is bepaald.

  • 3.

    Indien gebruik wordt gemaakt van de gemeentelijke stroomvoorziening is vergunninghouder hiervoor een bedrag van € 2,00 per dagdeel verschuldigd.

Artikel 5 Natuurlijke personen

  • 1.

    Voor toewijzing van een vaste standplaats komt uitsluitend in aanmerking een natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college.

  • 2.

    Aan een persoon kunnen ten hoogste twee standplaatsvergunningen worden verleend.

  • 3.

    Aan een persoon kan slechts eenmaal per drie maanden een tijdelijke standplaatsvergunning van maximaal 8 dagen, al dan niet aaneengesloten,worden verleend. Deze periode wordt berekend vanaf de dag waarop de vergunning is verleend.

Artikel 6 Wijze van aanvragen

  • 1.

    Een standplaatsvergunning wordt schriftelijk, gedateerd en ondertekend aangevraagd.

  • 2.

    Een aanvraag dient in ieder geval de volgende gegevens te bevatten:

    • 1.

      naam, adres, postcode, woonplaats en telefoonnummer;

    • 2.

      omschrijving van de artikelen die worden aangeboden;

    • 3.

      de gewenste locatie van de standplaats;

    • 4.

      de gewenste tijd van het dagdeel;

    • 5.

      een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

    • 6.

      indien van toepassing schriftelijke toestemming eigenaar locatie;

    • 7.

      bewijs van veiligheid van de te gebruiken apparaten;

    • 8.

      bewijs dat installaties voldoen aan de eisen gesteld in en krachtens Activiteitenbesluit;

    • 9.

      eventueel op de branche van toepassing zijnde bekwaamheids- en keuringseisen.

Artikel 7 Meerdere aanvragers voor één locatie

Indien er meerdere aanvragers zijn voor een locatie als bedoeld in artikel 8, dan kan een bieding plaatsvinden, onder nader te bepalen voorwaarden.

Artikel 8 Vergunning onder voorwaarden/weigeren

  • 1.

    Een vergunning kan worden geweigerd op grond van het bepaalde in artikel 1:8 en 5:18 van de APV.

  • 2.

    Aan een vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden.

Artikel 9 Mobiliteit

De standplaats moet worden ingenomen met een verplaatsbaar middel die buiten de verkoopuren van de standplaats verwijderd wordt.

Artikel 10 Locaties voor vaste standplaatsen

Vaste standplaatsen worden uitsluitend toegewezen op de volgende locaties, met het daarbij aangegeven maximum aantal standplaatshouders verdeeld over het maximaal aantal dagdelen per week:

Werkendam:

locatie: parkeerterrein nabij sporthal De Crosser

aantal standplaatshouders per week: twee(2)

verdeeld over aantal dagdelen per week: twee(2) 

Sleeuwijk:

locatie: parkeerterrein nabij het Trefpunt aan de Vijfmorgen

aantal standplaatshouders per week: twee(2)

verdeeld over aantal dagdelen per week: twee(2)

Nieuwendijk

locatie: Julianaweg nabij Oude School

aantal standplaatshouders per week: twee(2)

verdeeld over aantal dagdelen per week: twee(2) 

Dussen:

locatie: Vrijheidsplein

aantal standplaatshouders per week: twee(2)

verdeeld over aantal dagdelen per week: twee(2) 

Hank:

locatie: Kerkstraat, tussen Jachtsloot en Hoefken

aantal standplaatshouders per week: twee(2)

verdeeld over aantal dagdelen per week: twee(2) 

Artikel 11 Locaties voor tijdelijke standplaatsen

Tijdelijke standplaatsen dienen in beginsel te worden ingenomen op een locatie als genoemd onder artikel 8, tenzij gemotiveerd verzocht wordt om een andere locatie. De gevraagde locaties worden per aanvraag beoordeeld op basis van beschikbaarheid, geschiktheid, verkeersveiligheid en openbare orde.

Artikel 12 Standplaatsen op niet-openbare grond

Voor de verkoop van seizoensgebonden producten, kan op niet-openbare grond een standplaats worden ingenomen. Deze standplaatsen worden per aanvraag beoordeeld op basis van geschiktheid, verkeersveiligheid en openbare orde. Bij het verlenen van een vergunning voor het innemen van een standplaats op niet-openbare grond kan het college afwijken van deze regeling.

Artikel 13 Tijdelijke wijziging situering standplaats

  • 1.

    Indien onvoorziene of bijzondere omstandigheden dit noodzakelijk maken, kan het college – na overleg met de vergunninghouder(s) – wijziging aanbrengen in de situering van de standplaatsen en elders in de gemeente een tijdelijke andere locatie aanwijzen.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen, kan de vergunninghouder door of namens het college gelast worden, onmiddellijk de standplaats te ontruimen, zonder dat vergunninghouder aanspraak kan maken op enige vorm van schadevergoeding.

Artikel 14Dagen en tijden

  • 1.

    Standplaatsenvergunningen worden verleend voor een dagdeel van maximaal 5 uren, voor maandag tot en met zaterdag tussen 07.00 tot uiterlijk 19.00 uur.

  • 2.

    Vaste vergunningen worden met ingang van 1 januari 2014 afgegeven voor de duur van maximaal vijf jaar.

Artikel 15 Het aanzien, de hygiëne en de reiniging van de standplaats 

1. Vergunninghouder mag geen gebruik maken van voorzieningen tot versterking van geluid.

2. Vergunninghouder mag maximaal twee statafels bij de standplaats plaatsen. Vergunning-houder mag geen terras inrichten, noch andere objecten bij de standplaats plaatsen.

3. Vergunninghouder is verplicht om de standplaats en de directe omgeving van de standplaats schoon te houden, zulks ter beoordeling van het college. Daarom dient de vergunninghouder er voor te zorgen dat er voldoende afvalbakken bij de standplaats aanwezig zijn.

4. Vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat de standplaats en de directe omgeving van de standplaats, meteen na het beëindigen van de activiteiten, schoon wordt gemaakt en alle afval wordt meegenomen.

5. Indien vergunninghouder handelt in strijd met artikel 15.3 en 15.4 dan heeft het college het recht om op kosten van de vergunninghouder de schoonmaakwerkzaamheden te laten uitvoeren.

6. Vergunninghouder dient de door de gemeente gemaakte kosten binnen dertig dagen na ontvangst van de rekening te betalen.

Artikel 16 Persoonlijk innemen standplaats

  • 1.

    De standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk worden ingenomen.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich laten bijstaan door derden.

Artikel 17 Kennisgeving bij niet innemen standplaats wegens ziekte

  • 1.

    Vergunninghouder die wegens ziekte zijn standplaats niet in kan nemen, stelt de gemeente daarvan schriftelijk in kennis.

2. Bij plotselinge verhindering moet het college mondeling of telefonisch worden ingelicht, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding

Artikel 18 Ontheffing persoonlijk innemen standplaats

In bijzondere gevallen, waaronder begrepen (langdurige) ziekte of afwezigheid wegens vakantie, kan na het schriftelijk indienen van een verzoek daartoe aan de vergunninghouder door of namens het college voor een bepaalde periode ontheffing worden verleend van het bepaalde in artikel 16.1.

Artikel 19 Vervallen recht op vaste standplaats

Het recht op een vaste standplaats vervalt:

  • 1.

    op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

  • 2.

    zodra de periode waarvoor zij werd verleend, is verstreken zonder dat drie maanden voor het aflopen een nieuwe aanvraag wordt ingediend;

  • 3.

    bij overlijden van de standplaatshouder, tenzij het college overschrijving toestaat, zoals bedoeld in artikel 19;

  • 4.

    in geval van ziekte, waardoor langer dan drie maanden geen standplaats wordt ingenomen.

Artikel 20 Gronden voor intrekking van de standplaatsvergunning

  • 1.

    De verleende standplaatsvergunning kan worden ingetrokken:

    • 1.

      als gebleken is dat een ander dan de vergunninghouder de standplaats in gebruik heeft genomen zonder dat daarvoor ontheffing is verleend;

    • 2.

      als een vergunninghouder gedurende 3 achtereenvolgende dagen of gedurende 5 dagen binnen een tijdvak van 13 weken geen gebruik heeft gemaakt van de standplaats zonder een naar het oordeel van het college geldige reden;

    • 3.

      bij herhaaldelijk overtreden van de vergunningsvoorschriften of deze beleidsregels;

    • 4.

      als verschuldigde vergoedingen niet tijdig zijn voldaan;

    • 5.

      als de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

    • 6.

      indien ter verkrijging van de vergunning onjuiste, dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt.

  • 2.

    Indien het college het voornemen heeft om de standplaatsvergunning in te trekken, gaat zij hiertoe niet over dan nadat de vergunninghouder in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord.

  • 3.

    Het college kan, indien zij onverwijld optreden noodzakelijk acht, de vergunninghouder in afwachting van de besluitvorming het recht ontzeggen om de standplaats gedurende een periode van maximaal vier weken daadwerkelijk te gebruiken.

Artikel 21 Rechtsopvolging

  • 1.

    Bij overlijden van de houder van een standplaatsvergunning, wordt de vergunning overgeschreven op de overblijvende echtgeno(o)t(e), dan wel duurzaam samenwonende partner, of een kind dat bij voortduring zijn ouder op diens standplaats heeft bijgestaan, mits een schriftelijk verzoek daartoe binnen vier weken na het overlijden wordt ingediend.

  • 2.

    De standplaatsvergunning kan analoog aan het in lid 1 bepaalde ook overgeschreven worden bij blijvende arbeidsongeschiktheid of pensioen van de vergunninghouder, mits daartoe een schriftelijk verzoek wordt gedaan binnen vier weken na het bekend worden van de blijvende arbeidsongeschiktheid, dan wel vier weken voor aanvang van het pensioen.

Artikel 22 Verkoop e.d. van verkoopwagen

Wanneer een standplaatshouder zijn verkoopwagen, kraam etc. verkoopt, verhuurt of in gebruik geeft, verschaft dat de koper, huurder of gebruiker geen recht op toekenning van de standplaats.

Artikel 23 Handhaving

Uitgangspunt is dat de overtreding onmiddellijk beëindigd moet worden. Met handhaving is belast de daartoe door de gemeente aangewezen toezichthouder.

Artikel 24Overgangsbepaling locatie AH Werkendam 

  • 1.

    De standplaatsvergunning die verleend is voor het innemen van een standplaats nabij de Albert Heijn te Werkendam en waarvoor deze beleidsregels geen mogelijkheid meer biedt, wordt nog eenmalig aan de bestaande standplaatshouder verstrekt voor de duur van vijf jaren, tenzij deze vergunninghouder eerder verzoekt om intrekking van diens vergunning.

  • 2.

    Het bepaalde in artikel 21 is voor deze locatie niet van toepassing.

  • 3.

    Na beëindiging en/of intrekking van de vergunning komt deze locatie te vervallen.

Artikel 25 Slotbepaling

In de gevallen waarin deze beleidsregels niet of onvoldoende voorzien, beslist het college.

 

Artikel 26 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit kan aangehaald worden als “Beleidsregels standplaatsenbeleid Werkendam 2014”

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.

Artikel 27 Intrekken oude beleidsregels

De “Nota standplaatsenbeleid gemeente Werkendam 1998” is ingetrokken op de dag van het in werking treden van deze beleidsregels.

Ondertekening

Deze beleidsregel is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Werkendam op 10 december 2013
burgemeester en wethouders van Werkendam,
de secretaris, de burgemeester,
drs. H.A. Koenen mw. drs. C.G.J. Breuer