Regeling vervallen per 01-12-2014

Beleidsregels eenmalige koopkrachttegemoetkoming 2014 Werkendam

Geldend van 01-10-2014 t/m 30-11-2014

Intitulé

Beleidsregels eenmalige koopkrachttegemoetkoming 2014 Werkendam

Het college van burgemeester en wethouders van Werkendam, in zijn vergadering van 7 oktober 2014,

Gelet op de Wet koopkrachttegemoetkoming lage inkomens en artikel 2, vijfde lid, van het Besluit koopkrachttegemoetkoming lage inkomens,

Gehoord het standpunt van de cliëntenraad sociale zekerheid van 1 oktober 2014,

BESLUIT:

Vast te stellen, de volgende beleidsregels:

 

BELEIDSREGELS EENMALIGE KOOPKRACHTTEGEMOETKOMING 2014 WERKENDAM

 

 

Artikel 1

Voor ambtshalve verstrekking van een eenmalige koopkrachttegemoetkoming 2014 komen de onderstaande groepen in aanmerking:

  • 1.

    Inwoners met een lopende WWB uitkering;

  • 2.

    Inwoners met een lopende IOAW- of IOAZ uitkering.

 

Artikel 2

De overige belanghebbenden met een inkomen van ten hoogste 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm kunnen de koopkrachttegemoetkoming aanvragen via een door het college vast te stellen aanvraagformulier.

 

Artikel 3

De aanvragen als bedoeld in het tweede lid kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober 2014 tot en met 30 november 2014.

 

Artikel 4

Deze beleidsregels komen te vervallen met ingang van 1 december 2014.

 

Artikel 5

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels eenmalige koopkrachttegemoetkoming 2014 Werkendam’.

 

Artikel 6

Deze beleidsregels treden in werking op 1 oktober 2014.

 

 

Werkendam, 7 oktober 2014

 

Het college van burgemeester en wethouders van Werkendam,

 

 

De wnd. gemeentesecretaris, De burgemeester,

 

 

A. Wildeboer mw. S. Haasjes – Van den Berg

TOELICHTING

 

Op 8 juli jl. heeft de Eerste Kamer het Wetsvoorstel koopkrachttegemoetkoming lage inkomens aanvaard. Op grond van deze wet hebben personen met een inkomen van ten hoogste 110 procent van de van toepassing zijnde bijstandsnorm recht op een koopkrachttegemoetkoming in het jaar 2014.

Gemeenten hebben de taak om de koopkrachttegemoetkoming in het jaar 2014 te verstrekken. Een uitzondering hierop is de koopkrachttegemoetkoming voor personen die per 1 september 2014 recht hebben op een ‘aanvullende inkomensvoorziening ouderen’; deze personen ontvangen de koopkrachttegemoetkoming in oktober 2014 ambtshalve van de Sociale verzekeringsbank.

Recht op een koopkrachttegemoetkoming in 2014 hebben personen van 18 jaar of ouder met een inkomen van ten hoogste 110% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm. 

Geen recht op een koopkrachttegemoetkoming hebben:

  • 1.

    gedetineerden;

  • 2.

    personen jonger dan 18 jaar;

  • 3.

    personen jonger dan 27 jaar die door het Rijk bekostigd onderwijs kunnen volgen (en die in verband hiermee al dan niet aanspraak hebben op studiefinanciering);

  • 4.

    personen van 18, 19 of 20 jaar die in een inrichting verblijven.

Voor de vaststelling van het recht op en de hoogte van de koopkrachttegemoetkoming geldt als peildatum 1 september 2014. Dit betekent dat deze datum bepalend is voor de vaststelling van onder andere de leeftijd van de belanghebbende en de huishoudsituatie (gehuwd, alleenstaande ouder of alleenstaand). Ook is deze datum bepalend voor de vaststelling van de woonplaats, zodat duidelijk is tot welke gemeente de betrokkene zich dient te wenden voor een aanvraag van een koopkrachttegemoetkoming. Voor de bepaling van de hoogte van het inkomen, ter vaststelling of een persoon tot de doelgroep van rechthebbenden behoort, geldt als peilmaand september 2014.

Bij de vaststelling van het recht op de koopkrachttegemoetkoming wordt vermogen buiten beschouwing gelaten.

De hoogte van koopkrachttegemoetkoming bedraagt 100 euro voor gehuwden, 90 euro voor een alleenstaande ouder en 70 euro voor een alleenstaande. Deze bedragen zijn wettelijk vastgesteld; er bestaat geen beleidsruimte voor gemeenten om lagere of hogere bedragen te verstrekken. De koopkrachttegemoetkoming wordt belastingvrij verstrekt.

 

Het college kan het recht op koopkrachttegemoetkoming vaststellen op schriftelijke aanvraag of – indien de relevante getoetste inkomensgegevens van de rechthebbende bij de gemeente bekend zijn- ambtshalve. Het ligt voor de hand dat de gemeente zoveel mogelijk tot ambtshalve verstrekking van de koopkrachttegemoetkoming overgaat. Dit is niet alleen klantvriendelijk, maar leidt ook tot de minste uitvoeringskosten voor de gemeente. In aanmerking voor ambtshalve verstrekking komen personen met een WWB-, IOAW- of IOAZ-uitkering.

De verstrekking van de koopkrachttegemoetkoming vindt plaats door middel van een afzonderlijk uitkeringsproces met afzonderlijke beschikkingen, mogelijkheid van bezwaar en beroep en verplichte terugvordering bij fraude.

De gemeente heeft beleidsvrijheid ten aanzien van de betaaldatum. Hierover is in de wet en in het besluit niets geregeld. Wel is in de Wet koopkrachttegemoetkoming lage inkomens opgenomen dat de betaling nog in het kalenderjaar 2014 dient plaats te vinden.

Het college zal een formulier ontwerpen waarmee de personen die geen ambtshalve toekenning ontvangen, een aanvraag kunnen indienen. Dat kan tot uiterlijk 30 november 2014. Voor deze datum wordt gekozen, omdat de betaling nog in 2014 dient plaats te vinden.

Informatie over deze beleidsregels zal in oktober en november 2014 verstrekt worden via de websites, nieuwsbrieven en artikelen op de infopagina.

Met ingang van 1 december 2014 worden deze beleidsregels ingetrokken.