Regeling vervallen per 01-01-2016

Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Werkendam 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Werkendam 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam;

gelet op de artikelen 11, achtste lid, 13, vijfde, zevende, achtste en tiende lid, 19, derde lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Werkendam 2015;

 

besluit vast te stellen het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Werkendam 2015

 

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in het besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wmo, de Verordening en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

In dit besluit wordt verstaan onder verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning Werkendam 2015

 

Ondersteuning: maatwerkvoorziening in de vorm van Hulp bij Huishouden of begeleiding.

Sociaal netwerk: personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt.

Voorzieningen: maatwerkvoorzieningen in de vorm van producten (rolstoelen, scootmobielen, etc).

Artikel 2. Hoogte pgb

  • 1.

    Bij het verstrekken van een PGB wordt de voorwaarde gesteld dat de aan te schaffen ondersteuning voldoet aan geldende kwaliteitsnormen.

2. Voorzieningen

  • a.

    Bij het verstrekken van een PGB wordt de hoogte vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte, met een maximum van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening inclusief btw. Het bedrag (inclusief korting) dat het college aan de (gecontracteerde) leverancier betaalt voor de goedkoopst adequaat voorziening, inclusief onderhoud, keuring en reparatie is leidend.

  • b.

    Als er sprake is van onderhoud-, reparatie en verzekeringskosten wordt het PGB verhoogd met 4% per jaar van het bedrag van de goedkoopst adequate voorziening inclusief btw. Het aantal jaar hangt af van de economische levensduur en staat vermeld in de beschikking. Dit wordt tegelijk met de rest van het PGB eenmalig uitgekeerd. Uitzonderingen hierop zijn situaties waarbij de kosten voor onderhoud en reparatie als algemeen gebruikelijk kunnen worden beschouwd.

  • c.

    Een nieuw PGB kan pas worden toegekend als de voorziening die op basis van een eerder verstrekt PGB is toegekend, is versleten of verloren gegaan. Hierbij wordt ten minste rekening gehouden met een afschrijvingstermijn zoals gehanteerd door de leverancier van de gemeente.

  • d.

    Uitbetaling van het PGB vindt plaats na overlegging van de factuur. Indien dit tot financiële problemen leidt voor de budgethouder kan het college besluiten het bedrag rechtstreeks aan de leverancier te betalen.

Ondersteuning

  • a.

    PGB mag alleen besteed worden aan ondersteuning.

  • b.

    Begeleiding: De PGB tarieven zijn gelijk aan de tarieven voor Zorg in Natura. De ondersteuning wordt in drie categorieën toegekend: licht, middel en zwaar.

 

  • Licht

    € 337,38 per 4 weken

    Midden

    € 1.012,15 per 4 weken

    zwaar

    Op basis van de offerte (rekentarief van € 42,50 per eenheid)

Bij toekenning van een PGB in een lopende periode, wordt het periode bedrag naar rato berekend.

  • 1.

    Er kan, in combinatie met een PGB begeleiding, een PGB toegekend worden voor vervoer. Dit PGB bedraagt € 5,- per dag.

  • 2.

    Hulp bij Huishouden: De PGB voor HbH bedraagt:

  • HbH 1

    € 15,19

    HbH 2

    € 19,22

4. Sociaal netwerk

Een PGB voor ondersteuning mag ingezet ter betaling van het sociaal netwerk. In artikel 11 lid 5 van de verordening staat dat het een lager PGB tarief betreft.

  • a.

    Er geldt een korting van 25% op het PGB tarief voor ondersteuning in de vorm van hulp in de huishouding.

  • b.

    Er geldt een korting van 40 % op het PGB tarief voor ondersteuning in de vorm van begeleiding.

  Artikel 3. Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s

  • 1.

    De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

  • 2.

    Geen eigen bijdrage is verschuldigd voor een rolstoel, deeltaxi, vervoerskosten van en naar de dagbesteding en maatwerkvoorzieningen voor cliënten jonger van 18 jaar, tenzij het een woningaanpassing betreft conform artikel 2.1.5. van de wet.

  • 3.

    Indien het de verstrekking van een voorziening in huur betreft, wordt gedurende de periode van huur het bedrag opgelegd dat de gemeente periodiek aan huur betaalt aan de leverancier.

  • 4.

    Indien het ondersteuning betreft wordt gedurende de periode van verstrekking een eigen bijdrage opgelegd.

  • 5.

    Indien het een voorziening betreft die door de gemeente is aangekocht, dan wordt de eigen bijdrage opgelegd gedurende de periode dat gebruik wordt gemaakt van de voorziening, maar maximaal tot het moment dat de kostprijs volledig is opgelegd.

    • 1.

      De eigen bijdrage voor doorlopende kosten wordt opgelegd zolang gebruikt gemaakt wordt van de voorziening.

  • 6.

    Als eigen bijdrage voor begeleiding wordt de waarde van de laagste eenheid van de geïndiceerde klasse opgelegd.

Klasse: Bedragen:

  • Licht

    € 168,68 per 4 weken

    Midden

    € 843,40 per 4 weken

    zwaar

    € 1.855,48 per 4 weken

 

  • 1.

    De eigen bijdrage per uur voor het ontvangen van Hulp bij Huishouden bedraagt:

  • Voorziening

    Uurtarief eigen bijdrage

    Hulp bij Huishouden 1 natura

    € 21,39

    Hulp bij Huishouden 2 natura

    € 25,39

    Hulp bij Huishouden 1 PGB

    € 15,19

    Hulp bij Huishouden 2 PGB

    € 19,22

 

  • 1.

    De eigen bijdrage voor beschermd wonen en opvang wordt vastgesteld en geïnd door de centrumgemeente Breda.

 

Artikel 4. Gebruik Deeltaxi 

Het vervoersgebied van Deeltaxi West-Brabant is opgedeeld in zones. Net als bij de bus van het openbaar vervoer betaalt de gebruiker voor elke rit één instapstrip en één strip voor elke zone die gereisd wordt. De deeltaxi is toegankelijk voor iedereen tegen een vrije reizigerstarief voor vijf zones.

De gebruikers van de Wmo Deeltaxipas kunnen reizen tegen een lager tarief, het Wmo-tarief. Jaarlijks heeft een houder van een Wmopas een strippenbudget van 600 strippen tegen Wmo tarief. Per rit kunnen maximaal 7 zones gereisd worden tegen Wmo-tarief.

Na die 600 strippen gelden de regels zoals deze gelden voor een reiziger zonder Wmo rechten.

Daarnaast zijn er twee puntbestemmingen benoemd (de ziekenhuizen in Tilburg), hiervoor geldt het Wmo tarief.

 

Artikel 5. Tegemoetkoming meerkosten

Verhuiskostenvergoeding

  • 1.

    a. Een vergoeding voor verhuizing en vergoeding, zoals bedoeld in artikel 19 lid 2 sub a van de Verordening, bestaat uit een vaststaande tegemoetkoming van € 3.115,00.

b. Men komt in aanmerking voor deze vergoeding indien het primaat van verhuizen is vastgesteld, verhuizen niet als algemeen gebruikelijk kan worden aangemerkt en er dus sprake is van meerkosten vanwege deze verhuizing.

 

Sportvoorziening

  • 1.

    a. Een voorziening voor sportbeoefening, zoals bedoeld in artikel 19 lid 2 sub a van de Verordening, kan worden verstrekt als een financiële tegemoetkoming en bedraagt maximaal € 2.652,34. Van dit bedrag is 90% (€ 2.387,11) bedoeld als tegemoetkoming in de kosten voor aanschaf van de voorziening en 10% (€ 265,23) is bedoeld voor de kosten van onderhoud en reparatie. Deze kosten voor zowel aanschaf en onderhoud en reparatie kunnen maximaal eenmaal per drie jaar worden verstrekt.

b. Men komt in aanmerking voor een sportvoorziening wanneer cliënt afhankelijk is van een sportvoorziening om te kunnen sporten. De aanschaf van de voorziening moet leiden tot meerkosten t.o.v. personen zonder beperkingen. Daarnaast moet iemand aan kunnen tonen dat de sport structureel wordt beoefend, bijvoorbeeld door het overleggen van een bewijs van lidmaatschap of contributie.

 

Individuele (rolstoel)taxikosten

  • 1.

    Voor de financiële tegemoetkoming voor individuele (rolstoel)taxikosten, zoals bedoeld in artikel 19 lid 2, sub c geldt dat:

    • 1.

      voor de vaststelling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een individuele taxi of rolstoeltaxi uitgegaan wordt van een reisbehoefte van maximaal 1500 kilometer per jaar

    • 2.

      het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor het gebruik van een individuele (rolstoel)taxi het werkelijke bedrag bedraagt tot maximaal 1500 km per jaar minus een gebruikersbijdrage ter hoogte van € 0,14 per kilometer

    • 3.

      uitbetaling plaats vindt op declaratiebasis door middel van facturen 

    • 4.

      men in aanmerking komt voor deze vergoeding indien het collectief vervoer of een andere maatwerkvoorziening niet passend is en er geen alternatieve vormen van vervoer beschikbaar zijn. Iemand moet aantoonbaar afhankelijk zijn van het reiden met een individuele taxi. In deze situatie is altijd sprake van meerkosten i.v.m. de dure vorm van reizen.

 

Bezoekbaar maken van de woning

4. Het bedrag dat verstrekt wordt voor het bezoekbaar maken van een woonruimte als bedoeld in artikel 19 lid 2 sub d van de Verordening bedraagt maximaal € 5.000,00.

  • 1.

    Deze vergoeding wordt verstrekt indien een cliënt (mogelijk woonachtig in een andere gemeente) voor zijn maatschappelijke participatie afhankelijk is van het bezoeken van zijn sociale netwerk in een (ouderlijke) woning die gelegen is in de gemeente Werkendam of Woudrichem. De cliënt dient zelf woonachtig te zijn in een (op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen) erkende instelling. Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan het middels een woonvoorziening bewerkstelligen dat de aanvrager de woonruimte, de woonkamer en een toilet kan bereiken.

 

 

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit Uitvoeringsbesluit treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Werkendam 2015.

Toelichting

 

Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven, worden hieronder behandeld.

 

Artikel 3. Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s

Deze bepaling is een uitwerking van artikel 13 van de verordening maatschappelijke ondersteuning Wmo 2015. De bedragen per vier weken en de inkomensbedragen worden op grond van artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 jaarlijks bij ministeriële regeling gewijzigd.

In lid 5 sub a  worden, niet limitatief, kosten voor onderhoud en reparatie bedoeld.

 

Artikel 6. Tegemoetkoming meerkosten

De tegemoetkoming wordt op grond van artikel 19 van de verordening maatschappelijke ondersteuning Wmo 2015 op aanvraag verstrekt.

Er is geen directe relatie tussen de hoogte van de tegemoetkoming meerkosten en de kosten van het geval waarop de tegemoetkoming betrekking heeft.