Regeling vervallen per 01-01-2021

Oplaadpunten elektrische voertuigen in de openbare ruimte in de gemeente Werkendam 2016

Geldend van 21-07-2016 t/m 31-12-2020

Intitulé

Oplaadpunten elektrische voertuigen in de openbare ruimte in de gemeente Werkendam 2016

Het college van burgemeester en wethouders van Werkendam,

overwegende,

dat de raad in artikel 2:10 lid 3 onder e en artikel 2:10 lid 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Werkendam aan ons college heeft overgelaten onder het stellen van nadere regels categorieën van voorwerpen aan te wijzen waarop het verbod onder artikel 2:10 lid 1 niet van toepassing is;

dat het wenselijk is om het plaatsen van laadpalen voor elektrische voertuigen te reguleren zonder dat hiervoor steeds een vergunning vereist is;

besluit:

laadpalen voor elektrische voertuigen aan te wijzen als nadere categorie van voorwerpen, als bedoeld in artikel 2:10 lid 3 onder 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Werkendam 2014 en hiervoor de volgende nadere regels vast te stellen:

 “Oplaadpunten elektrische voertuigen in de openbare ruimte in de gemeente Werkendam 2016”

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Aanvraag: een bij de gemeente ingediend verzoek van een aanvrager voor het plaatsen van een laadpaal;

  • 2.

    Aanvrager: een exploitant van laadpalen die in de openbare ruimte een laadpaal wil plaatsen, al dan niet op verzoek van een gebruiker;

  • 1.

    c. Beheerder: de exploitant van laadpalen, of diens rechtsopvolger, die daarvoor een privaatrechtelijke overeenkomst is aangegaan met de gemeente Werkendam en voor plaatsing toestemming van de gemeente heeft ontvangen;

  • 2.

    d. College: het college van Burgemeester en Wethouders van Werkendam

  • 3.

    e. Elektrische auto: alle voertuigen die bij de RDW zijn geregistreerd als auto, die geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kunnen rijden en voorzien zijn van een stekker om op te laden;

  • 4.

    f. Elektrisch voertuig: alle voertuigen (auto’s, motoren, fietsen, snorfietsen en bromfietsen) die op de openbare weg mogen rijden, geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kunnen rijden en voorzien zijn van een stekker om op te laden;

  • 5.

    g. E-parkeerplaats: parkeerplaats bij een laadpaal gereserveerd voor het opladen van elektrische auto’s;

  • 6.

    h. Exploitant: een private onderneming welke tot doel heeft laadpalen in de openbare ruimte te plaatsen, beheren, onderhouden en exploiteren;

  • 7.

    i. Gebruiker: een bedrijf, organisatie of persoon dat/die gevestigd, woonachtig of werkzaam is in de gemeente Werkendam en eigenaar of langdurig (meer dan twee jaar) leasecontractant is van een elektrisch voertuig;

  • 8.

    j. Laadpaal: openbare voorziening, inclusief alle daarbij behorende en achterliggende installaties, waar een elektrisch voertuig kan worden opgeladen;

  • 9.

    k. Oplaadpunt: een op de laadpaal aanwezige voorziening waarmee de houder van het elektrische voertuig deze van stroom kan voorzien;

  • 10.

    l. Privé parkeerplaats: een parkeervoorziening op niet openbare grond in eigendom van of via contract in gebruik bij de gebruiker;

  • 11.

    m. Verlengde huisaansluiting: privaat oplaadpunt in de openbare ruimte aangesloten op een private stroomaansluiting;

  • 12.

    n. Waardevol groen: plantsoen dat ingericht is met planten met uitzondering van gras.

  

Artikel 2 Juridisch kader

 

  • 1.

    a. APV  Voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg is op grond van artikel 2:10 eerste lid van de APV een vergunning nodig van het college. Het plaatsen van laadpalen wordt niet geacht te vallen onder “het gebruik van een weg overeenkomstig de publieke functie van een weg”. Het is echter wenselijk het plaatsen van laadpalen voor elektrische voertuigen te reguleren zonder dat hiervoor steeds een vergunning vereist is. Het college heeft laadpalen voor elektrische voertuigen aangewezen als categorie voorwerpen waarvoor het verbod in artikel 2:10 eerste lid van de APV niet geldt.

  •  

    • 1.

      b. Privaatrechtelijke overeenkomstVan een laadpaal in de openbare ruimte op eigendom van de gemeente is de gemeente formeel juridisch eigenaar. De gemeente wil het eigendom, het beheer en de aansprakelijkheid van de laadpalen echter bij de exploitant laten. Ook wil de gemeente aanvullende afspraken met de exploitant maken. De gemeente sluit daarom een privaatrechtelijke overeenkomst met elke geïnteresseerde exploitant voordat de samenwerking in zake oplaadpunten voor elektrische voertuigen aanvangt.

  •  

    • 1.

      c. WegenverkeerswetWanneer de gemeente aan een exploitant toestemming verleent voor het plaatsen van een laadpaal in de openbare ruimte wijst de gemeente de parkeerplaats(en) bij de laadpaal aan als E-parkeerplaats. Het college neemt daartoe een verkeersbesluit op grond van art. 18 WVW’94. In de uitvoering wordt een bord E8 (elektrisch voertuig) met onderbord “uitsluitend opladen elektrische voertuigen” geplaatst bij de E-parkeerplaats. E-parkeerplaatsen blijven altijd openbaar. Andere eigenaren van elektrische voertuigen dan de eerste beoogde gebruiker mogen dan ook gebruik maken van de E-parkeerplaatsen. Standaard worden 2 parkeerplaatsen gereserveerd bij de laadpaal. Wanneer de bezetting daartoe aanleiding geeft kan een van de parkeerplaatsen terug toegevoegd worden aan de reguliere voorraad.

  

Artikel 3 Algemeen beleid oplaadpunten

 

  • 1.

    a. Een oplaadpunt dient, indien mogelijk, op eigen terrein gerealiseerd te worden. Bij de beoordeling wordt gekeken naar de aanwezigheid van een privé parkeerplaats of de mogelijkheid om een privé parkeerplaats met uitweg te realiseren conform artikel 2.12 van de APV van de gemeente Werkendam;

  • 2.

    b. Het is niet toegestaan een elektrisch voertuig op te laden op een openbare parkeerplaats terwijl het oplaadpunt op privé terrein is of kan worden aangebracht;

  • 3.

    c. Een verlengde huisaansluiting is niet toegestaan;

  • 4.

    d. Een E-parkeerplaats wordt, indien mogelijk, zo dicht mogelijk bij maar maximaal binnen een straal van 300 meter van de woning, het bedrijfspand of het verenigings-/instellingsgebouw van de gebruiker gerealiseerd.

  

Artikel 4 Eisen aan de inrichting

 

Een laadpaal met E-parkeerplaats(en) dient aan de volgende eisen te voldoen:

 

  • 1.

    a. De veilige doorgang voor ander verkeer (auto, fiets, voetganger, rolstoel, etc.) moet gewaarborgd zijn;

  • 2.

    b. Er dienen twee E-parkeerplaatsen per laadpaal gerealiseerd te kunnen worden;

  • 3.

    c. De E-parkeerplaats dient te allen tijde openbaar toegankelijk te zijn;

  • 4.

    d. De aanleg mag niet ten koste gaan van meer dan 1 m2 waardevol groen;

  • 5.

    e. De aanleg mag niet ten koste gaan van bomen;

  • 6.

    f. De aanleg mag geen belemmering zijn voor het gebruik van ander straatmeubilair;

  • 7.

    g. Indien noodzakelijk dient ook een aanrijdbeveiliging geplaatst te worden.

  

Artikel 5 Eisen aan de laadpaal

 

Een laadpaal dient aan de volgende eisen te voldoen:

 

  • 1.

    a. De laadpaal voldoet aan alle daaraan gestelde (nationale en internationale) veiligheidseisen, normering en regelgeving;

  • 2.

    b. De laadpaal dient interoperabel te zijn conform de landelijke afspraken, waaronder de uitwisselbaarheid van laadpassen en het gebruik van standaard stekkers;

  • 3.

    c. De constructie van de laadpaal dient voldoende degelijk te zijn (hufterproof);

  • 4.

    d. De telefoonnummers van de storingsdienst en de helpdesk dien vermeld te worden op de laadpaal.

  

Artikel 6 Eigendom laadpalen

 

Van een laadpaal in de openbare ruimte op eigendom van de gemeente is de gemeente formeel juridisch eigenaar. De gemeente wil het eigendom van de laadpalen echter bij de exploitant laten. In een privaatrechtelijke overeenkomst wordt geregeld dat de laadpaal wordt beschouwd en behandeld als ware deze eigendom van de beheerder.

   

Artikel 7 Verplichtingen voor de exploitant, beheerder, aanvrager

 

  • 1.

    a. Uitsluitend exploitanten van laadpalen die van tevoren een privaatrechtelijke overeenkomst met de gemeente hebben gesloten kunnen een aanvraag indienen;

  • 2.

    b. De aanvrager dient bij een aanvraag aan te tonen dat er minimaal één gebruiker is voor de beoogde locatie;

  • 3.

    c. Indien in de omgeving al E-parkeerplaatsen zijn, moet worden aangetoond dat onvoldoende in de vraag wordt voorzien;

  • 4.

    d. De exploitant is verantwoordelijk voor realisatie, beheer, onderhoud en exploitatie van de laadpaal en neemt alle kosten en opbrengsten voor zijn eigen rekening;

  • 5.

    e. De exploitant dient voor aanleg alle benodigde onderzoeken uit te voeren naar aanwezige kabels en leidingen in de ondergrond;

  • 6.

    f. De exploitant dient de kosten ter bescherming van de laadpaal, bijvoorbeeld een aanrijdbeveiliging, voor zijn rekening te nemen;

  • 7.

    g. De exploitant is aansprakelijk voor alle schade die in causaal verband door de laadpaal wordt veroorzaakt;

  • 8.

    h. De exploitant vrijwaart de gemeente van aansprakelijkheid voor eventuele schade aan de laadpaal of door de laadpaal veroorzaakt;

  • 9.

    i. De beheerder verzekert zich voor eventuele schadeclaims voor minimaal een bedrag van € 1.000.000,- per gebeurtenis.

  

Artikel 8 Verplichtingen voor de gemeente

 

  • 1.

    a. De gemeente dient elke aanvraag te beoordelen en geeft akkoord over de gewenste locatie aan de aanvrager;

  • 2.

    b. Indien de gemeente niet akkoord gaat dient zij actief mee te denken om een geschikte alternatieve locatie te vinden;

  • 3.

    c. De gemeente dient een locatie aan te wijzen als E-parkeerplaats en neemt hiertoe een verkeersbesluit op grond van art. 18 WVW’94;

  • 4.

    d. De gemeente dient de E-parkeerplaats volledig in te richten en te voorzien van de juiste bebording;

  • 5.

    e. De gemeente dient te handhaven op onjuist gebruik van de E-parkeerplaatsen.

  

Artikel 9 Bijzondere omstandigheden

 

  • 1.

    a. Indien de exploitant zich niet houdt aan de voorschriften in de artikelen 4 tot en met 6 kan het college het verkeersbesluit intrekken en de laadpaal (laten) verwijderen. De kosten die de gemeente hierbij maakt zijn voor rekening van de aanvrager;

  • 2.

    b. Het college kan de toestemming voor het plaatsen van de laadpaal ook intrekken indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen zullen verdwijnen. In dat geval zal de gemeente samen met de exploitant bezien of er een alternatieve locatie in de directe nabijheid mogelijk is. Kosten hiervan zijn alleen voor rekening van de gemeente indien de wegreconstructie plaatsvindt binnen 5 jaar na plaatsing van de laadpaal. Indien de wegreconstructie na 5 jaar plaatsvindt, zijn de kosten hiervan voor de aanvrager;

  • 3.

    c. Het college beseft dat de techniek rondom elektrisch rijden en laadpalen nog volop in ontwikkeling is. Daarom kan nog niet in alle specifieke toekomstige situaties worden voorzien met deze regels. In gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien beslist het college.

 

Artikel 10 Slotbepaling

 

  • 1.

    a. De nadere regels “Oplaadpunten elektrische voertuigen in de openbare ruimte in de gemeente Werkendam 2016” treden in werking de dag na publicatie;

  • 2.

    b. De nadere regels kunnen worden aangehaald als regeling: “Oplaadpunten elektrische voertuigen in de openbare ruimte in de gemeente Werkendam 2016”.

   

Werkendam, 12 juli 2016,

   

Burgemeester en wethouders van Werkendam

 

de secretaris, de burgemeester,

    

A.J.L.G. van Oudheusden Y.C.M.G. de Boer