Regeling vervallen per 09-01-2019

Beleidsregel Tijdelijke verstrekking van uitkering aan pseudo-adreslozen in de gemeente Werkendam 2017

Geldend van 07-10-2017 t/m 08-01-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2017

Intitulé

Beleidsregel Tijdelijke verstrekking van uitkering aan pseudo-adreslozen in de gemeente Werkendam 2017

Beleidsregel ‘Tijdelijke verstrekking van uitkering aan pseudo-adreslozen in de gemeente Werkendam’.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam, Gelet op het feit dat in 2015 de Participatiewet van kracht werd en daarmee een aantal begrippen zijn aangepast;

Overwegende dat het gewenst is nadere regels vast te stellen met betrekking tot het toekennen c.q. voortzetten van een uitkering Participatiewet aan pseudo-adreslozen;

Gelet op de notitie van de gemeente Breda d.d. maart 2011 over pseudo-adreslozen;

Gelet op het advies van de cliëntenraad sociale zekerheid Werkendam / Woudrichem van 25 mei 2011;

Gelet op het bepaalde in artikel 40 van de Participatiewet;

B e s l u i t e n

Vast te stellen de beleidsregels ‘Tijdelijke verstrekking van uitkering aan pseudo-adreslozen in de gemeente Werkendam 2017’

  • 1.

    Aan de persoon die reeds een uitkering Participatiewet / WIJ ontvangt en niet langer op zijn adres verblijft of kan verblijven, kan in principe geen bijstand meer verleend worden op grond van het bepaalde in artikel 40 lid 2 Participatiewet. De uitkering dient in dat geval te worden opgeschort.

 

  • 2.

    De bijstand kan tijdelijk worden voortgezet, indien de situatie van de betrokkene zodanig is dat het recht op bijstand redelijkerwijs blijft bestaan. Het is daarvoor noodzakelijk dat de unit servicecentrum het briefadres Raadhuisplein 1, Werkendam aan betrokkene toekent. Toekenning van het adres gebeurt door unit servicecentrum, in nauw overleg met Loket Altena.

  • 3.

    Van redelijkerwijs recht op bijstand is sprake in de volgende gevallen:

    Zolang de betrokkene er niet in geslaagd is om nieuwe woonruimte te vinden waarvoor hij zich in kan schrijven in de Gemeentelijke Bevolkingsadministratie en

  • Hij voldoende inzicht in zijn feitelijke woonsituatie geeft, waardoor Loket Altena zich er voldoende van kan overtuigen dat het recht op uitkering inderdaad ook feitelijk niet in het gedrang komt en

  • Hij ervoor zorgt voldoende bereikbaar te zijn voor Loket Altena, zodat hij opgeroepen kan worden voor gesprekken.

  

  • 4.

    Deze situatie wordt geacht zich een jaar te kunnen voordoen. Binnen die periode wordt het in het algemeen mogelijk geacht vervangende huisvesting te vinden. Lukt dit door omstandigheden niet, dan kan de periode van een jaar verlengd worden met een jaar. In theorie kan de periode ook daarna verlengd worden. De regeling kent geen maximale termijn.

   

  • 5.

    Om goed zicht te houden op de situatie van de betreffende persoon, wordt deze in beginsel maandelijks voor een gesprek uitgenodigd over zijn woonsituatie. Op basis van de uitkomsten van het gesprek wordt een besluit genomen over het al dan niet voortzetten van de uitkering.  

Eventueel kan Loket Altena besluiten de afd. fraudebestrijding in te schakelen, indien de omstandigheden daar aanleiding toe geven.

 

  • 6.

    Zodra twijfel ontstaat over het recht op uitkering, doordat onvoldoende inzicht in de feitelijke woonsituatie geboden wordt, wordt de uitkering alsnog opgeschort op grond van artikel 40 lid 2 Participatiewet.

In dat geval wordt aan de betrokkene gedurende twee weken de kans gegeven om alsnog aan de eis te voldoen om zich te vestigen op een adres dat overeenkomt met het adres zoals dit in de gemeentelijke basisadministratie is opgenomen.

Voldoet hij binnen deze (herstel)termijn hier niet aan, dan wordt de uitkering op grond van artikel 40 lid 5 Participatiewet beëindigd met ingang van de eerste dag van de hersteltermijn.

 

  • 7.

    De uitvoering van deze beleidsregels wordt gedaan door een consulent van Loket Altena.

De consulent van Loket Altena meldt bij Stedelijk Kompas Breda de gegevens van de pseudo-adresloze persoon die een uitkering van Loket Altena ontvangt.

 

  • 8.

    Als uitgangspunt geldt dat aan de pseudo-adresloze de inschrijving bij het UWV Werkbedrijf wordt opgelegd, evenals de volledige arbeidsverplichtingen op grond van artikel 9 Participatiewet.

 

  • 9.

    Als het om iemand gaat die een uitkering aanvraagt, zijn deze beleidsregels eveneens van toepassing.

 

  • 10.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Tijdelijke verstrekking van uitkering aan pseudo-adreslozen in de gemeente Werkendam 2017’

 

  • 11.

    Deze beleidsregel gaat in per 1 september 2017. De beleidsregel ‘Tijdelijke verstrekking van uitkering aan pseudo-adreslozen in de gemeente Werkendam 2011’, komt met ingang van 1 september 2017 te vervallen.

  

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Werkendam van 22 augustus 2017.

   

Het college van burgemeester en wethouders van Werkendam,

De secretaris, De burgemeester,

  

A.J.L.G. van Oudheusden Y.C.M.G. de Boer