Regeling vervallen per 24-12-2019

Verordening BIZ Centrum Werkendam 2018

Geldend van 09-11-2017 t/m 23-12-2019

Intitulé

Verordening BIZ Centrum Werkendam 2018

 raad van de gemeente Werkendam;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 juli 2017,

gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszone;

gezien de tussen de gemeente Werkendam en de Stichting BIZ Centrum Werkendam gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 5 juli 2017;

besluit:

vast te stellen de

Verordening BIZ Centrum Werkendam 2018

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

- bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart;

- college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam;

- uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente Werkendam en de Stichting BIZ Centrum Werkendam op 5 juli 2017 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

- wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.

Artikel 2 - Belastbaar feit en aard van de belasting

1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3 - Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 4 - Belastingplicht

1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van:

a. de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt;

b. de eigenaar, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft van een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject.

2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:

a. gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

b. het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;

3. Als eigenaar wordt aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 - Maatstaf van heffing

1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar een vast bedrag per belastingobject

Artikel 6 - Vrijstellingen

1. In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt de BIZ-bijdrage niet geheven ter zake van:

a. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

b. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanig gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;

c. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria;

d. crèches/peuterspeelzalen, scholen, dagverblijven, speeltuinen, sportterreinen;

e. onbebouwde kavels c.q. braakliggende bouwterreinen;

f. trafo’s;

g. belastingobjecten die in hoofdzaak worden gebruikt door instellingen van charitatieve aard zonder winstoogmerk voor wat betreft de gebruikersheffing.

Artikel 7 - Tarief BIZ-bijdrage

Het tarief van de BIZ bijdrage bedraagt per belastingobject:

a. voor de gebruiker € 200,- en

b. voor de eigenaar € 200,-.

Artikel 8 - Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9- Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald uiterlijk drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 2.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 - Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van vijf jaar.

Artikel 11 - Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Artikel 12 – Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie bedoeld in artikel 14 is de Algemene Subsidieverordening Gemeente Werkendam 2015 niet van toepassing.

Artikel 13 - Aanwijzing Stichting

De Stichting BIZ Centrum Werkendam wordt aangewezen als de Stichting bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.

Artikel 14 - Subsidieverlening

1. De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de Stichting BIZ Centrum Werkendam voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in het jaarlijkse door de stichting aan te leveren activiteitenplan. De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

2. De subsidie wordt bepaald op de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen verminderd met de perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen zoals opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

3. Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadere regels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidieontvanger.

Artikel 15 - Subsidieverplichtingen

Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de Stichting BIZ Centrum Werkendam ook andere doelgebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de Stichting BIZ Centrum Werkendam gesloten uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 16 - Subsidievaststelling

1. De Stichting BIZ Centrum Werkendam is verplicht om binnen 3 maanden na afloop van het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.

2. De subsidie wordt vastgesteld uiterlijk acht weken na ontvangst van de in het voorgaande lid genoemde stukken.

Artikel 17 - Melding van relevante wijzigingen

De Stichting BIZ Centrum Werkendam stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

- meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie,

- een wijziging van de statuten,

- verandering of beëindiging van activiteiten.

Artikel 18 - Bevoegdheid tot intrekken of wijzigen subsidievaststelling

Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen van de subsidievaststelling bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 19 - Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 20 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening BIZ Centrum Werkendam 2018.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de

raad der gemeente Werkendam van 26 september 2017

De griffier, De voorzitter,

mr. I. Bakker dhr. Y.C.M.G. de Boer