Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling studiefaciliteiten Werkorganisatie Duivenvoorde

Geldend van 29-07-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling studiefaciliteiten Werkorganisatie Duivenvoorde

Het dagelijks bestuur van de Werkorganisatie Duivenvoorde

gelet op:

  • -

    artikel 15:1:26 van de CAR-UWO (volgen van een opleiding);

gezien de instemming van de Ondernemingsraad d.d. 13 juli 2016;

besluit tot het vaststellen van de:

Regeling studiefaciliteiten Werkorganisatie Duivenvoorde

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Werkgever:

    het dagelijks bestuur van de Werkorganisatie Duivenvoorde;

  • b.

    Medewerker:

    de werknemer met een dienstverband bij de Werkorganisatie Duivenvoorde op grond van artikel 1:1, lid 1, sub a van de CAR-UWO;

  • c.

    CAR-UWO:

    rechtspositieregeling voor Gemeenten, van toepassing op de Werkorganisatie Duivenvoorde;

  • d.

    Studie:

    alle activiteiten in de vorm van opleidingen, cursussen, seminars of congressen etc., die erop gericht zijn de medewerker te ontwikkelen op het terrein van zijn huidige functie of gericht op een functie waarvoor de medewerker op een later tijdstip in aanmerking kan komen;

  • e.

    Studieverlof:

    buitengewoon verlof met behoud van salaris voor het volgen van de in het kader van de studie verplicht gestelde lessen en desgewenst ook voor praktijk- dan wel huiswerkopdrachten, overeenkomstig de daartoe gestelde studiebelastingsnorm van de onderwijsinstelling;

  • f.

    Studiekosten:

    Kosten voor opleiding, cursus, seminars, congressen etc. en/of lesgelden, examen- en diplomagelden, reis- en verblijfkosten;

  • g.

    Studiemateriaal:

    voorgeschreven boeken en syllabi, benodigd voor de desbetreffende studie;

  • h.

    Studiefaciliteiten:

    het geheel van de door de werkgever vergoede studiekosten alsmede extra toegekend studieverlof;

  • i.

    Re-integratieactiviteiten:

    activiteiten van of voor medewerkers ten aanzien van wie de werkgever op grond van artikel 10d:10 van de CAR-UWO verplichtingen heeft om inspanningen te verrichten teneinde een andere functie binnen of buiten de organisatie te vinden.

Artikel 2 Termijn studiefaciliteiten

  • 1.

    De in deze regeling genoemde studiefaciliteiten worden na toestemming van de werkgever verleend voor een termijn die wordt afgeleid van de door het betrokken opleidingsinstituut voorgeschreven studieduur.

  • 2.

    Wanneer de medewerker niet binnen de vooraf gestelde termijn de studie afrondt, wordt de termijn, na overleg met de leidinggevende, verlengd tot het eerstvolgende examen, tenzij de termijnoverschrijding het gevolg is van aantoonbare nalatigheid van de medewerker.

Artikel 3 Studiecategorieën

In deze regeling worden de volgende soorten studies onderscheiden:

  • a.

    Studies die door werkgever verplicht zijn opgedragen conform artikel 15:1:26 van de CAR-UWO;

  • b.

    Studies die direct betrekking hebben op de huidige functie van de medewerker;

  • c.

    Studies die niet direct betrekking hebben op de huidige functie van de medewerker, maar in het kader van zijn loopbaan(ontwikkeling) gericht zijn op de huidige functie (bij uitbreiding) of een toekomstige functie binnen de organisatie;

  • d.

    Studies in het kader van re-integratieactiviteiten;

  • e.

    Congressen of seminars gericht op het verkrijgen/versterken van competenties of het verkrijgen van actuele vakgerichte informatie die nodig zijn/is voor het uitoefenen van de huidige c.q. toekomstige functie.

Artikel 4 Studieverlof

  • 1.

    Aan een medewerker die een studie volgt als bedoeld in artikel 3 sub a en d van deze regeling wordt volledig studieverlof met behoud van salaris verleend.

  • 2.

    Aan een medewerker die een studie volgt als bedoeld in artikel 3 sub b van deze regeling wordt studieverlof met behoud van salaris verleend, waarbij wordt uitgegaan van 20% van de per week te werken uren.

  • 3.

    Aan een medewerker die een studie volgt als bedoeld in artikel 3 sub c van deze regeling wordt studieverlof met behoud van salaris verleend, waarbij wordt uitgegaan van 10% van de per week te werken uren.

  • 4.

    Voor een medewerker die een congres of seminar bezoekt als bedoeld in artikel 3 sub e van deze regeling bepaalt de werkgever het aantal uren studieverlof met behoud van salaris waarbij volledig studieverlof met behoud van salaris wordt toegekend als het volgen ervan verplicht dan wel op verzoek van de werkgever is.

  • 5.

    Indien de medewerker zelf schuld heeft aan vertraging van de voortgang in de studie (aantoonbare nalatigheid), dan vervalt zijn recht op studieverlof.

Artikel 5 Verlof voor deelname aan tentamen of examen

Aan een medewerker die een studie volgt als bedoeld in artikel 3 van deze regeling wordt voor het deelnemen aan examens of tentamens buitengewoon verlof met behoud van salaris verleend.

Artikel 6 Vergoeding van de studiekosten

Een medewerker die een studie volgt als bedoeld in artikel 3 van deze regeling kan aanspraak maken op vergoeding van:

  • a.

    reis- en verblijfkosten op basis van Regeling reis- en verblijfkostenvergoeding (dienstreis);

  • b.

    studiekosten en verplicht voorgeschreven studiemateriaal.

Niet vergoed worden verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen (zoals computer en/of rekenmachine) en niet verplicht voorgeschreven boeken en syllabi.

Artikel 7 Terugbetaling van de studiekosten

  • 1.

    Er rust een terugbetalingsverplichting van de vergoede studiekosten op de medewerker die een studie volgt als bedoeld in artikel 3, sub c indien de medewerker:

    • a.

      de studie niet succesvol afrondt op grond van omstandigheden die naar het oordeel van de werkgever aan de medewerker zijn te wijten;

    • b.

      op eigen verzoek of als gevolg van aan zichzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voor het einde van de studie of binnen twee jaren na afronding van de studie waarvoor de vergoeding is toegekend;

  • 2.

    De terugbetalingsverplichting op grond van lid 1, sub a van dit artikel vervalt wanneer voortzetting van de studie redelijkerwijs niet van de medewerker kan worden verlangd.

  • 3.

    Indien op de ingangsdatum van het ontslag van de in lid 1, sub b bedoelde termijn van twee jaren een gedeelte is verstreken, wordt de verplichting tot terugbetaling beperkt tot 1/24ste deel van de vergoede studiekosten voor iedere volle maand, die aan de termijn van twee jaren ontbreekt. De terugbetalingsverplichting op grond van lid 1, sub b van dit artikel vervalt wanneer de medewerker aansluitend aan het dienstverband bij een andere gemeente wordt aangesteld.

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan door de werkgever een bijzondere voorziening worden getroffen.

Artikel 9 Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling Studiefaciliteiten Werkorganisatie Duivenvoorde’.

  • 2.

    De op 8 december 2011 in de gemeente Voorschoten en op 13 december 2011 in de gemeente Wassenaar vastgestelde ‘Regeling studiefaciliteiten gemeenten Voorschoten en Wassenaar’ niet meer toe te passen.

  • 3.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 augustus 2016;

Voorzitter,