Directiestatuut 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Directiestatuut 2015

Het Algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Werkplein Hart van West-Brabant,

Overwegende dat

  • -

    artikel 29 van de Gemeenschappelijke Regeling onder meer bepaalt dat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de directeur worden vastgelegd in een door het Algemeen Bestuur vastgesteld statuut;

  • -

    artikel 30 van de Gemeenschappelijke Regeling onder meer bepaalt dat het Dagelijks Bestuur toeziet op de uitvoering en naleving van het directiestatuut;

  • -

    artikel 20 van de Gemeenschappelijk Regeling de bevoegdheid tot het vaststellen van het directiestatuut overdraagt aan het Dagelijks Bestuur;

  • -

    het algemeen bestuur met dit directiestatuut de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de Directeur op hoofdlijnen wenst vast te leggen en het Dagelijks Bestuur opdraagt op de naleving daarvan toe te zien.

Gelet op het bepaalde in de Gemeenschappelijke Regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Werkplein Hart van West-Brabant.

Besluit vast te stellen het:

Directiestatuut 2015

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het werkplein;

  • b.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het werkplein;

  • c.

    de bestuursorganen: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter;

  • d.

    de deelnemers: de deelnemers als bedoeld in de gemeenschappelijke regeling;

  • e.

    directeur: de directeur als bedoeld in de gemeenschappelijke regeling en zijn vervanger bij afwezigheid als aangewezen door het algemeen bestuur;

  • f.

    gemeenschappelijke regeling: de Gemeenschappelijke Regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Werkplein Hart van West-Brabant.

  • g.

    teamleider: een leidinggevende, hiërarchisch direct onder de directeur;

  • h.

    voorzitter: de voorzitter van het werkplein;

  • i.

    werkplein: het openbaar lichaam “Werkplein Hart van West-Brabant”

Artikel 2 Ondersteuning bestuursorganen

  • 1. De bestuursorganen worden bijgestaan door de directeur. De directeur draagt onder andere zorg voor de voorbereiding van, advisering op en uitvoering van de taken en bevoegdheden van de bestuursorganen genoemd in de gemeenschappelijke regeling.

  • 2. De directeur heeft in de vergaderingen van de bestuursorganen een adviserende stem en woont deze vergaderingen bij tenzij de bestuursorganen in een voorkomend geval anders beslissen;

  • 3. De directeur vervult de functie van secretaris van het algemeen en dagelijks bestuur en draagt zorg voor een tijdige en goede voorbereiding van de vergaderingen, de registratie van de besluitvorming, het bijhouden van de presentielijst en de zakelijke verslaglegging van de vergaderingen;

  • 4. De directeur ondertekent mede alle stukken die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan;

  • 5. De directeur draagt er desgevraagd en uit eigen beweging zorg voor dat de leden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur, alsmede de voorzitter over alle informatie beschikken die zij behoeven om hun functie goed uit te oefenen.

  • 6. De directeur draagt zorg voor een tijdige integrale advisering ten behoeve van de besluitvorming door de bestuursorganen.

  • 7. De directeur is verantwoordelijke voor een tijdige en correcte uitvoering van de beslissingen van de bestuursorganen en draagt zorg dat deze op de wettelijk voorgeschreven wijze bekendgemaakt worden.

Artikel 3 Ondersteuning ingestelde commissies

1.Tenzij bij afzonderlijke regeling anders wordt bepaald, is het bepaalde in artikel 2 zoveel mogelijk ook van toepassing op door het algemeen bestuur ingestelde commissies als bedoeld in de artikel 24 en 25 Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 4 Aansturing organisatie werkplein

  • 1. De directeur is het hoofd van de ambtelijke organisatie en belast met de dagelijkse leiding van het werkplein en draagt in die hoedanigheid onder ander zorg voor:

    • a.

      een tijdige en goede kwaliteit van ambtelijke advisering van en ondersteuning aan de bestuursorganen;

    • b.

      de planning van de activiteiten en de uitvoering daarvan met inachtneming van het door de bestuursorganen ter zake vastgestelde beleid;

    • c.

      de coördinatie en samenhang van het handelen van de organisatieonderdelen van het Werkplein;

    • d.

      de juridische- en financiële rechtmatigheid, cliëntgerichte, efficiënte en effectieve uitvoering van de aan het werkplein opgedragen taken in de gemeenschappelijke regeling;

    • e.

      de voorbereiding en uitvoering van de begroting;

    • f.

      De tijdige implementatie van nieuwe en gewijzigde wet- en regelgeving;

    • g.

      Een goede overlegstructuur tussen het werkplein en de deelnemers waarin in ieder geval aandacht wordt besteed aan de opdrachtgeversrol en opdrachtnemersrol.

    • h.

      Het tijdig met de individuele deelnemers afsluiten van dienstverleningsovereenkomsten.

Artikel 5 Verantwoording aan het dagelijks bestuur

  • 1. De directeur is verantwoording verschuldigd aan het dagelijks bestuur.

  • 2. Het dagelijks bestuur houdt tenminste 1 maal per jaar een functionerings- en een beoordelingsgesprek en brengt dit vertrouwelijk ter kennis name van het algemene bestuur.

Artikel 6 Aansturing management

  • 1. De directeur en de teamleiders vormen tezamen het managementteam. De directeur is de voorzitter van het managementteam.

  • 2. De directeur draagt, onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het dagelijkse bestuur, zorg voor de dagelijks aansturing van het management en het beheer van de organisatie.

  • 3. De directeur draagt er zorg voor dat de teamleiders tijdig worden geïnformeerd van alle door de bestuursorganen genomen besluiten waaraan (financiële) consequenties voor hun respectievelijke resultaatgebied zijn verbonden.

  • 4. De directeur bevordert, onverminderd de eigen verantwoordelijkheid van de teamleiders, de samenwerking en samenhang tussen de organisatieonderdelen. Hij kan uit eigen beweging of in overleg met het dagelijks bestuur aanwijzingen geven aan de teamleiders om die samenwerking en samenhang te verbeteren.

  • 5. De directeur houdt jaarlijks met iedere teamleider een functionerings- en beoordelingsgesprek.

Artikel 7 Verhindering, afwezigheid en vervanging

  • 1. Indien de directeur meer dan vijf dagen verhinderd is zijn functie te vervullen doet hij daarvan, indien mogelijk vooraf, tijdig mededeling aan de voorzitter van het dagelijks bestuur.

  • 2. Voor een afwezigheid van langer dan vijf dagen behoeft de directeur toestemming van het dagelijks bestuur.

  • 3. De directeur draagt er zorg voor dat tijdens zijn afwezigheid zijn vervanging door zijn, door het algemeen bestuur aangewezen, vervanger adequaat geregeld is.

Artikel 8 Slotbepaling

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Directiestatuut 2015’’ en treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het Dagelijks Bestuur d.d. 16 januari 2015 en de vergadering van het Algemeen Bestuur van het Werkplein Hart van West-Brabant d.d. 27 februari 2015.
Het Algemeen bestuur van het Werkplein Hart van West-Brabant,
De Directeur, de voorzitter,
Het Dagelijks Bestuur van het Werkplein Hart van West-Brabant
De Directeur, de voorzitter,