Regeling voor de bezwaarschriften Werkplein Hart van West-Brabant

Geldend van 07-05-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Regeling voor de bezwaarschriften Werkplein Hart van West-Brabant

Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van het Werkplein Hart van West- Brabant;

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 16 januari 2015;

Gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten vast te stellen de:

“Regeling voor de bezwaarschriften Werkplein Hart van West-Brabant”

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: commissie voor de bezwaarschriften;

  • c.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    werkplein: het openbaar lichaam “Werkplein Hart van West-Brabant”;

  • e.

    ambtelijk horen: horen van belanghebbenden als bedoeld in artikel 7:5 van de wet en adviseren omtrent een bezwaar door de secretaris van de commissie.

Artikel 2. Commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van;

    • a.

      gevallen waarvan het bestuursorgaan heeft ingestemd met een verzoek tot rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter;

    • b.

      bezwaarschriften die betrekking hebben op ambtenarenzaken

  • 3. In plaats van het horen en adviseren omtrent een bezwaar door de commissie kan, met betrekking tot een door het dagelijks bestuur bij afzonderlijk besluit daartoe aangewezen categorieën van bezwaarschriften, het horen ambtelijk plaatsvinden.

Artikel 3. Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste 2 leden.

  • 2. De leden van de commissie mogen geen lid zijn van een bestuursorgaan van het Werkplein, niet werkzaam zijn bij of voor het Werkplein en niet werkzaam zijn bij de aan de gemeenschappelijke regeling intergemeentelijke sociale dienst Werkplein Hart van West-Brabant deelnemende gemeenten en mogen geen functies vervullen waardoor hun onafhankelijke positie kan worden aangetast.

  • 3. De voorzitter en de leden worden door het algemeen bestuur benoemd, geschorst en ontslagen

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4. Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden voor een periode van 4 jaar benoemd. Deze periode kan aansluitend éénmalig met 4 jaar worden verlengd. Herbenoeming voor een nieuwe periode is mogelijk als na beëindiging van een zittingsperiode tenminste 4 jaar zijn verstreken.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het algemeen bestuur.

  • 3. De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen tot in de opvolging is voorzien.

Artikel 5. Kamers

  • 1. De commissie kan kamers instellen, die belast worden met het horen van de bezwaarmakers en het verwerend orgaan.

  • 2. De commissie bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld.

  • 3. Elke kamer bestaat uit:

    • a.

      een kamervoorzitter overeenkomstig artikel 7:13 van de wet, zijnde de voorzitter of één van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen;

    • b.

      tenminste één ander lid, door de commissie aangewezen uit haar midden.

  • 4. In uitzonderlijke gevallen van overmacht kan de voorzitter van een kamer alleen horen.

  • 5. De kamer kan beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift door het quorum van de commissie zal geschieden.

  • 6. Op de werkwijzen van de kamers is het bepaalde in deze verordening zoveel mogelijk van toepassing.

Artikel 6. Secretariaat

  • 1. Het secretariaat van de commissie en haar kamers wordt uitgevoerd door één of meerdere secretarissen.

  • 2. De secretarissen van de commissie en haar kamers zijn door het dagelijks bestuur aangewezen personen.

Artikel 7. Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 8. Bemiddeling

De commissie en de secretaris onderzoeken of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 9. Uitoefening van bevoegdheden

  • 1. De secretaris oefent, namens de commissie, voor de toepassing van deze verordening de bevoegdheden uit die voortvloeien uit de volgende artikelen uit de wet:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid;

    • b.

      artikel 6:6, voor wat betreft het stellen van een termijn aan de indiener waarbinnen het verzuim van artikel 6:6 kan worden hersteld;

    • c.

      artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

    • d.

      artikel 7:4, tweede lid.

Artikel 10. Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen door de secretaris.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het dagelijks bestuur vereist.

Artikel 11. Hoorzitting

  • 1. De secretaris bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De secretaris beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3. Indien de secretaris op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 12. Uitnodiging zitting

  • 1. De secretaris nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste 10 dagen voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de secretaris verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen. In alle andere gevallen gaat de geplande hoorzitting door.

  • 3. De beslissing van de secretaris op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De secretaris is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zij in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 13. Quorum

Voor het houden van een kamerzitting is vereist dat tenminste een kamervoorzitter en een lid aanwezig zijn, tenzij zich een situatie als bedoeld in artikel 5, vierde lid voordoet.

Artikel 14. Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 15. Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is niet openbaar.

  • 2. indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet kunnen de deuren worden geopend indien de commissie dit nodig oordeelt. Zo nodig beslist de commissie achter gesloten deuren of de zitting van de commissie openbaar of niet openbaar plaats zal vinden.

Artikel 16. Schriftelijke verslaglegging en Audio-opname

  • 1. Van de zitting worden, indien belanghebbenden daartegen geen bezwaar hebben, audio-opnamen gemaakt ten behoeve van de verslaglegging. Bij aanvang van de zitting deelt de voorzitter mede dat er audio-opnamen worden gemaakt. Indien een belanghebbende bezwaar heeft tegen het maken van audio-opnamen wordt hier van afgezien. Van de opnamen worden aan de belanghebbenden geen opnamen verstrekt. De opnamen worden na de verslaglegging vernietigd.

  • 2. Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 3. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 4. Het verslag vermeld of de zitting met open of gesloten deuren plaatsvond, alsmede, of belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord.

  • 5. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 6. Het verslag wordt ondertekend door de kamervoorzitter.

Artikel 17. Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek door de secretaris laten uitvoeren.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van toepassing.

Artikel 18. Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De Kamervoorzitter of het lid rapporteert aan de raadkamer over de kamerzitting.

  • 3. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 4. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 5. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt

  • 6. Het advies is deugdelijk gemotiveerd.

  • 7. Het advies wordt door de kamervoorzitter en de secretaris ondertekend en geldt als een advies van de Commissie.

Artikel 19. Uitbrengen advies

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 16.2 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het verwerend orgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de secretaris de termijn van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10 van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van het advies en het nemen van een beslissing, verdaagt hij de beslissing met uiterlijk 6 weken.

  • 3. Van het besluit tot verdaging ontvangen belanghebbenden een afschrift.

Artikel 20. Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks verslag uiterlijk 1 april uit van haar werkzaamheden van het voorafgaande jaar.

Artikel 21. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de derde dag na die van bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 27 februari 2015
De secretaris, de voorzitter,
Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur d.d. 16 januari 2015
De secretaris, de voorzitter,
Aldus vastgesteld door de voorzitter d.d. 16 januari 2015
De voorzitter,