Besluit van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent de huisvesting voor het basisonderwijs

Dagelijks bezoeken bijna 4.500 kinderen één van de 33 basisscholen die zijn gevestigd in 21 kernen binnen de gemeente West Betuwe. Daarnaast volgen bijna 1.500 leerlingen voortgezet onderwijs in onze gemeente. Deze scholen behoren tot in totaal 11 schoolbesturen. De instandhouding van de schoolgebouwen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de schoolbesturen en de gemeente.

Het voorliggende Integraal huisvestingsplan (IHP) is het eerste van de nieuwe gemeente West Betuwe. Uiteraard hebben de voormalige gemeenten ook niet stilgezeten op het gebied van onderwijshuisvesting. In die zin zal het nieuwe IHP dan ook voortbouwen op het ingezette beleid van de voormalige gemeenten Geldermalsen, Neerijnen en Lingewaal.

De opgave in de looptijd van dit IHP ligt in de schoolgebouwen in het basisonderwijs. Voor de gebouwen van het voortgezet onderwijs, de Lingeborgh en de Ida Gerhard zijn geen ingrepen voorzien. De Lingeborgh is passend gehuisvest in een relatief jong gebouw. En met de Ida Gerhard heeft de gemeente een doordecentralisatieovereenkomst. Dat wil zeggen dat zij jaarlijks van de gemeente geld (vastgesteld bedrag) per leerling ontvangt en zelf verantwoordelijk zijn voor haar huisvesting.

1.1 Korte voorgeschiedenis in de voormalige gemeenten

1.1.1 Geldermalsen

De gemeenteraad heeft in maart 2016 besloten in te zetten op levensduurverlengende renovatie en/of nieuwbouw van scholen. Op basis van kengetallen en ervaringscijfers die op dat moment als realistisch werden beschouwd werd voor gebouwdelen tot bouwjaar 1990 een bedrag van € 600,- per m2 bruto vloeroppervlakte (bvo) aangehouden voor levensduurverlengende renovatie. Voor gebouwdelen ná 1990 wordt gerekend met een bedrag van € 400,- per m2 bvo. Het totaalbedrag dat daarmee is gemoeid komt uit op € 8,3 miljoen voor 14 scholen.

In 2017 werd duidelijk dat de gezamenlijke schoolbesturen de aandacht wilden vestigen op de belangrijkste knelpunten. Vooral de nieuwbouw van de te fuseren scholen in Buurmalsen en Tricht was daarbij een belangrijk punt. In het voorjaar van 2018 heeft de gemeenteraad besloten een deel van de totale € 8,3 miljoen in te zetten voor de nieuwbouw van deze fusieschool. De gezamenlijke schoolbesturen realiseerden zich daarbij dat een deel van het budget van hun scholen daardoor werd ingeleverd. Vanuit het oogpunt van een sterke solidariteit hebben zij deze keuze gemaakt. Naast de vervangende nieuwbouw van de scholen in Buurmalsen en Tricht, heeft de gemeenteraad reeds een voorbereidingskrediet verstrekt voor de vervanging van OBS Jan Harmenshof en de Oranje Nassauschool te Geldermalsen. Er zijn niet uitsluitend projecten inzake vervangende nieuwbouw in gang gezet; de bouw van een nieuwe school in De Plantage (Meteren) is op dit moment in uitvoering.

Over deze projecten is al in een eerder stadium een besluit genomen, maar voor de volledigheid worden ze hier wel benoemd. Uiteraard hoeft hierover niet nogmaals besluitvorming plaats te vinden.

1.1.2 Neerijnen

De gemeente Neerijnen heeft in 2008 een IHP opgesteld. Dat IHP is in 2013 geactualiseerd.

De nieuwbouw van OBS Koning Willem Alexander en CBS Goudenstein (beide 2013) maakten

onder meer onderdeel uit van dat IHP. In 2018 hebben de schoolbesturen die werkzaam zijn in de gemeente Neerijnen aangegeven te willen onderzoeken of een betere spreiding van onderwijs binnen de gemeente wenselijk is. In het kader van de ‘bijzondere bekostiging procesbegeleiding leerlingendaling’ hebben de schoolbesturen adviesbureau Penta Rho gevraagd samen met hen een ambitiedocument op te stellen voor de huisvesting van het onderwijs in (onder meer) de gemeente Neerijnen.

Vanwege de op dat moment op handen zijnde fusie met Geldermalsen en Lingewaal is ervoor gekozen een ambitiedocument op te stellen dat als basis kan dienen voor het IHP van West Betuwe. De inhoud en strekking van het ambitiedocument is verwerkt in het voorliggende IHP.

1.1.3 Lingewaal

De gemeente Lingewaal heeft in 2011 het Manifest van Lingewaal opgesteld. De uitvoeringsagenda daarvan omvatte de vervanging c.q. renovatie van alle scholen in de voormalige gemeente Lingewaal. Dat proces is inmiddels voltooid, op de nieuwbouw van de basisschool in Spijk na. Hiermee zijn alle scholen passend gehuisvest in gebouwen die voldoen aan de hedendaagse eigen. Daarom zijn er in dit IHP géén ingrepen voorzien bij de scholen in de voormalige gemeente Lingewaal.

1.2 Looptijd en fasering

Met het opstellen van een IHP laten de gemeente en de gezamenlijke schoolbesturen ten eerste zien op planmatige wijze regie te willen voeren over toekomstige investeringen in onderwijshuisvesting en ten tweede samenhang aan te willen brengen in die investeringen. De looptijd van het IHP is 12 jaar. Voor die periode is gekozen om twee redenen. Ten eerste om schoolbesturen binnen een redelijke termijn perspectief te bieden op omvangrijke ingrepen waar nodig en ten tweede om de jaarlijkse kapitaallasten voor de gemeente enigszins te spreiden. Voor wat betreft de fasering wordt uitgegaan van drie tijdvakken van vier jaar zodat er sprake is van investeringen op korte, middellange en langere termijn.

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt kort ingegaan op de wettelijke en lokale kaders en geformuleerde uitgangspunten. Het derde hoofdstuk bevat een overzicht van de huidige situatie waarbij onder meer de prognose van het aantal leerlingen aan bod komt. De concrete situatie waarin elke school zich bevindt, wordt in hoofdstuk 4 weergegeven. In dat hoofdstuk wordt ook het toekomstperspectief van elk schoolgebouw beschreven. Het IHP wordt afgesloten met een hoofdstuk over de financiering van de voorgestelde ingrepen

2.1 Wetgeving

De basis voor regelgeving over huisvesting van basis- en VO-scholen is vastgelegd in de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) en de Wet op het Voortgezet Onderwijs. Deze wetten verplichten de gemeente om te zorgen voor adequate huisvesting. De regels die in acht moeten worden genomen zijn uitgewerkt in de ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs West Betuwe 2020’ (zie paragraaf 2.5 voor een korte uitleg over de verordening).

2.2 Zorgplicht gemeente

Volgens de wet heeft de gemeente een zorgplicht op het gebied van onderwijshuisvesting. In grote lijnen is het de verantwoordelijkheid van de gemeente om te voorzien in:

• ·

  bekostiging van uitbreiding

• ·

  bekostiging van (vervangende) nieuwbouw

• ·

  bekostiging van eerste inrichting (schoolmeubilair en onderwijsleerpakket);

• ·

  vergoeden van schade die het gevolg is van bijzondere omstandigheden (zoals brand, inbraak of vandalisme)

• ·

  bieden van voldoende ruimte voor bewegingsonderwijs

Het aanbieden van ruimten voor bewegingsonderwijs (gymnastiekaccommodaties) wordt niet specifiek behandeld in dit IHP. Op dit moment is er geen sprake van een kwantitatieve opgave op dit terrein. Bij onderwijsprojecten die voortvloeien uit dit IHP wordt per situatie uiteraard wel bezien in hoeverre de nieuwbouw of vervanging van een gymnastiekaccommodatie aan de orde kan zijn.

2.3 Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van schoolbesturen

De schoolbesturen zijn in beginsel verantwoordelijk voor beheer, onderhoud en exploitatie van het schoolgebouw. Daarvoor ontvangt het schoolbestuur rechtstreeks van het ministerie van Onderwijs een vergoeding.

Voor de bekostiging van onderwijshuisvestingsvoorzieningen heeft het schoolbestuur dus te maken met twee financieringsstromen: één vanuit de gemeente (voor de genoemde voorzieningen in paragraaf 2.2) en één vanuit de rijksoverheid.

Schoolbesturen en gemeenten zijn dus gezamenlijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van onderwijshuisvesting. De wet stelt daarbij dat schoolbesturen in beginsel bouwheer zijn tenzij met het college van B en W is overeengekomen dat de gemeente als bouwheer optreedt.

2.4 Gezamenlijk plan PO-raad, VO-raad en VNG over renovatie

De PO-raad, VO-raad (dat zijn de koepelorganisaties van de schoolbesturen) en de VNG delen het standpunt dat renovatie onvoldoende is geregeld in de onderwijswetten. Daarom hebben zij in april 2018 een gezamenlijk plan opgesteld. Uitgangspunt hierbij is dat gemeenten en schoolbesturen een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor de (kwaliteit van de) huisvesting van scholen.

Schoolbesturen werken met een meerjarenonderhoudsplan (MJOP) hetgeen niet hetzelfde is als een IHP. Een MJOP is bedoeld om het onderhoud van scholen te stroomlijnen. Op basis hiervan vormt een schoolbestuur een verplichte voorziening om toekomstig onderhoud te kunnen uitvoeren. Een MJOP heeft een lange looptijd (tientallen jaren) en wordt periodiek bijgesteld.

Een IHP heeft een strategisch doel waarbij spreiding van scholen en de demografische ontwikkeling een belangrijke rol spelen. Strikt formeel heeft een IHP géén juridische status omdat aanvragen voor (vervangende) nieuwbouw en/of uitbreiding conform de procedures zoals omschreven in de verordening moeten worden ingediend. Het IHP is in feite een beleidsdocument en in die zin niet vatbaar voor bezwaar en beroep.

Het IHP wordt in de onderwijswetten opgenomen en vervangt het systeem waarbij jaarlijks huisvestingsaanvragen kunnen worden ingediend. In het IHP wordt dus voor elk schoolgebouw aangegeven of en wanneer er renovatie of vervangende bouw is voorzien.

In de zomer van 2020 heeft de Minister voor Onderwijs het plan overgenomen. De verwachting is dat het wetsvoorstel in het najaar van 2021 naar de Tweede Kamer wordt gestuurd en in 2023 in werking zal treden.

2.5 De verordening onderwijshuisvesting

De basale uitwerking van het beleid inzake onderwijshuisvesting is vastgelegd in de ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs West Betuwe 2020 oftewel, de verordening. Hierin is opgenomen welke voorzieningen schoolbesturen kunnen aanvragen bij de gemeente en welke procedures en criteria daarbij gelden. De verordening is de uitwerking van een aantal wettelijke bepalingen. De belangrijkste daarvan is dat de verordening zodanig moet worden opgezet dat kan worden voldaan aan de redelijke eisen die het onderwijs aan de huisvesting van scholen in de gemeente stelt. Over aanvragen voor onderwijshuisvestingsvoorzieningen die de gemeente in behandeling heeft genomen, wordt op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met de schoolbesturen gevoerd. De gemeenteraad heeft de verordening in het voorjaar van 2020 vastgesteld. Daarmee heeft de gemeenteraad expliciet aangegeven onder voorwaarden levensduurverlengende renovatie als alternatief voor vervangende nieuwbouw te willen bekostigen. Hiermee loopt de gemeente vooruit op het plan dat in paragraaf 2.4 is toegelicht.

2.6 Overige lokale uitgangspunten

Een belangrijk uitgangspunt is het bereiken van synergie door waar mogelijk (maatschappelijke) functies te bundelen bij renovatie- of nieuwbouwprojecten. Hierbij wordt nadrukkelijk samen met de andere beleidsvelden binnen de gemeente en andere partners naar de mogelijkheden gezocht. Hoewel de gemeente hier zoveel mogelijk naar streeft is het geen criterium of doel op zich bij het prioriteren en faseren van nieuwe projecten. In deze paragraaf wordt expliciet ingegaan op het faciliteren van een Integraal Kindcentrum (IKC) en op het onderbrengen van andere maatschappelijke functies in een schoolgebouw.

2.6.1 Integratie onderwijs en opvang

De verordening onderwijshuisvesting heeft betrekking op voorzieningen voor onderwijsgebouwen in een specifieke sector (PO of VO). Het komt tegenwoordig nog maar weinig voor dat een schoolgebouw louter solitair wordt gebruikt door de daarin gevestigde school. In Meteren wordt op dit moment al een Kindcentrum gerealiseerd en ook voor de scholen in Buurmalsen en Tricht is het de intentie dat zij samen opgaan in een IKC. De gemeente en de schoolbesturen streven, in geval van nieuwbouw van scholen, naar het realiseren van IKC’s waar mogelijk tenzij er geen aan het onderwijs gerelateerde functies in een kern aanwezig zijn. Voor elk project is maatwerk het uitgangspunt en zal separaat worden bepaald of er wel of geen IKC wordt gerealiseerd. Dat maatwerk geldt eveneens voor de vraag op welke wijze kindpartners (zoals kinderopvangorganisaties) of mogelijk andere maatschappelijke partners participeren in het IKC.

2.6.2 Schoolgebouwen als onderdeel van het maatschappelijk vastgoed

Ondanks het feit dat de schoolbesturen in beginsel eigenaar zijn van de schoolgebouwen, maken schoolgebouwen in zekere zin onderdeel uit van het maatschappelijk vastgoed in de gemeente. In de vorige paragraaf is al ingegaan op het vormen van Integrale Kindcentra, maar het is denkbaar dat de scholen en de gebouwen waarin deze zijn gehuisvest meerdere functies kunnen vervullen. Daar worden niet alleen concrete fysieke functies mee bedoeld (zoals het huisvesten van een bibliotheek of consultatiebureau) maar ook de maatschappelijke functies die een school kan vervullen. De school als ontmoetingsplek in de buurt bijvoorbeeld. Net zoals bij het beleid ten aanzien van IKC’s zal ook hier maatwerk het uitgangspunt zijn en wordt voor elk separaat project bepaald in hoeverre er niet-onderwijsfuncties in de school kunnen worden gerealiseerd.

2.6.3 Passend onderwijs en jeugdhulp

In het verlengde van de vorige twee paragrafen is het ook denkbaar dat het vormgeven van passend onderwijs onderdeel uitmaakt van de planvoorbereiding van concrete renovatie- of nieuwbouwprojecten. Dat kan worden aangevuld met de integratie van onderwijs en jeugdhulp waar op steeds meer scholen sprake van is. Voor elk separaat project zal worden bezien in hoeverre hier mogelijkheden voor zijn in de specifieke context van het project.

2.6.4 Verduurzaming en verbeteren binnenklimaat

Verduurzaming is een belangrijk thema voor de gemeente West Betuwe. De gemeente heeft zich voorgenomen op termijn energieneutraal te zijn. De voormalige gemeente Geldermalsen heeft een provinciale subsidie van € 2,3 miljoen ontvangen dat onder voorwaarden voor de verduurzaming van schoolgebouwen kan worden ingezet. De brede scholen in Asperen en Heukelum hebben zelfs het predikaat eco-school ontvangen en de Freule van Pallandtschool in Neerijnen is op dit moment kandidaat eco-school. Het predikaat eco-school is een internationaal keurmerk voor een duurzame school.

Het uitgangspunt is dat een nieuwe school of grondig gerenoveerde school per definitie (zeer) duurzaam is en bijdraagt aan de doelstelling om op termijn een energieneutrale gemeente te worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor alle scholen in de voormalige gemeente Lingewaal. Niet alle scholen komen echter in aanmerking voor renovatie of nieuwbouw. Voor die scholen is het denkbaar om wél in te zetten op verduurzaming van het bestaande gebouw.

Verduurzaming omvat meer dan het terugdringen van het verbruik van fossiele brandstoffen. Bij het verduurzamen kan ook aandacht worden besteed aan het binnenklimaat in het algemeen en aan CO2-reductie en het verbeteren van ventilatiemogelijkheden in het bijzonder. Dat laatste is op dit moment actueel gezien de ontwikkelingen rondom het coronavirus en ventilatie van schoolgebouwen. Er is een landelijke subsidieregeling in de maak waarbij de rijksoverheid onder voorwaarden meebetaalt aan het verbeteren van ventilatiemogelijkheden. Voor wat betreft het binnenklimaat wordt doorgaans gerefereerd aan de zogenaamde Frisse Scholen-classificatie waarbij een ‘Frisse School Klasse B’ staat voor een school met een goed binnenklimaat.

3.1 Oorspronkelijk bouwjaar

Bijna 1 op de 2 scholen in de gemeente West Betuwe is minimaal 35 jaar oud. In de grafiek hieronder wordt de verdeling over de verschillende bouwperioden inzichtelijk gemaakt.

3.2 Leerlingenprognose

De meest recente leerlingenprognose is opgesteld in mei 2020. Daaruit blijkt dat het aantal leerlingen de komende jaren licht daalt en vanaf 2025 weer structureel stijgt. Deze stijging wordt vrijwel geheel veroorzaakt door de toename van het aantal kinderen in nieuwbouwwijk De Plantage te Meteren. Als deze wijk buiten beschouwing wordt gelaten, valt uit de leerlingenprognose op te maken dat het aantal leerlingen in de gehele gemeente een opmerkelijk stabiel verloop kent. Er is geen enkele school die te maken heeft met een sterk afwijkende groei of krimp van het aantal leerlingen.

Bron: Pronexus , mei 2020

In de grafiek hieronder is de historie van het verloop van het aantal leerlingen per kern weergegeven.

4.1 Kern Herwijnen

4.1.1 OBS De Schatkist

OBS De Schatkist maakt samen met de School met de Bijbel deel uit van Brede School Herwijnen en is zeer recent gebouwd (2017). Voor deze school zijn geen ingrepen op het IHP voorzien.

Toekomstperspectief: Bestaande situatie handhaven

4.1.2 School met de Bijbel

De School met de Bijbel maakt samen met OBS De Schatkist deel uit van Brede School Herwijnen en is zeer recent gebouwd (2017). Voor deze school zijn geen ingrepen op het IHP voorzien.

Toekomstperspectief: Bestaande situatie handhaven

4.2 Kern Vuren

4.2.1 CBS Het Kompas

CBS Het Kompas is in 2017 volledig gerenoveerd en gedeeltelijk uitgebreid. Voor deze school zijn geen ingrepen op het IHP voorzien.

Toekomstperspectief: Bestaande situatie handhaven

4.3 Kern Heukelum

4.3.1 CBS De Wegwijzer

CBS De Wegwijzer maakt samen met OBS De Rietput deel uit van Brede School Heukelum en is zeer recent gebouwd (2019). Voor deze school zijn geen ingrepen op het IHP voorzien.

Toekomstperspectief: Bestaande situatie handhaven

4.3.2 OBS De Rietput

OBS De Rietput maakt samen met CBS De Wegwijzer deel uit van Brede School Heukelum en is zeer recent gebouwd (2019). Voor deze school zijn geen ingrepen op het IHP voorzien.

Toekomstperspectief: Bestaande situatie handhaven

4.4 Kern Asperen

4.4.1 CBS De Open Poort

CBS De Open Poort maakt samen met OBS De Zandheuvel deel uit van Brede School Asperen en is zeer recent gebouwd (2019). Voor deze school zijn geen ingrepen op het IHP voorzien.

Toekomstperspectief: Bestaande situatie handhaven

4.4.2 OBS De Zandheuvel

OBS De Zandheuvel maakt samen met CBS De Open Poort deel uit van Brede School Asperen en is zeer recent gebouwd (2019). Voor deze school zijn geen ingrepen op het IHP voorzien.

Toekomstperspectief: Bestaande situatie handhaven

4.5 Kern Spijk

4.5.1 CBS De Hoeksteen

De planvorming voor vervangende bouw van CBS De Hoeksteen is gereed. Het benodigd krediet is beschikbaar gesteld. De uitvoering van het plan wacht echter op afronding van de procedure bij de Raad van State.

Toekomstperspectief: Vervangende nieuwbouw op korte termijn

4.6 Kern Geldermalsen

4.6.1 Jan Harmenshof

Voor openbare basisschool Jan Harmenshof is reeds een voorbereidingskrediet verstrekt om vervangende bouw te realiseren. Hierbij zal de Jan Harmenshof onder één dak komen met de Oranje Nassauschool.

Toekomstperspectief: Vervangende nieuwbouw op korte termijn

4.6.2 Oranje Nassauschool

Voor de Oranje Nassauschool is reeds een voorbereidingskrediet verstrekt om vervangende bouw te realiseren. Hierbij zal de school onder één dak komen met openbare basisschool Jan Harmenshof.

Toekomstperspectief: Vervangende nieuwbouw op korte termijn

4.6.3 OBS D’n Bogerd

Het gebouw waarin OBS d’n Bogerd is gevestigd, is bijna 60 jaar oud. Er is relatief veel (normatieve) leegstand in het gebouw zodat het renoveren van het gehele bestaande gebouw niet voor de hand ligt.

Toekomstperspectief: Vervangende nieuwbouw op middellange termijn

4.6.4 Morgenster

De Morgenster is oorspronkelijk gebouwd in 1985 en is feitelijk op dezelfde locatie als OBS D’n Bogerd gesitueerd. Het schoolbestuur pleit voor renovatie van het gebouw. Daarmee is gezamenlijke nieuwbouw met D’n Bogerd niet langer mogelijk. Het schoolbestuur heeft aangegeven de renovatie op korte termijn te willen initiëren en de benodigde investering te willen en kunnen voorfinancieren mits de gemeente de garantie verstrekt dat de gemeente de kosten van de renovatie uiteindelijk vergoedt.

Toekomstperspectief: Renovatie op langere termijn

4.6.5 tekst Rehobothschool Anjerstraat

Het schoolbestuur heeft plannen voor een grootschalige renovatie gemaakt. Voor de uitvoering hiervan maakt het bestuur gebruik van de renovatiemiddelen die de voormalige gemeente Geldermalsen in het kader van het IHP uit 2016 heeft toegezegd. Deze middelen zijn inmiddels beschikt aan het schoolbestuur evenals een duurzaamheids-subsidie vanuit de provincie.

Toekomstperspectief: Renovatie op korte termijn

4.6.6. tekst Rehobothschool Laan van Leeuwenstein

De locatie Laan van Leeuwenstein betreft de dislocatie van de Rehobothschool. Het gebouw stamt uit de huidige eeuw zodat renovatie of nieuwbouw gedurende de looptijd van het IHP niet aan de orde is. Er liggen kansen voor verduurzamen en verbeteren van het binnenklimaat.

Toekomstperspectief: Onderzoek naar mogelijkheden verduurzaming op korte termijn

4.7 Kern Tricht

4.7.1 OBS Op ’t Hof

OBS Op ’t Hof is een fusieschool die in 2019 is ontstaan door een samenvoeging van OBS Op ’t Hof in Tricht en OBS De Malsenburg in Buurmalsen. Voor deze school is een voorbereidingsbudget beschikbaar gesteld en zijn de voorbereidingen voor nieuwbouw reeds in gang gezet.

Toekomstperspectief: Vervangende nieuwbouw op korte termijn

4.8 Kern Beesd

4.8.1 Lingelaar

Het gebouw waarin de Lingelaar is gevestigd, is meer dan 45 jaar oud. De school heeft te maken met aanzienlijke leegstand. Samen met basisschool Sint Antonius is het één van de twee basisscholen in de kern Beesd. De schoolbesturen van beide scholen hebben een gezamenlijk verzoek voor nieuwbouw onder één dak bij de gemeente ingediend. Hiermee worden de knelpunten in de huisvesting van beide scholen opgelost en daarnaast biedt de vervangende bouw perspectief op herontwikkeling van één van de twee huidige locaties.

Toekomstperspectief: Vervangende nieuwbouw op middellange termijn

4.8.2 Sint Antonius

De Sint Antonius stamt uit het midden van de vorige eeuw. Samen met basisschool Lingelaar is het één van de twee basisscholen in de kern Beesd. De schoolbesturen van beide scholen hebben een gezamenlijk verzoek voor nieuwbouw onder één dak bij de gemeente ingediend. Hiermee worden de knelpunten in de huisvesting van beide scholen opgelost en daarnaast biedt de vervangende bouw perspectief op herontwikkeling van één van de twee huidige locaties.

Toekomstperspectief: Vervangende nieuwbouw op middellange termijn

4.9 Kern Rumpt

4.9.1 OBS De Springplank

OBS De Springplank is de enige school in Rumpt. Ondanks het feit dat het oorspronkelijke bouwjaar van de school 1974 betreft, bevalt het gebouw goed. Een onderzoek naar de mogelijkheden om de school te verduurzamen is reeds in gang gezet.

Toekomstperspectief: Onderzoek naar mogelijkheden verduurzaming op korte termijn

4.10 Kern Deil

4.10.1 Lokhorstschool

De Lokhorstschool is de enige school in de kern Deil. Het gebouw is 70 jaar oud. Het schoolbestuur heeft de intentie om de binnenzijde van de school geheel op te knappen. Op langere termijn zal er een afweging moeten plaatsvinden over renovatie of nieuwbouw van de school.

Toekomstperspectief: Afweging renovatie / nieuwbouw op middellange termijn

4.11 Kern Rhenoy

4.11.1 De Bloeiende Betuwe

De Bloeiende Betuwe is de enige school in de kern Rhenoy, maar bedient daarnaast ook onder meer de kernen Acquoy en Gellicum. Het oorspronkelijke (grootste) deel van het gebouw is 70 jaar oud. Op middellange termijn zal er een afweging moeten plaatsvinden over renovatie of nieuwbouw van de school.

Toekomstperspectief: Afweging renovatie / nieuwbouw op middellange termijn

4.12 Kern Meteren

4.12.1 OBS Meester Aafjes

OBS Meester Aafjes is gebouwd in 1996. Gedurende de looptijd van het IHP is renovatie of nieuwbouw dan ook niet aan de orde. Een onderzoek naar de mogelijkheden voor verduurzaming, met de subsidie van de provincie, van het gebouw is reeds in gang gezet.

Toekomstperspectief: Onderzoek naar mogelijkheden verduurzaming op korte termijn

4.12.2 De Schakel

De Schakel is gebouwd in 1996. Gedurende de looptijd van het IHP is renovatie of nieuwbouw dan ook niet aan de orde. Een onderzoek naar de mogelijkheden voor verduurzaming van het gebouw is reeds in gang gezet.

Toekomstperspectief: Onderzoek naar mogelijkheden verduurzaming op korte termijn

4.12.3 tekst Kindcentrum De Plantage

De nieuwbouw van Kindcentrum De Plantage is inmiddels aanbesteed en in uitvoering. Oplevering is voorzien medio 2021.

Toekomstperspectief: Nieuwbouw op korte termijn

4.13 Kern Haaften

4.13.1 CBS Goudenstein

CBS Goudenstein is samen met de Koning Willem Alexanderschool gehuisvest in de Burcht van Haeften. Het betreft een recent gebouw (2015). Voor deze school zijn geen ingrepen op het IHP voorzien.

Toekomstperspectief: Bestaande situatie handhaven

4.13.2 Koning Willem Alexanderschool

De Koning Willem Alexanderschool is samen met CBS Goudenstein gehuisvest in de Burcht van Haeften. Het betreft een recent gebouw (2015). Voor deze school zijn geen ingrepen op het IHP voorzien.

Toekomstperspectief: Bestaande situatie handhaven

4.14 Kern Neerijnen

4.14.1 Freule van Pallandtschool

De Freule van Pallandtschool is de enige school in de kern Neerijnen. Het gebouw is ruim 45 jaar oud en de school heeft te maken met aanzienlijke leegstand. Het uitgangspunt in dit IHP is om de school te renoveren of te vervangen tenzij de gemeenteraad gezamenlijke nieuwbouw onder één dak met OBS De Rietschoof te Opijnen wenselijk acht. In dat geval wil het schoolbestuur deze mogelijkheid samen met het bestuur van OBS De Rietschoof onderzoeken.

Toekomstperspectief: Afweging renovatie / nieuwbouw op lange termijn

4.15 Kern Opijnen

4.15.1 OBS De Rietschoof

OBS De Rietschoof is de enige school in de kern Opijnen. Het gebouw is bijna 65 jaar oud. Het uitgangspunt in dit IHP is om de school te renoveren of te vervangen tenzij de gemeenteraad gezamenlijke nieuwbouw onder één dak met de Freule van Pallandt te Neerijnen wenselijk acht. In dat geval wil het schoolbestuur deze mogelijkheid samen met het bestuur van de Freule van Pallandt onderzoeken.

Toekomstperspectief: Afweging renovatie / nieuwbouw op lange termijn

4.16 Kern Waardenburg

4.16.1 OBS De Waerdenburcht

OBS De Waerdenburcht stamt oorspronkelijk uit 1972. Op dit moment zijn er geen noemenswaardige knelpunten in de huisvesting, maar gezien het bouwjaar is het aannemelijk dat het gebouw gedurende de looptijd van het IHP wordt gerenoveerd of vervangen.

Toekomstperspectief: Afweging renovatie / nieuwbouw op langere termijn

4.16.2 Eben tekst Haezerschool

De Eben Haezerschool is 65 jaar oud. Hoewel het schoolbestuur het gebouw altijd goed heeft onderhouden, is er wel behoefte aan het verduurzamen van het gebouw waarbij tegelijkertijd lichte renovatiewerkzaamheden worden uitgevoerd (zoals bijvoorbeeld het vervangen van de gehele dakbedekking bij het isoleren van het dak).

Toekomstperspectief: Onderzoek naar mogelijkheden verduurzaming op korte termijn

4.17 Kern Ophemert

4.17.1 OBS Prins Willem-Alexander

OBS Prins Willem-Alexander is oorspronkelijk gebouwd in 1967 en gerenoveerd en uitgebreid in 2008. Daarmee is renovatie of nieuwbouw gedurende de looptijd van het IHP niet aan de orde. Wel is er behoefte aan het verduurzamen van het gebouw. Daarnaast heeft de school te maken met leegstand. Het bestuur heeft de wens deze leegstand op te vullen met kindvoorzieningen.

Toekomstperspectief: Onderzoek naar mogelijkheden verduurzaming op korte termijn

4.18 Kern Hellouw

4.18.1 CBS De Kievitsheuvel

CBS De Kievitsheuvel stamt oorspronkelijk uit 1983, maar is in 2011 geheel gerenoveerd. Gedurende de looptijd van dit IHP is renovatie of nieuwbouw dan ook niet aan de orde. Wel is er behoefte aan het verduurzamen van het gebouw.

Toekomstperspectief: Onderzoek naar mogelijkheden verduurzaming op korte termijn

4.19 Kern Varik

4.19.1 Burgemeester Westerbeek van Eertenschool

De Burgemeester Westerbeek van Eertenschool is ruim 50 jaar oud en daarmee in beginsel aan het einde van de levensduur. Onderzoek moet uitwijzen of renovatie dan wel nieuwbouw het meest opportuun is. Daarbij heeft het bestuur de wens geuit om de kindvoorziening die op dit moment elders in de kern is gesitueerd, te integreren.

Toekomstperspectief: Afweging renovatie / nieuwbouw op middellange termijn

4.20 Kern Est

4.20.1 OBS Est

In de doorlooptijd van dit IHP is geen grote ingreep voor het schoolgebouw in Est voorzien.

Toekomstperspectief: Bestaande situatie handhaven

4.21 Kern Tuil

4.21.1 CBS Klingelenburg

CBS Klingelenburg is gehuisvest in een recent gebouw (2014). Gedurende de looptijd van dit IHP is renovatie of nieuwbouw dan ook niet aan de orde. Wel is er behoefte aan het verduurzamen van het gebouw.

Toekomstperspectief: Onderzoek naar mogelijkheden verduurzaming op korte termijn

5.1 Uitgangspunten

In deze paragraaf worden de uitgangspunten toegelicht die worden gehanteerd bij het bepalen van de omvang van de investeringen. Het gaat dan met name om de hoogte van de stichtingskosten en de afschrijvingstermijnen die van toepassing zijn. Voor alle genoemde bedragen is het prijspeil 2020 gehanteerd. Kosten voor tijdelijke huisvesting en eventuele aankoop van gronden zijn buiten beschouwing gelaten. In het verlengde daarvan is er evenmin rekening gehouden met mogelijke grondopbrengsten bij het vrijvallen van locaties.

5.1.1 Stichtingskosten en afschrijftermijn (vervangende) nieuwbouw

De verordening onderwijshuisvesting bevat normbedragen aan de hand waarvan de stichtingskosten van een nieuw schoolgebouw worden vergoed. Met het normbedrag wordt

het schoolbestuur geacht alle kosten (opstellen programma van eisen, architect, adviseurs, leges, aannemer) te betalen, met uitzondering van de grond waarop de school wordt gebouwd. Die levert de gemeente conform de bepalingen in de wet om niet bouwrijp op aan het schoolbestuur.

De normbedragen in onze gemeente zijn gebaseerd op de werkelijke kostenontwikkeling in de scholenbouw. In dit IHP wordt gerekend met een bedrag van € 2.700,- incl. btw per m2 bvo voor de stichtingskosten van een nieuw schoolgebouw. Een nieuw schoolgebouw wordt afgeschreven in 40 jaar.

5.1.2 Stichtingskosten en afschrijftermijn renovatie

Het is ook mogelijk bestaande schoolgebouwen te renoveren. In de verordening is opgenomen dat een renovatie leidt tot een levensduurverlenging van minimaal 25 jaar waarbij de werkelijke stichtingskosten van de renovatie ten hoogste 25/40 van het normbedrag voor nieuwbouw mogen zijn. Daarom wordt voor renovatie een bedrag van (25/40 * € 2.700,-) = € 1.687,50 per m2 bvo gehanteerd. De kosten van een renovatie worden in 25 jaar afgeschreven.

5.1.3 Rentevoet

Voor het berekenen van de kapitaallasten wordt met een rente van 1% gerekend.

5.2 Overzicht investeringen 2021 – 2032

5.3 Kapitaallasten

Op basis van de som van de investeringen, de afschrijvingstermijnen en de rekenrente zijn de jaarlijkse kapitaallasten in het eerste jaar van de investering als volgt:

De investeringen in verduurzaming hebben geen effect op de kapitaallasten omdat deze worden bekostigd door de provinciale subsidie. Bij het verloop van de kapitaallasten moet rekening worden gehouden met het feit dat er sprake is van een cumulatief effect. Als bijvoorbeeld in 2025 de kapitaallasten voor de middellange termijn aan de orde zijn, lopen de kapitaallasten van de korte termijn uiteraard nog door.

Aan het einde van de looptijd van het IHP (2032) zullen de jaarlijkse kapitaallasten globaal tussen de € 940.000 en € 1.020.000 bedragen.