SPEELAUTOMATENverordening gemeente West Maas en Waal 2012

Geldend van 04-10-2012 t/m heden

Intitulé

SPEELAUTOMATENverordening gemeente West Maas en Waal 2012

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wok: Wet op de kansspelen

  • b.

    speelautomaat: Een automaat als bedoeld in artikel 30, lid a van de Wok; een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisme, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen.

  • b.

    behendigheidsautomaat: Een automaat als bedoeld in artikel 30, lid b van de Wok; een speelautomaat waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde spelduur of het recht op gratis spelen en het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of in welke mate de spelduur verlengd of het recht op gratis spelen verkregen wordt.

  • c.

    kansspelautomaat: Een automaat als bedoeld in artikel 30, lid c van de Wok; een speelautomaat, die geen behendigheidsautomaat is.

  • d.

    hoogdrempelige inrichtingen: Een inrichting als bedoeld in artikel 30, lid d van de Wok; een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Drank- en Horecawet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikel en lid wordt uitgeoefend;

    • 1.

      De ruimte dient als café of als restaurant in gebruik te zijn en daarvoor een geldige drank- en horecavergunning te bezitten, en;

    • 2.

      Het café- of restaurantbezoek dient op zichzelf te staan en er mogen geen activiteiten plaatsvinden waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend. Zelfstandige betekenis houdt in dat de activiteiten niet uitsluitend ter ondersteuning van het cafébezoek dient, maar een zelfstandige stroom bezoekers trekt, en;

    • 3.

      De activiteiten die in de inrichting plaatsvinden moeten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder. Deze eis is een duidelijk voorbeeld van de achtergrond van de wetgeving, namelijk het voorkomen van gokverslaving bij jongeren.

  • e.

    laagdrempelige inrichtingen: Wanneer is er sprake van een laagdrempelige inrichting?

    • 1.

      Alle inrichtingen die niet voldoen aan de eisen voor hoogdrempeligheid zijn laagdrempelig.

    • 2.

      Een laagdrempelige inrichting wordt gezien als een inrichting die het publiek niet in eerste instantie pleegt te bezoeken voor het nuttigen van alcohol en / of maaltijden.

    • 3.

      Aansluiting wordt gezocht bij de jurisprudentie van het College voor Beroep voor het Bedrijfsleven.

    • 4.

      Daarnaast is een laagdrempelige inrichting een inrichting waarin horeca-activiteiten worden verricht en waarvan de ondernemer inschrijfplichtig en ingeschreven is bij het Bedrijfschap Horeca & Catering. Bij de beoordeling van de aanvragen moet iedere eer gekeken worden naar de feitelijke situatie in de inrichting en niet alleen naar de benaming van de inrichting.

      Voorbeelden van een laagdrempelige inrichting zijn: snackbar, cafetaria, discotheek, lunchroom, sportcomplex en pizzeria.

  • f.

    samengestelde inrichtingen: Indien een inrichting bestaat uit meerdere verschillende ruimten betreft het een samengestelde inrichting. In dat geval zal door de gemeente achtereenvolgend moeten worden vastgesteld:

    • -

      Of er sprake is van één of meerdere inrichtingen (in bijna alle gevallen is echter sprake van één inrichting)

    • -

      Of de inrichting hoog- of laagdrempelig is. Als er sprake is van twee of meer inrichtingen wordt separaat de drempeligheid van die inrichting op basis van de hierboven aangegeven criteria beoordeeld.

    • -

      Of, als de inrichting laagdrempelig is, er toch sprake kan zijn van een voldoende afgescheiden en zelfstandig deel, dat als hoogdrempelig beschouwd kan worden en waar dus voor twee kansspelautomaten vergunning moet worden verleend indien daarom wordt gevraagd.

Artikel 2. Aantal speelautomaten

  • a. De burgemeester kan geen vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van kansspelautomaten in een laagdrempelige inrichting.

  • b. De burgemeester kan per hoogdrempelige inrichting vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van maximaal twee speelautomaten, waarvan maximaal twee kansspelautomaten.

  • c. De burgemeester kan per laagdrempelige inrichting vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van maximaal twee behendigheidsautomaten.

Artikel 3. Aanwezigheidsvergunning

  • a. Het is verboden, behoudens het in de Titel Va van de Wok bepaalde, kansspelautomaten te hebben, tenzij daarvoor door de burgemeester een aanwezigheidsvergunning is verleend (artikel 30b Wok)

    • §

      op of aan de openbare weg.

    • §

      op voor het publiek toegankelijke plaatsen.

    • §

      in niet voor het publiek toegankelijke inrichtingen, waarvoor ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet een vergunning voor de uitoefening van het horecabedrijf is vereist of waarvan de ondernemer inschrijfplichtig is bij het Bedrijfschap Horeca & Catering.

  • b. De aanwezigheidsvergunning kan uitsluitend op naam worden gesteld en is niet overdraagbaar

  • c. In de aanwezigheidsvergunning is ten minste opgenomen

    • §

      De naam van de ondernemer

    • §

      Het adres van de inrichting waar de automaat aanwezig is

    • §

      De verplichting op of aan een speelautomaat een waarschuwing tegen gokverslaving en overige risico´s van overmatig gokken te bevestigen.

    • §

      De verplichting dat speelautomaten alleen mogen worden opgesteld als zij het eigendom zijn van personen die daarvoor een exploitatievergunning bezitten

    • §

      Kansspelautomaten dienen zodanig te worden opgesteld dat door de beheerder voortdurend toezicht kan worden gehouden.

Artikel 4. Weigeringsgronden

  • a. De aanwezigheidsvergunning moet door de burgemeester worden geweigerd

    • §

      als wordt afgeweken van de eisen ik artikel 30c Wok

    • §

      als niet wordt voldaan aan de eisen die gesteld zijn ten aanzien van zedelijk gedrag

  • b. Een aanwezigheidsvergunning kan door de burgemeester worden geweigerd

    • §

      Als de aanvragen een van de bepalingen uit Titel Va Wok in drie jaren voorafgaande aan het moment van aanvraag heeft overtreden.

    • §

      Als er ernstige vrees is dat de vergunningverlening ernstig gevaar voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid zal opleveren.

Artikel 5. Intrekkingsgronden

  • a. De vergunning wordt ingetrokken

    • §

      Indien de gegevens, die met het oog op het verkrijgen van de vergunning zijn verstrekt, zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest.

    • §

      Indien de inrichting geen geldige vergunning bezit die daarvoor is vereist.

    • §

      Indien niet (meer) wordt voldaan aan de eisen die gesteld zijn ten aanzien van het zedelijk gedrag door de aanvrager, bedrijfsleider(s) of beheerder(s).

  • b. De vergunning kan worden ingetrokken

    • §

      Indien de vergunninghouder een van de bepalingen uit Titel Va Wok heeft overtreden. De burgemeester kan een termijn stellen waarbinnen naleving van vermelde bepalingen door de vergunninghouder plaats dient te vinden. Per geval wordt bekeken of de ernst van de overtreding de intrekking van de vergunning rechtvaardigt.

    • §

      Indien er ernstige vrees is dat het van kracht blijven van de vergunning ernstig gevaar voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid zal opleveren. Alleen in dat geval van dringende omstandigheden kan de vergunning direct worden ingetrokken.

  • c. Voordat de burgemeester tot intrekking van de vergunning overgaat wordt de vergunninghouder bij aantekende brief onder opgave van reden daarvan op de hoogte gesteld. De vergunninghouder wordt in de gelegenheid gesteld zijn verhaal te doen.

Artikel 6. Duur vergunning

De vergunning wordt verleend voor een periode van 12 maanden.

Artikel 7. Kosten

De kosten voor het aanvragen van een vergunning voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning ingevolge artikel 30b van de Wet op de kansspelen zijn opgenomen in de tarieventabel van de Legesverordening gemeente West Maas en Waal.

Artikel 8. Speelautomaten met een kermiskarakter

Speelautomaten met een kermiskarakter met zowel het karakter van een kansspelautomaat als dat van een behendigheidsautomaat worden gebruik en zijn bestemd voor kermissen en vallen niet onder de werking van Titel Va Wok. De minister van Economische Zaken wijst automaten aan als zijnde kermisautomaten, waarvoor geen aanwezigheidsvergunning van de burgemeester is vereist (artikel 30a, lid 2 jô artikel 30b, lid 2 Wok).

Artikel 9. Speelautomatenhalverordening

Op het toestaan van speelautomatenhallen voorziet de Speelautomatenhalverordening West Maas en Waal, vastgesteld bij raadsbesluit van 2 juni 2005.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na publicatie. Op deze dag vervalt de Notitie Speelautomatenbeleid gemeente West Maas en Waal, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 december 2000.

Artikel 11. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Speelautomatenverordening gemeente West Maas en Waal 2012.