Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2017

Geldend van 11-03-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2017

Vastgesteld bij raadsbesluit van 23 februari 2017, zaak kenmerk Z/16/001593/1593 2017/02/08

De raad van de gemeente West Maas en Waal;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 januari 2017, zaak kenmerk Z/16/001593/1593

Gelet op artikel 224 van de gemeentewet;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2017

Verordening Toeristenbelasting 2017

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, conferentieoorden, opleidingscentra, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet in het bevolkingsregister van de gemeente West Maas en Waal zijn opgenomen.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

3.Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 verblijf houdt.

Artikel 3 Vrijstelling

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 , die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3.

    van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;

  • 4.

    op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting €1,00.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar loopt van 13 januari 2017 tot en met 31 december 2017. Daarna is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Aanslaggrens

Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.

Artikel 9 Voorlopige aanslag

Na de aanvang van het belastingjaar doch niet vóór 1 mei kan aan de belastingplichtige voor een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan het college.

Artikel 14 Registratieplicht

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden degene die verblijf houden te registreren in een daarvoor bestemd en door de gemeente verstrekt nachtverblijfregister.

  • 2. Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft gegevens over tenminste: naam, adres en woonplaats; datum van aankomst en datum van vertrek; en het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister.

  • 4. De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6.

Artikel 15 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De Verordening Toeristenbelasting 2015 van 3 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 24 februari 2017.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Toeristenbelasting 2017.

De raad van de gemeente West Maas en Waal,

De griffier,

J.A. (Joyce) Satijn

De voorzitter,

Th.A.M. (Thomas) Steenkamp